Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
- Een internationaal rijbewijs op naam van [naam 1] , en/of
- Een internationaal rijbewijs op naam van [naam 2] , en/of
- Een internationaal rijbewijs op naam van [naam 3] ,
- Een internationaal rijbewijs op naam van [naam 1] , en/of
- Een internationaal rijbewijs op naam van [naam 2] , en/of
- Een internationaal rijbewijs op naam van [naam 3] ,
- een Nederlands identiteitsbewijs op naam van [naam 4] ,
- een Nederlands rijbewijs op naam van [naam 4] ,
3.De voorvragen
4.De bewijsmotivering
ik dacht dat ik er iets mee kon doen, maar ik heb niks mee kunnen doen. Ik zeg toch ik had geld nodig die tijd, ik was bereid om veel dingen te doen om geld te verdienen. Ik dacht misschien omdat ik die had gevonden dat ik misschien iets kon doen er mee, maar blijkbaar kon je er niks mee.”). Uit het vorenstaande blijkt dat verdachte de bewuste documenten op enig moment voorhanden heeft gehad met de intentie om deze te (doen) vervalsen. Dat betekent dat de documenten op enig moment zonder meer een ‘231 Sr-bestemming’ hebben gehad. Ten laste gelegd is echter dat de documenten op de dag van de doorzoeking die bestemming hadden en verdachtes opzet daarop was gericht. Omdat toen echter reeds duidelijk was de documenten niet bruikbaar waren voor zijn vader en verdachte er daarom ook niet via die weg geld mee kon verdienen, waren zij naar het oordeel van de rechtbank op de ten laste gelegde dag 11 februari 2021 niet meer bestemd tot het begaan van artikel 231 Sr en was verdachtes opzet daar ook niet langer op gericht.
- het proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, pagina’s 279, 280;
- het proces-verbaal van bevindingen categorisering boksbeugel, pagina 3452;
- het proces-verbaal van verhoor verdachte, pagina’s 853, 854.
“van de Wet wapens en munitie”aan de bewezenverklaring toegevoegd. De rechtbank is van oordeel dat voor de verdediging voldoende duidelijk was dat het een overtreding van de Wet wapens en munitie betrof en oordeelt dat verdachte door de toevoeging niet geschaad is in zijn verdediging.
5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
een geldboete van € 200,--(zegge: tweehonderd euro);