ECLI:NL:RBOVE:2023:1293

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
11 april 2023
Publicatiedatum
11 april 2023
Zaaknummer
05/158875-22 en 08/075454-23 (gevoegd ter terechtzitting) (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een 22-jarige man voor oplichting en witwassen via WhatsApp-fraude

Op 11 april 2023 heeft de Rechtbank Overijssel een 22-jarige man veroordeeld tot een jeugddetentie van 16 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. De man was schuldig bevonden aan meerdere gevallen van oplichting via WhatsApp, waarbij hij zich voordeed als de zoon of dochter van de slachtoffers, en aan helpdesk-fraude waarbij hij zich voordeed als bankmedewerker. De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met anderen oudere mensen had opgelicht door hen te misleiden en hen te bewegen tot het overmaken van geldbedragen. De rechtbank legde ook een taakstraf op van 240 uur op, naast de jeugddetentie. De verdachte had in totaal zes personen opgelicht en een bedrag van ongeveer € 16.455,70 witgewassen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte een wezenlijke bijdrage had geleverd aan de gepleegde misdrijven en dat zijn handelen ernstige gevolgen had voor de slachtoffers, die vaak financieel en emotioneel schade hadden geleden. De rechtbank hield rekening met de kwetsbaarheid van de slachtoffers en de geraffineerde wijze waarop de verdachte te werk was gegaan. De verdachte had eerder soortgelijke feiten gepleegd, wat de rechtbank als verzwarend beschouwde. De rechtbank besloot tot het toepassen van het jeugdstrafrecht, gezien de leeftijd van de verdachte en de noodzaak voor begeleiding en ondersteuning.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummers: 05/158875-22 en 08/075454-23 (gevoegd ter terechtzitting) (P)
Datum vonnis: 11 april 2023
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 2001 in [geboorteplaats] (Verenigde Staten),
wonende aan [adres 1] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 28 maart 2023.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. C.P. Dronkers en van wat door verdachte en zijn raadsvrouw mr. M.S. Flokstra, advocaat in Oldenzaal, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, onder parketnummer 05/158875-22, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte in de periode van 27 september 2021 tot en met 28 maart 2022 alleen dan wel samen met anderen:
feit 1:zes personen heeft opgelicht;
feit 2:een geldbedrag van € 16.455,70 heeft witgewassen.
De verdenking komt er, onder parketnummer 08/075454-23, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte in de periode van 27 juni 2022 tot en met 29 juni 2022 alleen dan wel samen met anderen:
feit 1:[aangever 1] heeft opgelicht dan wel heeft geprobeerd op te lichten;
feit 2:[aangever 2] en [aangever 3] heeft opgelicht;
feit 3:een geldbedrag van € 2.264,92 heeft witgewassen;
feit 4:een geldbedrag van € 4.729,34 heeft witgewassen.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
Ten aanzien van parketnummer 05/158875-22
1.
hij op een of meer tijdstippen op of omstreeks de periode van 27 september 2021 tot en met 28 maart 2022 te Hengelo, gemeente Hengelo (O), althans op een of meer plaatsen in Nederland (telkens), tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- [aangever 4] (€2580) en/of
- [aangever 5] (€1910) en/of
- [aangever 6] (€1000) en/of
- [aangever 7] (€4277,12) en/of
- [aangever 8] (€4256,13) en/of
- [aangever 9] (€2432,45) en/of
- een of meer ander(e) slachtoffer(s),
telkens heeft/hebben bewogen tot de afgifte van voornoemde geldbedrag(en),
- door zich in een of meer whatsapp-berichten, verzonden naar die personen/aangevers, tegenover die personen/aangevers voor te doen als zijnde de dochter of zoon van die personen/aangevers en
- daarbij/daarin aan die personen/aangevers mede te delen/te verzoeken – zakelijk weergegeven –
* dat zij of hij (tijdelijk) een nieuw of een ander 06-nummer heeft en
* dat zijn of haar oude telefoon kapot is en/of gecrasht is en/of niet volledig bruikbaar is en
* dat zij of hij, een of meer factu(u)r(en)/rekening(en) over het hoofd heeft gezien en/of openstaande factu(u)r(en)/rekening(en) heeft die per direct/met spoed voldaan moeten
worden en zij of hij geen toegang krijgt tot het bank/betaalsysteem en/of haar of zijn internetbankieren en/of in geldnood zit en die personen/aangevers derhalve deze betalingen voor haar of hem kan voorschieten en
* (vervolgens) daartoe in meerdere whatsapp-berichten een of meer betaalverzoeken middels een link (een zogenoemde tikkie) en/of de te betalen bedragen inclusief het rekeningnummer en de naam van de crediteur, aan die personen/aangevers heeft verzonden, althans handelingen van soortgelijke strekking, als gevolg waarvan die personen/aangevers, werden bewogen tot afgifte/betaling van een of meer geldbedragen (tot een totaalbedrag van ongeveer 16.455,70 euro);
2.
hij op een of meer tijdstippen op of omstreeks de periode van 27 september 2021 tot en met 28 maart 2022, te Hengelo, gemeente Hengelo (O), althans op een of meer plaatsen in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen (van) een voorwerp, te weten een geldbedrag van ongeveer €16.455,70, althans een geldbedrag
- de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de
verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld, dan wel
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie de rechthebbende(n) op dat/die voorwerp(en) was/waren, en/of
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie dat/die voorwerp(en) voorhanden had(den) en/of
- heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet, en/of
- gebruik heeft gemaakt
door
een of meer medeverdachte(n) of ander(en)/katvanger(s) te benaderen en/of te regelen dat een of meerdere bankrekeningnummer(s) (op naam van een ander dan verdachte en/of als katvanger) beschikbaar werd(en) gesteld aan en/of gebruikt konden worden door verdachte en/of zijn medeverdachte(n), terwijl dat/die geldbedrag(en) (telkens) op die bankrekeningnummer(s) werd(en) gestort, en/of
(vervolgens) dat/die geldbedrag(en) heeft opgenomen en/of heeft doen/laten opnemen en/of ontvangen en/of uitgegeven,
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) dat dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf;
Ten aanzien van parketnummer 08/075454-23
1.
