Verdachte is veehouder en exploitant van vleesvee, te weten runderen en schapen.
Op 30 maart 2023 heeft bij het bedrijf van verdachte een inspectie plaatsgevonden, uitgevoerd door een buitengewoon opsporingsambtenaar en een toezichthouder van de NVWA. Daarbij is het onder meer het volgende geconstateerd.
Op het moment van de controle had verdachte 12 volwassen runderen, vijf pinken, twee jonge kalveren en 33 schapen.
De verbalisant zag dat bij zeven runderen, die gehuisvest werden op de grupstal, opgehoopte mest aanwezig was en de ligplekken van deze runderen bevuild waren met verse en oude mestresten. Het pink met werknummer 4878 had geen waterbak binnen zijn bereik.
De verbalisant zag ook dat van de vier pinken die in de andere ruimte gehuisvest werden één pink, met werknummer 4868, een bevuilde ligplek had en niet schoon en droog kon liggen en dat het rund met werknummer 4868 op zijn buik en flank bevuild was met aangekoekte oude en verse mestresten.
Voorts zag de verbalisant dat de huisvesting van de runderen op de grupstal scherpe en uitstekende delen bevatte waar de runderen zich aan konden bezeren en verwonden. Achter in ieder geval drie grupstanden, waar runderen tijdens de controle op gehuisvest werden, was het rooster kapot en had scherpe randen. Eén van de aangetroffen gaten was 11 cm groot en een ander gat 16 cm groot. De gaten bevonden zich direct achter de stand van de ligplaatsen. De klauwen of poten van de aanwezige runderen konden in de gaten terecht komen.
De verbalisant zag dat de runderen niet voldoende ruimte hadden voor hun fysiologische en ethologische behoeften, omdat zij kort aangeboden aan een paal stonden. Het was onmogelijk voor deze runderen om enigszins natuurlijk gedrag te vertonen. Deze runderen konden geen verzorgend gedrag (bijvoorbeeld zichzelf likken) of natuurlijk gedrag (bijvoorbeeld slapen met hun kop in hun zij of elkaar likken) vertonen.
De verbalisant trof in de grupstal ook een dood rund aan. De verbalisant zag dat het rund al enige dagen dood was, omdat het opgeblazen was. De kenmerkende kadavergeur was duidelijk te ruiken. Het kadaver lag op een plek waar ook andere runderen werden gehouden. De aanwezige levende dieren konden in contact komen met het gestorven rund en werden hierdoor niet hygiënisch gehouden. De andere runderen liepen hierdoor kans op besmetting met ziektes die mogelijk bij het kadaver aanwezig waren.
De economische raadkamer heeft voorts geconstateerd dat verdachte op 18 april 2023 door de economische politierechter van de rechtbank Gelderland is veroordeeld voor meerdere feiten die betrekking hebben op het dierenwelzijn van de door verdachte gehouden dieren in de periode van 20 oktober 2021 tot en met december 2022, waaronder: