ECLI:NL:RBOVE:2023:1150

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
21 maart 2023
Publicatiedatum
30 maart 2023
Zaaknummer
10242644 \ CV EXPL 22-4586
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor schade door ondeugdelijk aangebrachte pvc vloer en tekortkoming in aannemingsovereenkomst

In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Overijssel, staat de vraag centraal of de gedaagde partij moet worden veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan de eiser. De eiser vordert een bedrag van € 4.772,40 aan herstelkosten in verband met een pvc vloer die door de gedaagde is gelegd. De eiser stelt dat de gedaagde tekortgeschoten is in de nakoming van de aannemingsovereenkomst door geen deugdelijke kloptest en/of kras- en slagproef uit te voeren voorafgaand aan de werkzaamheden. De gedaagde betwist deze tekortkoming en stelt dat er geen gebreken aan de vloer zijn geconstateerd.

De kantonrechter heeft op 21 maart 2023 geoordeeld dat de vorderingen van de eiser moeten worden afgewezen. De rechter concludeert dat de gedaagde niet aansprakelijk kan worden gehouden voor de schade, omdat niet is gebleken dat de gedaagde haar werk ondeugdelijk heeft uitgevoerd. De deskundigenrapporten bevestigen dat de cementdekvloer, die niet door de gedaagde is aangebracht, niet aan de bouwnormen voldeed, maar dat de gedaagde niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor de gebreken die na de oplevering van de pvc vloer zijn ontstaan. De eiser heeft niet kunnen aantonen dat de gedaagde tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst of dat er sprake was van een schending van de waarschuwingsplicht. De eiser wordt veroordeeld in de kosten van de procedure.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Enschede
Zaaknummer: 10242644 \ CV EXPL 22-4586
Vonnis van 21 maart 2023
in de zaak van
[eiser],
te [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: F.P.W. Kralt,
tegen

1.[gedaagde sub 1] ,

te [woonplaats] ,
2.
[gedaagde sub 2],
te [woonplaats] ,
3.
[gedaagde sub 3],
te [woonplaats] ,
gedaagde partijen,
hierna samen te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 3 januari 2023,
- de mondelinge behandeling op 21 februari 2023.
1.2.
Vervolgens is vonnis bepaald.

2.Inleiding

2.1.
In deze procedure gaat het om de vraag of [gedaagde] moet worden veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 4.772,40 aan schadevergoeding bestaande uit herstelkosten in verband met het verwijderen en terugplaatsen van een door [gedaagde] gelegde pvc vloer, en uit kosten die met deze werkzaamheden verband houden. Daartoe stelt [eiser] dat [gedaagde] tekortgeschoten is in de nakoming van de aannemingsovereenkomst door voorafgaand aan de werkzaamheden geen deugdelijke kloptest en/of kras- en slagproef uit te voeren. [gedaagde] betwist dat zij tekortgeschoten is in de nakoming van de aannemingsovereenkomst.
2.2.
De kantonrechter komt tot het oordeel dat de vorderingen van [eiser] moeten worden afgewezen omdat [gedaagde] niet aansprakelijk kan worden gehouden voor deze schade. Niet gebleken is dat [gedaagde] haar werk ondeugdelijk heeft uitgevoerd en dat daardoor de schade zou zijn ontstaan.

3.De feiten

3.1.
[eiser] heeft op 8 juni 2021 een aannemingsovereenkomst met [gedaagde] gesloten voor het leveren en installeren van een pvc-vloer in de woning van [eiser] , op de begane grond en de eerste en tweede verdieping. [eiser] heeft voor de werkzaamheden een bedrag van € 9.516,63 aan [gedaagde] betaald. [gedaagde] heeft het werk op 17 september 2021 opgeleverd.
3.2.
[eiser] bericht [gedaagde] op 6 november 2021:
“(…) Onze mooie vloer op de slaapkamer begint op sommige punten te kraken. Het is vorige week begonnen op 1 punt maar we merken het nu op meerdere plaatsen. Ivm beter te vroeg dan te laat… Kun je hier wat aan doen? (…)”.Vervolgens bericht [eiser] [gedaagde] op 22 november 2021 dat het kraken onder de gelegde vloer erger wordt, en dat het zich in oppervlakte lijkt te vergroten.
[gedaagde] is op 9 december 2021 bij [eiser] geweest om vloer te inspecteren en afgesproken wordt de situatie aan te kijken.
3.3.
Op 15 maart 2022 meldt [eiser] zich weer bij [gedaagde] . [eiser] bericht [gedaagde] dat het kraken van de vloer op de eerste verdieping zich vergroot in oppervlak. Hij vraagt [gedaagde] om langs te komen om wat pvc te verwijderen en te kijken waar precies het probleem zit.
3.4.
[gedaagde] brengt naar aanleiding hiervan een tweede bezoek aan [eiser] . [gedaagde] constateert dat de dekvloer loszit en verwijderd moet worden. [gedaagde] adviseert om de gelegde vloer en de dekvloer te verwijderen en opnieuw aan te brengen. Om de schade te trachten bij de verzekering of derden te kunnen verhalen, vraagt [eiser] aan [gedaagde] om de kosten voor herstel te begroten en op te nemen in een offerte.
3.5.
[eiser] schakelt vervolgens een expertisebureau in voor een bouwkundig oordeel. [X] heeft op 5 juli 2022 een onderzoek uitgevoerd naar de oorzaak van het kraken van de vloer, in aanwezigheid van beide partijen. Op 28 juli 2022 heeft [X] een rapport uitgebracht waarin onder meer het volgende is opgenomen:
(…) Bevindingen:
De woning is gebouwd in de jaren zeventig van de vorige eeuw, hierbij is de voorgevel op het westzuidwesten gesitueerd. De begane grond en de verdiepingsvloer zijn gerealiseerd in beton. Bij de aankoop van de woning door [eiser] was de begane grondvloer voorzien een vloerverwarming waarover plavuizen waren aangebracht. De overloop op de eerste verdieping was voorzien van een gelijmde, zachte vloerbedekking. De overige ruimten (met uitzondering van de badkamer) op de eerste en tweede verdieping waren voorzien van laminaat. De betonnen constructievloeren op de eerste en tweede verdieping zijn voorzien van een cementdekvloer.
De bestaande plavuizenvloer op de begane grond is door [gedaagde] geëgaliseerd en behandeld met een primer waarna de pvc vloer middels (vol)verlijming is aangebracht. De vloer op de overloop is door [gedaagde] geschuurd waarbij de oude lijmresten zijn verwijderd. Hierna is de vloer op de eerste verdieping behandeld met een primer, waarna ook hier de pvc vloer (vol)verlijmd is aangebracht. Desgevraagd deelde [gedaagde] ons mede voor aanvang van de werkzaamheden de vloeren te hebben gecontroleerd op het vochtpercentage. Hierbij waren geen afwijkingen gemeten.
Na aankoop van de woning en gedurende de ‘opknap’ werkzaamheden aan de woning door [eiser] zijn er geen gebreken aan de vloeren geconstateerd door [eiser] . Ook [gedaagde] verklaarde desgevraagd voor het aanbrengen van de pvc vloer geen gebreken te hebben geconstateerd. Ook niet in de zin van een ‘hol’ klinkende cementdekvloer.
In de slaapkamer aan de voorgevelzijde heeft [gedaagde] tijdens zijn tweede inspectie een strook van de pvc vloer losgemaakt op een positie waar [eiser] de meeste hinder ondervond van een ‘krakende’ vloer. Ter plaatse stelden wij vast dat de constructieve betonvloer van een cementdekvloer was voorzien met een dikte van circa 13 millimeter (foto 2). Normaliter bedraagt de minimale dikte van een cementdekvloer 30 millimeter, ook in de jaren zeventig van de vorige eeuw.
Het kraken wordt ons inziens veroorzaakt door ‘knarsende’ zandkorrel tussen de cementdekvloer en de constructieve betonvloer.
Bij het kloppen op de vloeren in de kamers op de eerste verdieping aan de voor- en achtergevelzijde stelden wij auditief vast dat er sprake is van het delamineren van de (dunne) cementdekvloer ten opzichte van de betonnen constructievloer.
Beantwoording van de onderzoeksvragen:
1. Is er sprake van een gebrek aan de pvc vloeren? Zo ja, waar bestaan deze uit?
Wij hebben geen gebrek aan de pvc vloer geconstateerd. Wel is er sprake van een gebrek tussen de onderlinge aanhechting van de cementdekvloer op de constructieve betonnen verdiepingsvloer. De cementdekvloer ligt op meerdere posities los op de betonvloer.
2. Wat is de oorzaak van deze gebreken?De oorzaak kan ons inzien tweeledig zijn. Zo kan de betonnen constructievloer niet goed ‘aangebrand’ zijn met cement voordat de cementdekvloer is aangebracht bij de bouw van de woning. Hierdoor zal hechting van de cementdekvloer aan de betonvloer in de loop van de tijd verminderen en losraken.
De pvc vloer is (vol)verlijmd op de cementdekvloer aangebracht. Het valt niet uit te sluiten dat door stralingswarmte op de pvc vloer de, te dunne cementdekvloer eveneens wordt opgewarmd. De pvc vloer vormt een homogeen geheel met de cementdekvloer. Door een optredend verschil in de oppervlaktespanning tussen de cementdekvloer en de betonnen constructievloer zal de cementdekvloer losraken, delamineren van de betonvloer.
Het huidige gebrek van de ‘krakende’ vloer kan niet worden hersteld. Op de hele eerste verdieping dient de pvc vloer en de onderliggende cementdekvloer te worden verwijderd.
Hierna zal er een nieuwe cementdekvloer moeten worden aangebracht waarop vervolgens een nieuwe pvc bedekking kan worden gelegd. (…)”
3.6.
De gemachtigde van [eiser] bericht [X] op 29 juli 2022 per e-mail als volgt:
(…) Na lezing van het rapport rijst er bij mij een vraag die ik graag nog door de deskundige beantwoord zou zien. Deze vraag heb ik hieronder weergegeven:
U heeft bij het antwoord op onderzoeksvraag 1 vastgesteld dat er sprake is van een gebrek tussen de onderlinge aanhechting van de cementdekvloer op de constructieve betonnen verdiepingsvloer en dat de cementdekvloer op meerdere posities los op de betonvloer ligt.
Had [gedaagde] dit door u geconstateerde gebrek door middel van een kloptest en/of een kras- en slagproef voorafgaand aan de werkzaamheden kunnen (en behoren) vast te stellen? Zo ja, op welke manier? Zo nee, waarom niet? (…)”
3.7.
[X] bericht de gemachtigde van [eiser] op 15 augustus 2022 per e-mail als volgt:
“(…) Wij hebben ten aanzien van deze stelling, voor het opstellen van onze rapportage, nog specifiek een telefonisch onderhoud met partijen gehad.
Voor het aanbrengen van de pvc vloer hadden beide partijen geen gebreken aan de cementdekvloer geconstateerd. Men had de vloeren dan ook enkel belopen.
Uw vraagstelling is terecht. [gedaagde] had voorafgaand aan het aanbrengen van de pvc vloer middels kloppen kunnen constateren dat de cementdekvloer op enkele posities was gedelamineerd. Hij verklaarde ons dit wel te hebben gedaan. Maar dan met name bij de scheidingswand rondom de badkamer. Hier is een cementdekvloer gevoeliger voor delaminering als gevolg van vochtintreding. Hiervan was echter geen sprake. Hiernaast had hij steekproefsgewijs geklopt maar geen gebreken geconstateerd. Het valt niet uit te sluiten dat hij de ‘slechte’ stukken in de cementdekvloer hierbij niet heeft geraakt. (…)”
3.8.
De gemachtigde van [eiser] doet [gedaagde] vervolgens op 7 september 2022 een voorstel tot een minnelijke regeling, waarbij [gedaagde] de keuze is gelaten de herstelwerkzaamheden uit te voeren, dan wel over te gaan tot betaling van herstelkosten van € 4.460,00;
3.9.
[gedaagde] bericht de gemachtigde van [eiser] op 19 september 2022 als volgt:
“(…) Tijdens mijn uitvoerige vloercontrole zijn geen gebreken aan het licht gekomen, noch zijn er tijdens het egaliseren en leggen van de vloer gebreken waargenomen.
Voorafgaand aan al mijn werkzaamheden vind er een vloercontrole plaats.
Hierbij wordt de ondergrond op diverse punten zorgvuldig gecontroleerd
-De vlakheid doormiddel van een 2 meter lange rei.-De hardheid doormiddel van een kras proef.-De vastheid doormiddel van het afkloppen van de dekvloer.-Een vochtmeting middels elektronische meting.
Ik voel mij op generlei wijze aansprakelijk voor de ontstane schade. (…)”
3.10.
De gemachtigde van [eiser] doet [gedaagde] op 30 september 2022 een laatste schikkingsvoorstel. [gedaagde] heeft op 6 oktober 2022 per e-mail wederom te kennen gegeven zich niet aansprakelijk te achten voor de door [eiser] gestelde schade, waarna [eiser] [gedaagde] in rechte heeft betrokken.
3.11.
[gedaagde] heeft [Z] vervolgens gevraagd om een inspectie aan de vloer uit te voeren. [Z] heeft op 13 december 2022 een inspectie uitgevoerd naar de pvc vloer in de woning van [eiser] . In het rapport d.d. 15 december 2022 is het volgende opgenomen.
“(…) In de master bedroom is naast het bed door [gedaagde] op dinsdag 22 maart 2022 een pvc deel losgehaald. Tevens is er toen een gedeelte van de egaline en van de dekvloer verwijderd.
De dekvloer ligt hier los, dit is zichtbaar aan de schaduwlijn onder het zandcement = dekvloer. Bij het uitoefenen van enige druk ziet men de vloer veren en verplaatst er zich gruis = verpulverd zandcement. De dekvloer is slechts 13mm dik, dit behoort volgens de bouwnorm bij aangebrande dekvloeren minimaal 30mm te zijn.
Ik heb met toestemming van de heer [eiser] ter plaatse samples genomen van de dekvloer in de master bedroom en het kantoor. Dit om deze onder de microscoop te analyseren.
Deze samples zijn in aparte sample boxen vervoerd.
Microscoop analyse:
Onder mijn digitale Bresser microscoop zijn diverse delen egaline en zandcement geanalyseerd. Wanneer we de zandcement extreem vergroten zien we duidelijk de kalk hechting tussen de delen zand en cement. Dit toont aan dat er een zeer goede hechting heeft plaats gevonden tussen de egaline laag en zandcement dekvloer.
Aan de onderzijde van de dekvloer zien we nauwelijks cement, dit duid op een matige aanbranding.
Oorzaak:
Hoewel ik mij grotendeels kan vinden in de expertise van [X] , ben ik qua oorzaak een geheel andere mening toegedaan. Dit wordt nog bekrachtigd daar [eiser] tijdens mijn bezoek aangaf dat het allemaal begon met één plek naast het bed in de master bedroom en de situatie gedurende de tijd verslechterde.
Op de bovenetage ligt een ondeugdelijk aangebrachte dekvloer. Doordat de dekvloer niet de juiste dikte heeft, bezit deze ook niet de juiste treksterkte. De aangebrachte 3mm egaline heeft enerzijds de dekvloer versterkt echter door deze versterking komt nu het gebrek aan de ondeugdelijke dekvloer aan het licht. De dekvloer zou zonder egaline ook op den duur zijn gaan barsten en holler klinken, echter houdt de 3mm dikke egaline de dekvloer bijeen. Hierdoor ontstaat er het knisperde geluid.
Conclusie:
Op basis van de uitgevoerde technische vloer inspectie, de destructieve inspectie, microscopisch onderzoek en de gedane uitspraken ter plaatse van de heer [eiser] , concludeer ik dat de dekvloer tijdens het leggen van de pvc vloer en tijdens de oplevering van de pvc vloer geen optische of akoestische gebreken vertoonde.
Bijlagen:7 foto’s.Twee foto’s die scheuren vertonen in de egaline, wat duidt op werking pas na het leggen van de pvc vloer. (…)”

4.Het geschil

4.1.
[eiser] vordert - samengevat - dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] hoofdelijk veroordeelt:
I. tot betaling van € 4.772,40, te vermeerderen met wettelijke rente;
II. tot betaling van € 728,71 aan buitengerechtelijke incassokosten;
III. in de kosten van deze procedure, voorwaardelijk te vermeerderen met wettelijke rente;
IV. in de nakosten, voorwaardelijk te vermeerderen met wettelijke rente;
4.2.
[eiser] voert daartoe aan dat [gedaagde] tekort geschoten is in de nakoming van de aannemingsovereenkomst door voorafgaand aan het uitvoeren van de werkzaamheden geen deugdelijke kloptest en/of kras- en slagproef uit te voeren. Hierdoor is het delamineren van de betonvloer niet voorafgaand aan het uitvoeren van de werkzaamheden geconstateerd. [gedaagde] heeft de op haar rustende waarschuwingsplicht geschonden en is daarom aansprakelijk voor de door [eiser] geleden schade.
4.3.
[gedaagde] voert verweer tegen de vorderingen van [eiser] . [gedaagde] stelt wel een deugdelijke kloptest en/of kras en slagproef uitgevoerd te hebben en daarbij geen delaminatie te hebben geconstateerd. De delaminatie is pas na het plaatsen van de vloer opgetreden.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
Het gaat in deze zaak om de vraag of [gedaagde] is tekort geschoten in de nakoming van de overeenkomst door voorafgaand aan het leggen van de pvc vloer geen deugdelijke testen uit te voeren, waardoor het delamineren van de cementdekvloer niet vooraf is geconstateerd, en of [gedaagde] zijn waarschuwingsplicht in deze heeft geschonden. De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde] niet is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst en ook de waarschuwingsplicht niet heeft geschonden.
Het volgende is daarvoor van belang.
5.2.
De partijdeskundige van [eiser] heeft aan de pvc vloer van [gedaagde] geen gebrek geconstateerd. Wel is sprake van een gebrek tussen de onderlinge aanhechting van de cementdekvloer op de constructieve betonnen verdiepingsvloer. De cementdekvloer ligt op meerdere posities los op de betonvloer. De cementdekvloer is niet door [gedaagde] aangebracht. Zowel de partijdeskundige van [eiser] als de partijdeskundige van [gedaagde] hebben geconstateerd dat de cementdekvloer slechts 13mm dik is en dat dit volgens de bouwnormen minimaal 30mm dient te zijn. Tevens is niet in geschil dat [gedaagde] heeft uit mogen gaan van een dikte van de cementdekvloer volgens de geldende bouwnormen, dus van 30mm.
5.3.
Van de gestelde tekortkoming kan alleen sprake zijn als komt vast te staan dat het proces van delaminatie, het loslaten van de cementdekvloer op de betonnen verdiepingsvloer, voorafgaand aan het leggen van de pvc vloer al was ingetreden. Uit de feiten en uit het rapport van de deskundigen volgt dat niet.
5.4.
[eiser] heeft het kraken van de vloer voor het plaatsen van de pvc vloer niet eerder geconstateerd. Ongeveer een maand na het leggen van de vloer heeft [eiser] het kraken voor het eerst geconstateerd, op één plek in de slaapkamer. Pas later constateert [eiser] dat het kraakoppervlak zich uitbreidt en nog later dat het verder toeneemt. Dat is een proces van maanden. Het kraken wordt volgens de deskundige veroorzaakt door knarsende zandkorrels tussen de cementdekvloer en de constructieve betonvloer. Na het leggen van de pvc vloer was van het constateren van het ‘kraken’ nog geen sprake. Er was dus op dat moment geen sprake van knarsende zandkorrels, dat is pas later geconstateerd op een enkele plek en nog later op meerdere plekken. Hieruit volgt dat veel aannemelijker is dat van het loslaten van de dekvloer op het moment van het leggen van de vloer nog geen sprake was, in ieder geval is dat hiermee niet vast komen te staan.
