ECLI:NL:RBOVE:2023:1528

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
2 mei 2023
Publicatiedatum
2 mei 2023
Zaaknummer
08-170392-22 en 08-006826-22 (al eerder ttz. gev.) (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte voor mishandeling, bedreiging, vernieling en wapenbezit met amfetamine

Op 2 mei 2023 heeft de Rechtbank Overijssel een 35-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 54 dagen voor meerdere strafbare feiten, waaronder mishandeling, bedreiging, vernieling en wapenbezit. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan zes strafbare feiten, waarbij hij onder andere een politieagent heeft bedreigd en een lamp heeft vernield in de kapsalon van een aangever. Tijdens een doorzoeking in 2021 zijn er twee werpmessen en 85,06 gram amfetamine aangetroffen in de woning van de verdachte. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaardingen geldig zijn en dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging. De verdachte heeft de feiten bekend, en de rechtbank heeft op basis van de bewijsmiddelen de feiten bewezen verklaard. De rechtbank heeft rekening gehouden met de psychische toestand van de verdachte, die verminderd toerekeningsvatbaar is geacht, en heeft de strafmaat bepaald op 54 dagen gevangenisstraf, gelijk aan de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De benadeelde partij, die schadevergoeding vorderde voor de vernielde lamp, is niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering, omdat de schade niet voldoende was onderbouwd.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummers: 08-170392-22 en 08-006826-22 (al eerder ttz. gev.) (P)
Datum vonnis: 2 mei 2023
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1987 in [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 18 april 2023.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. J. Veenendaal en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. P.A. Speijdel, advocaat in Enschede, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Parketnummer 08-170392-22
feit 1:[aangever 1] heeft mishandeld;
feit 2:een politieagent heeft bedreigd;
feit 3:een lamp van [aangever 2] heeft vernield;
feit 4:een politieagent heeft beledigd.
Parketnummer 08-006826-22
feit 1:twee werpmessen voorhanden heeft gehad;
feit 2:ongeveer 85,06 gram amfetamine opzettelijk aanwezig heeft gehad.
Voluit luiden de tenlasteleggingen aan verdachte, dat:
Parketnummer 08-170392-22
1
hij op of omstreeks 7 juli 2022 te Hengelo (O), althans in de gemeente Hengelo (O)
[aangever 1] heeft mishandeld door (met kracht) tegen de (achterkant) van de fiets van die [aangever 1] te trappen/schoppen, terwijl die [aangever 1] de fiets met haar hand(en) vast had, waardoor die [aangever 1] (door de opvang van die trap/klap tegen de fiets) haar hand(en) en/of pols(en) heeft verrekt/bezeerd;
2
hij op of omstreeks 7 juli 2022 te Hengelo (O), althans in de gemeente Hengelo (O)
[aangever 3] (Hoofdagent politie Eenheid Oost-Nederland) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [aangever 3] dreigend de woorden toe te voegen ""Als je me niet los laat maak ik je kapot" en/of "Als je me nog één keer aanraakt maak ik je af", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
3
hij op of omstreeks 2 juli 2022 te Hengelo (O), althans in de gemeente Hengelo (O) opzettelijk en wederrechtelijk een lamp, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
4
hij op of omstreeks 7 juli 2022 te Hengelo (O), althans in de gemeente Hengelo (O) opzettelijk een (politie)ambtenaar, te weten [aangever 3] (Hoofdagent politie Eenheid
Oost-Nederland), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar bediening, in zijn/haar tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem/haar de woorden toe te voegen: "Jij knijpt mij, kankerlijer" en/of "Kankerlijer laat me los", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking.
Parketnummer 08-006826-22
1
hij op of omstreeks 26 oktober 2021 te Hengelo, althans in de gemeente Hengelo (O) twee, althans één of meer wapen(s) van categorie III, onder 3, van de Wet wapens en munitie te weten (een) werpmes(sen) voorhanden heeft gehad;
2
hij op of omstreeks 26 oktober 2021 te Hengelo, althans in de gemeente Hengelo (O) opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 85,06 gram amfetamine, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaardingen geldig zijn, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaken, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de ten laste gelegde feiten onder beide parketnummers wettig en overtuigend kunnen worden bewezen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich – zo begrijpt de rechtbank – gerefereerd voor wat betreft de bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten onder beide parketnummers.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Feiten 1, 2, 4 (parketnummer 08-170392-22), 1 en 2 (parketnummer 08-006826-22)
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 1, 2 en 4 ten laste gelegde feiten onder parketnummer 08-170392-22 en van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten onder parketnummer 08-006826-22 op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen.
Feit 3 Vernieling lamp (parketnummer 08-170392-22)
De redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt op basis van de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting de volgende feiten en omstandigheden vast.
Op 2 juli 2022 is een lamp van aangever [aangever 2] vernield in zijn kapsalon [kapsalon] te Hengelo.
Oordeel van de rechtbank
Aangever stelt dat het verdachte was die op 2 juli 2022 zijn kapsalon is binnengelopen en de lamp heeft vernield. Verdachte ontkent echter dat hij die dag binnen is geweest bij de betreffende kapsalon en dus ook dat hij degene is die de lamp heeft vernield.
De rechtbank overweegt het volgende. Aangever zag dat op 2 juli 2022 een man de kapsalon binnenliep, “massage” schreeuwde, en vervolgens om zich heen begon te zwaaien waardoor de lamp viel en brak. Aangever herkende deze man als een man die zich wel vaker ophield bij winkelcentrum Slangenbeek. Toen verdachte een week later, op 7 juli 2022, naar aanleiding van de bewezen verklaarde mishandeling van [aangever 1] werd aangehouden, herkende aangever verdachte als de man die de week ervoor zijn lamp had vernield. De verklaring van [getuige] , een medewerkster van kapsalon [kapsalon] , ondersteunt de verklaring van aangever. Ook zij is getuige geweest van de vernieling van de lamp. De verklaring van [getuige] komt namelijk grotendeels en op specifieke onderdelen overeen met de aangifte. [1] Zo is onder andere door [getuige] en aangever verklaard dat verdachte “massage” heeft geschreeuwd terwijl hij in de kapsalon was. De rechtbank is dan ook van oordeel dat [getuige] en aangever over hetzelfde moment en over dezelfde persoon hebben verklaard en dat verdachte degene is geweest die op 2 juli 2022 de lamp in de kapsalon heeft vernield.
De rechtbank is op grond van bovenstaande van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat verdachte de ten laste gelegde vernieling onder 3 heeft begaan.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
Parketnummer 08-170392-22
1
hij op 7 juli 2022 te Hengelo (O), [aangever 1] heeft mishandeld door (met kracht) tegen de (achterkant) van de fiets van die [aangever 1] te trappen/schoppen, terwijl die [aangever 1] de fiets met haar handen vast had, waardoor die [aangever 1] (door de opvang van die trap tegen de fiets) haar hand en/of pols heeft bezeerd;
2
hij op 7 juli 2022 te Hengelo (O), [aangever 3] (Hoofdagent politie Eenheid
Oost-Nederland) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, door die [aangever 3] dreigend de woorden toe te voegen "Als je me niet los laat maak ik je kapot" en "Als je me nog één keer aanraakt maak ik je af", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
3
hij op 2 juli 2022 te Hengelo (O), opzettelijk en wederrechtelijk een lamp, die aan
[aangever 2] toebehoorde, heeft vernield;
4
hij op 7 juli 2022 te Hengelo (O), opzettelijk een politieambtenaar, te weten [aangever 3] (Hoofdagent politie Eenheid Oost-Nederland), gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in zijn tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem de woorden toe te voegen: "Jij knijpt mij, kankerlijer" en "Kankerlijer laat me los".
Parketnummer 08-006826-22
1
hij op 26 oktober 2021 te Hengelo (O), twee wapens van categorie III, onder 3, van de Wet wapens en munitie, te weten werpmessen, voorhanden heeft gehad;
2
hij op 26 oktober 2021 te Hengelo (O), opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 85,06 gram amfetamine, zijnde amfetamine, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 266, 267, 285, 300 en 350 van het Wetboek van Strafrecht (Sr), de artikelen 26 en 55 van de Wet Wapens en Munitie en de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
Parketnummer 08-170392-22
feit 1
het misdrijf:
mishandeling;
feit 2
het misdrijf:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en bedreiging met zware mishandeling;
feit 3
het misdrijf:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen;
feit 4
het misdrijf:
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening.
Parketnummer 08-006826-22
feit 1
het misdrijf:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
feit 2
het misdrijf:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezen verklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat aan verdachte zal worden opgelegd een gevangenisstraf voor de duur van 144 dagen, waarvan 90 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren. Het onvoorwaardelijke deel van deze straf staat gelijk aan de duur van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Verder heeft de officier van justitie verzocht om het bevel voorlopige hechtenis van verdachte op te heffen.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht om aan verdachte slechts een onvoorwaardelijke straf op te leggen die gelijk staat aan de duur van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Daarbij dient rekening gehouden te worden met de positieve ontwikkelingen die verdachte onlangs heeft doorgemaakt tijdens het schorsingstoezicht. Verder heeft de raadsman verzocht tot opheffing van het bevel voorlopige hechtenis van verdachte.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
De ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan zes strafbare feiten, waaronder mishandeling, vernieling, bedreiging en belediging van een politieagent. Verdachte veroorzaakt met het plegen van dit soort feiten overlast voor de maatschappij. Hij heeft zich in juli 2022 op meerdere tijdstippen – onder invloed van verdovende middelen – bij het winkelcentrum Slangenbeek in Hengelo opgehouden om vervolgens willekeurige mensen tot last te zijn en hen angst aan te jagen. Vervolgens heeft hij bij zijn aanhouding op 7 juli 2022 oneerbiedig gedrag vertoond richting een politieagent door deze agent uit te schelden en te bedreigen. Dit alles rekent de rechtbank verdachte aan.
Verder zijn bij een doorzoeking in 2021 in de woning van verdachte twee werpmessen en 85,06 gram amfetamine aangetroffen. Het ongecontroleerde bezit van wapens (in combinatie met het gebruik van harddrugs) verhoogt het risico op geweldsdelicten. Het is maatschappelijk onaanvaardbaar om dit soort wapens voorhanden te hebben, nu deze gebruikt kunnen worden voor allerlei (levens)bedreigende activiteiten en een gevaar voor de veiligheid van anderen vormen.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de Justitiële Documentatie van
10 maart 2023 van verdachte, waaruit blijkt dat hij in de afgelopen vijf jaar niet meer is veroordeeld voor een strafbaar feit. In het verleden is verdachte wel vaker veroordeeld voor Opiumwet- en geweldsdelicten en ook eens voor wapenbezit.
Verder heeft de rechtbank kennis genomen van de volgende rapportages die over verdachte zijn opgemaakt.
In de Pro Justitia-rapportage van 30 januari 2023 rapporteert T.W.D.P. van Os, psychiater, dat bij verdachte sprake is van een psychotische stoornis, diverse verslavingen en een antisociale persoonlijkheidsstoornis. Deze stoornissen bestonden ook ten tijde van de ten laste gelegde feiten. De psychiater heeft daarom geadviseerd om de feiten onder parketnummer 08-170392-22 verminderd toe te rekenen aan verdachte. Hoewel verdachte wist dat het gebruik van alcohol en middelen kon leiden tot grensoverschrijdend, onberekenbaar en agressief gedrag bleef hij deze middelen gebruiken. Dit wordt door de psychiater als een risicofactor gezien. Sinds het schorsingstoezicht lukt het verdachte echter om geen alcohol en drugs te gebruiken. Wel gebruikt hij medicatie, een antipsychoticum, wat verdachte rust geeft. Daarmee zijn de belangrijkste risicofactoren momenteel onder controle. Om het recidiverisico duurzaam te verlagen, adviseert de psychiater een reclasseringstoezicht en een ambulante behandeling met een lange proeftijd.
De Pro Justitia-rapportage van 17 februari 2023 van R.A. Sterk, psycholoog, komt grotendeels overeen met het hierboven genoemde rapport van de psychiater. De psycholoog concludeert dat er bij verdachte sprake is van een ernstige stoornis in alcoholgebruik en een persoonlijkheidsstoornis. De stoornissen in cannabis- en amfetaminegebruik zijn in vroege remissie. De psycholoog adviseert eveneens om de ten laste gelegde feiten onder parketnummer 08-170392-22 (met uitzondering van feit 3) in verminderde mate toe te rekenen aan verdachte, omdat hij niet goed in staat kan worden geacht om zijn wil geheel in vrijheid te bepalen. Daarnaast adviseert de psycholoog ook om een behandeling, gericht op zijn persoonlijkheidsstoornis en middelengebruik, als bijzondere voorwaarde op te leggen.
