Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
hij op of omstreeks 1 juni 2022 te Haaksbergen, in de gemeente Haaksbergen, in elk
geval in Nederland, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een
motorrijtuig (personenauto),
daarmede rijdende over de weg, de Blankenburgerstraat,
zeer, aanmerkelijk, onvoorzichtig, onoplettend en/of onachtzaam heeft gereden,
hierin bestaande dat verdachte,
- terwijl hij (goed) bekend is met de verkeerssituatie ter plaatse en/of
- terwijl hij beginnend bestuurder was en/of
- terwijl hij de kruising van de door hem bereden weg, de Blankenburgerstraat, met
de Blankerburg en/of de Mr. Eenhuisstraat naderde en/of
- terwijl voor voornoemde kruising op de door hem bereden rijbaan een
voorrangsteken ([gevaren]driehoek), een voetgangersoversteekplaats, een
pianoklavier, het woord “STOP” (in grote letters) en/of een stopstreep waren
aangebracht en/of
- terwijl het kruisingsvlak van deze kruising was verhoogd, in ieder geval vanuit de
rijrichting van de verdachte, en/of
- terwijl voor voormelde kruising aan weerszijden van die weg (de
Blankenburgerstraat) in zijn rijrichting gekeerde borden B7 van bijlage 1 van het
Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, inhoudende: "Stop. Verleen
voorrang aan de bestuurders op de kruisende weg", waren geplaatst,
- niet of in onvoldoende mate naar het verkeer op die kruisende weg(en heeft
gekeken en/of is blijven kijken en/of zich niet of in onvoldoende mate heeft
overtuigd of over die kruisende weg(en) verkeer naderde en/of
- zijn snelheid niet heeft aangepast aan de verkeerssituatie ter plaatse en/of in strijd
met het gestelde in artikel 19 van voormeld reglement niet de snelheid van dat door
hem bestuurde motorrijtuig (personenauto) zodanig heeft geregeld dat hij in staat
was dat motorrijtuig (personenauto) tot stilstand te brengen binnen de afstand
waarover hij de door hem bereden weg en/of die kruisende weg(en) kon overzien en
waarover deze vrij waren en/of
- in strijd met het gestelde in artikel 79 van voormeld reglement en/of voormelde
borden B7 van voormeld reglement, niet aan zijn verplichting heeft voldaan om met
dat door hem bestuurde motorrijtuig (personenauto) voor die op het wegdek van
die die kruisende weg(en) aangebrachte stopstreep te stoppen en/of die kruising is
op- en/of overgereden en/of
- in strijd met voormelde borden B7 geen voorrang heeft verleend aan een over die
kruisende weg dicht genaderd zijnde bestuurder van een fiets en/of
- is gebotst tegen, althans in aanrijding is gekomen met, die over die kruisende
weg(en) rijdende, dicht genaderd zijnde fiets en/of de bestuurder van die fiets, ten
gevolge waarvan de bestuurder van die fiets ten val is gekomen,
en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten
verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander (genaamd [slachtoffer] )
werd gedood;
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voor zover
daaraan in de Wegenverkeerswet 1994 betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
kunnen leiden:
(voertuig), daarmee rijdende op de weg, Weg,
- terwijl hij (goed) bekend is met de verkeerssituatie ter plaatse en/of
- terwijl hij beginnend bestuurder was en/of
- terwijl hij de kruising van de door hem bereden weg, de Blankenburgerstraat, met
de Blankerburg en/of de Mr. Eenhuisstraat naderde en/of
- terwijl voor voornoemde kruising op de door hem bereden rijbaan een
voorrangsteken ([gevaren]driehoek), een voetgangersoversteekplaats, een
pianoklavier, het woord “STOP” (in grote letters) en/of een stopstreep waren
aangebracht en/of
- terwijl het kruisingsvlak van deze kruising was verhoogd, in ieder geval vanuit de
rijrichting van de verdachte, en/of
- terwijl voor voormelde kruising aan weerszijden van die weg (de
Blankenburgerstraat) in zijn rijrichting gekeerde borden B7 van bijlage 1 van het
Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, inhoudende: "Stop. Verleen
voorrang aan de bestuurders op de kruisende weg", waren geplaatst,
- zijn snelheid niet heeft aangepast aan de verkeerssituatie ter plaatse en/of in strijd
met het gestelde in artikel 19 van voormeld reglement niet de snelheid van dat door
hem bestuurde voertuig (personenauto) zodanig heeft geregeld dat hij in staat was
dat voertuig (personenauto) tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij
de door hem bereden weg en/of die kruisende weg(en) kon overzien en waarover
deze vrij waren en/of
- in strijd met het gestelde in artikel 79 van voormeld reglement en/of voormelde
borden B7 van voormeld reglement, niet aan zijn verplichting heeft voldaan om met
dat door hem bestuurde voertuig (personenauto) voor die op het wegdek van die
die kruisende weg(en) aangebrachte stopstreep te stoppen en/of die kruising is op-
en/of overgereden en/of
- in strijd met voormelde borden B7 geen voorrang heeft verleend aan een over die
kruisende weg dicht genaderd zijnde bestuurder van een fiets en/of
- is gebotst tegen, althans in aanrijding is gekomen met, die over die kruisende
weg(en) rijdende, dicht genaderd zijnde fiets en/of de bestuurder van die fiets, ten
gevolge waarvan de bestuurder van die fiets ten val is gekomen,
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt,
althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd,
althans kon worden gehinderd;
hij op of omstreeks 1 juni 2022 te Haaksbergen terwijl hij wist of redelijkerwijs
moest weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën
van motorrijtuigen, te weten categorie B, ongeldig was verklaard en aan hem daarna
geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken
categorie of categorieën was afgegeven, op de weg(en), de Blankenburgerstraat
en/of de Mr. Eenhuisstraat en/of de Blankerburg, als bestuurder een motorrijtuig,
(personenauto), van die categorie of categorieën heeft bestuurd.
