Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- [verzoeker 2] ,
- de gemachtigde,
- [naam] , wettelijk vertegenwoordiger van [verzoeker 1] .
Rechtbank Overijssel
Op 29 maart 2023 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van twee verzoekers, [verzoeker 1] en [verzoeker 2], tegen mr. H.T. Pos. De wrakingskamer verklaarde verzoeker 1 niet-ontvankelijk in zijn verzoek en het verzoek van verzoeker 2 ongegrond. De wraking was gebaseerd op de stelling dat de rechter het recht zou hebben verduisterd of verzwegen en dat er sprake zou zijn van partijdigheid. De verzoekers waren gedagvaard door het Openbaar Ministerie in verband met overtredingen van de Leerplichtwet 1969. Tijdens een eerdere zitting op 13 februari 2023 had de gemachtigde van de verzoekers een mondeling verzoek tot wraking ingediend, maar de rechter had niet berust in deze wraking. De wrakingskamer oordeelde dat de gronden voor wraking niet voldoende waren onderbouwd en dat de rechter geen partijdigheid had getoond. De wrakingskamer benadrukte dat de rechter op basis van beschikbare informatie had geoordeeld en dat de verzoekers geen concrete feiten hadden aangedragen die de indruk van partijdigheid konden rechtvaardigen. De beslissing werd openbaar uitgesproken, waarbij de griffier en de voorzitter aanwezig waren. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.