Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
mr. M. Jager en van wat door verdachte en zijn raadsvrouw mr. J.J.M. Pinners, advocaat in Zwolle, naar voren is gebracht.
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De bewijsmotivering
bloedwaarschijnlijk tussen de 1,4 en 2,4 milligram per milliliter is geweest. De effecten van een dergelijk promillage bij een gematigde alcoholgebruiker kunnen variëren van (onder meer) coördinatiestoornissen en gedragsveranderingen, duidelijke dronkenschap en significante verslechtering van lichaamsfuncties tot onsamenhangende spraak, slechte spiercontrole en ernstige verstoringen van waarneming en beoordelingsvermogen. [17]
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
met iemand van wie hij weet dat zij in een staat van verminderd bewustzijn verkeert, handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam.
6.De strafbaarheid van verdachte
Voorts adviseert de reclassering het volwassenenstrafrecht toe te passen. Na een beoordeling middels het ASR-wegingskader ziet de reclassering geen aanwijzingen voor toepassing van het jeugdstrafrecht.
Tot slot stelt de reclassering dat verdachte in staat wordt geacht een werkstraf uit te voeren.
8.De schade van benadeelde
€ 40.594,33 (zegge: veertigduizend vijfhonderdvierennegentig euro en drieëndertig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
“medische kosten”is voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 807,40, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
“studievertraging””en
“verlies verdienvermogen”zijn onvoldoende komen vast te staan, omdat het rechtstreekse verband tussen de gestelde schade en het bewezen verklaarde feit onvoldoende is onderbouwd. Voor de schadepost
“mantelzorg”geldt dat dit geen schade is die de benadeelde zelf heeft geleden. Van de schadepost “
reiskosten”is het onduidelijk of dit schade betreft die de benadeelde zelf heeft geleden en in zoverre is ook deze post onvoldoende onderbouwd. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om voornoemde schadeposten alsnog nader te onderbouwen levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal de benadeelde partij die gelegenheid niet bieden.
“op andere wijze”in haar persoon is aangetast.
“op andere wijze in haar persoon is aangetast”.
€ 2.307,40, bestaande uit een vergoeding voor de medische kosten en de geleden immateriële schade. Voor het overige verklaart de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter aangebracht kan worden.
9.De toegepaste wettelijke voorschriften
10.De beslissing
primairten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
subsidiairten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
met iemand van wie hij weet dat zij in een staat van verminderd bewustzijn verkeert, handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam
subsidiairbewezen verklaarde;
gevangenisstrafvoor de duur van
93 (zegge: drieënnegentig) dagen;
90 (negentig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat de verdachte:
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
120 (honderdtwintig) dagen;
€ 2.307,40 (zegge: tweeduizend driehonderdzeven euro en veertig cent), bestaande uit medische kosten en immateriële schade;
€ 2.307,40 (zegge: tweeduizend driehonderdzeven euro en veertig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 juli 2022;
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van
€ 2.307,40 (zegge: tweeduizend driehonderdzeven euro en veertig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 juli 2022 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat
gijzelingvoor de duur van
33 (drieëndertig)dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
mr. M.T. Bos, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S. Jentzsch, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 26 april 2023.