ECLI:NL:RBOVE:2023:1170

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
31 maart 2023
Publicatiedatum
31 maart 2023
Zaaknummer
08.284171.22 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot afpersing en verboden wapenbezit door een 78-jarige verdachte

Op 31 maart 2023 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de zaak tegen een 78-jarige verdachte, die werd beschuldigd van poging tot afpersing en verboden wapenbezit. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, en kreeg een contactverbod met de aangever. De zaak kwam aan het licht na een reeks bedreigingen aan het adres van de aangever, die werkzaam is bij de Belastingdienst. De verdachte had in de periode van 17 juni 2021 tot en met 7 november 2022 geprobeerd de aangever te dwingen tot de afgifte van 304.000 euro door middel van geweld en bedreiging. Dit gebeurde onder andere via handgeschreven brieven en telefonische bedreigingen, waarin de verdachte de aangever waarschuwde voor de gevolgen als hij niet zou betalen. Tijdens de doorzoeking van de woning van de verdachte werd een revolver en munitie aangetroffen, wat leidde tot de aanklacht van verboden wapenbezit. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan de tenlastegelegde feiten, mede op basis van DNA-bewijs en getuigenverklaringen. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de impact op de aangever, die zich en zijn gezin bedreigd voelden. De verdachte, die geen eerdere strafbare feiten had gepleegd, kreeg een deels voorwaardelijke straf, waarbij de rechtbank de kans op recidive als laag inschatte.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08.284171.22 (P)
Datum vonnis: 31 maart 2023
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] in [woonplaats 2] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 10 maart 2023 en van 17 maart 2023.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. L. Bronkhorst en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. T. Geerdink, advocaat in Borne, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:heeft geprobeerd [aangever] – werkzaam bij de Belastingdienst – af te persen dan wel dat hij heeft geprobeerd door dreiging met geweld [aangever] te dwingen € 304.000,-- bij het kantoor van de Belastingdienst op te halen dan wel dat hij [aangever] heeft bedreigd;
feit 2:een revolver en munitie voorhanden heeft gehad.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1
hij in of omstreeks de periode van 17 juni 2021 tot en met 7 november 2022 te
Overdinkel en/of Oldenzaal
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld
[aangever] te dwingen tot de afgifte van 304.000,00 euro, in elk geval enig goed,
dat/die geheel of ten dele aan de Belastingdienst, in elk geval aan de Belastingdienst
en/of een derde
toebehoorde(n)
- een brief heeft gestuurd naar die [aangever] waarin hij die [aangever] vraagt om
voornoemd geldbedrag bij kantoor op te halen en/of in die brief heeft opgenomen
“hoe meer u dit rond spreekt, des te groter de gevolgen” en/of “denk aan fam.
ongeluk-brand”,
- die [aangever] een enveloppe heeft gestuurd met daarin o.a. een mobiele telefoon
en/of een brief met daarop geschreven adressen van familieleden en kennissen,
- die [aangever] heeft gebeld en heeft gezegd: “ik krijg nog geld van jou” en/of “dat
weet je best. Ik heb je een brief gestuurd en een telefoon gestuurd” en/of “en
binnenkort kom ik dat geld halen” en/of “maar dat geld komt er” en/of heeft gezegd
dat hij, verdachte, dat geld van die [aangever] zal krijgen en/of “je hoort nog van
me” en/of “ik ben in de buurt”,
- tegen die [aangever] in een telefoongesprek heeft gezegd “nou, u zorgt gewoon
voor dat u dat geld krijgt, u doet het maar in een plastic zak, een tapeje erom en dan
euh melden we ons wel. Maar hoe meer bombarie u eraan geeft, aan familie of
kennissen of politie of weet ik het wat, des te moeilijker wordt het” en/of “we wilden
eigenlijk geen dreigementen, van u krijgt een ongeluk met de auto, of uw familie
gebeurt wat, of lekke banden of brand”,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
Hij in of omstreeks de periode van 17 juni 2021 tot en met 7 november 2022 te
Overdinkel en/of Oldenzaal,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
een ander, te weten [aangever] ,
door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of
enige andere feitelijkheid gericht tegen die ander en/of derden, te weten [aangever]
wederrechtelijk te dwingen iets te doen, niet te doen en/of te dulden, te
weten:
- een brief heeft gestuurd naar die [aangever] waarin hij die [aangever] vraagt om
304.000,00 euro geldbedrag bij kantoor op te halen en/of in die brief heeft
opgenomen “hoe meer u dit rond spreekt, des te groter de gevolgen” en/of “denk
aan fam. ongeluk-brand”,
- die [aangever] een enveloppe heeft gestuurd met daarin o.a. een mobiele telefoon
en/of een brief met daarop geschreven adressen van familieleden en kennissen,
- die [aangever] heeft gebeld en heeft gezegd: “ik krijg nog geld van jou” en/of “dat
weet je best. Ik heb je een brief gestuurd en een telefoon gestuurd” en/of “en
binnenkort kom ik dat geld halen” en/of “maar dat geld komt er” en/of heeft gezegd
dat hij, verdachte, dat geld van die [aangever] zal krijgen en/of “je hoort nog van
me” en/of “ik ben in de buurt”,
- tegen die [aangever] in een telefoongesprek heeft gezegd “nou, u zorgt gewoon
voor dat u dat geld krijgt, u doet het maar in een plastic zak, een tapeje erom en dan
euh melden we ons wel. Maar hoe meer bombarie u eraan geeft, aan familie of
kennissen of politie of weet ik het wat, des te moeilijker wordt het” en/of “we wilden
eigenlijk geen dreigementen, van u krijgt een ongeluk met de auto, of uw familie
gebeurt wat, of lekke banden of brand”,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
Hij in of omstreeks de periode van 17 juni 2021 tot en met 7 november 2022 te
Overdinkel en/of Oldenzaal
[aangever] heeft bedreigd met
- enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen
en/of goederen ontstaat, en/of
- brandstichting,
door:
- een brief heeft te sturen naar die [aangever] waarin hij die [aangever] vraagt om
304.000,00 euro geldbedrag bij kantoor op te halen en/of in die brief te schrijven
“hoe meer u dit rond spreekt, des te groter de gevolgen” en/of “denk aan fam.
ongeluk-brand”,
- die [aangever] een enveloppe te sturen met daarin o.a. een mobiele telefoon en/of
een brief met daarop geschreven adressen van familieleden en kennissen,
- die [aangever] te bellen en te zeggen: “ik krijg nog geld van jou” en/of “dat weet je
best. Ik heb je een brief gestuurd en een telefoon gestuurd” en/of “en binnenkort
kom ik dat geld halen” en/of “maar dat geld komt er” en/of heeft gezegd dat hij,
verdachte, dat geld van die [aangever] zal krijgen en/of “je hoort nog van me” en/of
“ik ben in de buurt”,
- tegen die [aangever] in een telefoongesprek te zeggen: “nou, u zorgt gewoon voor
dat u dat geld krijgt, u doet het maar in een plastic zak, een tapeje erom en dan euh
melden we ons wel. Maar hoe meer bombarie u eraan geeft, aan familie of
kennissen of politie of weet ik het wat, des te moeilijker wordt het” en/of “we wilden
eigenlijk geen dreigementen, van u krijgt een ongeluk met de auto, of uw familie
gebeurt wat, of lekke banden of brand”;
2
hij op of omstreeks 7 november 2022 te Overdinkel
- een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te
weten een revolver merk Reck, type R20, kaliber 4, zijnde een vuurwapen in de vorm
van een revolver en/of
- meerdere stuks munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten
een doosje gevuld met 4mm Flobert central vuur patronen, 100 stuks kaliber .22 lr
en/of 6 kogelpatronen kaliber .22 lr
voorhanden heeft gehad.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Feit 1
4.1.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het primair tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
4.1.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft bepleit dat de overtuiging dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan hetgeen hem onder feit 1 is tenlastegelegd ontbreekt, zodat integrale vrijspraak van feit 1 moet volgen.
4.1.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het primair tenlastegelegde feit heeft begaan.
De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
De feiten en omstandigheden
De rechtbank gaat uit van de volgende, aan wettige en in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen, ontleende feiten en omstandigheden.
- De berichten
Op 17 juni 2021 ontvangt [aangever] (hierna: [aangever] ) op zijn woonadres in Oldenzaal een aan hem geadresseerde envelop. In die envelop zit een handgeschreven brief met daarop de volgende tekst:
“Beste Belasting Dienst.
Wij kozen U omdat U veel ervaring hebt met organiseren
we zijn ten einde raad 2 gescheiden 2 uit elkaar: dat komt door?!
alles wat we dachten gedaan te hebben
en aan toeslagen of bel.voordeel te mogen hebben ontvangen. Het grootste
werk deel = voldaan, maar nu blijkt, werk er niemand meer mee
Gaswininng-Beltoeslagen-kinderdagverbl
Hypotheek of bank credit.
daarom vragen we U. om 304.000
Bij uw kantoor op te Halen en gereed
voor nader bericht. Hoe meer u dit rond spreekt, des te groter de gevolgen.
want wij gaan voorlopig Uit N.L. om alles te overdenken. Denk aan fam.
ongeluk-Brand. Bericht volgt
Binnen 14 dagen - [telefoonnummer 1] ”
[aangever] is werkzaam bij de Belastingdienst. Zijn teamleider doet aangifte.
Op 16 december 2021 ziet [aangever] in de app van PostNL dat hij die dag een brief zal ontvangen. In die app staat ook een foto van de envelop. [aangever] ziet dat het handschrift en de schrijfstijl op de envelop overeenkomen met het handschrift en de schrijfstijl op de envelop en brief die hij op 17 juni 2021 heeft ontvangen. Zodra [aangever] de envelop heeft ontvangen, stopt hij deze in een plastic zakje en levert deze af bij het politiebureau. Op de envelop is met een dikke stift “breekbaar” geschreven. De inhoud van de envelop bestaat uit twee handgeschreven briefjes, een mobiele telefoon van het merk Fysic en een oplader. Op het ene briefje staat onder meer:
“Meneer [aangever] we vragen van U ? 304.000,= want we staan op de rand van de afgrond
Vader staat geeft niks Cadeau daarom : graas te verdelen gebruikte Billets
Om de toeslagen en Belasting terug te kunnen betalen in 2021. Bezittingen en Huwelijk = allemaan Al weg
Dus er is niets meer om over te (niet leesbaar)
Vragen. We gaan gewoon werken (onleesbaar) en wonen vlak over de grens en kunnen dus in de ca 14 dagen alles
goed overzien.”
Ook staan op dit briefje, maar ook op het andere briefje in de envelop, adressen en telefoonnummers van enkele familieleden en andere personen met de naam [aangever] opgesomd.
Op 7 september 2022 wordt [aangever] gebeld door een voor hem onbekend nummer, te weten [telefoonnummer 2] . De beller is een man, die tegen [aangever] zegt: "Ik krijg nog geld van jou".
vraagt de man wat hij bedoelt, waarop de man zegt: "Dat weet je best. Ik heb je een brief gestuurd en een telefoon gestuurd en binnenkort kom ik dat geld halen". De man zegt vervolgens: “Dat geld komt er.” Hij zegt dat hij € 304.000,-- van [aangever] krijgt. Ook spreekt de man weer over toeslagen. Het laatste wat de man zegt is: “Je hoort nog van me. Ik ben in de buurt”.
Op 18 oktober 2022 wordt [aangever] wederom gebeld door een voor hem onbekend telefoonnummer, te weten [telefoonnummer 3] . Zodra [aangever] opneemt, zegt de mannelijke beller: “Met [verdachte] . Goeiendag. Tot de volgende keer.”
Vervolgens wordt [aangever] op 27 oktober 2022 nogmaals gebeld door voornoemd telefoonnummer. De beller is wederom een man. Enkele citaten uit dit gesprek:
“Goeiendag, bent u altijd zo schrikkerig, meneer [aangever] ?
Ik wou graag van de Belastingdienst 304.000 euro ontvangen, en wel in de buurt van 15 november, want dan hebben we geen geld meer en we moeten toch de winter zien door te komen en dan melden we ons wel weer.”
“Nou, u zorgt gewoon voor dat u dat geld krijgt, dan doe het maar in een plastic zak, een tapeje er om en dan euh melden we ons wel. Maar hoe meer bombarie u er aan geeft, aan familie of kennissen of politie of weet ik het wat, des te moeilijker wordt het.”
“We wilden eigenlijk geen (NTV) geen dreigementen van u krijgt een ongeluk met de auto, of uw familie gebeurt wat, of lekke banden of brand, dat willen we allemaal niet. Maar het probleem is als u zegt van nee, en we melden ons de volgende keer, en u zegt van nee, dan kan er van alles gebeuren.”
Ook heeft de beller het weer over “Vadertje Staat” en “toeslagen”.
Tussenconclusie
Op grond van de specifieke inhoud van de brieven en de telefoongesprekken, het feit dat de beller verwijst naar eerdere contacten die er met [aangever] zijn geweest of berichten die naar [aangever] zijn gestuurd, stelt de rechtbank vast dat sprake is van een directe en onlosmakelijke samenhang tussen de brieven die [aangever] heeft ontvangen en de telefoontjes die zijn gepleegd en dat deze berichten afkomstig zijn uit één en dezelfde bron.
De vraag die de rechtbank vervolgens dient te beantwoorden is, wie deze bron is.
- Telefoonnummers
1. [telefoonnummer 2]
Zoals hiervoor is beschreven wordt [aangever] op 7 september 2022 gebeld door een voor hem onbekend nummer, te weten [telefoonnummer 2] . Uit onderzoek naar de historische verkeersgegevens van dat telefoonnummer komt naar voren dat dit nummer in de periode van 17 juni 2021 tot en met 7 september 2022 is gebruikt in een mobiele telefoon met het IMEI-nummer [IMEI-nummer 1] .
2. [telefoonnummer 3]
Op 13 oktober 2022 wordt in de mobiele telefoon met IMEI-nummer [IMEI-nummer 1] een nieuw mobiel nummer in gebruik genomen, te weten [telefoonnummer 3] .
Op 18 en 27 oktober 2022 wordt met dat mobiele nummer gebeld naar [aangever] .
Op 18 oktober 2022 wordt ook met dat telefoonnummer gebeld naar het telefoonnummer
[telefoonnummer 4] . Dat laatste nummer staat op naam van verdachte.
Nader onderzoek aan de hand van het telefoonnummer [telefoonnummer 3] levert op dat het een simkaart van Lebara betreft. Lebara heeft de simkaart waaraan dit nummer gekoppeld is op/rond 2 september 2022 ten behoeve van wederverkoop uitgeleverd aan wederverkoper [bedrijf 1] aan de [adres 2] in Losser. Op 11 oktober 2022 omstreeks 12.55 uur is in deze winkel de simkaart geactiveerd en opgewaardeerd.
- [bedrijf 1]
Door de politie is onderzocht wie de klant is die op 11 oktober 2022 omstreeks 12.55 uur de simkaart heeft geactiveerd en opgewaardeerd of dit heeft laten doen aan de hand van de camerabeelden van [bedrijf 1] . Op de beelden is te zien dat dat een oudere man in een rode scootmobiel is. Dat blijkt verdachte te zijn.
Ter zitting zijn deze camerabeelden ook bekeken. Verdachte heeft zichzelf herkend op de camerabeelden.
- Doorzoeking
Bij een doorzoeking van de woning van verdachte wordt een mobiele telefoon met het IMEI-nummer [IMEI-nummer 1] in onderdelen in verschillende lades van een ladekast op verdachtes slaapkamer aangetroffen. Bij die mobiele telefoon wordt een verpakking aangetroffen van een Lebara simkaart met het telefoonnummer [telefoonnummer 3] ; het telefoonnummer waarmee [aangever] is gebeld op 18 en 27 oktober 2022. Ook worden handgeschreven briefjes aangetroffen waarop adresgegevens en telefoonnummers staan die exact overeenkomen met de adresgegevens en telefoonnummers die op de twee briefjes staan die [aangever] op 16 december 2021 heeft ontvangen. De telefoon met het telefoonnummer
[telefoonnummer 4] wordt bij verdachte thuis in de woonkamer aangetroffen.
De in onderdelen in de ladekast aangetroffen mobiele telefoon is een zogenaamde seniorentelefoon van het merk Fysic. In de envelop die [aangever] op 16 december 2021 heeft ontvangen zat een soortgelijke telefoon.
- IMEI-nummers
Door de politie is onderzoek gedaan naar het IMEI-nummer van de telefoon waarmee naar [aangever] is gebeld en het IMEI-nummer van de onder verdachte in beslag genomen mobiele telefoon. Het IMEI-nummer waarmee naar [aangever] is gebeld is [IMEI-nummer 1] . Het IMEI-nummer van de in beslag genomen telefoon is [IMEI-nummer 2] . De eerste acht cijfers van een IMEI-nummer zijn het zogenoemde type goedkeuringsnummer. De daarop volgende zes cijfers zijn het eigenlijke serienummer. Het laatste cijfer is een zogenoemd controle getal. De conclusie van dit onderzoek is dat het IMEI-nummer van de beller en het IMEI-nummer van de inbeslaggenomen mobiele telefoon uniek en identiek zijn aan elkaar.
- DNA
Onder meer de envelop met brieven en de telefoon en het omhulsel, die [aangever] op
16 december 2021 heeft ontvangen, zijn door het Nederlands Forensisch Instituut onderworpen aan een DNA-onderzoek.
Van de tape op de envelop werd een bemonstering genomen. Uit deze bemonstering AAOT2480NL#01 is een DNA-mengprofiel van minimaal twee donoren verkregen, waaruit een enkelvoudig DNA-hoofdprofiel kon worden afgeleid met een matchkans kleiner dan één op één miljard. Het DNA-profiel van verdachte komt overeen met dit profiel.
De rechtbank concludeert hieruit, met inachtneming van de rest van het dossier, dat verdachte donor is van een relatief groot deel van het celmateriaal op de tape op de envelop.
Van de randen en vouwranden van de brieven (AAOT2479NL#01) en van de randen van het papieren omhulsel dat om de telefoon zat en de rugzijden van de stukjes tape die op het papieren omhulsel zaten (AAOT2484NL#01 en #02) werd een bemonstering genomen. Uit deze bemonsteringen is een enkelvoudig DNA-profiel verkregen, met een matchkans van meer dan een miljard. Het DNA-profiel van verdachte komt overeen met dit DNA-profiel. De rechtbank concludeert hieruit, met inachtneming van de rest van het dossier, dat verdachte donor is van het celmateriaal op de randen en vouwranden van de brieven en van de randen van het papieren omhulsel dat om de telefoon zat en de rugzijden van de stukjes tape die op het papieren omhulsel zaten.
- [aangever]
Op 16 januari 2018 is een boekenonderzoek uitgevoerd bij [bedrijf 2] . Verdachte is op dat moment de commanditaire vennoot van deze onderneming. De controlemedewerker die op 26 januari 2018 naar aanleiding van dat boekenonderzoek het rapport heeft opgesteld is
. Op 9 september 2022 ontvangt verdachte de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen over het jaar 2020. Op 21 oktober 2022 moet verdachte een bedrag van bijna € 90.000,-- aan de Belastingdienst betaald hebben.
- Verklaring verdachte
Verdachte heeft iedere betrokkenheid bij het feit ontkend. Verdachte heeft verklaard dat hij [aangever] niet kent en niets weet van het boekenonderzoek bij [bedrijf 2] naar aanleiding waarvan [aangever] een rapport heeft opgesteld. Verdachte heeft naar eigen zeggen geen omvangrijke schulden bij de Belastingdienst. Verdachte heeft verklaard dat hij op 11 oktober 2022 bij [bedrijf 1] is geweest, omdat zijn mobiele telefoon in het water was gevallen. De mobiele telefoon die bij hem thuis in beslag is genomen, heeft hij voor vijf euro gekocht. Hij gebruikte zelf geen prepaid mobiele telefoons. De telefoonnummers waarmee naar [aangever] is gebeld herkent verdachte niet.
De conclusie
De rechtbank heeft hiervoor reeds overwogen dat sprake is van directe en onlosmakelijke samenhang tussen de brieven die [aangever] heeft ontvangen en de telefoontjes die zijn gepleegd en dat deze berichten afkomstig zijn uit een en dezelfde bron. De rechtbank komt op basis van hetgeen hiervoor aan feiten en omstandigheden is opgenomen tot het oordeel dat het verdachte is geweest die de brieven naar [aangever] heeft gestuurd en de telefoontjes met [aangever] heeft gepleegd. De rechtbank baseert zich bij dat oordeel op voornoemde feiten en omstandigheden, die zijn ontleend aan de in de bewijsbijlage opgenomen bewijsmiddelen en die gezamenlijk het bewijs vormen voor het ten laste gelegde feit. De rechtbank betrekt bij haar oordeelsvorming tevens het gegeven dat verdachte in het geheel, maar ook op specifieke onderdelen, bijvoorbeeld met betrekking tot het naar hem herleidbare DNA-bewijs, geen enkele redelijke en aannemelijke verklaring heeft gegeven.
De rechtbank is van oordeel dat op grond van al het voorgaande wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte heeft geprobeerd om [aangever] af te persen.
4.2
Feit 2
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder feit 2 ten laste gelegde op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen.
4.3
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1
hij in de periode van 17 juni 2021 tot en met 7 november 2022 te Overdinkel en Oldenzaal ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [aangever] te dwingen tot de afgifte van 304.000,00 euro, die geheel of ten dele aan de Belastingdienst toebehoorden
- een brief heeft gestuurd naar die [aangever] waarin hij die [aangever] vraagt om voornoemd geldbedrag bij kantoor op te halen en in die brief heeft opgenomen “hoe meer u dit rond spreekt, des te groter de gevolgen” en “denk aan fam. ongeluk-brand”,
- die [aangever] een enveloppe heeft gestuurd met daarin o.a. een mobiele telefoon en een brief met daarop geschreven adressen van familieleden,
- die [aangever] heeft gebeld en heeft gezegd: “ik krijg nog geld van jou” en “dat weet je best. Ik heb je een brief gestuurd en een telefoon gestuurd” en “en binnenkort kom ik dat geld halen” en “maar dat geld komt er” en heeft gezegd dat hij, verdachte, dat geld van die [aangever] zal krijgen en “je hoort nog van me” en “ik ben in de buurt”,
- tegen die [aangever] in een telefoongesprek heeft gezegd “nou, u zorgt gewoon voor dat u dat geld krijgt, u doet het maar in een plastic zak, een tapeje erom en dan euh melden we ons wel. Maar hoe meer bombarie u eraan geeft, aan familie of kennissen of politie of weet ik het wat, des te moeilijker wordt het” en “we wilden eigenlijk geen dreigementen, van u krijgt een ongeluk met de auto, of uw familie gebeurt wat, of lekke banden of brand”, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2
hij op 7 november 2022 te Overdinkel
- een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een revolver merk Reck, type R20, kaliber 4, zijnde een vuurwapen in de vorm van een revolver en
- meerdere stuks munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten een doosje gevuld met 4mm Flobert central vuur patronen, 100 stuks kaliber .22 lr en 6 kogelpatronen kaliber .22 lr voorhanden heeft gehad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 45 en 317 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) en in artikel 26 van de Wet wapens en munitie (WWM). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf:
poging tot afpersing
feit 2
het misdrijf:
handelen in strijd met artikel 26 lid 1 van de WWM en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
en
handelen in strijd met artikel 26 lid van de WWM, meermalen gepleegd.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijftien maanden met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, waarvan drie maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. De officier van justitie heeft daarnaast gevorderd dat aan verdachte de vrijheidsbeperkende maatregel ex. artikel 38v Sr wordt opgelegd, inhoudende een (in)direct contactverbod met [aangever] en een locatieverbod voor Oldenzaal, tenzij er sprake is van een aantoonbare medische noodzaak om Oldenzaal te bezoeken, voor de duur van twee jaren met vijf dagen vervangende hechtenis voor iedere keer dat de maatregel wordt overtreden.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft bepleit dat aan verdachte – in geval van een bewezenverklaring – een straf gelijk aan de door verdachte in voorarrest doorgebrachte tijd moet worden opgelegd. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van langere duur en een onvoorwaardelijke taakstraf lijkt verdachte fysiek niet aan te kunnen. Een geheel voorwaardelijke straf als stok achter de deur zou ook nog kunnen worden opgelegd. De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank wat betreft het locatie- en contactverbod.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Verdachte heeft zich gedurende een periode van anderhalf jaar schuldig gemaakt aan een poging tot afpersing door het slachtoffer herhaaldelijk dreigbrieven te sturen en telefonisch te benaderen. In de brieven en telefoongesprekken werden zowel het slachtoffer zelf als zijn familie en hun adressen en telefoonnummers genoemd. Verdachte heeft met zijn laakbare gedragingen zijn eigen geldelijk belang voorop gesteld en geen rekening gehouden met het leed dat hij bij het slachtoffer en zijn gezin teweeg heeft gebracht. De gevolgen van verdachtes handelen bleven niet alleen beperkt tot (het gezin van) het slachtoffer. Ook in het gemeentehuis, waar het slachtoffer als raadslid actief is, zijn veiligheidsmaatregelen getroffen. Door in de brieven te verwijzen naar familieleden en hun adressen, en in de brieven en telefoontjes te spreken over “wij”, werden de angstgevoelens alleen maar versterkt. Welke impact een en ander heeft gehad is door het slachtoffer ter zitting treffend verwoord tijdens de uitoefening van zijn spreekrecht. Dat verdachte op deze manier heeft geprobeerd om aan een grote som geld te komen, rekent de rechtbank hem zwaar aan.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan verboden wapenbezit en het bezit van bijbehorende munitie. Tegen wapenbezit wordt in de regel streng opgetreden met het oog op de veiligheid van personen en om te voorkomen dat wapens en munitie voor criminele activiteiten worden gebruikt.
Wat betreft de persoon van verdachte heeft de rechtbank allereerst acht geslagen op het hem betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie van 20 februari 2023, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder met politie en justitie in aanraking is geweest.
Daarnaast heeft de rechtbank acht geslagen op de over verdachte opgemaakte reclasseringsadviezen van 14 december 2022 en 2 maart 2023 en de e-mail van
M.A.R. Duiveman, arts in de P.I. Almelo van 20 december 2022. Daaruit komt naar voren dat verdachte 40 jaar lang de eigenaar was van het drukst bezochte café in Overdinkel. Drie jaar geleden hebben verdachte en zijn gezin besloten om het café te sluiten en het pand om te bouwen tot twee woonhuizen. Een van hun dochters heeft het café overgenomen toen verdachte ziek werd. Door verdachtes detentie zijn er financiële tekorten ontstaan. In het contact maakte verdachte een open en sociaalvaardige indruk. Hij toonde een forse kortademigheid en kon slecht zitten op de stoel, waardoor hij zich zichtbaar moest inspannen voor het gesprek. Verdachte kwam terneergeslagen over en raakte regelmatig geëmotioneerd, wat hij door het nemen van adempauzes leek weg te drukken. Oordelend naar zijn leven als succesvolle kroegbaas heeft de reclassering geen vaardigheidstekorten gesignaleerd. Ondanks zijn leeftijd leek verdachte geen opvallende geheugenproblemen te hebben. De insluiting heeft ook forse impact op het welzijn van verdachte gehad. Ondanks zijn zwakke gezondheid is verdachte niet detentieongeschikt. Het risico op recidive, letselschade en op het onttrekken aan voorwaarden wordt ingeschat als laag. Geadviseerd wordt om aan verdachte een geheel voorwaardelijke straf op te leggen, zonder begeleiding van de reclassering.
Gelet op de ernst van de gepleegde feiten en het feit dat verdachte niet detentieongeschikt is, acht de rechtbank oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren passend en geboden. De rechtbank zal een contactverbod met [aangever] als bijzondere voorwaarde stellen. De rechtbank acht het niet noodzakelijk en bovendien voor verdachte te ingrijpend om daarnaast een locatieverbod voor Oldenzaal op te leggen. De rechtbank ziet geen reden om een vrijheidsbeperkende maatregel op grond van artikel 38v Sr op te leggen, nu verdachte first offender is en de reclassering het risico op recidive heeft ingeschat als laag.
7.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
Verdachte heeft ter zitting afstand gedaan van verschillende in beslag genomen goederen.
De rechtbank neemt daarom geen beslissing over het beslag.

8.De schade van benadeelde

8.1
De vordering van de benadeelde partij
[aangever] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van
€ 1.500,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. Dit betreft immateriële schade.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering volledig voor toewijzing vatbaar is, te vermeerderen met de wettelijke rente.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vordering in verband met de bepleite vrijspraak van feit 1. Subsidiair heeft de raadsman aangevoerd dat de vordering niet-ontvankelijk moet worden verklaard, dan wel moet worden afgewezen dan wel aanzienlijk gematigd moet worden, omdat het slachtoffer niet voortdurend is afgeperst, maar met tussenpozen van ongeveer een half jaar en zich niet altijd angstig heeft gevoeld. Daarnaast heeft de raadsman bepleit om de gijzeling op één dag te bepalen, omdat verdachte hernieuwde detentie niet aan kan.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadepost is onvoldoende betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 1.500,--, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
8.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij heeft verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door feit 1 is toegebracht.
Als door de verdachte niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met 25 dagen gijzeling, nu verdachte niet detentieongeschikt is, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c en 57 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 primair en het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1
het misdrijf:
poging tot afpersing
feit 2
het misdrijf:
handelen in strijd met artikel 26 lid 1 van de WWM en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
en
handelen in strijd met artikel 26 lid van de WWM, meermalen gepleegd
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
4 (vier) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde(n) niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaardedat verdachte:
- gedurende de proeftijd op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken, hebben en/of onderhouden met [aangever] ;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
- wijst de vordering van de benadeelde partij [aangever] toe tot een bedrag van € 1.500,-- (bestaande uit immateriële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij (feit 1): van een bedrag van € 1.500,-- (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 november 2022);
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit 1 tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 1.500,--, (zegge: vijftienhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 november 2022 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 25 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.A.M. Miltenburg, voorzitter, mr. C.C.S. Bordenga-Koppes en mr. M.A.H. Heijink, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B.M. Hoek, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 31 maart 2023.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer 2022416853. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Het proces-verbaal van aangifte van F. Nijhuis van 23 juni 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven op pagina 17 e.v.:
"Ik ben werkzaam als teamleider bij de Belastingdienst en uit dien hoofde namens de directie bevoegd om aangifte te doen namens de Belastingdienst.
Ik doe aangifte van afpersing ten aanzien van een medewerker van mij.
Ik werd afgelopen donderdag 17 juni 2021 gebeld door een medewerker van mij. Dit betrof de heer [aangever] , welke werkzaam is als belastinginspecteur. Hij vertelde dat hij diezelfde middag, donderdag 17 juni 2021, omstreeks 13.30 uur, per post een brief had ontvangen gericht aan hem. Op de enveloppe stond de volgende adressering;
Aan de Hr [aangever]
[adres 3]
Barcode op de enveloppe; ZD8CC #x616M1D#39#1001#
De heer [aangever] heeft de brief geopend en zag dat hierin een handgeschreven briefje zat.
Hierop was de volgende tekst te lezen;
Beste Belasting Dienst.
Wij kozen U omdat U veel
ervaring hebt met organiseren
we zijn ten einde raad 2 gescheiden
2 uit elkaar: dat komt door?!
alles wat we dachten gedaan te hebben
en aan toeslagen of bel.voordeel
te mogen hebben ontvangen. Het grootste
werk deel = voldaan, maar nu blijkt, werk
er niemand meer mee
Gaswininng-Beltoeslagen-kinderdagverbl
Hypotheek of bank credit.
daarom vragen we U. om 304.000
Bij uw kantoor op te Halen en gereed
voor nader bericht. Hoe meer u dit
rond spreekt, des te groter de gevolgen.
want wij gaan voorlopig Uit N.L.
om alles te overdenken. Denk aan fam.
ongeluk-Brand. Bericht volgt
Binnen 14 dagen - [telefoonnummer 1]
Ik hoorde dat de heer [aangever] mij vertelde dat er geen afzender van de brief bekend was. De brief was door de postbode bezorgd. De brief en enveloppe heb ik ontvangen van de heer [aangever] .
Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit.
Het proces-verbaal van verhoor van getuige [aangever] van 23 juni 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven op pagina 22 e.v.:
Ik, [aangever] , belastinginspecteur, werk bij De Belastingdienst en voer mijn werkzaamheden uit binnen de door het programma Veilige Publieke Taak benoemde
publieke taak.
Op donderdag 17 juni 2021, heb ik omstreeks 13.30 uur, per post, een brief ontvangen.
Deze was aan mij als persoon gericht.
Hierop heb ik besloten mijn leidinggevende te bellen en hem van bovenstaande op de hoogte
te stellen. Deze heeft besloten dit niet te accepteren en aangifte te doen namens mij.
Ik ben tevens raadslid bij de gemeente Oldenzaal. Op mijn profiel op de internetpagina van de gemeente Oldenzaal, staat tevens mijn functie bij de belastingdienst vermeld. Dit is dus voor een ieder zichtbaar.
Het telefoonnummer welke in de brief genoemd wordt, betreft een oud, niet werkend
telefoonnummer van ons huisadres. Ik woon met mijn gezin op het genoemde huisadres.
Ik vind het zeer onprettig dat ik op deze manier benaderd word, vanuit mijn functie bij de
belastingdienst. Voor zowel mij, als mijn gezin, wordt het ontvangen van deze brief als ongewenst ervaren en doet dit wat met ons veiligheidsgevoel.
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever] van 21 december 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven op pagina 27 e.v.:
Ik ben werkzaam als belastinginspecteur bij de Belastingdienst en ik doe aangifte van
chantage/ afpersing (poging) en intimidatie. Afgelopen donderdag 16 december 2021 zag ik op mijn app van Postnl dat ik die dag een brief zou ontvangen. In deze app stond ook een foto van de brief. Het handschrift en de schrijfstijl op de enveloppe herkende ik direct omdat ik op 17 juni 2021 van dezelfde persoon een dreig/chantagebrief heb ontvangen. Hierop heb ik direct mijn leidinggevende ingelicht. Vervolgens heb ik nadat ik in kennis was gesteld door Postnl direct een melding gedaan bij de dienstdoende agent op het politiebureau te Oldenzaal. Deze adviseerde mij om de brief niet aan te raken of open te maken en deze brief in een plastic zak te verpakken en af te leveren op het bureau.
Nadat de bovengenoemde brief op 16 december 2021 omstreeks 13:00 uur in mijn
brievenbus lag heb ik deze in een plastic zak gestopt en naar het politiebureau gebracht. Deze enveloppe bevatte duidelijk meer dan alleen een brief. In de enveloppe was een pakketje gestopt. Op de enveloppe stond met een dikke stift geschreven:
!!Breekbaar!! Het originele adres op de enveloppe is [adres 3]
.
Door de verhuisservice van Postnl is deze bezorgd op mijn huidige woonadres. Op het politiebureau in Oldenzaal is vervolgens op donderdag 16 december 2021 omstreeks 15.30 uur in mijn bijzijn de enveloppe geopend. Dit werd gedaan door iemand van een speciale opsporingsdienst. Deze persoon had handschoenen aan bij het openen en uitpakken van de volgende zaken die in de enveloppe zaten:
De inhoud bestond uit twee handgeschreven briefjes, een mobiele telefoon en een
oplader. De tekst de twee handgeschreven briefjes was als volgt:
Brief 1
Meneer [aangever] we vragen van U ? 304.000,= want we staan op de rand van de afgrond.
Vader staat geeft niks Cadeau daarom : graas om te te verdelen gebruikte Billets. Om
de toeslagen en Belasting terug te kunnen betalen in 2021. Bezittingen en Huwelijk =
allemaan Al weg
Dus er is niets meer om over te (niet leesbaar)
Vragen. We gaan gewoon werken (onleesbaar) en wonen vlak over de grens en kunnen dus
in de ca 14 dagen alles goed overzien.
[adres 4]
[adres 5]
[adres 6]
[adres 7]
Brief 2
[adres 3]
[adres 4]
[adres 5]
1) [adres 8]
2) [adres 6]
3) [adres 7]
Deze brief met de hiervoor beschreven inhoud is een duidelijk vervolg op de eerste brief die ik van deze persoon in juni 2021 heb ontvangen. Persoonlijk doet dit veel met mij want de dreiging is nu verzwaard. Met name het feit dat ik sinds juni 2021 niets meer van deze onbekende persoon heb gehoord en dat hij nu na zes maanden een volgende actie onderneemt voelt zeer bedreigend. Te meer omdat hij nu ook adressen en telefoonnummers van enkele familieleden van mij opsomt. Dit zijn de bovenstaande adressen waar nummer 1, 2 en 3 voor staat. De bewoners op de andere adressen zijn geen familie, maar heten wel [aangever] . De afzender van de dreigbrieven is mij niet bekend en dat voedt ook het gevoel van
onveiligheid.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] van 8 november 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven op pagina 30:
Op donderdag 16 december 2021, omstreeks 16:45 uur ben ik verbalisant [verbalisant 1] , in functie als teamleider explosieven (TEV), op verzoek van de meldkamer Twente gegaan
naar het politiebureau te Oldenzaal in verband met verdacht pakketje. Ter plaatse werd ik aangesproken door de aangever die mij een gesloten enveloppe overhandigde.
Ik verbalisant zag dat op de enveloppe de naam en het adres van de aangever was
geschreven en ik zag dat met een zwarte stift "breekbaar" was geschreven.
Omstreeks 17:00 uur heb ik verbalisant in het bijzijn en toestemming van de aangever
de brief geopend. Het openen is gedaan op werkwijze van de forensische opsporing,
zodat later sporen ten behoeve van de opsporing veiliggesteld kunnen worden
De zijkant van de brief is met schaar open geknipt, vervolgens werd door mij verbalisant in enveloppe een handgeschreven brief, gericht aan de aangever aangetroffen. In de enveloppe zat een zwarte telefoon oplader, verpakt in plastic, een zwart USB oplaadsnoer in plastic en een in keukenpapier verpakt voorwerp. Ik verbalisant heb het keukenpapier voorzichtig aan de zijde geopend waar plakband zat bevestigd. Ik verbalisant heb uit deze verpakking een zwarte GSM gehaald. Ik zag dat bij deze GSM, met een geschreven brief was verpakt waarop adressen en telefoonnummers waren geschreven. Ik verbalisant heb gezien de ernst van de zaak de aangever de brieven getoond. Aangever verklaarde dat de adressen gerelateerd zijn aan personen uit zijn familie en kennissen kring.
Vervolgens heb ik verbalisant de aangetroffen goederen en brieven veiliggesteld en verpakt en overgedragen aan de forensische opsporing.
Het proces-verbaal aanvraag benoeming deskundige van verbalisant [verbalisant 2] van 2 februari 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven op pagina 39 e.v.:
Op 16 december 2021 kwam aangever [aangever] met een ongeopende brief aan het politiebureau te Oldenzaal, Noordwal 98.
De brief werd volgens FO normen geopend teneinde de inhoud te kunnen controleren. In de envelop zat - naast de telefoon en lader - een brief waarin wederom gevraagd werd om een bedrag van 304.000 euro. Daarnaast zat er in de envelop een lijst met namen en adressen van familieleden/kennissen van aangever [aangever] .
De envelop en de inhoud worden nu aangeboden voor DNA en Dacty onderzoek.
[afbeelding]
6.
Het geschrift, te weten een rapport onderzoek naar biologische sporen en DNA-onderzoek van 25 maart 2022, opgemaakt en ondertekend door ing. J.H.C. Gits, als deskundige forensisch onderzoek van biologische sporen en DNA werkzaam bij het Nederlands Forensisch Instituut, op pagina 49 e.v.:
[afbeelding]
7.
Het geschrift, te weten een rapport DNA-onderzoek aan een referentiemonster van verdachte, opgemaakt op 18 januari 2023 door ing. J. Harteveld als deskundige forensisch DNA-onderzoek verbonden aan het NFI, met bijlage, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina 181 e.v.:
Het DNA-profiel WAAU1232NL van de verdachte [verdachte] is op
1 december 2022 opgenomen in de Nederlandse DNA-databank voor strafzaken en wordt
sindsdien vergeleken met de daarin aanwezige DNA-profielen. Bij deze vergelijking is tot op
heden één match gevonden. Deze matchende DNA-profielen zijn geregistreerd onder DNA -
profielcluster 54901.
Bovenstaande betekent dat DNA in het sporenmateriaal met het identiteitszegel
AAOT2480NL#01, uit DNA-profielcluster 54901, afkomstig kan zijn van de verdachte
.
[afbeelding]
Het geschrift, te weten een rapport vergelijkend DNA-onderzoek van 26 januari 2023, opgemaakt en ondertekend door ing. J.H.C. Gits, als deskundige forensisch onderzoek van biologische sporen en DNA werkzaam bij het Nederlands Forensisch Instituut:
Bewijskracht van het vergelijkend DNA-onderzoek
Voor onderstaande bemonsteringen is de bewijskracht berekend.
AAOT2479NL#01 (
randen en vouwranden van de brieven) en AAOT2484NL#01 en #02 (
de randen van het papieren omhulsel dat om de telefoon zat en de rugzijden van de stukjes tape die op het papieren omhulsel zaten)
DNA-profielen AAOT2479NL#01 en AAOT2484NL#01 en #02 zijn elk
meer dan 1 miljardkeer waarschijnlijker wanneer het DNA in de bemonstering afkomstig is van verdachte [verdachte] , dan wanneer het DNA in de bemonstering afkomstig is van een willekeurige niet aan verdachte [verdachte] verwante persoon.
9.
Het proces-verbaal van aanvullend verhoor van aangever [aangever] van 7 september 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven op pagina 71 e.v.:
Ik heb vandaag 7 september 2022 omstreeks 13.12 uur een telefoontje gehad van een voor mij onbekend nummer [telefoonnummer 2] . Ik kreeg deze oproep op mijn werktelefoon met nummer [telefoonnummer 6] . Ik werd gebeld en hoorde een manspersoon zeggen: "ik krijg nog geld van jou". Ik vroeg aan de man, die ik niet herkende, wat hij ermee bedoelde. Toen ik de vraag gesteld had wat hij bedoelde zei de man "Dat weet je best. Ik heb je een brief gestuurd en een telefoon gestuurd". Vervolgens zei hij: " En binnenkort kom ik dat geld halen". Ik gaf aan dat ik van niks wist en dat ik het een raar verhaal vond. Hij zei toen weer dat ik het best wist. Hij zei dat hij met name de brief door een vriend had laten bezorgen. Ik zei nog een keer dat ik het een vreemd verhaal vond. Hij zei vervolgens: " Maar dat geld komt er". Ik zou daar voor moeten zorgen. Hij zei dat hij 304.000,- euro van mij zou krijgen. Toen wist ik dat het om dezelfde persoon moest gaan die eerder bedreigingen had geuit, waarvan ik al twee keer aangifte heb gedaan. Het laatste wat de man zei was: "Je hoort nog van me". Ik hoorde hem nog een soort opmerking maken van "Ik ben in de buurt". In dit gesprek sprak hij weer over toeslagen. Hij sprak in de "we" vorm toen hij het erover had dat ze het geld nodig hadden. Ik kon gesprek geen verder emoties halen dan dat hij sprak over dat ik "moest". Dus de dwingende toon.
10.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] , van 25 oktober 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven op pagina 83 e.v.:
Op dinsdag 25 oktober 2022 heb ik, verbalisant, naar aanleiding van het proces-verbaal aanvraag vordering gegevens aanbieder communicatiedienst ex art. 126n, de historische gegeven uitgelezen van het telefoonnummer [telefoonnummer 5] .
Ik, verbalisant, heb het volgende aangetroffen;
Het IMEI nummer dat is meegezonden met de gegevens betreft: [IMEI-nummer 1] .
Op woensdag 7 september 2022, is om 13:13.02 uur, door het telefoonnummer [telefoonnummer 5] , gebeld naar het mobiele nummer van aangever [aangever] ; [telefoonnummer 6] .
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 4] , van 2 november 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven op pagina 96:
Op 18 oktober 2022, werd in het onderzoek Pluto22, de taplijn TA 002 met lmei nummer [IMEI-nummer 1] , uitgeluisterd.
Op 18 oktober 2022, te 11:09:38 uur, zag ik dat het nummer van de aangever Leon [aangever] , telefoonnummer [telefoonnummer 6] werd gebeld door het nummer [telefoonnummer 3] .
Na het inbellen zei de nnbeller: ""met [verdachte] , goeiendag, tot de volgende keer"
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 4] , van 27 oktober 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven op pagina 98 e.v.:
Op donderdag 27 oktober 2022, werd in het onderzoek Pluto22, de taplijn TA 002 met
Imeinummer [IMEI-nummer 1] , uitgeluisterd. Op 27 oktober 2022 zag ik dat het nummer van de aangever [aangever] [telefoonnummer 6] te 11:55:44 uur werd gebeld met nummer [telefoonnummer 3] .
[verdachte] bum [aangever] (noemt zich [aangever] , NG)
: [aangever]
[verdachte] Goeiendag, bent u altijd zo schrikkerig, meneer [aangever] ? Ik had u een vraag,
wij hebben, ja, u zegt wel ik heb niks ontvangen, maar ik wou graag van de Belastingdienst 304.000 euro ontvangen, en wel in de buurt van 15 november, want dan hebben we geen geld meer en we moeten toch de winter zien door te komen en dan melden we ons wel weer
[aangever] Maar...hoe, hoe had u dat bedacht?
[verdachte] Wat zegt u?
[aangever] Hoe had u dat nou bedacht? Dit is, dit is iets wat ik totaal niet kan regelen of wat dan ook, maar ...
[verdachte] Ja, dat kunt u wel regelen
[aangever] Maar u zoekt u zoekt hulp
[verdachte] Wij zijn al bijna een jaar, hebben we, u op de euh...op de televisie zou ik haast zeggen en we weten best wel hoeveel macht u hebt of macht, maar ook kennis om iets te regelen en u bent de man, u ligt gunstig op onze route, u hebt een gunstige baan, u hebt de leeftijd van organiseren en als u er veel publiciteit aan geeft, dan wordt het alleen maar moeilijker voor u, want ook de familie in Enschede of in Boekelo, wij hebben alles nagekeken, alles nagetrokken, zelfs de buurt waarin u woont en euh wij zijn nou weer terug, noh, we zijn bijna in Nederland, maar dan komen we wel euh na de tijd bij u terug om te zeggen waar we dat geld dan op komen halen
[aangever] Ja maar u u u dicht mij gewoon, zeg maar veel te veel toe; ik bedoel, alsof ik dat kan regelen bij de Belastingdienst; wat ik wel zou kunnen regelen, als u zegt van ik heb een probleem en ik wil daar over praten, want want ik wordt niet gehoord of wat dan ook dan dan, meld je dan voor een gewoon gesprek
[verdachte] Wij hebben met zijn vieren een dik probleem en twee er van, mijn twee
collega's die hebben 15 november, komt er geen geld meer, dus we moeten wel wat en alles gaat naar de overheid en euh de overheid die zorgt ook dat het geld waar we recht op hebben via aardbevingen of toeslagen dat dat allemaal stop gezet is, omdat ze allemaal zeggen dat het iedere keer fout gaat, vandaar dat wij bij u terecht komen dat want u zit op een makkelijke weg waar we dicht bij u kunnen komen en Enschede is dat een beetje moeilijk, maar bij uw huis is euh is niet zo moeilijk dus dat gaan we zo doen en dan hoort u van ons wel
[aangever] Maar....wat u nou doet, is toch gewoon een complete bedreiging??
[verdachte] Neuh, dat is geen be... we vragen het vriendelijk netjes aan u om dat te doen
[aangever] Maar weet u wat voor impact dat heeft, kijk...
[verdachte] Als we gaan bedreigen...
[aangever] Niet zo zeer op mij, maar wel op mijn gezin
[verdachte] Daarom wou ik het gezin er ook buiten houden
[aangever] Jaaa.. maar dit is toch niet, dit is toch niet reeel wat u nu doet? Ik bedoel, als u hulp nodig heeft of wat dan meldt u zich dan, als u zegt van ik wil er over pra...ik ik wil daar best in bemiddelen ik veel wat, maar ik kan niet zomaar geld regelen
[verdachte] Euhm....bij de Belastingdienst komt geld genoeg binnen (NTV), maar daar zijn we ook al geweest
[aangever] En met wie hebt u daar gesproken dan?
[verdachte] Ja, dat maakt toch niet uit? Maar dat geld is er nodig en dan kunnen we... .dan komen we de winter door en kunnen we schulden aflossen en tot zover bedankt, tot de volgende keer! Doei!!
[aangever] En en...maar hoe gaat dat in zijn werk dan?
[verdachte] Nou, u zorgt gewoon voor dat u dat geld krijgt, dan doe het maar in een plastic zak, een tapeje er om en dan euh melden we ons wel. Maar hoe meer bombarie u er geeft, aan familie of kennissen of politie of weet ik het wat, des te moeilijker wordt het en daarom
[aangever] Ja, ik vind het eigenlijk wel heel vreemd wat u nu allemaal doet, hoor!
[verdachte] Ja, helemaal goed, we wilden eigenlijk geen (NTV) geen dreigementen van u krijgt een ongeluk met de auto, of uw familie gebeurt wat, of lekke banden of brand, dat willen we helemaal niet
[aangever] Ja, maar dat staat wel in een van die brieven
[verdachte] Ja, dat kan allemaal, staat er, maar het probleem is als u zegt van nee, en we melden ons de volgende keer, en u zegt van nee, dan kan er van alles gebeuren, maar dat is niet de opzet van het verhaal, de opzet van het verhaal is gewoon we gaan even ruilen en dan is het klaar en we hebben nou ook euh bijna 900 kilometer gereden om weer in huis te komen en aan geld te komen en het is heel moeilijk en Vadertje Staat is daar behoorlijk schuld aan en als u zegt van euh ik kan daar niks aan doen dan hebben we een probleem, maar ik niet alleen, tot de volgende keer
[aangever] Ja maar
EG
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 4] , van
13 oktober 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven op pagina 100:
Op 13 oktober 2022, werd in het onderzoek Pluto22, de taplijn TA 002 met imei nummer [IMEI-nummer 1] nader uitgewerkt.
Onder sessienummer 5, is op 13 oktober 2022 te 08:41:26 uur, te lezen dat er een nieuw telefoonnummer in het toestel is gekomen. Te zien is dat er met het toestel met het telefoonnummer [telefoonnummer 3] wordt gebeld naar het nummer [telefoonnummer 4] . Na onderzoek blijkt dat er naar een voicemail wordt gebeld en dat er niet wordt opgenomen.
Aan de hand van de CIOT bevraging, blijkt dat het nummer [telefoonnummer 4] , op naam staat van [verdachte] , wonende van de [adres 1] te Overdinkel.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 4] , van 16 november 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven op pagina 103:
Met de opwaardeergegevens wordt bedoeld, het bedrag, verkooppunt/distributeur, de opwaardeertechniek waaronder de financiële gegevens zoals rekeningnummer of creditcard over de periode 11 oktober 2022 vanaf 00:00 uur tot en met 11 oktober 2022, 23:59 uur ten aanzien van het telefoonnummer + [telefoonnummer 3]
Op dinsdag 25 oktober 2022, werd via Unit Landelijke Interceptie, het antwoord van Lebara bekend gemaakt.
Het antwoord luidt;
De simkaart heeft Lebara logistiek kenmerk batch-serienummer [nummer 1] , deze staat mét het 06-nummer op de sticker op de verpakking en op de simkaarthouder.
Lebara heeft de simkaart op/rond 26-09-2022 tbv wederverkoop uitgeleverd aan wederverkoper [bedrijf 1] , [adres 2] , als onderdeel van een levering simkaarten met Lebara orderkenmerk [nummer 2] .
Na activatie van de prepaid dienst door de gebruiker ? d.m.v. de eerste telefonische oproep naar Lebara prepaid tegoedcentrale 1244 op 11-10-2022 om ca 12:55 uur waarbij Lebara automatisch het sim starttegoed van 0 euro heeft geactiveerd, is 1 keer Lebara prepaid tegoed opgewaardeerd; dmv een opwaardeercode (e-voucher).
Opwaardeergeschiedenis e-vouchers
1. Op 11-10-2022, om 12:57 uur
Lebara 20=40, a 20 euro e-voucher met uniek serienr. [nummer 3]
15.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] , van 28 oktober 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven op pagina 109 e.v.:
Op vrijdag 28 oktober 2022 omstreeks 11:15 uur, hebben wij, verbalisanten, een bezoek gebracht aan [bedrijf 1] , gevestigd [adres 2] .
Op dinsdag 11 oktober 2022 omstreeks 12:55 uur, is in deze winkel de telefoonkaart opgewaardeerd, van het toestel waarmee aangever [aangever] op dinsdag 18 oktober 2022 en maandag 24 oktober 2022, gebeld is.
Wij, verbalisanten, hoorden de man achter de balie zeggen, dat hij op dinsdag 11 oktober 2022, omstreeks 12:55 uur een man had geholpen die zijn telefoon wilde opwaarderen.
Wij, verbalisanten, vroegen de eigenaar of wij de camerabeelden vast konden bekijken.
Op de camerabeelden zagen wij, verbalisanten, dat op dinsdag 11 oktober 2022 omstreeks 13:55 uur, (werkelijke tijd 12:55 uur) een oudere man op een rode scootmobiel bij de winkel het trottoir op komt rijden. De man stapt af en loopt de winkel binnen. De man legt een donkere, kleine mobiele telefoon op de balie. Wij, verbalisanten, hebben de eigenaar, die met ons mee keek, gevraagd of hij kon zien wat het merk en type van deze mobiele telefoon was.
Wij, verbalisanten, hoorden de eigenaar zeggen, dat het een telefoon betrof die veelal gebruikt wordt door senioren, vermoedelijk van het merk Fysic.
16.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 5] , van 28 oktober 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven op pagina 111 e.v.:
De eigenaar van het bedrijf [bedrijf 1] vertelde dat de tijdsnotificatie niet juist is. Hij
vertelde dat de tijdsnotificatie nog niet was ingesteld omdat hij het systeem nog maar net in gebruik heeft.
Tijdsnotificatie: 2000-01-04 15:09:37
Een man komt de winkel binnen. De man loopt naar de verkoopbalie. De man doet zijn mondkapje af en legt een mobiele telefoon, kleur zwart, met druktoetsen op de balie.
Tijdsnotificatie: 2000-01-04 15:10:06
De verkoopmedewerker komt de trap afgelopen en loopt naar de verkoopbalie. Hierop volgend ontstaat er tussen beide personen een gesprek. Het gesprek is zoveel mogelijk woordelijk uitgewerkt. Tijdens het gesprek staan beide personen bij de verkoopbalie.
VK = verkoper
NN = man
OV = opmerking verbalisant.
VK: Hallo.
VK: (onverstaanbaar) meneer.
NN: Voor een paar weken terug was hier een jongeman en die heeft mij een andere kaartje in gedaan. Toen deed de telefoon het weer, maar ik denk dat de beltegoed op is. Kunnen jullie dat zien?
VK: Jahoor.
NN: Ja want ik weet niet welk beltegoed ik daarin moet stoppen. Kun je dat aan het kaartje zien?
(...)
VK: De telefoon is leeg. Hij is helemaal..
NN: Jaja. Dat zou kunnen want hij deed het, uhm deed het niet meer. Maar ik, moest ik extra voor van Overdinkel hierheen komen. ik moet hier toch naar de winkel. Aan de bovenkant kun je het zo los trekken.
VK: (Onverstaanbaar).
VK: 20 euro beltegoed kan wel... Lebara. 20 euro.
Tijdsnotificatie: 2000-01-04 15:14:25
OV: De verkoopmedewerker print een zogenoemde e-voucher uit waarmee de beltegoed kan worden opgewaardeerd.
NN: Kan dat gewoon van mijn Limbada?
V: Lebara
NN: Oh, oke. Dat ik dat dan maar weet want ik kan wel naar de Albert Heijn toerijden maar, maar als dat dan niet wil dan, dat kan ook nog he?
V: Het beste kunt u altijd hier komen, voor beltegoed. Want wij zetten het ook voor u erop gelijk.
17.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 10 maart 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte:
U toont mij de camerabeelden die op 11 oktober 2022 omstreeks 12.55 uur zijn gemaakt bij de winkel [bedrijf 1] in Oldenzaal. De man op de scootmobiel met het grijze mutsje, die die winkel binnengaat en in gesprek gaat met de verkoopmedewerker aan de balie van de winkel ben ik.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] , van 15 november 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven op pagina 127 e.v.:
Op 16 januari 2018 is er een boekenonderzoek uitgevoerd bij;
[bedrijf 2]
[adres 1]
Vennoot van de onderneming was op dat moment;
[naam]
[adres 1]
Dit betreft de dochter van verdachte [verdachte] .
Commanditaire vennoot was op moment van controle;
[verdachte] ,
op dat moment woonachtig op adres;
[adres 9]
De controlemedewerker die het rapport op 26 januari 2018 heeft opgesteld betreft: [aangever] .
Uit de aanslag 2020 inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen, met dagtekening 9 september 2022 blijkt, dat [verdachte] , de belastingdienst een geldbedrag schuldig is van € 87.834,-.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 6] , van 7 november 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven op pagina 218 e.v.:
Op maandag 7 november 2022, was ik, verbalisant [verbalisant 6] , belast met een doorzoeking aan de [adres 1] .
Tijdens de doorzoeking in de slaapkamer, heb ik, verbalisant [verbalisant 6] , een zwarte telefoon aangetroffen. Ik zag dat er twee ladekasten aan de rechterkant van de slaapkamer tegen de muur stonden. Ik keek in de bovenste la van de rechter ladekast en zag dat er in de ladekast spullen lagen. Ik zag tussen deze spullen een zwarte telefoon liggen. Ik zag dat er geen batterij in zat. Ik zag dit, omdat het klepje aan de achterkant van de telefoon er niet op zat. Ik heb in overleg met de rechter-commissaris de telefoon in beslag genomen. Ik opende de tweede la van de rechter ladekast. Ik zag een doorzichtig gripzakje met sluiting liggen. Ik pakte het gripzakje en ik zag dat hier een zwarte batterij in zat. Ik haalde alles uit het zakje en ik zag verschillende briefjes met handgeschreven tekst erop staan.
20.
Het proces-verbaal onderzoek briefjes van verbalisant [verbalisant 5] van 8 november 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina 252 e.v.:
Ik zag dat er in totaal vijf stickers op het gripzakje waren geplakt;
- sticker voorzien van telefoonnummer [telefoonnummer 7] / activeren voor 31 december 2022,
- sticker voorzien van telefoonnummer [telefoonnummer 7] / activeren voor 31 december 2022,
- sticker voorzien van telefoonnummer [telefoonnummer 8] / activeren voor 31 december 2022,
- sticker voorzien van telefoonnummer [telefoonnummer 8] / activeren voor 31 december 2022,
- sticker met handgeschreven tekst: " [nummer 4] ".
Ik, verbalisant, zag dat er een (1) briefje een recept betrof, uitgegeven door M.M. Righart, huisarts. Ik zag dat het voorgeschreven recept, Spiriva resp 2, 5mcg/d, betrof voorgeschreven door de arts M. den Hertog start vanaf 25-11-2016.
Ik zag dat op de achterzijde van het brief handgeschreven tekst stond: Ik zag dat er letterlijk geschreven stond;
" [aangever]
[adres 4]
[adres 6]
[adres 8]
[adres 6]
[adres 7]
[telefoonnummer 6]
[telefoonnummer 1] "
Ik, verbalisant, zag een wit vierkant notitie blaadje met daar een streep. Ik zag dat er met potlood op was geschreven. Ik zag dat er geschreven stond;
[aangever]
[adres 3]
[telefoonnummer 4]
44
21.
Het proces-verbaal van onderzoek Lebara verpakking van verbalisant [verbalisant 5] van 8 november 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina 262:
Ik, verbalisant, zag dat het een blauw gekleurd kartonnen verpakkingsmateriaal betrof
waarvan de bovenzijde was opengescheurd. Ik zag dat de provider 'Lebara' op de voorzijde stond weergegeven. Ik zag op de achterzijde een sticker met daarop informatie betreffende de bijbehorende simkaart. Ik zag dat de simkaart voorzien was van telefoonnummer: [telefoonnummer 3] .
Het proces-verbaal van onderzoek telefoon van verbalisant [verbalisant 5] van 8 november 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina 266:
Op dinsdag 08 november 2022, omstreeks 12:00 uur, was ik, verbalisant [verbalisant 5] , belast met onderzoek naar de inbeslaggenomen mobiele telefoon, voorzien van IMEI nummer: [IMEI-nummer 3] .
Ik zag dat de mobiele telefoon van het merk Fysic was.
Ik zag dat de mobiele telefoon zwart van kleur was, een kleine display had en voorzien was van grote cijfertoetsen. Ik zag dat de mobiele telefoon een zogenoemde senioren telefoon betrof. Ik zag dat de onderzijde van de mobiele telefoon beschadigd was en dat er op de achterzijde met plakband een telefoonnummer was geplakt.
Ik zag dat de volgende telefoonnummer handgeschreven op de achterzijde van de mobiele telefoon was geplakt: [telefoonnummer 4] .
Ik zag in de belgeschiedenis van de mobiele telefoon een uitgaande gesprek naar het
mobiele telefoonnummer: + [telefoonnummer 3] . Ik zag dat de uitgaande gesprek dateert van 13
oktober 2022 te 08:40 uur.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 5] van 8 november 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina 272:
Op dinsdag 8 november 2022, om 12:56 uur, was ik, verbalisant [verbalisant 5] , belast met
het onderzoek naar de inbeslaggenomen mobiele telefoon, voorzien van IMEI nummer:
[IMEI-nummer 2] en de daarbij aangetroffen handgeschreven briefjes.
Ik zag dat de mobiele telefoon van merk Fysic was.
Ik zag dat de mobiele telefoon zwart van kleur was, een display had en voorzien was van grote cijfertoetsen. Ik zag dat de mobiele telefoon een zogenaamde senioren telefoon betrof. Ik zag dat de mobiele telefoon in drie stukken gedemonteerd was. Ik zag dat de achterzijde en de accu van de mobiele telefoon in een doorzichtig gripzakje zaten verpakt. Ik zag dat er in het gripzakje drie handgeschreven briefjes en een Lebara verpakking zat.
Doormiddel van een vluchtige zoekslag in de mobiele telefoon zag ik, verbalisant [verbalisant 5] , de hieronder, in aangetroffen volgorde, uitgaande gesprekhistorie:
- [telefoonnummer 6] (3) 01.01.2020 00:01
- [telefoonnummer 4] 13.10.2022 08:40
- [telefoonnummer 9] (2) 01.01.2020 03:12
- [telefoonnummer 1] (5) 30.07.2022 11:59
Het proces-verbaal van onderzoek IMEI van verbalisant [verbalisant 5] van 14 november 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina 292:
Op maandag 14 november 2022 was ik, verbalisant [verbalisant 5] , belast met het onderzoek
Pluto22 waarbij onderzocht moest worden of het getapte IMEI nummer overeenkomt net
IMEI nummer van de, onder de verdachte [verdachte] , inbeslaggenomen mobiele telefoon.
Het getapte IMEI nummer betrof:
- [IMEI-nummer 1]
Het IMEI nummer van de inbeslaggenomen telefoon betrof:
- [IMEI-nummer 2]
De eerste 8 cijfers van een IMEI nummer is het zogenoemde type goedkeuringsnummer.
De daarop volgende 6 cijfers is het eigenlijke serienummer.
Het laatste cijfer is een zogenoemde controle getal.
De controle getal wordt noch op printlijsten noch in het hapsysteem vermeld.
Door de combinatie van het type goedkeuringsnummer en het serienummer ontstaat een
unieke combinatie waarmee het toestel kan worden geïdentificeerd.
Conclusie
Zowel het getapte IMEI nummer als het IMEI nummer op de inbeslaggenomen mobiele
telefoon zijn uniek en identiek aan elkaar.
25.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 5] van 15 november 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina 297:
Op dinsdag 15 november 2022 was ik, verbalisant [verbalisant 5] , belast met het onderzoek naar het telefoonnummer [telefoonnummer 1] .
Het telefoonnummer werd in de uitgaande gesprekshistorie van de, onder de verdachte
[verdachte] , inbeslaggenomen mobiele telefoon, voorzien van IMEI nummer [IMEI-nummer 2] ,
aangetroffen.
Het telefoonnummer zonder landcode en met koppelstreep na het kerngetal; [telefoonnummer 1] ,
gaf als eerste zoekresultaat op Google een website van de PvdA Dinkelland met in de
omschrijvende tekst:
? [aangever] [functie] , [telefoonnummer 1] ?.
Het zoekresultaat is 6 jaar gelden geplaatst.
Tussen de daarop volgende zoekresultaten zag ik, verbalisant [verbalisant 5] , dat het
telefoonnummer meerdere malen genoemd werd in combinatie met de Gemeente Oldenzaal.

Feit 2

Het proces-verbaal van de terechtzitting van 10 maart 2023, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van de verdachte als bedoeld in art. 359, derde lid, laatste volzin, Sv;
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 7] van 7 november 2022 op pagina 227;
Het proces-verbaal van onderzoek munitie van verbalisant [verbalisant 5] van 8 november 2022 op pagina 230 e.v.;
Het proces-verbaal onderzoek wapen van verbalisant [verbalisant 8] van 10 november 2022 op pagina 241 e.v..