ECLI:NL:RBOVE:2023:1124

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
28 maart 2023
Publicatiedatum
28 maart 2023
Zaaknummer
10351989 \ CV EXPL 23-634
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van huurwoning na overlast door vuurwerkincident

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 28 maart 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de stichting Welbions en een gedaagde huurder. Welbions, de verhuurder, vorderde ontruiming van de woning van de gedaagde, die beschuldigd werd van het afsteken van vuurwerk voor de deur van een andere huurder, wat leidde tot schade en overlast. De procedure begon met een dagvaarding op 28 februari 2023, gevolgd door een mondelinge behandeling op 14 maart 2023. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde in strijd had gehandeld met zijn verplichtingen als huurder door overlast te veroorzaken en schade aan te richten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde herkend werd op camerabeelden en dat hij geen overtuigende verdediging had tegen de beschuldigingen. De rechter oordeelde dat het belang van Welbions bij het waarborgen van een rustige woonomgeving zwaarder weegt dan het belang van de gedaagde bij het behoud van zijn huurwoning. De gedaagde werd veroordeeld om binnen vier weken de woning te ontruimen en de proceskosten te vergoeden, die op € 785,31 werden begroot. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Enschede
Zaaknummer: 10351989 \ CV EXPL 23-634
Vonnis in kort geding van 28 maart 2023
in de zaak van
de stichting
STICHTING WELBIONS,
gevestigd te Hengelo (O),
eisende partij,
hierna te noemen: Welbions,
gemachtigde: mr. M. van den Oord, advocaat te Utrecht,
tegen
[gedaagde],
wonende te [plaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. R.N. Sahebdien, advocaat te Enschede.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding d.d. 28 februari 2023,
- de mondelinge behandeling op 14 maart 2023,
- de pleitnota van de zijde van [gedaagde] .

2.De feiten

2.1.
Welbions verhuurt sinds 1 december 2015 aan [gedaagde] de woning op het adres [adres 1] .
2.2.
Welbions hanteert standaard algemene voorwaarden. In artikel 6.3. van de algemene huurvoorwaarden staat:

Huurder zal het gehuurde gebruiken en onderhouden zoals het een goed huurder betaamt.”
en in artikel 6.7.:

Huurder dient ervoor zorg te dragen dat aan omwonenden geen overlast of hinder wordt veroorzaakt door huurder, huisgenoten, huisdieren of door derden die zich vanwege huurder in, rondom of in de directe nabijheid van het gehuurde of in de gemeenschappelijke ruimten bevinden.
Tevens dient huurder zich als goed huurder te gedragen richting medewerkers van verhuur-der en/of door verhuurder ingehuurde derden. Fysiek of verbaal geweld, agressiviteit, dan wel ander wangedrag leidt tot passende (juridische) maatregelen jegens huurder, die kunnen leiden tot beëindiging van de huurovereenkomst.
2.3.
In de nacht van 31 december 2022 op 1 januari 2023 is een stuk vuurwerk voor de deur van de woning aan [adres 2] afgestoken. Deze woning is op de eerste etage van het complex gelegen aldaar en wordt door Welbions verhuurd aan [naam] . Als gevolg van de ontploffing van het stuk vuurwerk is het bovenlicht boven de voordeur van de woning gesprongen en is schade aan de deur en de dorpel ontstaan. Van het afsteken van het stuk vuurwerk zijn camerabeelden beschikbaar.
2.4.
Op basis van de videobeelden en het verhaal van [naam] meent Welbions dat het [gedaagde] , bewoner van [adres 1] op de tweede etage van het complex, is geweest die het vuurwerk voor de deur van [naam] tot ontploffing heeft gebracht. Zowel Welbions als [naam] heeft aangifte gedaan bij de politie tegen [gedaagde] .
2.5.
Welbions heeft [gedaagde] bij brief van 30 januari 2023 gesommeerd om de huur vrijwillig op te zeggen. [gedaagde] heeft geen gevolg gegeven aan die sommatie.

3.Het geschil

3.1.
Welbions vordert dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. [gedaagde] zal veroordelen om binnen veertien dagen na betekening van het te wijzen vonnis, althans binnen een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen termijn, de woning aan het adres [adres 1] te ontruimen en te verlaten, onder afgifte van de sleutels, met al hetgeen en al de personen die zijdens hem in voormeld pand verblijven, en dit pand ter vrije beschikking van Welbions te stellen.
II. [gedaagde] zal veroordelen in de kosten van dit geding, daaronder begrepen het salaris, de nakosten en de verschotten van de gemachtigde van Welbions.
Welbions legt aan haar vordering het volgende ten grondslag. [gedaagde] is door de wijkcoach van Welbions, de wijkagent en een omwonende herkend op de camerabeelden als degene die het stuk vuurwerk voor de deur van [naam] heeft geplaatst en afgestoken. Hij heeft door zijn actie in strijd gehandeld met de wettelijke (artikel 7:213 Burgerlijk Wetboek (BW)) en contractuele plicht (artikel 6.3. algemene voorwaarden) om zich als goed huurder te gedragen. Hij heeft zijn verplichting om geen overlast te veroorzaken aan omwonenden ook geschonden (artikel 6.7. algemene huurvoorwaarden). Door opzettelijk zwaar vuurwerk voor de voordeur van [naam] tot ontploffing te brengen, heeft hij schade aangericht aan een woning van Welbions en huurder [naam] een angstige nacht en nasleep bezorgd. Het gevaarzettende handelen van [gedaagde] had bovendien veel erger kunnen aflopen.
[naam] had vanwege het rumoer rond zijn woning op het moment van de ontploffing de deur van zijn woning kunnen openen of net achter die deur kunnen staan: in dat geval zou hij zijn geraakt door glas van het bovenlicht. Ook had een andere omwonende de galerij op kunnen lopen en door het vuurwerk geraakt kunnen worden. Dit illustreert dat het gedrag evident gevaarzettend en onacceptabel is.
Welbions wijst er op dat zij een toegelaten instelling is in de zin van artikel 19 van de Woningwet. Het waken voor de leefbaarheid in de wijken waarin haar woningen gelegen zijn, is een taak die voortvloeit uit de Woningwet en het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting. Welbions heeft om die reden belang om op te treden tegen [gedaagde] .
Diens tekortkoming is dusdanig ernstig dat dit een ontbinding van de huurovereenkomst en daarop vooruitlopend een ontruiming van het gehuurde rechtvaardigt.
3.2.
[gedaagde] betwist dat hij vuurwerk voor de voordeur van [naam] heeft gelegd en afgestoken. Hij betwist dat hij te zien is op de camerabeelden die door Welbions zijn overgelegd. Hij wijst er daarbij op dat de wijkcoach en de wijkagent niet ongekleurd naar de beelden hebben gekeken, de melding was daar immers aan voorafgegaan. Hij heeft geen actieve herinnering aan wat er die avond is gebeurd. Voor het geval de kantonrechter tot de conclusie komt dat hij te zien is op de camerabeelden, stelt hij dat niet is bewezen dat het illegaal vuurwerk was, dat zich verder nimmer incidenten hebben voorgedaan en dat hij altijd een goed huurder is geweest. Welbions heeft niets gedaan met zijn meldingen dat de banden van zijn bedrijfsbus waren lek gestoken en dat die bus in brand was gestoken. Het is [naam] die zorgt voor overlast in de buurt. Ter onderbouwing daarvan heeft [gedaagde] diverse schriftelijke verklaringen van buurtbewoners overgelegd waarin dit wordt bevestigd. [naam] had bovendien de bewuste avond van het incident ruzie met een andere bewoner van het complex.

4.De beoordeling

4.1.
Het spoedeisend belang van Welbions is gelegen in haar verplichting om het rustig woongenot van haar huurders te waarborgen. Op grond hiervan is zij gehouden maatregelen te treffen jegens een huurder, als deze huurder overlast voor andere huurders veroorzaakt, dit om te bewerkstelligen dat de overlast (op korte termijn) eindigt.
4.2.
De gevraagde voorziening is slechts toewijsbaar, indien er sprake is van een grote
mate van waarschijnlijkheid dat de kantonrechter in een bodemprocedure zal oordelen dat de huurovereenkomst dient te worden ontbonden en de woning dient te worden ontruimd.
4.3.
Uitgangspunt is dat een huurder verplicht is zich als goed huurder te gedragen. Dit houdt onder meer in dat een huurder zich aan de afspraken in de huurovereenkomst moet houden en geen overlast voor omwonenden mag veroorzaken. Voor zover de algemene voorwaarden van Welbions niet van toepassing zouden zijn op de huurovereenkomst met [gedaagde] , geldt dat de verplichtingen van de huurder die in de artikelen 6.3. en 6.7. zijn omschreven ook voortvloeien uit de algemene bepaling van artikel 7:213 BW. Indien een huurder hiermee in strijd handelt, is sprake van een tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst.
Artikel 6:265 lid 1 BW bepaalt dat iedere tekortkoming van een partij in de nakoming van een van haar verbintenissen aan de wederpartij de bevoegdheid geeft om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden, tenzij de tekortkoming, gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt.
4.4.
De eerste vraag die beoordeeld dient te worden is of [gedaagde] de door Welbions gestelde gedraging heeft gepleegd.
Welbions heeft de van het incident bestaande camerabeelden overgelegd en verklaard dat de wijkagent en de wijkcoach [gedaagde] op die beelden hebben herkend als degene die het stuk vuurwerk voor de deur van [naam] heeft geplaatst en afgestoken. De kantonrechter heeft de beelden ook bekeken en heeft geconstateerd dat de daarop zichtbare persoon qua hoofd, postuur en loop grote gelijkenis vertoont met [gedaagde] en dat na de ontploffing van het vuurwerk het bovenlicht bij de deur is gesprongen. Gelet hierop is de kantonrechter van oordeel dat Welbions haar stellingen deugdelijk feitelijk heeft onderbouwd. Daar staat dan tegenover dat [gedaagde] de stellingen van Welbions zowel letterlijk als figuurlijk ongemotiveerd heeft betwist. Hij stelt eerst dat hij geen actieve herinnering heeft aan die avond en, daarna, dat hij betwist het vuurwerk te hebben afgestoken, om vervolgens pas op het moment dat hij wordt geconfronteerd met de vraag van de kantonrechter of hij nu wel of niet het vuurwerk heeft afgestoken, te ontkennen. [gedaagde] licht verder niet toe dat op de camerabeelden iets is te zien waaruit volgt dat niet hij, maar iemand anders het vuurwerk heeft afgestoken en heeft ook anderszins niet onderbouwd dat hij ten tijde van het incident niet ter plaatse was. De kantonrechter acht de betwisting door [gedaagde] dan ook volstrekt ontoereikend. Gelet hierop neemt de kantonrechter als vaststaand aan dat het [gedaagde] is geweest die een stuk vuurwerk bij de deur van [naam] tot ontploffing heeft gebracht, waardoor het bovenlicht van de deur is gesproken en schade aan de deur en dorpel is ontstaan.
4.5.
Naar het oordeel van de kantonrechter is voorts voldoende aannemelijk dat in een bodemprocedure de huurovereenkomst zal worden ontbonden. [gedaagde] heeft bewust schade aangericht aan een woning van Welbions door middel van het afsteken van een stuk zwaar vuurwerk en een gevaarlijke situatie gecreëerd voor [naam] , die in hetzelfde com-plex als hij woont en voor wiens belangen als huurder Welbions als verhuurder ook op moet komen. Dat [gedaagde] de schade niet heeft aangericht aan zijn eigen huurwoning, doet aan de ernst van de tekortkoming niet af. Hij mag immers ook geen schade aanrichten aan andere woningen van Welbions in hetzelfde complex en geen overlast voor omwonenden veroorzaken, terwijl hij hier [naam] de nodige angst heeft aangejaagd. Dat [naam] zelf wellicht voor overlast bij anderen zorgt, maakt niet dat [gedaagde] het recht in eigen hand mag nemen. Het moge zo zijn dat [gedaagde] belang heeft bij behoud van zijn huurwoning, maar dat belang weegt, gezien het belang van Welbions bij het voorkomen van schade aan haar woningen en het tegengaan van overlast, niet op tegen de ernst van de tekortkoming. Daar komt bij dat [gedaagde] naar het oordeel van de kantonrechter wel degelijk het stuk vuurwerk heeft afgestoken en dat hij niet heeft laten blijken enige spijt van zijn actie te hebben. Gelet op het vorenstaande zal de gevraagde voorziening worden toegewezen. De kantonrechter ziet wel aanleiding om de ontruimingstermijn niet op veertien dagen maar op vier weken te stellen.
4.6.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld worden in de proceskosten, tot en met dit vonnis aan de kant van Welbions begroot op € 785,31, te weten:
- kosten van de dagvaarding
128,31
- griffierecht
128,00
- salaris gemachtigde
529,00
totaal
785,31
De gevorderde veroordeling in de nakosten is toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De kantonrechter, rechtdoende in kort geding:
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om binnen vier weken na betekening van dit vonnis de woning aan het adres [adres 1] te ontruimen en te verlaten, onder afgifte van de sleutels, met al hetgeen en al de personen die zijdens hem in voormeld pand verblijven en dit pand ter vrije beschikking van Welbions te stellen;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, tot en met dit vonnis aan de zijde van Welbions begroot op € 785,31;
5.3.
veroordeelt [gedaagde] in de nakosten, begroot op € 132,00;
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen te Enschede door mr. K.J. Haarhuis, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 28 maart 2023.