ECLI:NL:RBOVE:2023:1246

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
4 april 2023
Publicatiedatum
6 april 2023
Zaaknummer
294399 KG RK 23-126
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kennelijke niet-ontvankelijkheid van wrakingsverzoek tegen de rechtbank Overijssel

Op 4 april 2023 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Overijssel een beslissing genomen in een wrakingsverzoek van een verzoeker uit Enschede. Het verzoek tot wraking was ingediend op 18 maart 2023 en ontving de rechtbank op 21 maart 2023. De verzoeker stelde dat de onpartijdigheid van de rechtbank in het geding was, maar het verzoek was gericht tegen de gehele rechtbank Overijssel, wat niet in overeenstemming is met de wettelijke vereisten voor een wrakingsverzoek. Volgens artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht kan een wrakingsverzoek alleen worden ingediend tegen een specifieke rechter die de zaak behandelt. De wrakingskamer oordeelde dat het verzoek niet-ontvankelijk was omdat het niet gericht was tegen een individuele rechter, maar tegen het gehele college van de rechtbank.

De wrakingskamer baseerde haar beslissing ook op het wrakingsprotocol van de rechtbank Overijssel, waarin is bepaald dat een verzoek tot wraking zonder behandeling ter zitting kan worden afgewezen als het verzoek zich richt tegen het hele college. Gezien deze omstandigheden heeft de wrakingskamer het verzoek tot wraking buiten behandeling gesteld. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK OVERIJSSEL

Wrakingskamer
Zaaknummer: 294399 KG RK 23-126
Beslissing van 4 april 2023
in de zaak van
[verzoeker],
[adres] in Enschede,
verzoeker tot wraking.

1.Het wrakingsverzoek

1.1.
Verzoeker heeft bij brief van 18 maart 2023, die door de rechtbank is ontvangen op 21 maart 2023, schriftelijk het verzoek gedaan tot wraking van ‘de rechtbank Overijssel’.

2.De beoordeling

2.1
Artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht bepaalt dat de rechter die een zaak behandelt kan worden gewraakt op grond van feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Hieruit volgt dat een wrakingsverzoek alleen kan worden ingediend tegen een rechter die de zaak behandelt.
Het door verzoeker ingediende verzoek tot wraking is gericht tegen alle leden van de rechtbank en daarmee dus geen wrakingsverzoek in de zin van de wet. Verzoeker is daarom niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking.
2.2
In paragraaf 5.2 onder 2 aanhef en onder e van het wrakingsprotocol van de rechtbank Overijssel – op internet te raadplegen via www. rechtspraak.nl – is bepaald dat de wrakingskamer het verzoek tot wraking zonder behandeling ter zitting aanstonds niet-ontvankelijk kan verklaren als het verzoek is gericht tegen het hele college. De wrakingskamer zal het verzoek tot wraking daarom wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid buiten behandeling stellen.

3.De beslissing

De wrakingskamer:
  • verklaart verzoeker kennelijk niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking;
  • stelt het verzoek tot wraking buiten behandeling.
Deze beslissing is gegeven door mrs. A. van Holten, A.E. Zweers en A.M.S. Kuipers en in tegenwoordigheid van de griffier mr. J.P. Ponsteen en in het openbaar uitgesproken op 4 april 2023.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.