De rechtbank neemt de conclusies van de psychiater en de psycholoog over, in die zin dat zij verdachte verminderd toerekeningsvatbaar acht voor de bewezen verklaarde feiten onder parketnummer 08-170392-22. Nu verdachte feit 3 slechts een week voor de andere feiten heeft gepleegd, gaat de rechtbank ervan uit dat de gediagnostiseerde psychotische stoornis, persoonlijkheidsstoornis en verslavingen ook op dat moment al bestonden en het gedrag van verdachte beïnvloedden. De rechtbank zal verdachte eveneens verminderd toerekeningsvatbaar achten voor dit feit.
Ook Tactus Reclassering heeft op 5 april 2023 een rapport over verdachte opgemaakt. Uit dit rapport blijkt dat verdachte in het verleden verschillende vormen van hulpverlening heeft gehad, maar dat deze niet hebben geleid tot gedragsverandering. De risicofactoren bestaan uit een beperkt geweten, beperkt netwerk, problemen op financieel gebied, gedragsproblemen, verslavingen en het toeschrijven van vijandige motieven aan de ander. De diagnostiek van verdachte en de hiervoor genoemde risicofactoren zorgen ervoor dat het lastig is om verdachte te begeleiden en te behandelen. Het is wenselijk dat verdachte hulp krijgt, maar de motivatie voor enige vorm van hulpverlening ontbreekt bij verdachte. Zelfs de meest laagdrempelige vorm van hulp middels het levensloopteam heeft hij afgeslagen omdat hij ervan overtuigd is dat hulpverlening zijn problemen veroorzaken in plaats van oplossen. Dit heeft verdachte zelf ook bevestigd ter terechtzitting; hij wil niet langer in zijn verleden graven en dat zou volgens hem wel moeten bij een behandeling. Hoewel hulp en toezicht dus wenselijk zouden zijn, is Tactus Reclassering van mening dat deze niet zullen bijdragen aan vermindering van het recidiverisico en gedragsverandering zolang verdachte niet gemotiveerd is. Het recidiverisico wordt dan ook ingeschat als hoog. Bij een veroordeling wordt een straf zonder bijzondere voorwaarden geadviseerd.
De rechtbank heeft de mondelinge toelichting ter terechtzitting van R. Nijhof, reclasseringswerker, die toezag op de naleving van de schorsingsvoorwaarden, ook in acht genomen. De toezichthouder deelde mee dat het contact met verdachte moeizaam is verlopen, maar dat hij zich wel aan de schorsingsvoorwaarden heeft gehouden. Nijhof heeft bevestigd dat verdachte sinds het schorsingstoezicht abstinent is van alcohol. Dit is gecontroleerd met behulp van een alcoholmeter die verdachte vanaf december tot medio april om heeft gehad. Ook waren er geen indicaties voor drugsgebruik en naar eigen zeggen gebruikt verdachte ook geen drugs meer. Hoewel het schorsingstoezicht over het algemeen goed is verlopen, geeft verdachte aan dat hij dit niet langer volhoudt en geen externe bemoeienis meer wenst in de toekomst.
De straf
De rechtbank heeft bij de straftoemeting kennis genomen van de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht.
Alles afwegende, en met name gelet op de weerstand van verdachte tegen een behandeling en reclasseringstoezicht, acht de rechtbank een gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest passend. De rechtbank zal aan verdachte opleggen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vierenvijftig dagen met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Nu verdachte ter terechtzitting uitdrukkelijk heeft medegedeeld niet te zullen meewerken aan voorwaarden, acht de rechtbank het dan ook niet haalbaar om een voorwaardelijk strafdeel met bijzondere voorwaarden aan verdachte op te leggen. Verdachte zal op eigen kracht moeten aantonen dat hij geen strafbare feiten meer zal plegen.
7.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
De officier van justitie heeft gevorderd dat de onder verdachte inbeslaggenomen werpmessen en amfetamine dienen te worden onttrokken aan het verkeer, omdat het bezit hiervan in strijd is met de wet.
De raadsman heeft zich ook op het standpunt gesteld dat de hierboven genoemde goederen kunnen worden onttrokken aan het verkeer.
De rechtbank heeft op basis van de stukken in het dossier vastgesteld dat er geen sprake is van enig openstaand beslag en hoeft daarom geen beslissing te nemen op dit punt. Kennelijk heeft verdachte afstand gedaan van de goederen.