hij op een of meer tijdstippen op of omstreeks de periode van 27 juni 2022 tot en met 29 juni 2022 te Hengelo, gemeente Hengelo (O), althans op een of meer plaatsen in Nederland (telkens), tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- [aangever 1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten afgifte van een geldbedrag van 4729,34 euro
door:
- voornoemde [aangever 1] te bellen en zich (vervolgens) voor te doen als een bankmedewerker en/of
- ( vervolgens) voornoemde [aangever 1] te vertellen dat iemand probeerde een geldbedrag van zijn rekening te halen en/of
- ( vervolgens)voornoemde [aangever 1] te vragen/verzoeken een app tegen virussen, Any Desk, te installeren en/of voornoemde [aangever 1] te helpen met het installeren van die app en/of
- ( vervolgens) voornoemde [aangever 1] te vragen om in te loggen op voornoemde App en/of
- ( vervolgens) te vertellen dat voornoemde [aangever 1] uit voorzorg het geld over moest maken op een veilige rekening van de bank en/of
- ( vervolgens) daartoe het bedrag te noemen dat voornoemde [aangever 1] moest overmaken en/of het rekeningnummer aan voornoemde [aangever 1] te geven, met het verzoek het geld daar naartoe over te maken,
althans handelingen van soortgelijke strekking, als gevolg waarvan voornoemde [aangever 1] werd bewogen tot afgifte/betaling van voornoemd geldbedrag;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstippen op of omstreeks de periode van 27 juni 2022 tot en met 29 juni 2022 te Hengelo, gemeente Hengelo (O), althans op een of meer plaatsen in Nederland (telkens), tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- [aangever 1] te bewegen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten afgifte van een geldbedrag van 4729,34 euro
- voornoemde [aangever 1] heeft gebeld en zich voor heeft gedaan als een bankmedewerker, en/of
- voornoemde [aangever 1] heeft verteld dat iemand probeerde een gelbedrag van zijn rekening te
halen en/of
- vervolgens tegen voornoemde [aangever 1] heeft gezegd dat hij een app tegen virussen, Any Desk, moest installeren en/of voornoemde [aangever 1] heeft geholpen met het installeren van die app en/of
- voornoemde [aangever 1] heeft gevraagd om in te loggen op voornoemde app en/of voornoemde [aangever 1] heeft verteld dat hij uit voorzorg het geld over moest maken op een veilige rekening van de bank en/of
- ( vervolgens) daartoe het bedrag heeft genoemd dat voornoemde [aangever 1] moest overmaken en/of het rekeningnummer aan voornoemde [aangever 1] heeft gegeven, met het verzoek het geld
daar naartoe over te maken, althans handelingen van soortgelijke strekking, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op een of meer tijdstippen op of omstreeks de periode van 27 juni 2022 tot en met 29 juni 2022 te Hengelo, gemeente Hengelo (O), althans op een of meer plaatsen in Nederland (telkens), tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- [aangever 2] (1132,46 euro) en/of
- [aangever 3] (1132,46 euro) een of meer ander(e) slachtoffer(s),
telkens heeft/hebben bewogen tot de afgifte van voornoemde geldbedrag(en),
- door zich in een of meer whatsapp-berichten, verzonden naar die personen/aangevers, tegenover die personen/aangevers voor te doen als zijnde de dochter of zoon van die personen/aangevers en
- daarbij/daarin aan die personen/aangevers mede te delen/te verzoeken
– zakelijk weergegeven –
* dat zij of hij (tijdelijk) een nieuw of een ander 06-nummer heeft en
* dat zijn of haar oude telefoon kapot is en/of gecrasht is en/of niet volledig bruikbaar is en
* dat zij of hij, een of meer factu(u)r(en)/rekening(en) over het hoofd heeft gezien en/of openstaande factu(u)r(en)/rekening(en) heeft die per direct/met spoed voldaan moeten
worden en zij of hij geen toegang krijgt tot het bank/betaalsysteem en/of haar of zijn internetbankieren en/of in geldnood zit en die personen/aangevers derhalve deze betalingen voor haar of hem kan voorschieten en
* (vervolgens) daartoe in meerdere whatsapp-berichten een of meer betaalverzoeken middels een link (een zogenoemde tikkie) en/of de te betalen bedragen inclusief het rekeningnummer en de naam van de crediteur, aan die personen/aangevers heeft verzonden, althans handelingen van soortgelijke strekking,
als gevolg waarvan die personen/aangevers, werden bewogen tot afgifte/betaling van een of meer geldbedragen (tot een totaalbedrag van ongeveer 2264,92 euro);
3.
hij op een of meer tijdstippen op of omstreeks de periode van 27 juni 2022 tot en met 29 juni 2022 te Hengelo, gemeente Hengelo (O), althans op een of meer plaatsen in Nederland (telkens), tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen (van) een voorwerp, te weten een geldbedrag van ongeveer €2264,92 euro, althans een geldbedrag
- de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld, dan wel
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie de rechthebbende(n) op dat /die voorwerp(en) was/waren, en/of
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie dat/die voorwerp(en) voorhanden had(den) en/of
- heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet, en/of
- gebruik heeft gemaakt
door een of meer medeverdachte(n) of ander(en)/katvanger(s) te benaderen en/of te regelen dat een of meerdere bankrekeningnummer(s) (op naam van een ander dan verdachte en/of als katvanger) beschikbaar werd(en) gesteld aan en/of gebruikt konden worden door verdachte en/of zijn medeverdachte(n), terwijl dat/die geldbedrag(en) (telkens) op die bankrekeningnummer(s) werd(en) gestort, en/of (vervolgens) dat/die geldbedrag(en) heeft opgenomen en/of heeft doen/laten opnemen en/of ontvangen en/of uitgegeven, terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) dat dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf;
4.
hij op een of meer tijdstippen op of omstreeks de periode van 27 juni 2022 tot en
met 29 juni 2022 te Hengelo, althans op een of meer plaatsen in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen
(van) een geldbedrag van ongeveer €4729,34 euro euro, althans een geldbedrag
- de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de
verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld, dan wel
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie de rechthebbende(n) op dat /die
voorwerp(en) was/waren, en/of
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie dat/die voorwerp(en) voorhanden
had(den)
en/of
- heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet,
en/of
- gebruik heeft gemaakt
door
te regelen dat een of meerdere bankrekeningnummer(s) op naam van verdachte
beschikbaar werd(en) gesteld aan en/of gebruikt konden worden door verdachte
en/of zijn medeverdachte(n), terwijl dat/die geldbedrag(en) (telkens) op die
bankrekeningnummer(s) werd(en) gestort, en/of
(vervolgens) dat/die geldbedrag(en) heeft opgenomen en/of heeft doen/laten
opnemen en/of ontvangen en/of uitgegeven,
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) dat dat/die
voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig (eigen)
misdrijf.

3.De voorvragen

De raadsvrouw heeft aangevoerd de dagvaarding nietig voor wat betreft het onder feit 1 van parketnummer 05-099209 opgenomen “een of meer ander(e) slachtoffer(s)”.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op de in het dossier genoemde namen de omschrijving voldoende concreet is en ook overigens voldoet aan de eisen van artikel 261 Sv. De rechtbank stelt dan ook vast dat de dagvaardingen geldig zijn. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaken, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder parketnummer 05/158875-22 onder 1, met uitzondering van [aangever 9] , [aangever 4] en [aangever 5] en onder 2 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
Verder heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat verdachte van het onder parketnummer 08/075454-23 onder 1 primair en 4 moet worden vrijgesproken. Voor het onder parketnummer 08/075454-23 onder 1 subsidiair, 2 en 3 tenlastegelegde heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat verdachte voor het onder parketnummer 05/158875-22 onder 1 en 2 en onder parketnummer 08/075454-23 voor het onder 1 primair en subsidiair en 4 tenlastegelegde moet worden vrijgesproken wegens onvoldoende wettig en overtuigend bewijs. Verder heeft de raadsvrouw bepleit dat het onder parketnummer 08/075454-23 onder 2 en 3 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
Parketnummer 05/158875-22 ten aanzien van feiten 1 en 2
Feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt vast dat er in totaal zes aangiftes zijn van oplichtingen gepleegd in een half jaar tijd, van 27 september 2021 tot en met 28 maart 2022. Alle aangevers zijn opgelicht via WhatsApp (zogenoemde ‘vriend-in-nood-fraude’). Op basis van deze aangiftes en de andere bewijsmiddelen gaat de rechtbank op hoofdlijnen uit van de volgende werkwijze voor de ‘vriend-in-nood-fraude’. De aangever ontvangt via WhatsApp een bericht van een onbekend telefoonnummer. Deze persoon stelt, al dan niet impliciet (voordoen alsof), de dochter of zoon te zijn van de aangever en een nieuw telefoonnummer te hebben, omdat de oude telefoon kapot is gegaan. Na het vertrouwen te hebben gewonnen van de aangever wordt gesteld dat op de nieuwe telefoon de betaal-app van de bank nog niet werkt, maar dat er wel dringend een rekening moet worden betaald. De aangever wordt gevraagd of hij deze rekening kan voorschieten, waarna de gegevens worden toegestuurd. Sommige aangevers hebben meerdere keren geld overgemaakt naar het naar hen toegestuurde rekeningnummer. Hierbij zijn rekeningen gebruikt op naam van verschillende personen, zogenaamde geldezels of katvangers. Het geld is vervolgens weer doorgestort naar een andere rekening, omgezet in cryptovaluta of opgenomen bij een geldautomaat. Hierdoor is het geld ook witgewassen.
Betrokkenheid van verdachte
Verdachte heeft ter terechtzitting ontkend dat hij iets met de oplichtingen van [aangever 8] , [aangever 7] , [aangever 9] , [aangever 6] , [aangever 5] en [aangever 4] te maken heeft. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij gebruik maakt van het account van [naam 1] en dat hij medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] kent. Ook heeft hij verklaard dat hij ronselvideo’s en foto’s van bankpasjes op zijn telefoon had staan.
Medeplegen
Op de onder verdachte in beslag genomen zes telefoons zijn grote hoeveelheden gegevens aangetroffen die rechtstreeks verband houden met oplichting. Het gaat hierbij onder meer om notities (scripts) met voorbeelden van tekstberichten die zijn gebruikt bij het benaderen van aangevers via WhatsApp. Ook zijn er meer dan 100.000 contacten gevonden in de onder verdachte in beslag genomen telefoons. Verder zijn er veel berichten en afbeeldingen aangetroffen tussen [naam 1] , [alias medeverdachte 2] (medeverdachte [medeverdachte 2] ) en medeverdachte [medeverdachte 1] die betrekking hebben op bankpassen, bankbiljetten, ingelogde telebankieromgevingen, cryptovaluta en percentage. Ook op de onder de medeverdachten in beslag genomen telefoons zijn notities (scripts) met (voorbeelden van) tekstberichten die zijn gebruikt bij het benaderen van aangevers via WhatsApp gevonden, ook in het Duits en Engels. Verder zijn er ronselvideo’s om pinpassen aan te leveren, vele contacten (meer dan honderdduizend) en berichten tussen de medeverdachten en verdachte die zien op bankpassen, ingelogde telebankieromgeving, geld, et cetera aangetroffen.
Deze informatie kan niet anders worden uitgelegd dan dat hieruit blijkt dat verdachte een wezenlijke bijdrage heeft gehad in de oplichting. Gezien de omvang en duur van de zaak, de verschillende handelingen die werden verricht - van het benaderen van katvangers voor het ter beschikking stellen of openen van een bankrekening tot en met het versturen van de WhatsAppberichten aan de gedupeerden - en de informatie uit het dossier waaruit blijkt van de betrokkenheid van de medeverdachten, is duidelijk dat verdachte dit niet alleen heeft gepleegd. Telkens is er sprake van samenwerkingsverbanden waarin in meer of mindere mate wordt samengewerkt. Het gegeven dat niet - of niet in alle gevallen - kan worden vastgesteld wie exact de mededaders waren bij de desbetreffende oplichting doet hieraan niet af.
De bijdrage van verdachte is naar het oordeel van de rechtbank van zodanig gewicht geweest dat wettig en overtuigend bewezen verklaard kan worden dat er sprake is van medeplegen van oplichtingen.
De rechtbank zal de betrokkenheid van verdachte per aangifte – samengevat – bespreken.
Zaak 1, [aangever 8]
Aangeefster [aangever 8] heeft verklaard dat zij op 27 maart 2022 een Whatsapp-bericht van [telefoonnummer 1] ontving van, naar zij dacht, haar zoon. Hij vertelde dat zijn telefoon was gecrasht en dat hij nog een rekening moest betalen. Hij kon zijn telefoon niet gebruiken en hij vroeg aangeefster de betaling te doen. Aangeefster heeft vervolgens door middel van een betaalverzoek € 4.265,13 overgemaakt ten name van [naam 2] op [rekeningnummer 1] .
Op 21 maart 2022 heeft verdachte onder de naam [naam 1] een screenshot van een ING bankpas op naam van [naam 2] met rekeningnummer [rekeningnummer 1] doorgestuurd naar medeverdachte [medeverdachte 1] . De bankpas van [naam 2] is aangetroffen in de Louis Vuitton tas van medeverdachte [medeverdachte 1] . Op de telefoon van [medeverdachte 1] is op
27 maart 2022 het (oplichtings)gesprek met aangever [aangever 8] en een betaalverzoek gevonden van € 4.265,13.
De rechtbank acht op grond van het vorenstaande bewezen dat verdachte tezamen en in vereniging met medeverdachte(n) aangeefster [aangever 8] hebben opgelicht voor een bedrag van
€ 4.265,13 en dit bedrag hebben witgewassen doordat verdachte en zijn medeverdachte(n) dit bedrag hebben verworven en voorhanden gehad.
Zaak 3, [aangever 9]
Aangever [aangever 9] heeft verklaard dat hij op 18 maart 2022 een WhatsApp bericht heeft ontvangen van [telefoonnummer 2] van, naar hij dacht, zijn zoon. Hij vertelde dat zijn telefoon was gecrasht en dat hij niet in zijn mobielbankieren app kon. Hij vroeg of aangever een betaling wilde doen. Aangever heeft vervolgens op 19 maart 2022 een betaling gedaan van € 2.432,45 op rekeningnummer [rekeningnummer 2] ten name van [naam 3] . Aangever heeft van deze betaling om 15.08 uur een screenshot gestuurd naar zijn zoon.
Op de onder [medeverdachte 1] in beslag genomen telefoon is een gesprek met aangever aangetroffen en een screenshot van een ingelogde Spaanse bankrekening met daarbij de naam [naam 3] . Op 19 maart 2022 om 15.08 uur heeft [medeverdachte 1] een screenshot van de ingelogde telebankieren omgeving gestuurd naar verdachte. Op de screenshot is te zien dat er
€ 2.432,45 is overgemaakt op bankrekening [rekeningnummer 2] op naam van
[naam 3] .
De rechtbank acht op grond van het vorenstaande bewezen dat verdachte tezamen en in vereniging met (zijn) medeverdachte(n) aangever [aangever 9] hebben opgelicht voor een bedrag van € 2.432,45 en dit bedrag hebben witgewassen doordat verdachte en zijn medeverdachte(n) dit bedrag hebben verworven en voorhanden gehad.
Zaak 4 [aangever 6]
Aangeefster [aangever 6] heeft verklaard dat zij op 22 november 2021 een Whatsapp-bericht van [telefoonnummer 3] heeft ontvangen van naar zij dacht haar dochter. Gedurende het gesprek gaf ‘haar dochter’ aan dat zij door een toestelwissel niet in haar mobiel bankieren app kon en dat zij nog een rekening moest betalen die nog op 22 november 2021 moest worden voldaan. Aangeefster heeft op 22 november 2021 een betaling van € 1.000,00 gedaan naar bankrekeningnummer [rekeningnummer 3] ten name van [naam 4] .
[naam 4] heeft verklaard dat hij op 21 november 2021 op de Bosweg te Enschede werd aangesproken door verdachte en [naam 5] . Hij werd door hen gedwongen zijn pinpas in te leveren. Het uitlezen van de enkelband van verdachte bevestigt dat hij op 21 november 2021 om 15.04 uur op de Bosweg in Enschede is geweest. Op 22 november 2021 werd [naam 4] door onder andere verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] opgehaald en heeft hij betalingen moeten verrichten. Uit het rekeningoverzicht van [naam 4] blijkt dat er op 22 november 2021 om 18.24 uur € 1.000,-- op de rekening is gestort afkomstig van aangeefster [aangever 6] . Vervolgens is er om 18.31 uur een bedrag van € 650,-- gepind, om 18.43 uur is er bedrag van € 178,-- gepind bij de Albert Heijn en om 18.56 uur is er nog voor 5,95 gepind bij de supermarkt Plus in Hengelo.
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat zij de verklaring [naam 4] onbetrouwbaar acht omdat er nog betalingen door [naam 4] zijn gedaan op 22 november 2021 in de ochtend terwijl hij heeft verklaard dat hij toen al zijn pinpas had afgegeven.
De rechtbank verwerpt dit verweer nu verdachte heeft verklaard dat hij deze betalingen met zijn telefoon heeft verricht en acht daarmee de verklaring [naam 4] betrouwbaar.
De rechtbank acht op grond van het vorenstaande bewezen dat verdachte tezamen en in vereniging met (zijn) medeverdachte(n) aangever [aangever 6] hebben opgelicht voor een bedrag van € 1.000,-- en dit bedrag hebben witgewassen doordat verdachte en zijn medeverdachte(n) dit bedrag hebben verworven.
Partiële vrijspraak
De rechtbank is van oordeel dat er onvoldoende concrete feiten en omstandigheden uit het dossier naar voren zijn gekomen op basis waarvan de conclusie kan worden getrokken dat verdachte daadwerkelijk een rol heeft gespeeld bij de oplichting van aangeefster [aangever 7] (zaak 2), [aangever 5] (zaak 5) en [aangever 4] (zaak 6). Verdachte zal daarom van zowel de oplichting (vriend-in-nood-fraude) als van het witwassen partieel worden vrijgesproken.
4.3.2.
Parketnummer 08/075454-23
Feiten 1 primair en 4
Aangever [aangever 1] werd op 29 juni 2022 gebeld door iemand die zich voordeed als medewerker van de ING bank. Aangever werd medegedeeld dat er al meerdere keren was geprobeerd om grote geldbedragen van zijn rekening te halen. Om het probleem op te lossen moest aangever een app downloaden tegen virussen, genaamd Any Desk. Vervolgens moest aangever inloggen in zijn mobiel bankieren app en moest aangever een bedrag van
€ 4.712,34 veiligstellen. Hij moest dit doen door dat bedrag over te maken op rekeningnummer [rekeningnummer 4] op naam van [naam 6] .
Op 27 juni 2022 heeft medeverdachte [medeverdachte 2] verdachte een afbeelding gestuurd van een bankpas te zien op naam van [naam 6] met bankrekening [rekeningnummer 4] .
Medeverdachte [medeverdachte 2] heeft een screenshot ontvangen met de gegevens van aangever [aangever 1] als ‘vis’ (slachtoffer oplichting).
De rechtbank acht op grond van het vorenstaande het onder 1 primair tenlastegelegde dat verdachte tezamen en in vereniging met (zijn) medeverdachte(n) (de rechtbank verwijst hiervoor naar het kopje ‘medeplegen’) aangever [aangever 1] hebben opgelicht voor een bedrag van € 4.712.34 bewezen en dit bedrag hebben verdachte en zijn medeverdachte(n) witgewassen doordat zij dit bedrag hebben verworven en voorhanden hebben gehad.
Feiten 2 en 3
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 2 en 3 ten laste gelegde feiten op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
Parketnummer 05/158875-22
1.
hij in de periode van 27 september 2021 tot en met 28 maart 2022 in Nederland (telkens), tezamen en in vereniging met een of meer anderen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- [aangever 6] (€ 1.000) en
- [aangever 7] (€ 4.277,12) en
- [aangever 8] (€ 4.265,13) en
- [aangever 9] (€ 2.432,45) en
telkens hebben bewogen tot de afgifte van voornoemde geldbedrag(en),
- door zich in een of meer whatsapp-berichten, verzonden naar die personen/aangevers, tegenover die personen/aangevers voor te doen als zijnde de dochter of zoon van die personen/aangevers en
- daarbij/daarin aan die personen/aangevers mede te delen/te verzoeken – zakelijk weergegeven –
* dat zij of hij (tijdelijk) een nieuw of een ander 06-nummer heeft en
* dat zijn of haar oude telefoon kapot is en/of gecrasht is en/of niet volledig bruikbaar is en
* dat zij of hij, een of meer factu(u)r(en)/rekening(en) over het hoofd heeft gezien en/of openstaande factu(u)r(en)/rekening(en) heeft die per direct/met spoed voldaan moeten
worden en zij of hij geen toegang krijgt tot het bank/betaalsysteem en/of haar of zijn internetbankieren en/of in geldnood zit en die personen/aangevers derhalve deze betalingen voor haar of hem kan voorschieten en
* (vervolgens) daartoe in meerdere whatsapp-berichten een of meer betaalverzoeken middels een link (een zogenoemde tikkie) en/of de te betalen bedragen inclusief het rekeningnummer en de naam van de crediteur, aan die personen/aangevers heeft verzonden, althans handelingen van soortgelijke strekking, als gevolg waarvan die personen/aangevers, werden bewogen tot afgifte/betaling van een of meer geldbedragen (tot een totaalbedrag van ongeveer 7.697,58 euro);
2.
hij in de periode van 27 september 2021 tot en met 28 maart 2022, in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen een voorwerp, te weten een geldbedrag van ongeveer € 7.697,58, heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) wisten dat dat voorwerp afkomstig was uit enig (eigen) misdrijf.
Parketnummer 08/075454-23
1.
hij op in de periode van 27 juni 2022 tot en met 29 juni 2022 in Nederland (telkens), tezamen en in vereniging met een of meer anderen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- [aangever 1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten afgifte van een geldbedrag van 4.729,34 euro
door:
- voornoemde [aangever 1] te bellen en zich (vervolgens) voor te doen als een bankmedewerker en
- ( vervolgens) voornoemde [aangever 1] te vertellen dat iemand probeerde een geldbedrag van zijn rekening te halen en
- ( vervolgens)voornoemde [aangever 1] te vragen/verzoeken een app tegen virussen, Any Desk, te installeren en/of voornoemde [aangever 1] te helpen met het installeren van die app en
- ( vervolgens) voornoemde [aangever 1] te vragen om in te loggen en
- ( vervolgens) te vertellen dat voornoemde [aangever 1] uit voorzorg het geld over moest maken op een veilige rekening van de bank en
- ( vervolgens) daartoe het bedrag te noemen dat voornoemde [aangever 1] moest overmaken en/of het rekeningnummer aan voornoemde [aangever 1] te geven, met het verzoek het geld daar naartoe over te maken,
als gevolg waarvan voornoemde [aangever 1] werd bewogen tot afgifte/betaling van voornoemd geldbedrag;
2.
hij in de periode van 27 juni 2022 tot en met 29 juni 2022 in Nederland (telkens), tezamen en in vereniging met een of meer anderen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- [aangever 2] (1.132,46 euro) en/
- [aangever 3] (1.132,46 euro)
telkens hebben bewogen tot de afgifte van voornoemde geldbedrag(en),
- door zich in een of meer whatsapp-berichten, verzonden naar die personen/aangevers, tegenover die personen/aangevers voor te doen als zijnde de dochter of zoon van die personen/aangevers en
- daarbij/daarin aan die personen/aangevers mede te delen/te verzoeken
– zakelijk weergegeven –
* dat zij of hij (tijdelijk) een nieuw of een ander 06-nummer heeft en
* dat zijn of haar oude telefoon kapot is en/of gecrasht is en/of niet volledig bruikbaar is en
* dat zij of hij, een of meer factu(u)r(en)/rekening(en) over het hoofd heeft gezien en/of openstaande factu(u)r(en)/rekening(en) heeft die per direct/met spoed voldaan moeten
worden en zij of hij geen toegang krijgt tot het bank/betaalsysteem en/of haar of zijn internetbankieren en/of in geldnood zit en die personen/aangevers derhalve deze betalingen voor haar of hem kan voorschieten en
* (vervolgens) daartoe in meerdere whatsapp-berichten een of meer betaalverzoeken middels een link (een zogenoemde tikkie) en/of de te betalen bedragen inclusief het rekeningnummer en de naam van de crediteur, aan die personen/aangevers heeft verzonden,
als gevolg waarvan die personen/aangevers, werden bewogen tot afgifte/betaling van een of meer geldbedragen (tot een totaalbedrag van ongeveer 2.264,92 euro);
3.
hij in de periode van 27 juni 2022 tot en met 29 juni 2022 in Nederland (telkens), tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een voorwerp, te weten een geldbedrag van ongeveer € 2.264,92 euro, heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad,
terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) dat dat voorwerp afkomstig was uit enig (eigen) misdrijf;
4.
hij in de periode van 27 juni 2022 tot en met 29 juni 2022 in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een geldbedrag van ongeveer
€ 4.729,34 euro, heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) dat dat voorwerp afkomstig was uit enig (eigen) misdrijf.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 47, 326 en 420bis.1 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
parketnummer 05/158875-22 onder 1 en parketnummer 08/075454-23 onder 2
het misdrijf: medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd;
parketnummer 05/158875-22 onder 2 en parketnummer 08/075454-23 onder 3
het misdrijf: medeplegen van eenvoudig witwassen, meermalen gepleegd;
parketnummer 08/075454-23 onder 1 primair
het misdrijf: medeplegen van oplichting;
parketnummer 08/075454-23 onder 4
het misdrijf: medeplegen van eenvoudig witwassen.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie acht toepassing van het jeugdstrafrecht geïndiceerd. De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het onder parketnummer 05/158875-22 onder 1 en 2 en voor het onder parketnummer 08/075454-23 onder 1 subsidiair, 2 en 3 tenlastegelegde wordt veroordeeld tot een jeugddetentie voor de duur van 368 dagen waarvan 240 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, met aftrek van de tijd die verdachte heeft doorgebracht in verzekering en voorlopige hechtenis. Aan het voorwaardelijk strafdeel dienen, mede gelet op het advies van de reclassering, de bijzondere voorwaarden van begeleiding door de jeugdreclassering, deelnemen aan een leerstraf So-Cool, verblijven in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, inspannen voor dagbesteding, meewerken aan schuldhulpverlening en meewerken aan middelencontrole te worden gekoppeld.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht het jeugdstrafrecht toe te passen gelet op de persoon van verdachte. Ook heeft de raadsvrouw verzocht rekening te houden met artikel 63 Sr. Verder heeft de raadsvrouw verzocht aan verdachte een deels voorwaardelijke jeugddetentie op te leggen, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich, samen met anderen, schuldig gemaakt aan oplichtingen via WhatsApp (vriend-in-nood-fraude) waarvan oudere mensen het slachtoffer zijn geworden. Verdachte en zijn mededaders hebben zich daarbij uitgegeven als zoon of dochter van aangever. Ook hebben verdachte en zijn mededaders zich uitgegeven als medewerker van een bank (helpdesk-fraude) Verdachte en zijn mededaders hebben op zeer geraffineerde wijze misbruik gemaakt van het vertrouwen dat hij en zijn mededaders in die hoedanigheid van de slachtoffers wisten te winnen. Met een listig verhaal hebben verdachte en zijn mededaders de slachtoffers daarbij bewogen tot het overmaken van een (in sommige gevallen meerdere) geldbedrag(en). Verdachte en zijn mededaders hebben vervolgens het geld wat zij met de oplichting hebben verdiend witgewassen. Dit zijn op zichzelf reeds ernstige feiten, die naast financiële schade vaak veel overlast en gevoelens van onmacht bij de gedupeerden teweeg brengen. Daarbij komt dat verdachte bij het plegen van deze feiten kennelijk doelbewust, stelselmatig, en op doordachte wijze ouderen, behorend tot een bijzonder kwetsbare doelgroep, als slachtoffer heeft uitgekozen. Verdachte heeft hierbij slechts uit eigen financieel gewin gehandeld, zonder zich te bekommeren om de uitwerking van zijn handelen op – juist – deze slachtoffers. Door het handelen van verdachte en zijn mededaders is het vertrouwen van de slachtoffers in de medemens, van wie ouderen in toenemende mate afhankelijk zijn, in ernstige mate geschaad. De rechtbank rekent dit alles verdachte zeer aan.
Persoon van de verdachte
Verdachte lijkt het onjuiste van zijn handelen, gelet op zijn houding ter zitting, nog steeds niet in te zien. Dit baart de rechtbank grote zorgen. Bovendien is verdachte blijkens een hem betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 19 maart 2023 eerder voor soortgelijke feiten veroordeeld. Verder blijkt dat verdachte na het plegen van de onderhavige feiten, reeds onherroepelijk is veroordeeld, hetgeen betekent dat artikel 63 Sr van toepassing is.
De rechtbank heeft ook acht geslagen op het reclasseringsrapport van 21 maart 2023. Daaruit blijkt het volgende. De reclassering stelt in algemene zin dat de gebieden dagbesteding, financiën, sociaal netwerk, psychosociaal functioneren en de houding van verdachte risicofactoren zijn bij het plegen van vermogensdelicten. Beschermende factoren zijn de relatie met zijn familie, zijn huidige woonplek en dagbesteding en het goed lopende contact met de Jeugdreclassering. Verdachte staat sinds 2018 onder toezicht van de Jeugdreclassering. In deze periode kwam hij afspraken niet na, recidiveerde hij en overtrad hij bijzondere voorwaarden. Tot juli 2022 hield de Jeugdreclassering vertrouwen en investeerden zij in een samenwerkingsrelatie. Door de preventieve hechtenis voor de huidige verdenking liep het vertrouwen een flinke deuk op maar sinds de schorsing van de voorlopige hechtenis in november 2022 is weer sprake van een stijgende lijn in het contact met de Jeugdreclassering waarbij intussen passende huisvesting en een dagbesteding zijn gerealiseerd.
In 2019 is geconstateerd dat verdachte functioneert op een zwakbegaafd niveau, hij is onvoldoende in staat zijn eigen handelen te organiseren. Hij lijkt ontvankelijk voor beïnvloeding door volwassenen zoals zijn moeder en de jeugdreclassering. De reclassering is van mening dat het voortzetten van het contact met de Jeugdreclassering passend is. Zij is van mening dat verdachte nog intensieve begeleiding nodig heeft om op adequate wijze te kunnen deelnemen aan de maatschappij. Om deze reden adviseert de reclassering om het jeugdstrafrecht toe te passen en het contact met de Jeugdreclassering voort te zetten. De reclassering adviseert een (deels) voorwaardelijke straf met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden van begeleiding door de Jeugdreclassering, deelnemen aan een leerstraf So-Cool, verblijven in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, inspannen voor dagbesteding, meewerken aan schuldhulpverlening en meewerken aan middelencontrole.
Ter terechtzitting heeft J. Hoveling, als jeugdreclasseerder werkzaam bij Jeugdbescherming Overijssel, verklaard dat hij nog steeds het in het rapport van 21 maart 2023 gegeven advies onderschrijft. Hij heeft verder ter terechtzitting naar voren gebracht dat hij van mening is dat het beter is dat verdachte stopt met zijn softdrugsgebruik. Verdachte is daar echter niet intrinsiek gemotiveerd voor en Tactus ziet om die reden een klinische behandeling niet zitten. Verdachte heeft dagbesteding en de werkgever is zeer tevreden over de werkzaamheden die verdachte verricht.
Toepassing jeugdstrafrecht
Evenals de officier van justitie en de raadsvrouw is de rechtbank, in navolging van het advies van de reclassering, van oordeel dat toepassing van het jeugdstrafrecht van belang is voor een zo’n gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van verdachte.
De straf
Gezien de ernst van de feiten kan naar het oordeel van de rechtbank niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een jeugddetentie. Bij de bepaling van de duur van de jeugddetentie heeft de rechtbank rekening gehouden met straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd, de persoonlijke omstandigheden van verdachte, het gegeven dat verdachte eerder voor soortgelijke strafbaar feiten is veroordeeld, het aantal oplichtingszaken dat bewezen is verklaard en de bedragen die daarmee zijn gemoeid.
Alles afwegende, en in het bijzonder gelet op het rapport van de reclassering en de toelichting van J. Hoveling ter zitting, geeft de rechtbank verdachte
een allerlaatste kans- die hij met beide handen aan moet grijpen - en zal hem een jeugddetentie van 16 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk opleggen, met een proeftijd van twee jaren, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Aan de voorwaardelijke jeugddetentie zal de rechtbank de bijzondere voorwaarden van begeleiding door de jeugdreclassering, deelnemen aan een leerstraf So-Cool, verblijven in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, inspannen voor dagbesteding, meewerken aan schuldhulpverlening en meewerken aan middelencontrole koppelen.
7.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
Verdachte heeft afstand gedaan van de onder hem inbeslaggenomen zes telefoons.
De officier van justitie heeft het standpunt ingenomen dat de in beslag computer terug kan naar verdachte en dat het in beslaggenomen geldbedrag van € 580,-- moet worden verbeurd verklaard.
De raadsvrouw heeft betoogd dat de in beslag genomen computer terug moet naar verdachte nu die niet is gerelateerd aan enig strafbaar feit. Mogelijk kan het in beslag genomen geld worden gebruikt om de gedupeerden mee te betalen.
De rechtbank is van oordeel dat het in beslag genomen geldbedrag van € 580,-- moet worden verbeurdverklaard, omdat dit door middel van of uit de baten van het strafbare feit is verkregen.
De rechtbank zal de teruggave aan verdachte gelasten van de computer, aangezien deze niet vatbaar is voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave verzet.

8.De schade van benadeelden

8.1
De vorderingen van de benadeelde partijen
[aangever 8] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van
€ 4.256,13, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de afschrijving van de bankrekening als gevolg van oplichting.
[aangever 6] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 833,95, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de afschrijving van de bankrekening als gevolg van oplichting minus de vergoeding door de verzekering.
[aangever 2] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van
€ 1.132,46, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de afschrijving van de bankrekening als gevolg van oplichting.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van [aangever 8] en [aangever 6] niet-ontvankelijk moet worden verklaard omdat de vorderingen onvoldoende zijn onderbouwd. De vordering van [aangever 2] kan in het geheel hoofdelijk dienen te worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van de vorderingen van [aangever 8] en [aangever 6] gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Ten aanzien van de vordering van [aangever 2] heeft de raadsvrouw zich op het standpunt gesteld dat zij niet van deze vordering op de hoogte is.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door de bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partijen.
De vordering van [aangever 8] zal de rechtbank in het geheel toewijzen tot het gevorderde bedrag van
€ 4.256,13, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan. De gevorderde schade is niet betwist en voldoende aannemelijk.
De vordering van [aangever 6] zal de rechtbank in het geheel toewijzen tot het gevorderde bedrag van € 833,95, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan. De gevorderde schade is niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk.
De vordering van [aangever 2] zal de rechtbank in het geheel toewijzen tot het gevorderde bedrag van € 1.132,46, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan. De gevorderde schade is voldoende onderbouwd en aannemelijk.
De verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met zijn mededaders hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat de verdachte tegenover de benadeelde partijen voor het hele bedrag aansprakelijk is.
8.5
De schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partijen naar burgerlijk recht (mede) aansprakelijk is voor de schade die door de feiten is toegebracht.

9.De vordering tenuitvoerlegging

9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de rechtbank Overijssel, locatie Almelo van 3 maart 2022 opgelegde voorwaardelijke jeugddetentie voor de duur van 30 dagen, om te zetten in een taakstraf voor de duur van 60 uren.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de vordering van de officier van justitie moet worden toegewezen. Het is gebleken dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan het plegen van nieuwe strafbare feiten heeft schuldig gemaakt.
De rechtbank zal de vordering toewijzen en zal de jeugddetentie van 30 dagen omzetten in een taakstraf. Het voorgaande brengt mee dat de rechtbank de tenuitvoerlegging zal gelasten van een taakstraf in de vorm van een werkstraf, waarbij zij in de ernst van de zaak, de speciale recidive en de persoon van verdachte reden ziet om de duur te bepalen op 120 uren, subsidiair 30 dagen jeugddetentie.

10.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 33, 33a, 60a, 77c, 77i, 77m, 77n, 77x, 7y, 77z, 77aa en 77gg Sr.

11.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder parketnummer 05/158875-22 onder 1 en 2 en onder parketnummer 08/075454-23 onder 1 primair, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
parketnummer 05/158875-22 onder 1 en parketnummer 08/075454-23 onder 2
het misdrijf: medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd;
parketnummer 05/158875-22 onder 2 en parketnummer 08/075454-23 onder 3
het misdrijf: medeplegen van eenvoudig witwassen, meermalen gepleegd;
parketnummer 08/075454-23 onder 1 primair
het misdrijf: medeplegen van oplichting;
parketnummer 08/075454-23 onder 4
het misdrijf: medeplegen van eenvoudig witwassen;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder parketnummer 05/158875-22 onder 1 en 2 en onder parketnummer 08/075454-23 onder 1 primair, 2, 3 en 4 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
jeugddetentievoor de duur van
16 (zestien) maanden;
- bepaalt dat van deze jeugddetentie een gedeelte van
12 (twaalf) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende voorwaarde(n) niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- meewerkt aan toezicht en begeleiding door de jeugdreclassering (Jeugdbescherming Overijssel) en zich meldt op afspraken met de jeugdreclassering zo vaak de jeugdreclassering dat nodig vindt;
- verblijft bij een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te
bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel
korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
- zich dagelijks inspant voor het vinden en behouden van een goedgekeurde en
controleerbare dagbesteding;
- meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen,
ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening. Verdachte geeft de
reclassering inzicht in zijn financiën en schulden;
- meewerkt aan controle van het gebruik van softdrugs om het middelengebruik te
beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest)
gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt
gecontroleerd;
- geeft opdracht aan Jeugdbescherming Overijssel, tot het houden van toezicht op de
naleving van voormelde bijzondere voorwaarde(n) en de verdachte ten behoeve daarvan
te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
  • veroordeelt de verdachte tot een
  • beveelt, voor het geval de dat verdachte de leerstraf niet naar behoren volgt, dat
- veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
190 (honderdnegentig) uren;
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
jeugddetentiezal worden toegepast voor de duur van
95 (vijfennegentig) dagen;
schadevergoedingen
[aangever 8]
- wijst de vordering van de benadeelde partij [aangever 8] (parketnummer 05/158875-22 onder 1) toe;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 8] van een bedrag van € 4.256,13, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 27 maart 2022 met dien verstande dat als en voor zover al door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit en tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 4.256,13, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 27 maart 2022 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 52 dagen kan worden toegepast, een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
[aangever 6]
- wijst de vordering van de benadeelde partij [aangever 6] (parketnummer
05/158875-22 onder 1) toe;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 6] van een bedrag van € 833,95, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 november 2021 met dien verstande dat als en voor zover al door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit en tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 833,95, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 november 2021 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 16 dagen kan worden toegepast, een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
[aangever 2]
- wijst de vordering van de benadeelde partij [aangever 2] (parketnummer 08/075454-23 onder 2) toe;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 2] van een bedrag van € 1.132,46, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 juni 2022 met dien verstande dat als en voor zover al door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit en tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 1.132,46, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 juni 2022 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 21 dagen kan worden toegepast, een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
de in beslag genomen voorwerpen
- verklaart verbeurd het in beslag genomen geldbedrag van € 580,--, op de beslaglijst genoemd onder nummer 1;
- gelast de teruggave van de computer, op de beslaglijst genoemd onder 2 aan verdachte;
tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf met parketnummer
- beveelt de
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van de meervoudige strafkamer van de rechtbank Overijssel, locatie Almelo van 3 maart 2022 voorwaardelijk opgelegde
jeugddetentievoor de duur van
30 dagen, en gelast in plaats daarvan de tenuitvoerlegging van een taakstraf voor de duur van
120 (honderdtwintig) uren, bij gebreke van het naar behoren verrichten te vervangen door
30 (dertig)dagen jeugddetentie.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.T.C. Jordaans, voorzitter, mr. M.A.H. Heijink en mr. R.G.J. Gehring, rechters, in tegenwoordigheid van M.M. Greven-Diepenmaat, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 11 april 2023.
Mr. R.G.J. Gehring is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2022048763 (onderzoek Balk) va 26 januari 2023. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Ten aanzien van parketnummer 05/158875-22 onder 1 en 2
Zaak [aangever 8]
1. het proces-verbaal van aangifte van [aangever 8] van 30 maart 2022 met bijlage, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, pagina’s 539-547:
Op 27 maart 2022 ontving ik een Whatsapp-bericht van [telefoonnummer 1] . Ik las het bericht en dat bleek van mijn zoon te zijn. De telefoon van mijn zoon was gecrasht. Mijn zoon zat met een betaling omhoog welke betaald moest worden. Zijn telefoon kon hij niet gebruiken. Hij vroeg mij dus een betaling te doen. Hij vroeg mij een bedrag over te maken van € 4.256,13 (rechtbank begrijpt € 4.265,13) ten name van [naam 2] op [rekeningnummer 1] . Dit lukte niet. Vervolgens heeft hij mij een ING betaalverzoek gestuurd. Vervolgens is het bedrag afgeschreven van mijn Iban bankrekeningnummer [rekeningnummer 5] .
[afbeelding]
2. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] van 30 mei 2022, met bijlage, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, pagina’s 140-150, 161:
Op 12 mei 2022 deed ik onderzoek naar de data van de onder [medeverdachte 1] in beslag genomen iPhone.
Op 21 maart 2022 stuurt [naam 1] een screenshot waarop een ING bankpas zichtbaar is op naam van [naam 2] met [rekeningnummer 1] .
3. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] van 4 april 2022, met bijlage, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, pagina’s 54-55, 58:
Op 29 maart 2022 was ik verbalisant [verbalisant 2] betrokken bij de aanhouding van verdachte [medeverdachte 1] . Ik zag er twee betaalpassen niet op naam van de verdachte in de tas zaten.
[afbeelding]
4. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] van 6 april 2022, met bijlage, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, pagina’s 73-79:
Ik zag dat er op 27 maart 2022 een gesprek plaats vond middels de applicatie
WhatssApp tussen het telefoonnummer van de gebruiker van het toestel en [telefoonnummer 4] (aangever [aangever 8] ). Ik zag dat middels de bekende werkwijze [aangever 8] werd opgelicht.
Zaak [aangever 9]
5. het proces-verbaal van aangifte van [aangever 9] van 20 maart 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, pagina’s 560-563:
Ik ben op het telefoonnummer [telefoonnummer 2] benaderd via WhatsApp door het telefoonnummer [telefoonnummer 5] om geld over te maken voor mijn zoon. Ik heb op 19 maart 2022 een betaling van € 2.432,45 gedaan op rekeningnummer [rekeningnummer 2] ten name van [naam 3] .
6. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] van 6 april 2022, met bijlage, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, pagina’s 81-87:
Ik trof in de afbeeldingen een screenshot waarop een deel van een bankoverschrijving zichtbaar leek. Ik zag een vermoedelijk Spaanse bankrekening met daarbij de naam [naam 3] staan.
Ik zag dat er een gesprek gevoerd werd tussen de gebruiker van de telefoon van verdachte [medeverdachte 1] en een persoon met het telefoonnummer [telefoonnummer 2] (aangever [aangever 9] ).
7. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] van 30 mei 2022, met bijlage, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, pagina’s 140- 150, 159:
Op 19 maart 2022 stuurt [medeverdachte 1] een afbeelding van een ingelogde telebankieren omgeving. Te zien is dat het bericht afkomstig is van het telefoonnummer + [telefoonnummer 2] . Dit nummer is van aangever [aangever 9] , zoals ook aangetroffen in de Samsung telefoon. Te zien is dat er 2432,45 euro is overgemaakt op bankrekening [rekeningnummer 2] op naam van [naam 3] .
[afbeelding]
Zaak [aangever 6]
8. het proces-verbaal van aangifte van [aangever 6] van 25 november 2021 met bijlage, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, pagina’s 567-569:
Ik kreeg een berichtje van het nummer [telefoonnummer 3] . Ik dacht dat dit echt mijn dochter was dus ik ging erop in. Gedurende het gesprek gaf diegene aan dat ze door de toestelwissel niet in haar mobiel bankieren app kon en dat ze een rekening moest betalen die dag dus dat ze mijn hulp hierbij nodig had. Ze gaf aan dat ze het meteen terug zou betalen als ze weer in haar bankieren app kon. Omdat ik dit begreep en me kon voorstellen dat dat zo was heb ik gevraagd hoeveel. Ik heb op 22 november 2021 een betaling van € 1.000,-- gedaan naar bankrekeningnummer [rekeningnummer 3] ten name van [naam 4] .
9. het proces-verbaal van aangifte van [naam 4] van 29 november 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, pagina’s 570-5749:
Op 21 november 2021 werd ik op de Bosweg aangesproken door [naam 5] . [naam 5] zei: “Ik moet je pinpas hebben”. Er kwam nog een jongen aanlopen. Het was een Negroïde jongen, hij droeg een enkelband en ik hoorde zijn naam, namelijk [verdachte] . Ik was zo bang, omdat ze bleven dreigen. Ik heb toen aan de [naam 5] mijn ABN-AMRO bankpas gegeven. Op 22 november 2021 werd ik opgehaald en heb ik bij de Albert Heijn voor € 178,-- moeten pinnen. Ook [naam 5] heeft met mijn pas geld gepind € 650,--. Daarna heb ik voor € 5,95 gepind bij de Plus-markt.
10. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] van 15 juni 2022, met bijlage, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, pagina’s 839-843:
Op 14 februari 2022 heb ik de bevraagde gegevens van [naam 4] van de bank ontvangen en nader onderzocht. Hieruit kan het volgende worden vastgesteld:
- op 22-11-2021 om 18.24 uur een bedrag van 1.000,00 euro op de rekening wordt gestort, afkomstig van [rekeningnummer 6] op naam van [naam 7] en [aangever 6] .
- op 22-11-2021 om 18.31 uur wordt er een bedrag van 650.00 euro is gepind aan [adres 2] in Hengelo met pasnummer [nummer] .
- op 22-11-2021 om 18.43 uur een bedrag van 178,00 euro bij Albert Heijn Bijen is gepind met pasnummer [nummer] . Deze supermarkt is gevestigd aan de Uitslagsweg in Hengelo.
- op 22-11-2021 om 18.56 uur een bedrag van 5.95 euro bij de supermarkt Plus aan het Agathaplein in Hengelo met pasnummer [nummer] is gepind.
11. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] van 15 juni 2022, met bijlage, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, pagina’s 851-867:
Ik zag op deze screens dat de enkelband van [verdachte] op 21 november 2021 om 15.04 uur de Bosweg in Enschede uitstraalde.
Ten aanzien van parketnummer 08/075454-23 onder 1 primair en 4
1. het proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] van 30 juni 2022, met bijlage, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, pagina’s 594-601:
Op 29 juni 2022 werd ik gebeld. Ik hoorde een mannenstem die zei dat hij van de afdeling fraude was en dat er meerdere keren geprobeerd was om grote geld bedragen weg te halen. Om het probleem te kunnen oplossen zei [naam 8] dat ik een app moest downloaden. [naam 8] zei dat ik Any Desk moest installeren. Nadat het Any Desk geïnstalleerde was moest ik inloggen op mijn mobiel bankieren. [naam 8] zei dat ik mijn geld moest gaan veiligstellen van mijn rekening naar een beveiligde rekening. Dit bankrekening nummer betrof: [rekeningnummer 4] , op naam van [naam 6] . Het bedrag wat ik overmaakte op advies van [naam 8] betrof € 4.712,34.
2. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] van 1 augustus 2022, met bijlage, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, pagina’s 404-408, 410:
Op 30 juli 2022 deed ik onderzoek in de data van de in beslag genomen iPhone
6S van verdachte [verdachte] .
Ik zag dat er in de data van genoemde telefoon een gesprek middels de applicatie Snapchat stond tussen de gebruiker van de telefoon met het account [naam 1] en [alias medeverdachte 2] . Het was door mij reeds bevonden dat [alias medeverdachte 2] in gebruik was bij [medeverdachte 2] .
Afbeelding 2
Op genoemde afbeelding is een bankpas te zien op naam van [naam 6] met bankrekening [rekeningnummer 4] . Op 27 juni 2022 werd deze bankpas door [medeverdachte 2] naar [verdachte] gestuurd.
3. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] van 22 december 2022, met bijlage, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, pagina’s 497-499, 504:
Op 12 december 2022 deed ik onderzoek in de data van de in beslag genomen iPhone 12 van verdachte [medeverdachte 2] . Ik bekeek de tijdslijn van de data en keek op de dagen dat de oplichtingen gepleegd waren van de in dit dossier opgenomen zaken en zag dat er een aantal screenshots opgeslagen waren welke betrekking leken te hebben op deze oplichtingen.
#20: Screenshot van een gesprek waar ik de layout van Snapchat herken. Er zijn geen
profielnamen zichtbaar, deze is onleesbaar gemaakt. Te lezen valt dat iemand de
gegevens van de vis stuurt. Het is mij ambtshalve bekend dat de term vis gebruikt
wordt voor slachtoffers van oplichting. Ik las in de tekst het volgende:
[aangever 1]
[adres 3]
is zijn adres
[geboortedatum 2] -77.
Ten aanzien van parketnummer 08/075454-23 onder 2 en 3
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 28 maart 2023, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
het proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] van 28 juni 2022, met bijlage, pagina’s 602-610;
het proces-verbaal van aangifte van [aangever 3] van 28 juni 2022, met bijlage, pagina’s 611-621.