Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- het tweede tussenvonnis van 28 september 2022
- de akte van de man met producties 18 en 19 van 24 oktober 2022
- de antwoordakte van de vrouw van 4 november 2022.
2.De verdere beoordeling
in conventie en in reconventie
nominaalvergoedingsrecht jegens de ander geldend kunnen worden gemaakt, ter grootte van de helft van die nominale investering(en). Dat bedrag moet de ander vergoeden uit zijn/haar helft van de (over)waarde van het te verdelen vermogensbestanddeel. Feitelijk komt deze berekeningsmethodiek op hetzelfde neer als wanneer degene die genoemde investering(en) heeft gedaan, bij verkoop van de woning door partijen aan een derde zijn volledige nominale investering terugkrijgt alvorens de netto restantoverwaarde tussen partijen bij helfte wordt verdeeld.
en derhalve ook niet een uit zodanige gemeenschap voortvloeiend vergoedingsrecht(rechtbank: lees van de vrouw die in de betreffende woning van de man had geïnvesteerd)
.
totale netto overwaardevan de eenvoudige gemeenschap van € 40.000 alvorens de restant netto overwaarde bij helfte tussen partijen wordt gedeeld oftewel - juridisch preciezer -: bij onderhandse verkoop van de woning moet de vrouw uit haar deel van de opbrengst € 20.000 aan de man vergoeden.
per heden(onderhandse vrije verkoopwaarde) conform zijn vordering toegedeeld kan krijgen (NB onder aftrek van
gelijktijdigontslag van de vrouw uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypotheek op de woning, zal de rechtbank partijen over en weer veroordelen tot onderhandse verkoop en levering van de woning, met dien verstande dat de man ook zelf de woning tegen genoemde marktwaarde onder vorengenoemde voorwaarden toegedeeld kan krijgen. Ingeval van onderhandse verkoop aan een derde ontvangt de man eerst € 40.000 uit de totale netto opbrengst waarna de restant netto (over)waarde tussen partijen bij helfte wordt gedeeld. Zie 2.15.