Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
1 december 2022 werd beëindigd omdat er geen lopende uitkering was en hij zijn pensionkosten niet betaalde. Tegen die beëindiging is geen verweer gevoerd: niet voorafgaand en niet lopende de procedure zodat in rechte vast staat dat die overeenkomst definitief beëindigd is. Voldoende aannemelijk wordt dan ook geacht dat in een bodemprocedure tot het oordeel wordt gekomen, nu de begeleidingsovereenkomst is beëindigd, dat daarmee tevens een eind is gekomen aan het gebruik van [de kamer] aan [het adres] door [A] en dat [A] die kamer moet ontruimen.
€ 4.405,40 is geen inhoudelijk verweer gevoerd en zou daarom in beginsel voor toewijzing gereed liggen. De kantonrechter overweegt hierover het volgende.
€ 264,00 aan salaris gemachtigde.