4.6.2De feiten en omstandigheden
[slachtoffer] is op dinsdag 22 februari 2022 omstreeks 14:30 uur bij zijn huisarts geweest. [slachtoffer] heeft zijn huisarts verteld dat hij door één en later door twee huisgenoten was aangevallen, dat met geweld zijn bankpas en simkaart van hem waren afgepakt en dat hij aangifte wilde doen. Door de huisarts werd gezien dat [slachtoffer] aan zijn linkerhand wondjes had aan zijn vingers. De huisarts heeft de ribbenkast bekeken en zag geen blauwe plekken. De ribben waren aan de rechterkant wat drukgevoelig, maar er waren geen tekenen van eventuele breuken. Verder had [slachtoffer] geen zichtbaar letsel aan zijn hoofd of gelaat.
[slachtoffer] is op woensdag 23 februari 2022 tussen 12:30 uur en 17:00 uur aan de balie geweest bij de assistente van de huisarts. In het huisartsenjournaal is met de hand geschreven: “Woe 23-2 in de middag aan balie assistente. Geen zichtbaar letsel, liep zelfde als anders, helder en alert, wilde afspraak maken op s.u.”. Op 23 februari 2022 om 13:50 uur heeft verdachte aangifte gedaan van mishandeling door [slachtoffer] . Dat zou volgens verdachte eerder die dag zijn gebeurd.
Op vrijdag 25 februari 2022 omstreeks 18:18 uur is [slachtoffer] aan [adres 2] in Enschede bewusteloos op de grond in zijn kamer aangetroffen. [slachtoffer] is overgebracht naar het ziekenhuis waar hij op 28 februari 2022 is overleden.
Op 3 maart 2022 werd onder toeziend oog van forensisch patholoog drs. B.G.H. Latten (hierna: Latten) van het NFI sectie op het lichaam van [slachtoffer] uitgevoerd door
drs. I. Hundscheid, klinisch patholoog, naar aanleiding van een mogelijk niet natuurlijke aard van overlijden. In het (herziene) rapport van 20 januari 2023 (hierna: sectierapport) wordt onder meer beschreven dat het gaat om een zeer magere man bij wie meerdere letsels zijn waargenomen, te weten een breuk in de schedelbasis, reikend tot aan het rechterjukbeen, een breuk van de linker oogkas, een bloeding onder het harde hersenvlies, meerdere breuken in de ribben en een breuk van het borstbeen. Tevens werd vastgesteld dat de röntgenfoto van de borstkas van 28 februari 2022 een beeld toont verdacht voor een longontsteking. In het sectierapport wordt beschreven dat het uiteindelijk overlijden van het slachtoffer wordt verklaard door een longontsteking.
Die longontsteking is een verwikkeling na eerdere nood tot ziekenhuisopname. De nood tot ziekenhuisopname is veroorzaakt door een bewustzijnsvermindering. De bewustzijnsvermindering kan zijn ontstaan door zuurstoftekort als gevolg van verminderde ademhalingsbewegingen die kunnen zijn ontstaan door botbreuken in de borststreek. De bewustzijnsvermindering kan ook zijn ontstaan door een bloeding onder het harde hersenvlies. Al dan niet in combinatie met de bekende longafwijkingen (COPD) en algehele slechte conditie van [slachtoffer] , kan het letsel op de borst leiden tot verminderde ademhalingsbewegingen, het ontstaan en versnellen van een longontsteking en verminderd bewustzijn. Bij de klassieke acute bloeding onder het harde hersenvlies treden symptomen (zoals progressieve bewustzijnsvermindering, misselijkheid, braken, hoofdpijn) snel op, van onmiddellijk tot na enkele uren, en meestal binnen de eerste 72 uren. Het is ook mogelijk dat de symptomen later optreden en daarmee de bewustzijnsdaling (of nood tot medische zorg). Latten heeft in een aanvullende rapportage van 30 maart 2023 beschreven dat dit met name is gekend bij oudere personen. Het is mogelijk dat het incident op 22 februari 2022 (de rechtbank begrijpt: 23 februari 2022) heeft geleid tot een bewustzijnsvermindering en nood tot ziekenhuisopname op 25 februari 2022. Een waarschijnlijkheid hiervan kan niet worden gegeven. Er waren geen overige door krachtinwerking opgeleverde afwijkingen die het intreden van de dood zouden kunnen verklaren of die hiervoor van betekenis kunnen zijn geweest.
Ter terechtzitting heeft Latten naar aanleiding van vragen een toelichting op het rapport gegeven en zijn conclusie gehandhaafd.
4.6.3Bewijsoverwegingen
Zwaar lichamelijk letsel?
Gelet op de hiervoor omschreven aard en totaliteit van het letsel, onder meer diverse breuken in hoofd en borstkas, is naar het oordeel van de rechtbank sprake (geweest) van zwaar lichamelijk letsel bij [slachtoffer] .
Opzet op toebrengen van zwaar lichamelijk letsel?
Verdachte heeft bij de politie en ter terechtzitting het volgende verklaard. Op 23 februari 2022 heeft er in de woning aan [adres 2] in Enschede tussen hem en [slachtoffer] een confrontatie plaatsgevonden. [slachtoffer] stond in de deuropening van zijn eigen kamer en hield een mes vast. Hij, verdachte, wilde een gesprek met [slachtoffer] aangaan en is de kamer van [slachtoffer] ingegaan. De man van kamer [nummer 3] (de rechtbank begrijpt: getuige [getuige] ) kwam de trap af. Die zag dat hij een discussie had met [slachtoffer] . Vervolgens escaleerde de situatie en werd hij, verdachte, aangevallen door [slachtoffer] met een mes. Hij heeft [slachtoffer] geslagen en geduwd. Hij heeft een rollator en een stoel gebruikt om het mes af te weren. Hij heeft met de rollator tegen [slachtoffer] aangezwaaid. Hij heeft toen een hoofdwondje bij [slachtoffer] gezien. Toen [slachtoffer] op de grond lag heeft hij, verdachte, met zijn voeten op de armen van [slachtoffer] gestaan en ook zijn knie op diens borst gezet. Toen hij, verdachte, vervolgens ging zoeken naar zijn zoekgeraakte telefoon en deze onder de matras van [slachtoffer] vond, werd hij naar eigen zeggen zo boos, dat hij [slachtoffer] , die toen op de grond lag, een klap heeft verkocht. Na de confrontatie heeft hij de woning aan [adres 2] verlaten, heeft hij aangifte gedaan van het incident en is hij niet meer teruggekeerd naar de woning aan [adres 2] . Hij heeft de nachten daarop bij zijn moeder doorgebracht en is overdag naar zijn dagbesteding gegaan.
Getuige [getuige] heeft verklaard dat hij beneden kwam en zag dat zijn buurman van
nummer [nummer 1] (de rechtbank begrijpt: verdachte) iemand uit nummer [nummer 2] (de rechtbank begrijpt: [slachtoffer] ) aan het slaan was. De buurman van nummer [nummer 1] sloeg met diverse stoelen die in de
kamer stonden. De vechtpartij vond plaats in de kamer van nummer [nummer 2] , de Irakees. De buurman van nummer [nummer 1] zei toen dat het slachtoffer hem had uitgescholden en zijn mobieltje had verstopt.
Gelet op de inhoud van de verklaringen van verdachte en getuige [getuige] vindt de rechtbank het aannemelijk dat de verklaringen hetzelfde incident betreffen. Dat de getuige verklaart dat het incident heeft plaatsgevonden op de 24e doet aan het voorgaande en de betrouwbaarheid van die verklaring niet af. De rechtbank zal deze verklaring dan ook voor het bewijs gebruiken.
Uit voornoemde verklaring van verdachte en de verklaring van [getuige] leidt de rechtbank af dat verdachte [slachtoffer] met een stoel of een rollator, tegen het hoofd heeft geslagen, waardoor die [slachtoffer] op de grond viel en [slachtoffer] (met kracht) met de vuist of met de platte hand tegen het hoofd of het lichaam heeft geslagen, waardoor [slachtoffer] op de grond viel en terwijl [slachtoffer] op de grond lag, op de arm van die [slachtoffer] is gaan staan en met zijn knie op de borstkas van [slachtoffer] te drukken.
Door op deze wijze geweld te gebruiken tegen een zeer magere man op leeftijd met een slechte lichamelijke conditie heeft verdachte naar het oordeel van de rechtbank opzet gehad op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel.
Causaliteit gedraging en zwaar lichamelijk letsel
Wat betreft de vraag of het geconstateerde zwaar lichamelijk letsel het gevolg is van het door verdachte toegepaste geweld overweegt de rechtbank het volgende.
Uit het sectierapport volgt wat betreft de gebroken ribben en de breuk in het borstbeen dat deze botbreuken, nu er niet gereanimeerd is, kunnen zijn ontstaan door een (samen)drukkende krachtinwerking op de borst (zoals door druk uitoefenen op de borstkas en/of op de borstkas zitten), hetgeen kan leiden tot verminderde ademhalingsbewegingen,
zuurstoftekort en een bewustzijnsdaling (= traumatische asfyxie). De verklaring van
met de knie druk uitoefenen op de borstkas kan hierbij passen. Ook kunnen de botbreuken worden verklaard door meerdere stomp botsende krachtinwerkingen op de borstkas (zoals slaan of vallen), of een combinatie van beide krachtsinwerkingstypes.
Voorts blijkt uit het sectierapport dat de letsels in het gezicht/hoofd (waaronder de bloeding onder het harde hersenvlies) alle kunnen worden verklaard door een of meerdere stomp botsende (en mogelijk samendrukkende) krachtinwerkingen (zoals door vallen of geslagen worden, al dan niet met een voorwerp, al dan niet met een gefixeerd hoofd). Gezien de breuk van de schedelbasis, is deze krachtinwerking deels hevig geweest. De verklaring van slaan met een rollator kan hier bijvoorbeeld goed bij passen.
