Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
[X],
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- de conclusie van antwoord van 7 december 2022,
- de brief van 9 december 2022 waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
- de mondelinge behandeling van 21 februari 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt,
- de spreekaantekeningen van Svea.
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling
6.De beslissing
- het bedrag van € 9.452,78 (factuur EC BV [factuurnummer] ), met ingang van 23 juli 2021,
- het bedrag van € 737,68 (factuur EC BV [factuurnummer] ), met ingang van 12 augustus 2021,
- het bedrag van € 9.408,71 (factuur EC BV [factuurnummer] ), met ingang van 1 september 2021,
- het bedrag van € 5.902,02 (factuur EC BV [factuurnummer] ), met ingang van 1 september 2021,
- het bedrag van € 312,57 (factuur EC BV [factuurnummer] ), met ingang van 1 september 2021,
telkens tot de dag van volledige betaling,