Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
- het vervaardigen van accijnsgoederen buiten een accijnsgoederenplaats ( [bedrijf 3] . 5 lid 1 onder a juncto 97 Wet op de Accijns), en/of
- het voorhanden hebben van accijnsgoederen die niet overeenkomstig de bepalingen van de Wet op de accijns in de heffing is betrokken ( [bedrijf 3] . 5 lid 1 onder b juncto 97 Wet op de Accijns), en/of
op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode vanaf 5 januari 2017 tot en met
6 oktober 2017 (een) (contant(e)) geldbedrag(en) van (in totaal) (ongeveer) 113.750 euro ( [rekeningnummer 1] ), en/of
op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode vanaf 6 oktober 2017 tot en met 4 december 2017 (een) (contant(e)) geldbedrag(en) van (in totaal) (ongeveer) 52.370 euro ( [rekeningnummer 1] ), en/of
(AMB-0l0a)
op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode vanaf 19 mei 2017 tot en met
op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode vanaf 16 april 2018 tot en met 27 februari 2019 (een) (contant(e)) geldbedrag(en) van (in totaal) (ongeveer) AED 1.256.426 (306.926,42 euro) ( [rekeningnummer 4] en/of [rekeningnummer 5] ), en/of
(AMB-084 en DOC-212)
op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode vanaf 31juli 2018 tot en met 16 mei 2019 (een) (contant(e)) geldbedrag(en) van (in totaal) (ongeveer) 912.900 euro ( [rekeningnummer 6] ), en/of
(IBN-C-001)
op of omstreeks 30 maart 2019 (een) (contant(e)) geldbedrag(en) van (in totaal) (ongeveer) 15.100 euro ( [rekeningnummer 7] ), en/of
(DOC-233, 6/12)
(DOC-217 en DOC-217A)
op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode vanaf 14 februari 2019 tot en met 21 februari 2019 (een) (contant(e)) geldbedrag(en) van (in totaal) (ongeveer) 40.000 euro en/of een auto (Mercedes Benz S560 4Matic, [kenteken] ), en/of
(DOC-220 en DOC-220A)
(DOC-092)
(IBN-V-003-01-01)
op of omstreeks 28 oktober 2019 (een) (contant(e)) geldbedrag(en) van (in totaal) (ongeveer) 21.160 euro,
3.De voorvragen
- € 15.100,00, tezamen met medeverdachte [medeverdachte 1] (IBN-C-001);
- € 40.000, tezamen met medeverdachte [medeverdachte 1] (DOC-233,6/12);
- € 40.000 en een Mercedes Benz (DOC-217 en DOC-0217A);
- 36.000,00 Zloty (DOC-220 en DOC-220A);
- € 50.000,00 (DOC-092).
ruwe en gedeeltelijk tot verbruik bereide tabak, direct geschikt voor de vervaardiging van tabaksproducten, zijn niet (zondermeer) accijnsplichtig. Wel is een vergunning vereist voor het verhandelen van dergelijke tabak.
het EKO-arrest kan maken dat ruwe tabak toch accijnsplichtig is, namelijk in het geval dat een eenvoudige, niet industriële handeling, volstaat om het geschikt voor roken te maken.
De maatregelen betreffende de hierna volgende onderwerpen worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 10:
“Rooktabak is gesneden of op andere wijze versnipperde, gesponnen of tot flakes geperste tabak die geschikt is om zonder verdere industriële verwerking te worden gerookt.”
“Het monster mag op geen enkele manier worden versneden, gebroken, fijngemaakt, gemalen of op andere wijze worden gesplitst.”
Onder rooktabak wordt verstaan niet als sigaren of als sigaretten aan te merken voor roken geschikte tabak.
Als rooktabak worden mede aangemerkt producten die geheel of gedeeltelijk uit andere stoffen dan tabak bestaan, doch overigens voldoen aan het bepaalde in het eerste lid.
“aldus moeten worden uitgelegd dat gedroogde, platte, onregelmatige, gedeeltelijk gestripte tabaksbladeren die een primaire droging hebben ondergaan en gecontroleerd zijn bevochtigd, die glycerinesporen bevatten en die na gewone voorbereiding (malen of met de hand versnijden) geschikt zijn om te worden gerookt, onder het begrip „rooktabak” in de zin van die bepalingen vallen”.
visuele inspectie
microscopisch onderzoek
onderzoek naar de bestanddelen van de bladeren
test met de rookmachine
“na het snijden”. Op 17 juni 2019 bespraken verdachte en medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] in het kantoor aan de [adres 1] in Eygelshoven de situatie op de locatie in Haelen, nadat de politie, die de locatie kennelijk op het spoor was, van de weg werd gereden en de snijmachine in allerijl uit loods werd weggehaald.