3.De voorvragen
4.De bewijsmotivering
aanmerkelijkmaar -
zeeronvoorzichtig, onoplettend en onachtzaam heeft gereden. Immers, meerdere verkeersfouten van zijn kant hebben tot het ongeval geleid. Daarmee is het ongeval aan zijn schuld te wijten. Dat zou slechts anders kunnen zijn indien zich een uitzonderlijke omstandigheid heeft voorgedaan, bijvoorbeeld dat verdachte in een verontschuldigbare onmacht verkeerde ten tijde van het ongeval. Van een dergelijke omstandigheid, in de zin dat verdachte geen relevant verwijt treft, is niet gebleken.
hij op 1 juni 2022 te Haaksbergen, in de gemeente Haaksbergen, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), daarmede rijdende over de weg, de Blankenburgerstraat, zeer onvoorzichtig, onoplettend en onachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte,
- terwijl hij (goed) bekend is met de verkeerssituatie ter plaatse en
- terwijl hij beginnend bestuurder was en
- terwijl hij de kruising van de door hem bereden weg, de Blankenburgerstraat, met de Blankerburg en de Mr. Eenhuisstraat naderde en
- terwijl voor voornoemde kruising op de door hem bereden rijbaan een voorrangsteken ([gevaren]driehoek), een voetgangersoversteekplaats, een pianoklavier, het woord “STOP” (in grote letters) en een stopstreep waren aangebracht en
- terwijl het kruisingsvlak van deze kruising was verhoogd, in ieder geval vanuit de rijrichting van de verdachte, en
- terwijl voor voormelde kruising aan weerszijden van die weg (de Blankenburgerstraat) in zijn rijrichting gekeerde borden B7 van bijlage 1 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, inhoudende: "Stop. Verleen voorrang aan de bestuurders op de kruisende weg", waren geplaatst,
- niet of in onvoldoende mate naar het verkeer op die kruisende wegen heeft gekeken en/of is blijven kijken en/of zich niet of in onvoldoende mate heeft overtuigd of over die kruisende weg(en) verkeer naderde en/of
- zijn snelheid niet heeft aangepast aan de verkeerssituatie ter plaatse en/of in strijd met het gestelde in artikel 19 van voormeld reglement niet de snelheid van dat door hem bestuurde motorrijtuig (personenauto) zodanig heeft geregeld dat hij in staat was dat motorrijtuig (personenauto) tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de door hem bereden weg en/of die kruisende weg(en) kon overzien en waarover deze vrij waren en/of
- in strijd met het gestelde in artikel 79 van voormeld reglement en/of voormelde borden B7 van voormeld reglement, niet aan zijn verplichting heeft voldaan om met dat door hem bestuurde motorrijtuig (personenauto) voor die op het wegdek van die die kruisende weg(en) aangebrachte stopstreep te stoppen en/of die kruising is op- en/of overgereden en/of
- in strijd met voormelde borden B7 geen voorrang heeft verleend aan een over die kruisende weg dicht genaderd zijnde bestuurder van een fiets en/of
- is gebotst tegen, althans in aanrijding is gekomen met, die over die kruisende weg(en) rijdende, dicht genaderd zijnde fiets en/of de bestuurder van die fiets, ten gevolge waarvan de bestuurder van die fiets ten val is gekomen, en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander (genaamd [slachtoffer] ) werd gedood;
hij op 1 juni 2022 te Haaksbergen terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten categorie B, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie was afgegeven, op de weg, de Blankenburgerstraat, als bestuurder een motorrijtuig, (personenauto), van die categorie heeft bestuurd.
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander wordt gedood;
overtreding van artikel 9, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander wordt gedood;
overtreding van artikel 9, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994;
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
120 (honderdtwintig) dagen;
ontzegtde verdachte de
bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigenvoor de duur van
twee (twee) jaren;
1 (een) jaar niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat de verdachte: