Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
meer subsidiair:samen met een ander die [aangever] heeft mishandeld.
3.De voorvragen
4.De bewijsmotivering
Fuck man’. Om een veilige afstand te bewaren tussen aangever en zichzelf, heeft verdachte aangever één duw gegeven en hem gesommeerd om weg te gaan. Verdachte zag dat zijn duw geen effect had. Aangever kwam wederom op hem af, met een agressieve houding. Aangever had gefronste wenkbrauwen en nam een gevechtshouding aan. Hierop heeft verdachte aangever één low-kick gegeven en hem wederom gesommeerd zich te verwijderen. Aangever bleef agressief en opgefokt aanwezig, waarop verdachte met zijn wapenstok twee klappen op zijn been heeft gegeven om hem te verwijderen. Deze klappen hadden geen effect. Verdachte en [medeverdachte] hebben aangever vervolgens met integrale beroepsvaardigheidstechnieken onder controle gebracht en aangehouden voor het verstoren van de openbare orde. [2]
lowkicken twee klappen met de wapenstok gegeven. Toen dat niet hielp heeft verdachte zich afgevraagd hoe ver hij moest gaan. Hij zag toen dat [medeverdachte] terug kwam rennen. Hij heeft toen besloten niet meer geweld te gebruiken, heeft zijn wapenstok opgeborgen en is alsnog overgegaan op de aanhouding. [3]
Direct hierop werd ik, voor ik het wist, van meerdere kanten geslagen door de kale agent en de kleinere agent. Ik werd het meest geslagen door de kale agent. Ik zag dat de kale agent zijn wapenstok pakte en mij sloeg op mijn linkerbovenbeen, mijn linkeronderarm op mijn linkerschouder. Ik zag dat de kleinere agent mij ook op mijn been sloeg. Hierna gooide de kleinere agent mij op de grond en begon mij te boeien. lk lag op mijn buik en de boeien werden op mijn rug vast gezet. Op mijn heup zat een blauwe plek van 15 bij 10 centimeter. Daarnaast is mijn linkeronderarm gebroken. Ik weet vrijwel zeker dat mijn arm gebroken is door het geweld dat deze kale agent uitoefende met zijn wapenstok op mijn linkeronderarm. Ik ben namelijk niet op mijn arm gevallen of zo. Ook had ik een grote zwelling op mijn linker onderarm. Ik moest geopereerd worden. Er is, middels een operatie, een metalen plaat tegen het bot geplaatst, zodat deze weer recht gaat groeien. Hier houd ik een litteken aan over.’ [6]
Ik ben toen meerdere keren (…) geslagen. Aan mij is gevraagd om naar de grond te gaan, maar uit reactie probeerde ik meer mijn gezicht te beschermen dan dat ik luisterde naar wat er gebeurde. Ja, ik heb gehoord dat ik moest gaan. Ik ben met de wapenstok op mijn been (…)en
(…) vooral op mijn arm geraakt, omdat ik mijn arm redelijk hoog had om daarmee mijn gezicht te beschermen. De agenten hebben beiden met de wapenstok geslagen.’ [7]
primairten laste gelegde dus wettig en overtuigend bewezen.
primairten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat:
5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
De politie heeft tot taak in ondergeschiktheid aan het bevoegd gezag en in overeenstemming met de geldende rechtsregels te zorgen voor de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven.’
De ambtenaar van politie die is aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, is bevoegd in de rechtmatige uitoefening van zijn bediening geweld of vrijheidsbeperkende middelen te gebruiken, wanneer het daarmee beoogde doel dit, mede gelet op de aan het gebruik hiervan verbonden gevaren, rechtvaardigt en dat doel niet op een andere wijze kan worden bereikt. Aan het gebruik van geweld gaat zo mogelijk een waarschuwing vooraf.’
De uitoefening van de bevoegdheden, bedoeld in het eerste tot en met zesde lid, dient in verhouding tot het beoogde doel redelijk en gematigd te zijn.’
6.De vordering van de benadeelde partij
7.De toegepaste wettelijke voorschriften
8.De beslissing
geen strafbaar feitoplevert en
ontslaatverdachte met het oog daarop
van alle rechtsvervolging;
benadeelde partij [aangever], die ten aanzien van het aan verdachte ten laste gelegde een vordering tot schadevergoeding heeft ingediend, in het geheel
niet-ontvankelijkis in de vordering en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;