8.De schade van benadeelde

8.1
De vordering van de benadeelde partij
[aangever 2] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van
€ 300,00 (driehonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de waarde van de vernielde lamp.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk dient te worden toegewezen tot een bedrag van € 200,00, vermeerderd met de wettelijke rente. De officier van justitie gaat uit van het eerstgenoemde bedrag in de aangifte, nu de vordering niet nader is onderbouwd. Daarnaast heeft de officier van justitie verzocht om de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de schade gemotiveerd betwist. Hij heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij dient te worden afgewezen, dan wel dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vordering. De vordering is niet onderbouwd en de benadeelde partij is niet ter terechtzitting verschenen om de vordering nader toe te lichten. Daarnaast heeft de benadeelde partij afwisselend verklaard over de waarde van de lamp en het is niet bekend hoe oud die lamp was.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
De opgevoerde schade aan de lamp is onvoldoende komen vast te staan, omdat de gestelde schade niet is onderbouwd, terwijl namens verdachte de omvang ervan gemotiveerd is betwist. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om deze schadepost alsnog nader te onderbouwen, levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal de benadeelde partij die gelegenheid niet bieden.
De rechtbank zal de benadeelde partij daarom in de vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op het artikel 57 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde (onder parketnummer 08-170392-22) en het onder 1 en 2 tenlastegelegde (onder parketnummer 08-006826-22) heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
Parketnummer 08-170392-22
feit 1
het misdrijf:
mishandeling;
feit 2
het misdrijf:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en bedreiging met zware mishandeling;
feit 3
het misdrijf:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen;
feit 4
het misdrijf:
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening.
Parketnummer 08-006826-22
feit 1
het misdrijf:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
feit 2
het misdrijf:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1, 2, 3 en 4 (onder parketnummer
08-170392-22) en het onder 1 en 2 (onder parketnummer 08-006826-22) bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
54 (vierenvijftig) dagen;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
- bepaalt dat de benadeelde partij, [aangever 2] (feit 3 onder parketnummer 08-170392-22), in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.T.C. Jordaans, voorzitter, mr. M.A.H. Heijink en
mr. M.O. Frentrop, rechters, in tegenwoordigheid van mr. K.J. ten Brink, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 2 mei 2023.
Buiten staat
Mr. M.A.H. Heijink is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Parketnummer 08-170392-22
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland, gesloten op 7 juli 2022. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Feit 1
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 18 april 2023, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
het proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] van 7 juli 2022, proces-verbaalnummer PL0600-2022306675-4 (pagina’s 6-8).
Feit 2
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 18 april 2023, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
het proces-verbaal van aangifte van [aangever 3] van 7 juli 2022, proces-verbaalnummer PL0600-2022306707-2 (pagina’s 4-5).
Feit 3
1. Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] van 7 juli 2022, proces-verbaalnummer PL0600-2022307208-2, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 18):
Op 2 juli 2022 stond ik voor mijn kapsalon [kapsalon] te Hengelo. Ik zag een voor mij bekende man mijn zaak inlopen. Ik hoorde dat hij riep: “Massage”. Ik zag dat hij een lamp omver sloeg. Ik zag dat de lamp viel en brak.
2. Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] van 7 juli 2022, proces-verbaalnummer PL0600-2022307208-3, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 20):
Ik was werkzaam in [kapsalon] . Ik hoorde een man onder andere schreeuwen “massage massage”. Ik zag vervolgens een man in de salon. Ik zag dat deze man hard tegen een tussendeur schopte en ik zag dat hierdoor een UV-beautylamp op de grond viel en hierdoor vernield werd.
Feit 4
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 18 april 2023, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
het proces-verbaal van aangifte van [aangever 3] van 7 juli 2022, proces-verbaalnummer PL0600-2022306707-2 (pagina’s 4-5).
Parketnummer 08-006826-22
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2021502305, gesloten op
5 januari 2022. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Feit 1
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 18 april 2023, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
het proces-verbaal van bevindingen van 27 oktober 2021 (pagina 18).
Feit 2
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 18 april 2023, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
kennisgeving van inbeslagneming van 26 oktober 2021 (pagina’s 48-49);
het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen van 29 november 2021 (pagina’s 37-42).

Voetnoten

1.Hoewel in het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige] een andere datum is opgenomen dan in de aangifte, acht de rechtbank dat sprake is van een kennelijke verschrijving.