Op 16 maart 2023 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, een beslissing genomen in een wrakingsprocedure. Het wrakingsverzoek was ingediend door [verzoekster], vertegenwoordigd door haar advocaat mr. Y.A.E. Vlassenroot, naar aanleiding van een eerdere procedure met nummer 276541 HA ZA 22-31. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de advocaat van [verzoekster] een verzoek tot wraking ingediend tegen de meervoudige kamer, bestaande uit de rechters A.J. Louter, U. van Houten en S. Kuipers. De wrakingskamer heeft het verzoek op 16 maart 2023 in het openbaar behandeld, waarbij zowel [verzoekster] als haar advocaat, de behandelend rechters en de advocaten van de overige partijen hun standpunten hebben gepresenteerd.
De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het verzoek tot wraking is gebaseerd op de weigering van de meervoudige kamer om een onderzoek in te stellen naar een gesprek tussen de voormalige advocaat van [verzoekster], mr. Van Tilborg, en de president van de rechtbank Overijssel. Dit gesprek had betrekking op een ingediende klacht door mr. Van Tilborg namens [verzoekster]. De voorzitter van de meervoudige kamer, mr. Louter, heeft aangegeven dat de beslissing om het aanhoudingsverzoek te weigeren een procesbeslissing is en dat de uitkomst van een dergelijk onderzoek niet relevant is, omdat de president niet bevoegd is om zich te bemoeien met de samenstelling van de meervoudige kamer.
De wrakingskamer concludeert dat er geen (schijn van) partijdigheid of onafhankelijkheid van de meervoudige kamer aan de orde is en verklaart het wrakingsverzoek ongegrond. Deze beslissing is genomen door de rechters A.E. Zweers, A.M.S. Kuipers en A.H. Margadant, in aanwezigheid van griffier mr. I.A.M. Booijink, en is openbaar uitgesproken op 16 maart 2023. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.