7.3De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan zes strafbare feiten, waaronder mishandeling, vernieling, bedreiging en belediging van een politieagent. Verdachte veroorzaakt met het plegen van dit soort feiten overlast voor de maatschappij. Hij heeft zich in juli 2022 op meerdere tijdstippen – onder invloed van verdovende middelen – bij het winkelcentrum Slangenbeek in Hengelo opgehouden om vervolgens willekeurige mensen tot last te zijn en hen angst aan te jagen. Vervolgens heeft hij bij zijn aanhouding op 7 juli 2022 oneerbiedig gedrag vertoond richting een politieagent door deze agent uit te schelden en te bedreigen. Dit alles rekent de rechtbank verdachte aan.
Verder zijn bij een doorzoeking in 2021 in de woning van verdachte twee werpmessen en 85,06 gram amfetamine aangetroffen. Het ongecontroleerde bezit van wapens (in combinatie met het gebruik van harddrugs) verhoogt het risico op geweldsdelicten. Het is maatschappelijk onaanvaardbaar om dit soort wapens voorhanden te hebben, nu deze gebruikt kunnen worden voor allerlei (levens)bedreigende activiteiten en een gevaar voor de veiligheid van anderen vormen.
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de Justitiële Documentatie van
10 maart 2023 van verdachte, waaruit blijkt dat hij in de afgelopen vijf jaar niet meer is veroordeeld voor een strafbaar feit. In het verleden is verdachte wel vaker veroordeeld voor Opiumwet- en geweldsdelicten en ook eens voor wapenbezit.
Verder heeft de rechtbank kennis genomen van de volgende rapportages die over verdachte zijn opgemaakt.
In de Pro Justitia-rapportage van 30 januari 2023 rapporteert T.W.D.P. van Os, psychiater, dat bij verdachte sprake is van een psychotische stoornis, diverse verslavingen en een antisociale persoonlijkheidsstoornis. Deze stoornissen bestonden ook ten tijde van de ten laste gelegde feiten. De psychiater heeft daarom geadviseerd om de feiten onder parketnummer 08-170392-22 verminderd toe te rekenen aan verdachte. Hoewel verdachte wist dat het gebruik van alcohol en middelen kon leiden tot grensoverschrijdend, onberekenbaar en agressief gedrag bleef hij deze middelen gebruiken. Dit wordt door de psychiater als een risicofactor gezien. Sinds het schorsingstoezicht lukt het verdachte echter om geen alcohol en drugs te gebruiken. Wel gebruikt hij medicatie, een antipsychoticum, wat verdachte rust geeft. Daarmee zijn de belangrijkste risicofactoren momenteel onder controle. Om het recidiverisico duurzaam te verlagen, adviseert de psychiater een reclasseringstoezicht en een ambulante behandeling met een lange proeftijd.
De Pro Justitia-rapportage van 17 februari 2023 van R.A. Sterk, psycholoog, komt grotendeels overeen met het hierboven genoemde rapport van de psychiater. De psycholoog concludeert dat er bij verdachte sprake is van een ernstige stoornis in alcoholgebruik en een persoonlijkheidsstoornis. De stoornissen in cannabis- en amfetaminegebruik zijn in vroege remissie. De psycholoog adviseert eveneens om de ten laste gelegde feiten onder parketnummer 08-170392-22 (met uitzondering van feit 3) in verminderde mate toe te rekenen aan verdachte, omdat hij niet goed in staat kan worden geacht om zijn wil geheel in vrijheid te bepalen. Daarnaast adviseert de psycholoog ook om een behandeling, gericht op zijn persoonlijkheidsstoornis en middelengebruik, als bijzondere voorwaarde op te leggen.
De rechtbank neemt de conclusies van de psychiater en de psycholoog over, in die zin dat zij verdachte verminderd toerekeningsvatbaar acht voor de bewezen verklaarde feiten onder parketnummer 08-170392-22. Nu verdachte feit 3 slechts een week voor de andere feiten heeft gepleegd, gaat de rechtbank ervan uit dat de gediagnostiseerde psychotische stoornis, persoonlijkheidsstoornis en verslavingen ook op dat moment al bestonden en het gedrag van verdachte beïnvloedden. De rechtbank zal verdachte eveneens verminderd toerekeningsvatbaar achten voor dit feit.
Ook Tactus Reclassering heeft op 5 april 2023 een rapport over verdachte opgemaakt. Uit dit rapport blijkt dat verdachte in het verleden verschillende vormen van hulpverlening heeft gehad, maar dat deze niet hebben geleid tot gedragsverandering. De risicofactoren bestaan uit een beperkt geweten, beperkt netwerk, problemen op financieel gebied, gedragsproblemen, verslavingen en het toeschrijven van vijandige motieven aan de ander. De diagnostiek van verdachte en de hiervoor genoemde risicofactoren zorgen ervoor dat het lastig is om verdachte te begeleiden en te behandelen. Het is wenselijk dat verdachte hulp krijgt, maar de motivatie voor enige vorm van hulpverlening ontbreekt bij verdachte. Zelfs de meest laagdrempelige vorm van hulp middels het levensloopteam heeft hij afgeslagen omdat hij ervan overtuigd is dat hulpverlening zijn problemen veroorzaken in plaats van oplossen. Dit heeft verdachte zelf ook bevestigd ter terechtzitting; hij wil niet langer in zijn verleden graven en dat zou volgens hem wel moeten bij een behandeling. Hoewel hulp en toezicht dus wenselijk zouden zijn, is Tactus Reclassering van mening dat deze niet zullen bijdragen aan vermindering van het recidiverisico en gedragsverandering zolang verdachte niet gemotiveerd is. Het recidiverisico wordt dan ook ingeschat als hoog. Bij een veroordeling wordt een straf zonder bijzondere voorwaarden geadviseerd.
De rechtbank heeft de mondelinge toelichting ter terechtzitting van R. Nijhof, reclasseringswerker, die toezag op de naleving van de schorsingsvoorwaarden, ook in acht genomen. De toezichthouder deelde mee dat het contact met verdachte moeizaam is verlopen, maar dat hij zich wel aan de schorsingsvoorwaarden heeft gehouden. Nijhof heeft bevestigd dat verdachte sinds het schorsingstoezicht abstinent is van alcohol. Dit is gecontroleerd met behulp van een alcoholmeter die verdachte vanaf december tot medio april om heeft gehad. Ook waren er geen indicaties voor drugsgebruik en naar eigen zeggen gebruikt verdachte ook geen drugs meer. Hoewel het schorsingstoezicht over het algemeen goed is verlopen, geeft verdachte aan dat hij dit niet langer volhoudt en geen externe bemoeienis meer wenst in de toekomst.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting kennis genomen van de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht.
Alles afwegende, en met name gelet op de weerstand van verdachte tegen een behandeling en reclasseringstoezicht, acht de rechtbank een gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest passend. De rechtbank zal aan verdachte opleggen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vierenvijftig dagen met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Nu verdachte ter terechtzitting uitdrukkelijk heeft medegedeeld niet te zullen meewerken aan voorwaarden, acht de rechtbank het dan ook niet haalbaar om een voorwaardelijk strafdeel met bijzondere voorwaarden aan verdachte op te leggen. Verdachte zal op eigen kracht moeten aantonen dat hij geen strafbare feiten meer zal plegen.