In deze zaak heeft de Stichting Welbions een kort geding aangespannen tegen [gedaagde] met als doel de ontruiming van de woning aan [het adres] te [woonplaats]. De vordering is gebaseerd op de buitengerechtelijke ontbinding van de huurovereenkomst, die Welbions heeft ingeroepen na een sluitingsbevel van de burgemeester van [woonplaats] wegens ernstige overlast en het aantreffen van wapenonderdelen in de woning. De procedure is gestart na een reeks van klachten van omwonenden over overlast door [gedaagde] en haar partner [A]. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de burgemeester op basis van de aangetroffen wapenonderdelen en de overlast een sluitingsbevel heeft afgegeven, wat Welbions de bevoegdheid gaf om de huurovereenkomst te ontbinden.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft [gedaagde] verweer gevoerd en gesteld dat zij niet verantwoordelijk is voor de aangetroffen wapenonderdelen en dat de sluiting van de woning onrechtmatig was. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de ernst van de situatie, inclusief de overlast en de betrokkenheid van de politie, de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt. De rechter heeft de vordering tot ontruiming toegewezen, met inachtneming van een termijn van veertien dagen voor de ontruiming. Tevens is [gedaagde] veroordeeld tot betaling van huurachterstand en gebruiksvergoeding aan Welbions.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van huurders en verhuurders in situaties van overlast en de juridische mogelijkheden voor verhuurders om te reageren op ernstige overtredingen van de huurovereenkomst. De kantonrechter heeft de belangen van de buurtbewoners en de veiligheid in de afweging meegenomen, wat leidde tot de beslissing om de ontruiming toe te staan.