ECLI:NL:RBOVE:2023:1282

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
11 april 2023
Publicatiedatum
11 april 2023
Zaaknummer
08-963609-21 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in zaak van ambtelijke omkoping

In de zaak voor de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, is een 41-jarige man vrijgesproken van de verdenking van ambtelijke omkoping. De rechtbank heeft op 11 april 2023 uitspraak gedaan na een openbare terechtzitting op 28 maart 2023. De officier van justitie, M.R.A. van IJzendoorn, had de verdachte beschuldigd van het omkopen van een politieambtenaar om vertrouwelijke informatie te verkrijgen uit politiesystemen. De tenlastelegging omvatte meerdere feiten die zich zouden hebben voorgedaan tussen 1 januari 2019 en 23 maart 2021 in verschillende plaatsen in Nederland.

Tijdens de zitting heeft de verdediging, vertegenwoordigd door mr. G.F. Schadd, gepleit voor vrijspraak. De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte en de inhoud van het dossier zorgvuldig gewogen. Hoewel er aanwijzingen waren van contact tussen de verdachte en de politieambtenaar, en er onverklaarde geldbedragen waren, oordeelde de rechtbank dat deze feiten niet voldoende bewijs opleverden voor de beschuldiging van ambtelijke omkoping. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet bewezen kon worden dat hij de politieambtenaar had omgekocht, en sprak hem daarom vrij.

De rechtbank benadrukte dat het contact tussen de verdachte en de politieambtenaar niet ongebruikelijk was, gezien hun vriendschap. De onverklaarde herkomst van geld en de vingerafdrukken op een bankbiljet werden niet als voldoende bewijs gezien om tot een veroordeling te komen. De beslissing om vrij te spreken werd genomen in het belang van de rechtszekerheid en de waarheidsvinding.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08-963609-21 (P)
Datum vonnis: 11 april 2023
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1982 in [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 28 maart 2023.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie M.R.A. van IJzendoorn en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. G.F. Schadd, advocaat te Arnhem, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte een politieambtenaar heeft omgekocht om vertrouwelijke informatie te verkrijgen uit politiesystemen.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2019 tot en met 23 maart 2021 te Didam en/of Elst en/of Lent en/of Nijmegen en/of elders in Nederland (telkens) tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen meermalen, althans eenmaal, een ambtenaar van de politie (Generalist GGP/hoofdagent van politie, werkzaam bij Basisteam Rivierenland-West in Elst), genaamd [naam 1] , één of meer gift(en) heeft/hebben gedaan, en/of aangeboden, te weten één of meer geldbedragen, (telkens) met het oogmerk om die [naam 1] te bewegen in zijn bediening, iets te doen, te weten (telkens):het bevragen van een of meer politiesystemen op (vertrouwelijke) informatie met betrekking tot hemzelf, te weten [verdachte] (geboren op [geboortedatum 1] 1982) en/of de perso(o)n(en) [naam 2] (geboren op [geboortedatum 2] 1984) en/of [naam 3] (geboren op [geboortedatum 3] 1970) en/of [naam 4] (geboren op [geboortedatum 4] 1979) en/of [naam 5] (geboren op [geboortedatum 5] 1991) en/of [medeverdachte] (geboren op [geboortedatum 6] 1983) en/of de aan voornoemde personen te relateren administratieve gegevens en/of persoonsgegevens en/of (opsporings)onderzoeken en/of incidenten en/of kenteken(s) ( [kenteken] )en/of (vervolgens) die (vertrouwelijke) informatie uit een of meer politiesystemen aan verdachte en/of zijn mededader(s) en/of (een) andere daartoe niet-gerechtigde perso(o)n(en)/derde(n) te verstrekken en/of te openbaren.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vindt dat het feit wettig en overtuigend bewezen kan worden.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman bepleit dat verdachte vrijgesproken moet worden.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Uit het dossier volgt dat politieambtenaar [naam 1] meermalen niet-werkgerelateerde bevragingen heeft gedaan in politiesystemen. Deze bevragingen zagen onder andere meermalen op informatie over verdachte en op een kenteken en personen die te relateren zijn aan verdachte. Verdachte en [naam 1] hadden veelvuldig telefonisch contact en ook ontmoetten zij elkaar op regelmatige basis. [naam 1] heeft ongeveer € 25.000,-- aan contanten op de gezamenlijke rekening van hem en zijn echtgenote gestort, alsmede op de rekeningen van zijn twee minderjarige dochters, welk geld hij vervolgens doorstortte naar zijn eigen rekening, zonder dat hij een goede verklaring heeft voor de herkomst van dit geld. Op een twintig eurobiljet dat onderdeel uitmaakte van een groter geldbedrag dat in de auto van [naam 1] in beslag is genomen, is een vingerafdruk aangetroffen. Na dactyloscopisch onderzoek is verdachte aangewezen als de donor van dit dactyloscopisch spoor. Verdachte heeft deze feiten niet betwist, maar ontkent dat [naam 1] de bevragingen in zijn opdracht deed en dat verdachte hem daarvoor betaalde.
De rechtbank is van oordeel dat het voorgaande, de verklaring van verdachte ter zitting en de overige inhoud van het dossier niet tot een veroordeling voor ambtelijke omkoping kunnen leiden. Het feit dat [naam 1] en verdachte veelvuldig contact hadden is op zichzelf niet vreemd nu zij vrienden waren. Datzelfde zou de reden kunnen zijn waarom vingerafdrukken van verdachte op een bankbiljet in het bezit van [naam 1] zijn aangetroffen. De rechtbank is van oordeel dat het contact tussen [naam 1] en verdachte, de niet-werkgerelateerde bevragingen door [naam 1] en de onverklaarde inkomsten van [naam 1] , ondanks dat het dossier vragen oproept, niet zonder meer tot de conclusie leiden dat verdachte [naam 1] giften heeft gedaan om hem te bewegen vertrouwelijke informatie uit de politiesystemen te verstrekken. De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte ten laste is gelegd en zal hem daarom vrijspreken.
5. De beslissing
Vrijspraak
- De rechtbank verklaart
niet bewezendat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en
spreekthem daarvan
vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Melaard, voorzitter, mr. M.J.A.L. Beljaars en mr. A.J. de Loor, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Y.W. van den Bosch, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 11 april 2023.