Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
hij op of omstreeks 27 september 2022 te Hengelo, gemeente Hengelo (O) opzettelijk, heeft vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,
ongeveer 2,95 gram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juni 2019 tot en met 27 september 2022 te Hengelo (O), in elk geval in Nederland, (telkens) opzettelijk heeft bewerkt en/of verwerkt en/ of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,
- een (grote) hoeveelheid cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of
zijnde cocaïne en/of 3,4-methyleendioxymethamfethamine (MDMA), (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hij op of omstreeks 27 september 2022 te Hengelo (O), in elk geval in Nederland, in een woning gelegen aan [adres] , (van) :
- een geldbedrag (van in totaal ongeveer 45.795 euro), althans een of meer voorwerpen
- de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld
- heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen
en/of
- gebruik heeft gemaakt
terwijl hij, verdachte, wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat dat voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig (eigen) misdrijf;
hij in of omstreeks de periode van 11 oktober 2021 tot en met 24 januari 2022 te Hengelo (O), in elk geval in Nederland, (van):
- een geldbedrag (van in totaal ongeveer 24.000 euro) althans een of meer voorwerpen
- heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of heeft omgezet (ten behoeve van een voertuig van het merk BMW ter waarde van 24.000 euro)
en/of
daarvan gebruik heeft gemaakt
terwijl hij, verdachte, wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf;
hij in of omstreeks de periode van 27 september 2022 tot en met 12 oktober 2022 te Hengelo (O), in elk geval in Nederland,(van):
- cryptovaluta (virtuele valuta), ter waarde van ongeveer 13.270,34 euro, althans een of meer voorwerpen
- heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen
en/of
- gebruik heeft gemaakt
terwijl hij, verdachte, wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk — afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf;
hij in of omstreeks de periode van 26 juli 2021 tot en met 16 maart 2022 te Hengelo (O), in elk geval in Nederland, (van):
- cryptovaluta (virtuele valuta), ter waarde van ongeveer 112.862,56 euro, althans een of meer voorwerpen
- heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen
en/of
- gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij, verdachte, wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf.
3.De voorvragen
4.De bewijsmotivering
onmiddellijkafkomstig was uit eigen misdrijf.
middellijkafkomstig was uit enig eigen misdrijf. Ten aanzien van feit 5 stelt de officier van justitie dat sprake was van het verwerven en voorhanden hebben gehad van de cryptovaluta, terwijl verdachte wist dat het
middellijkafkomstig was uit enig eigen misdrijf. Ten aanzien van feit 6 geldt dat sprake was van het verwerven, voorhanden hebben, overdragen en gebruik maken van cryptovaluta, terwijl verdachte wist dat het
middellijkafkomstig was uit enig eigen misdrijf.
hij op 27 september 2022 te Hengelo, gemeente Hengelo (O) opzettelijk, heeft vervoerd, ongeveer 2,95 gram cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
hij op tijdstippen in de periode van 1 juni 2019 tot en met 27 september 2022 in Nederland, (telkens) opzettelijk heeft verkocht en afgeleverd en verstrekt,
- een hoeveelheid cocaïne, en
hij op 27 september 2022 te Hengelo (O), in een woning gelegen aan [adres] , een geldbedrag (van in totaal ongeveer 45.795 euro), voorhanden heeft gehad, terwijl hij, verdachte, wist dat dat geld - onmiddellijk - afkomstig was uit enig eigen misdrijf;
4
hij in de periode van 11 oktober 2021 tot en met 24 januari 2022 in Nederland een geldbedrag (van in totaal ongeveer 24.000 euro) heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en heeft omgezet (ten behoeve van een voertuig van het merk BMW ter waarde van 24.000 euro) en daarvan gebruik heeft gemaakt, terwijl hij, verdachte, wist, dat dat geld - onmiddellijk - afkomstig was uit enig eigen misdrijf;
hij in de periode van 27 september 2022 tot en met 12 oktober 2022 in Nederland, cryptovaluta (virtuele valuta), ter waarde van ongeveer 13.270,34 euro, heeft verworven en voorhanden heeft gehad, terwijl hij, verdachte, wist, dat die cryptovaluta - middellijk - afkomstig waren uit enig eigen misdrijf;
hij in de periode van 26 juli 2021 tot en met 16 maart 2022 in Nederland, cryptovaluta (virtuele valuta), ter waarde van ongeveer 112.862,56 euro, heeft verworven en voorhanden heeft gehad, terwijl hij, verdachte, wist, dat die cryptovaluta - middellijk - afkomstig waren uit enig eigen misdrijf.
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
witwassen.
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
- meldplicht bij reclassering;
- ambulante behandeling;
- drugsverbod;
- begeleid wonen of maatschappelijke opvang;
- locatiegebod (met elektronische monitoring);
- meewerken aan schuldhulpverlening
- andere voorwaarde het gedrag betreffende.
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
witwassen;
gevangenisstrafvoor de duur van
36 (zesendertig) maanden;
12 (twaalf) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde(n) niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat de verdachte:
bijzondere voorwaardendat verdachte:
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte: