ECLI:NL:RBOVE:2023:1043

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
23 maart 2023
Publicatiedatum
23 maart 2023
Zaaknummer
08-107537-22 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een 19-jarige man tot gevangenisstraf voor poging tot afpersing met een mes

Op 23 maart 2023 heeft de Rechtbank Overijssel een 19-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 440 dagen, waarvan 120 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. De man heeft op 29 april 2022 in Zwolle geprobeerd om vier verschillende slachtoffers te dwingen hun autosleutels af te geven door hen met een mes te bedreigen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte met het mes naar de slachtoffers is toegelopen, hen heeft bedreigd en daarbij dreigende woorden heeft geuit. De verdachte heeft verklaard dat hij de auto’s wilde stelen om de onderdelen te verkopen, omdat hij geld nodig had voor zijn schulden bij een drugsdealer. Naast de gevangenisstraf is de man ook veroordeeld tot het betalen van 350 euro schadevergoeding aan een van de slachtoffers. De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn psychische problemen en de invloed van middelengebruik. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte in licht verminderde mate toerekeningsvatbaar is, maar dat de ernst van de feiten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf rechtvaardigt. De rechtbank heeft ook bijzondere voorwaarden opgelegd voor de voorwaardelijke straf, waaronder opname in een forensische kliniek en ambulante begeleiding.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08-107537-22 (P)
Datum vonnis: 23 maart 2023
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 2003 in [geboorteplaats] (Hongarije),
ingeschreven op het adres [adres] ,
nu verblijvende in Centrum Transculturele Psychiatrie Veldzicht (FPK), Balkbrug.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 14 juli 2022, 1 september 2022, 13 oktober 2022, 5 januari 2023 en van 9 maart 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. M.H.G. Scharenborg en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. P.L.E.M. Krauth, advocaat in Zwolle, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:heeft geprobeerd om [slachtoffer 1] te dwingen tot de afgifte van de sleutel van zijn bedrijfsbus door met een mes te dreigen, dan wel [slachtoffer 1] heeft bedreigd met een mes;
feit 2:heeft geprobeerd om [slachtoffer 2] (hierna [slachtoffer 2] ) te dwingen tot de afgifte van zijn autosleutels door met een mes te dreigen, dan wel [slachtoffer 2] heeft bedreigd met een mes;
feit 3:heeft geprobeerd om [slachtoffer 3] te dwingen tot de afgifte van de sleutel van zijn bedrijfsbus door met een mes te dreigen, dan wel [slachtoffer 3] heeft bedreigd met een mes;
feit 4:heeft geprobeerd om [slachtoffer 4] (hierna [slachtoffer 4] ) te dwingen tot de afgifte van autosleutels door met een mes te dreigen, dan wel [slachtoffer 4] heeft bedreigd met een mes.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1.
hij op of omstreeks 29 april 2022 te Zwolle
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld
[slachtoffer 1] te dwingen tot de afgifte van een sleutel van een (bedrijfs)bus, in elk
geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan die [slachtoffer 1]
en/of een derde toebehoorde(n)
- met een mes, althans een scherp/puntig voorwerp, naar die [slachtoffer 1] is
toegelopen en/of (vervolgens)
- voornoemd mes, althans scherp/puntig voorwerp, met de punt naar, althans in de
richting van, die [slachtoffer 1] heeft gericht en/of gehouden en/of (daarbij)
- een of meerdere malen de woorden heeft gezegd "give me the key", althans
woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- achter die [slachtoffer 1] aan is gerend en/of gelopen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 29 april 2022 te Zwolle
[slachtoffer 1] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,
door
- met een mes, althans een scherp/puntig voorwerp, naar die [slachtoffer 1] toe te
lopen en/of (vervolgens)
- voornoemd mes, althans scherp/puntig voorwerp, met de punt naar, althans in de
richting van, die [slachtoffer 1] te richten en/of te houden en/of (daarbij)
- die [slachtoffer 1] een of meerdere malen dreigend de woorden toe te voegen "give
me the key", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- achter die [slachtoffer 1] aan te rennen en/of te lopen;
2.