€ 10.000,00 en gedateerd 18, 19, 20 en 21 februari 2019. Aan elke factuur is een ontvangstbewijs gehecht, waarop is vermeld dat een bedrag van € 10.000,00 contant is betaald [77] . Bij de FIOD heeft verdachte verklaard dat hij de auto heeft betaald met contant geld [78] .
“Het Oekraïense rijbewijs blijkt vervalst te zijn. Dit wist ik niet. Ik heb mijn rijbewijs daar gewoon opgehaald bij een rijschool en betaald. Overigens speelde dit 25 jaar geleden [90] .”
‘Siena Information Exchange message’uit Oekraïne moet worden gekwalificeerd als een ‘schriftelijk bescheid’. De rechtbank is van oordeel dat uit dat bericht, bezien in samenhang met de wisselende verklaringen van verdachte over de herkomst van het rijbewijs, dat rijbewijs een vals of vervalst document is. De wisselende verklaringen die verdachte over de herkomst van het rijbewijs heeft afgelegd en het feit dat hij ter terechtzitting desgevraagd niet verifieerbaar kon aangeven hoe en wanneer hij in het bezit van het rijbewijs is gekomen, maken vervolgens dat de rechtbank de overtuiging heeft bekomen dat verdachte wist dat het rijbewijs vals was. De rechtbank schuift de verklaring van verdachte, inhoudende dat hij niet wist dat het rijbewijs vals was, als ongeloofwaardig terzijde.
- het vervaardigen van accijnsgoederen buiten een accijnsgoederenplaats ( [bedrijf 3] . 5 lid 1 onder a juncto 97 Wet op de Accijns), en/of
- het voorhanden hebben van accijnsgoederen die niet overeenkomstig de bepalingen van de Wet op de accijns in de heffing zijn betrokken( [bedrijf 3] . 5 lid 1 onder b juncto 97 Wet op de Accijns), en/of
op één of meer tijdstippeninof omstreeksde periode vanaf 5 januari 2017 tot en met
op één of meer tijdstippeninof omstreeksde periode vanaf 6 oktober 2017 tot en met 4 december 2017(een) (contant(e))geldbedrag(en)van(in totaal) (ongeveer)52.370 euro ( [rekeningnummer 1] ), en/of
op één of meer tijdstippeninof omstreeksde periode vanaf 19 mei 2017 tot en met
op één of meer tijdstippeninof omstreeksde periode vanaf 16 april 2018 tot en met 27 februari 2019(een) (contant(e))geldbedrag(en)van(in totaal) (ongeveer)AED 1.256.426 (306.926,42 euro) ( [rekeningnummer 4] en/of [rekeningnummer 5] ), en/of
op één of meer tijdstippeninof omstreeksde periode vanaf 31 juli 2018 tot en met 16 mei 2019(een) (contant(e))geldbedrag(en)van(in totaal) (ongeveer)912.900 euro ( [rekeningnummer 6] ), en/of
opof omstreeks30 maart 2019(een) (contant(e))geldbedrag(en)van(in totaal) (ongeveer)15.100 euro ( [rekeningnummer 7] ), en/of
opof omstreeks16 april 2019 en/of17 mei 2019(een) (contant(e))geldbedrag(en)van(in totaal) (ongeveer)40.000 euro ( [rekeningnummer 7] ), en/of
op één of meer tijdstippeninof omstreeksde periode vanaf 14 februari 2019 tot en met 21 februari 2019(een) (contant(e))geldbedrag(en)van(in totaal) (ongeveer)40.000 euro en/ofeen auto (Mercedes Benz S560 4Matic, [kenteken] ), en/of
opof omstreeks28 oktober 2019(een) (contant(e))geldbedrag(en)van(in totaal) (ongeveer)21.160 euro,
5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
medeplegen van het opzettelijk overtreden van een in artikel 5, eerste lid, onder b, van de Wet op de accijns opgenomen verbod, meermalen gepleegd;
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven;
medeplegen van gewoontewitwassen;
een rijbewijs voorhanden hebben, waarvan hij weet dat het vals of vervalst is.
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
28 oktober 2019 en verdachte had uiterlijk 28 oktober 2021 een vonnis mogen verwachten. De overschrijding van de termijn met ruim één jaar ligt in belangrijke mate buiten de schuld van verdachte. De rechtbank zal hierom de op te leggen straf matigen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 33 maanden met aftrek van voorarrest.
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
medeplegen van het opzettelijk overtreden van een in artikel 5, eerste lid, onder b, van de Wet op de accijns opgenomen verbod, meermalen gepleegd;
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven;
medeplegen van gewoontewitwassen;
een rijbewijs voorhanden hebben, waarvan hij weet dat het vals of vervalst is.
gevangenisstrafvoor de duur van
33 (drieëndertig) maanden;