Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De bewijsmotivering
of anderen, althans alleen,
allerlei) zendapparatuur (onder andereeen
(stuur
)zender en
/ofeen versterker
sen
/of
),
/ofvergezeld
en/of gevolgd vandoor
geweld en/of
/ofgemakkelijk te
(en)dat verdachte
(s):
(vervolgens
)de woning van die [aangever 1] is/zijn binnen gegaan, waar (op dat
(vervolgens
)in de richting van die [aangever 2] (schreeuwend) heeft/hebben
/of“Zeg maar dat
(vervolgens
)die [aangever 2] heeft/hebben gevraagd waar de zender stond en
(vervolgens
) (naar voren
)in de richting van die [aangever 2] is/zijn gestapt en/of
)voor die [aangever 2] is/zijn gaan staan,
(vervolgens
)die [aangever 2] heeft/hebben meegedeeld: “Nu hou je je mond
/of“Je
/of (daarbij
) (voortdurend
)een
(ingeklapt
)mes,
)aan die [aangever 2]
en/of die [aangever 2] heeft/hebben
/of
(vervolgens
)die [aangever 2] naar boven
(waar de zendapparatuur stond
)
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De schade van benadeelden
- Schade aan de eindtrap: € 575,00;
- Aanschaf camera’s en bel: € 209,60;
- Stuurzender: € 450,00;
- Daiwa-meter: € 189,00;
- Veiligheidssloten: € 230,00.
9.De vordering herroeping voorwaardelijke invrijheidsstelling
10.De toegepaste wettelijke voorschriften
11.De beslissing
diefstal, voorafgegaan, vergezeld en gevolgd door bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) jaren;
[aangever 2]toe tot een bedrag van
[aangever 1]toe tot een bedrag van € 1.214,00 (bestaande uit materiële schade);
[aangever 2]van een bedrag van € 2.000,00 (zegge: tweeduizend euro), te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 6 januari 2023, met dien verstande dat als en voor zover al door een ander (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
[aangever 1]van een bedrag van € 1.214,00 (zegge: duizendtweehonderdenveertien euro), te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 6 januari 2023, met dien verstande dat als en voor zover al door een ander (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 2.000,00, (zegge: tweeduizend euro), te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf
[aangever 2], en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 30 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 1.214,00
[aangever 1], en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 22 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
[aangever 2]voor een deel van € 12,00 niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- wijst de vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling toe;
- gelastdat het
gedeelte van de vrijheidsstraf, dat als gevolg van de toepassing van de regeling van de voorwaardelijke invrijheidsstelling niet ten uitvoer is gelegd, te weten
487 dagen, alsnog
wordt ondergaan.