5.5.
Volgens de deskundige van [eiser] valt niet uit te sluiten dat door stralingswarmte op de pvc vloer de, te dunne, cementdekvloer eveneens wordt opgewarmd. Door een optredend verschil in de oppervlaktespanning tussen de cementdekvloer en de betonnen constructievloer zal de cementdekvloer loslaten, delamineren, van de betonvloer, aldus de partijdeskundige van [eiser] . Ook uitgaande hiervan is het delamineren pas na het leggen van de vloer opgetreden.
5.6.
Volgens de deskundige van [gedaagde] ligt er een ondeugdelijke aangebrachte dekvloer op de bovenetage. Doordat de dekvloer niet de juiste dikte heeft, bezit deze ook niet de juiste treksterkte. De aangebrachte 3mm egaline (die is gebruikt voor het leggen van de pvc vloer, toevoeging kantonrechter) heeft de dekvloer versterkt, echter komt door deze versterking het gebrek aan de ondeugdelijke dekvloer aan het licht. De dekvloer zou zonder egaline ook op den duur zijn gaan barsten en holler zijn gaan klinken, echter houdt de 3mm dikke egaline de dekvloer bijeen. Hierdoor ontstaat er het knisperende geluid. Op basis van inspectie en onderzoek en de uitspraken van [eiser] concludeert de deskundige dat de dekvloer tijdens het leggen van de pvc vloer en tijdens de oplevering van de pvc vloer geen optische of akoestische gebreken vertoonde. Ook hieruit volgt dat het loslaten van de vloer pas na het leggen van de pvc vloer kan zijn ingetreden.
5.7.
Uit de reactie van de deskundige van [eiser] op de door [eiser] na het rapport aanvullend gestelde vragen, volgt dat [gedaagde] volgens de deskundige voorafgaand aan het aanbrengen van de pvc vloer door te kloppen had kunnen constateren dat de cementdekvloer op enkele posities was gedelamineerd. Ook volgt uit de reactie dat [gedaagde] namens [gedaagde] heeft verklaard dat hij een kloptest heeft uitgevoerd bij de scheidingswand rondom de badkamer en steekproefsgewijs op overige plekken, maar geen gebreken had geconstateerd. Volgens de deskundige valt niet uit te sluiten dat [gedaagde] de ‘slechte’ stukken in de cementdekvloer hierbij niet heeft geraakt.
De kantonrechter is van oordeel dat ook niet valt uit te sluiten dat van ‘slechte’ plekken nog geen sprake was en deze daarom niet zijn ‘geraakt’. In ieder geval volgt hieruit niet dat [gedaagde] zijn werk niet naar behoren heeft gedaan. Dat het kloppen bij de badkamervloer en het vervolgens steekproefsgewijs kloppen op overige plekken, in de branche gebruikelijk en voldoende is, heeft [eiser] niet weersproken. Van het schenden van de waarschuwingsplicht kan dan geen sprake zijn.
5.8.
Kortom niet gebleken is dat voorafgaand aan het uitvoeren van de werkzaamheden van het loslaten van de cementdekvloer al sprake was. Uit de rapporten van de deskundigen en uit de feiten volgt dat er gronden zijn om aan te nemen dat dit proces pas na het leggen van de vloer is ingetreden. Van een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst is dan geen sprake. Ook van het schenden van de waarschuwingsplicht is dan geen sprake. [gedaagde] is voor de beweerde geleden schade niet aansprakelijk.
De vorderingen van [eiser] worden afgewezen. [eiser] dient de kosten van de procedure te dragen omdat hij in het ongelijk wordt gesteld. De kosten voor [gedaagde] worden begroot op € 50,00 aan reis- en verletkosten.

6.De beslissing

6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt [eiser] als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van [gedaagde] begroot op € 50,00 aan reis- en verletkosten;
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M. Marsman en in het openbaar uitgesproken op 21 maart 2023. (TD)