1.3.De rechtbank heeft het beroep op 9 maart 2023 op zitting behandeld. [eiser 1] (hierna: [eiser 1] ) is verschenen. Het college van burgemeester en wethouders van Zwartewaterland (hierna: het college) heeft zich laten vertegenwoordigen door A.J. Boers en R. Klaver. [eiser 2] (hierna: [eiser 2] ) is verschenen, vergezeld door [naam] IJsseldelta heeft zich laten vertegenwoordigen door H.J. van der Stouwe. Het Koninklijk Nederlands Watersport Verbond, de Koninklijke Nederlandse Roeibond en de Toeristische Kano Bond Nederland (hierna tezamen: KNWV e.a.) hebben zich laten vertegenwoordigen door J. van Esseveld en P.J.N. van de Geyn. Staatsbosbeheer heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. A.J. Durville, A. Blankena en R.J.J. van Dongen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. W.S. Klooster-Akerboom, mr. M. Blij-Seegers, K. Oostinga, E. Bijlsma en M. Klos. Verweerder heeft zich laten bijstaan door R. Apperloo, als ecoloog werkzaam bij Ecogroen.
Het bestreden besluit
2. De aanleiding voor het vaststellen van het projectplan is gelegen in het voldoen aan de in de Europese Kaderrichtlijn Water (hierna: KRW) neergelegde opdracht tot het nemen van maatregelen om de waterkwaliteit te verbeteren, met als (ecologische) doel het (in 2027) bereiken van een goed leefgebied voor de planten en dieren die hier thuishoren.
Het Zwarte Water maakt onderdeel uit van het KRW-waterlichaam Zwarte Water-Vecht
en dit waterlichaam valt onder KRW watertype R7: langzaam stromende rivier/nevengeul op zand/klei. In dit watertype ligt de focus op soorten van stromingsluwe en waterrijke onderwatermilieus. De doelen zijn gericht op gidssoorten, met name vissoorten.
Uit de factsheets voor het Zwarte Water blijkt dat met name de ecologische toestand voor vissen ontoereikend is. Om dit te kunnen verbeteren, is een pakket aan maatregelen opgesteld. Dit betreft de navolgende maatregelen:
- Het realiseren van 900 m nevengeul. Hiervoor is het Provinciaal Inpassingsplan (PIP) Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht vastgesteld, dat inmiddels onherroepelijk is. Dit project wordt gerealiseerd in samenwerking met de provincie Overijssel;
- Het realiseren van 10,9 km oeveroptimalisatie. Dit wordt gerealiseerd in twee (deel)projecten. Het (deel)project Langenholte-Holterbroek wordt gerealiseerd in samenwerking met de Stichting Landschap Overijssel en dit project ziet op 2,5 km oeveroptimalisatie. Hierdoor resteert voor verweerder de opdracht tot realisatie van 8,4 km oeveroptimalisatie. Hierop ziet het nu voorliggende projectplan.
Oeveroptimalisatie kan geschieden door het aanbrengen van een plas dras inrichting op de strook grond langs de oever (‘het land op’) of door het realiseren van luwtezones (‘het water in’).
3. Het projectplan heeft betrekking op de realisatie van 5,6 km oeveroptimalisatie
in het Zwarte Water in de vorm van luwtezones. Deze 5,6 km bestaat voor 1,8 km uit luwtezones in de vorm van stalen damwanden.
In het projectplan staat dat, om ecologisch effectief te zijn, een luwtezone voldoende beschermd moet zijn tegen waterbewegingen die ontstaan als gevolg van de scheep- en recreatievaart. Alsdan bieden luwtezones adequate condities voor de ontwikkeling van oever- en rietvegetatie, zodat geschikte verblijf- en paaigebieden ontstaan voor vissen,
meer specifiek de KRW-doelsoorten winde, bittervoorn, kwabaal en grote modderkruiper. Het doel van de aanleg van luwtezones is gericht op het verbeteren van de visstand. De (eventuele) ontwikkeling van nieuw riet is een bijkomend voordeel, maar dit is niet het doel.
De luwtezones ontstaan door op een aantal locaties verspreid in het Zwarte Water over circa 300 tot 800 meter een verticaal golfkerend scherm (damwand) op circa 10 meter vanuit de huidige oever te plaatsen. Op één locatie wordt een vooroever op meer dan 80 meter uit de huidige oever gerealiseerd. Verder worden bestaande luwtezones op drie locaties aangepast. Dat betreft een locatie in de Molenwaardse streng (vervangen rijshouten scherm door een grondwiependam) en het verhogen van bestaande vooroevers bij Cellemuiden en Roebollige hoek met breukstenen. De locaties waar dit zal worden gerealiseerd, zijn in het projectplan aangeduid als locaties A, B, C en D. Zie figuur 2, pagina 15 van het projectplan.
De totale lengte van het projectgebied is circa 25 km. De benodigde werken kunnen op eigendom van de staat worden gerealiseerd.
Bij de opstelling van het projectplan is getoetst aan de Waterwet, het Rivierkundig beoordelingskader (hierna: RBK5.0) en de KRW.
Het projectplan is inhoudelijk niet gewijzigd ten opzichte van het ontwerp. De zienswijzen hebben wel geresulteerd in een tekstuele aanvulling/aanpassing van het ontwerp.