Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de brief met producties van GV van 27 september 2022,
- (het proces-verbaal van) de mondelinge behandeling op 7 oktober 2022, tijdens welke mondelinge behandeling partijen afspraken hebben gemaakt, die zijn vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst,
- de akte uitlating van [gedaagde] van 8 november 2022, waarin [gedaagde] (vanwege een rechters wissel) heeft verzocht om een nieuwe mondelinge behandeling,
- de akte uitlating van GV van 6 december 2022,
- de brief van GV van 6 maart 2023, waarin zij onder meer opgave doet van de actuele huurachterstand,
3.De feiten
4.Het geschil
1) een bedrag van € 6.064,59 aan verschuldigde huurpenningen, berekend tot en
met 27 maart 2023, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vervaldata van de respectievelijke huurtermijnen tot aan de dag van volledige betaling;
5.De beoordeling
Als er al sprake is van gebreken, dan rechtvaardigen deze nog geen opschorting van de huurbetaling.
- salaris gemachtigde
€ 990,00(3 punten × tarief € 330,00)
6.De beslissing
met 27 maart 2023, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 april 2023 tot aan de dag van volledige betaling;