In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel op 25 april 2023, is er een geschil tussen twee echtgenoten over de verkoop van hun echtelijke woning. Eiseres, die de woning wil verkopen, stelt dat er een reëel bod is gedaan in het licht van de huidige woningmarkt. Gedaagde, de echtgenoot, betwist dit en stelt dat hij de woning ook kan overnemen, wat door eiseres wordt betwist. De voorzieningenrechter oordeelt dat eiseres niet langer kan wachten met de verkoop van de woning en dat de belangen van eiseres zwaarder wegen dan die van gedaagde. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van eiseres toe, waarbij gedaagde wordt veroordeeld om zijn medewerking te verlenen aan de verkoop van de woning voor de geboden koopsom van € 720.000,00. Tevens wordt gedaagde veroordeeld om de woning te verlaten en te ontruimen. De zaak is van belang vanwege de juridische afweging tussen de belangen van beide partijen in het kader van de echtscheiding en de verkoop van de woning. De voorzieningenrechter benadrukt dat de woningmarkt verandert en dat het van belang is om snel te handelen.