Voor een alternatieve toedracht, zoals de door de verdediging geschetste val uit bed, bestaan onvoldoende aanknopingspunten. Bovendien heeft Latten desgevraagd ter zitting van
7 april 2023 toegelicht dat door een val van het slachtoffer letsel kan zijn ontstaan, maar zeker niet (al) het geconstateerde letsel. Ook overigens bevat het dossier geen aanknopingspunten voor een alternatieve toedracht. Geschreeuw,
waarschijnlijkafkomstig uit de woning aan [adres 2] tussen 23:00 uur en 23:30 uur op donderdag 24 februari 2022, waarover een getuige verklaart, maakt dat niet anders.
Uit het hiervoor overwogene volgt naar het oordeel van de rechtbank genoegzaam dat het bij [slachtoffer] geconstateerde zwaar lichamelijke letsel het gevolg is van het door verdachte toegepaste geweld.
Causaliteit zwaar lichamelijk letsel en de dood
Wat betreft de vraag of de dood van het slachtoffer het gevolg is geweest van het zwaar lichamelijk letsel dient de vraag te worden beantwoord of de geweldshandelingen van verdachte in de keten van gebeurtenissen die tot de dood van het slachtoffer hebben geleid een noodzakelijke factor zijn geweest.
De rechtbank beantwoordt deze vraag bevestigend. Zoals immers blijkt uit het sectierapport, wordt het uiteindelijke overlijden van het slachtoffer verklaard door een longontsteking. Die longontsteking is een verwikkeling na eerdere nood tot ziekenhuisopname. De nood tot ziekenhuisopname is veroorzaakt door een bewustzijnsvermindering. De bewustzijnsvermindering kan zijn ontstaan door zuurstoftekort als gevolg van verminderde ademhalingsbewegingen, die kunnen zijn ontstaan door botbreuken in de borststreek. De bewustzijnsvermindering kan ook zijn ontstaan door een bloeding onder het harde hersenvlies. De bloeding onder het harde hersenvlies kan volgens Latten, blijkens zijn brief van 30 maart 2023, zijn ontstaan binnen het tijdsbestek van 22 februari 2022 tot en met
25 februari 2022. Ook blijkt uit de brief van Latten dat het mogelijk is dat de symptomen pas later zichtbaar worden en dat bewustzijnsdaling (of nood tot medische zorg) pas later kan optreden. Dat is met name gekend bij oudere personen, aldus Latten. De rechtbank stelt op basis hiervan vast dat de omstandigheid dat het slachtoffer op 24 februari 2022 mogelijk nog gezien is door getuigen niet onverenigbaar is met het causale verband tussen het zwaar lichamelijk letsel en de dood van het slachtoffer.
Hierboven is reeds overwogen dat genoegzaam is komen vast te staan dat het bij het slachtoffer geconstateerde letsel, te weten de breuken in de borst(kas) en de letsels in het gezicht/hoofd (waaronder de bloeding onder het harde hersenvlies), het gevolg is van het door verdachte toegepaste geweld. Nu deze breuken en/of de bloeding onder het harde hersenvlies rechtstreeks verband houden met de bewustzijnsvermindering die de nood tot ziekenhuisopname veroorzaakte en daarmee de longontsteking, kan worden vastgesteld dat de geweldshandelingen van verdachte in de keten van gebeurtenissen die tot de dood van het slachtoffer hebben geleid een noodzakelijke factor zijn geweest.
De vraag is vervolgens of ook aannemelijk is dat het overlijden met een aanzienlijke mate van waarschijnlijkheid door de gedraging van de verdachte is veroorzaakt.
Het slachtoffer was bekend met COPD en een algehele slechte conditie. In combinatie met de breuken kan dit volgens het sectierapport hebben geleid tot verminderde ademhalingsbewegingen, het ontstaan en versnellen van een longontsteking. Uit het sectierapport blijkt dat de longen zwaar waren met in beide longen een longontsteking. Een longontsteking is volgens het sectierapport een bekende complicatie van bedlegerigheid tijdens ziekenhuisopname. Zijn slechte lichamelijke conditie en medische voorgeschiedenis, al dan niet in combinatie met het staken van de behandeling, hebben de snelheid van het overlijden bevorderd.
De rechtbank acht deze medische complicaties echter niet van zodanige aard, dat het overlijden van het slachtoffer redelijkerwijs niet meer als gevolg van de handelingen van verdachte aan verdachte kan worden toegerekend. Immers, in het algemeen is te voorzien dat het drukken van een knie op de borstkas en het slaan van een stoel of rollator tegen het hoofd tot zwaar lichamelijk letsel met dodelijk gevolg kan leiden. Daar komt in het onderhavige geval bij dat verdachte letsel heeft toegebracht aan het lichamelijk in zeer slechte conditie verkerende slachtoffer, welke omstandigheid een ziekenhuishuisopname met mogelijke bijkomende medische complicaties nog waarschijnlijker maakte.
Het voorgaande betekent dat het bewezen verklaarde letsel en het overlijden van het slachtoffer redelijkerwijs aan de verdachte kunnen worden toegerekend.