Uitspraak
1.[eiser 1] ,
2.
[eiser 2],
1.[gedaagde 1] ,
2.
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 2 november 2022, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak, die voor de Rechtbank Overijssel is behandeld, gaat het om een geschil tussen de kopers en verkopers van een woning die in 2020 is verkocht. De kopers, [eiser 1] c.s., hebben in 2022 van de gemeente vernomen dat de warmtepomp die in de woning is geïnstalleerd, niet voldoet aan het gemeentelijk rioleringsplan (GRP). De kopers stellen dat de verkopers, [gedaagde 1] c.s., aansprakelijk zijn voor de kosten van aanpassing van de warmtepomp, omdat de woning niet de eigenschappen bezat die zij mochten verwachten, wat zou neerkomen op non-conformiteit. De kantonrechter heeft deze vordering afgewezen.
De kantonrechter overweegt dat de warmtepomp functioneert en dat het probleem met de afvoer van water niet kan worden aangemerkt als een gebrek in de zin van artikel 7:17 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek. De rechter stelt vast dat de kopers niet hebben aangetoond dat de warmtepomp ten tijde van de koop in strijd was met de regelgeving. Bovendien is in de koopovereenkomst opgenomen dat verbeteringen of herstellingen die door de overheid worden voorgeschreven na de ondertekening van de overeenkomst voor risico van de koper komen.
Daarnaast heeft de kantonrechter het beroep van de kopers op (wederzijdse) dwaling afgewezen. De rechter concludeert dat de aanschrijving van de gemeente in 2022 een toekomstige omstandigheid betreft en dat de kopers onvoldoende hebben aangetoond dat er ten tijde van de koop al een verplichting bestond om de warmtepomp aan te passen. De vordering van de kopers wordt afgewezen en zij worden veroordeeld in de proceskosten.