In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 28 maart 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Woonbedrijf ieder1 en een huurder, aangeduid als [gedaagde]. De kern van het geschil betreft de vraag of [gedaagde] zijn huurwoning moet verlaten en ontruimen vanwege ernstige overlast die hij veroorzaakt. Woonbedrijf ieder1, de verhuurder, stelt dat [gedaagde] gebonden is aan zijn schriftelijke huuropzegging van 12 januari 2023, maar de kantonrechter oordeelt dat deze huuropzegging niet rechtsgeldig is. De rechter concludeert dat [gedaagde] niet in staat was om de gevolgen van zijn opzegging te overzien, gezien zijn kwetsbare situatie en psychische problemen. Desondanks oordeelt de kantonrechter dat er voldoende bewijs is van ernstige en structurele overlast door [gedaagde], waaronder geluidsoverlast, ruzies en het gebruik van drugs. De rechter wijst de vordering van Woonbedrijf ieder1 tot ontruiming toe, maar geeft [gedaagde] een termijn van acht weken om de woning te verlaten, rekening houdend met zijn kwetsbare positie. Tevens wordt [gedaagde] veroordeeld tot betaling van de proceskosten.