Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het wrakingsverzoek
2.De beoordeling
3.De beslissing
- verklaart verzoeker kennelijk niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking;
- stelt het verzoek tot wraking buiten behandeling.
Rechtbank Overijssel
Op 4 april 2023 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Overijssel een beslissing genomen in een wrakingsverzoek van een verzoeker uit Enschede. Het verzoek tot wraking was ingediend op 18 maart 2023 en ontving de rechtbank op 21 maart 2023. De verzoeker stelde dat de onpartijdigheid van de rechtbank in het geding was, maar het verzoek was gericht tegen de gehele rechtbank Overijssel, wat niet in overeenstemming is met de wettelijke vereisten voor een wrakingsverzoek. Volgens artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht kan een wrakingsverzoek alleen worden ingediend tegen een specifieke rechter die de zaak behandelt. De wrakingskamer oordeelde dat het verzoek niet-ontvankelijk was omdat het niet gericht was tegen een individuele rechter, maar tegen het gehele college van de rechtbank.
De wrakingskamer baseerde haar beslissing ook op het wrakingsprotocol van de rechtbank Overijssel, waarin is bepaald dat een verzoek tot wraking zonder behandeling ter zitting kan worden afgewezen als het verzoek zich richt tegen het hele college. Gezien deze omstandigheden heeft de wrakingskamer het verzoek tot wraking buiten behandeling gesteld. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.