hij op of omstreeks 29 april 2022 te Zwolle
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld
[slachtoffer 2] te dwingen tot de afgifte van (een) sleutel(s) van een auto, in elk geval
enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan die [slachtoffer 2]
en/of een derde toebehoorde(n)
- met een mes, althans een scherp/puntig voorwerp, naar die [slachtoffer 2] is
toegelopen en/of (vervolgens)
- voornoemd mes, althans scherp/puntig voorwerp, met de punt naar, althans in de
richting van, die [slachtoffer 2] heeft gericht en/of gehouden en/of (daarbij)
- de woorden heeft gezegd "give me your keys", althans woorden van gelijke aard
en/of strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 29 april 2022 te Zwolle
[slachtoffer 2] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,
door
- met een mes, althans een scherp/puntig voorwerp, naar die [slachtoffer 2] toe te lopen
en/of (vervolgens)
- voornoemd mes, althans scherp/puntig voorwerp, met de punt naar, althans in de
richting van, die [slachtoffer 2] te richten en/of te houden en/of (daarbij)
- die [slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen "give me your keys", althans
woorden van gelijke aard en/of strekking;
3.
hij op of omstreeks 29 april 2022 te Zwolle
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld
[slachtoffer 3] te dwingen tot de afgifte van een sleutel van een (bedrijfs)bus, in elk
geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 3] , in elk geval aan die
[slachtoffer 3] en/of een derde toebehoorde(n)
- met een mes, althans een scherp/puntig voorwerp, naar die [slachtoffer 3] is
toegelopen en/of (vervolgens)
- voornoemd mes, althans scherp/puntig voorwerp, met de punt naar, althans in de
richting van, die [slachtoffer 3] heeft gericht en/of gehouden en/of
- een of meerdere draaiende bewegingen met voornoemd mes, althans
scherp/puntig voorwerp, heeft gemaakt en/of (daarbij)
- de woorden heeft gezegd "keys, keys", althans woorden van gelijke aard en/of
strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 29 april 2022 te Zwolle
[slachtoffer 3] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,
door
- met een mes, althans een scherp/puntig voorwerp, naar die [slachtoffer 3] toe te
lopen en/of (vervolgens)
- voornoemd mes, althans scherp/puntig voorwerp, met de punt naar, althans in de
richting van, die [slachtoffer 3] te richten en/of te houden en/of
- een of meerdere draaiende bewegingen met voornoemd mes, althans
scherp/puntig voorwerp, te maken en/of (daarbij)
- die [slachtoffer 3] dreigend de woorden toe te voegen "keys, keys", althans
woorden van gelijke aard en/of strekking;
4.
hij op of omstreeks 29 april 2022 te Zwolle
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld
[slachtoffer 4] te dwingen tot de afgifte van de sleutels van een auto, in elk geval
enig goed, dat/die geheel of ten dele aan (de buurman van) [slachtoffer 4] , in elk
geval aan die (buurman van) [slachtoffer 4] en/of een derde toebehoorde(n)
- naar, althans in de richting van, die [slachtoffer 4] is toegelopen en/of (daarbij)
- de woorden heeft gezegd "give me the keys", althans woorden van gelijke aard
en/of strekking en/of (vervolgens)
- een mes, althans een scherp/puntig voorwerp, heeft gepakt en/of (vervolgens)
- voornoemd mes, althans scherp/puntig voorwerp, met de punt naar, althans in de
richting van, die [slachtoffer 4] heeft gericht en/of gehouden en/of
- een of meerdere stekenende bewegingen met voornoemd mes, althans
scherp/puntig voorwerp, naar, althans in de richting van, die [slachtoffer 4] heeft
gemaakt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 29 april 2022 te Zwolle
[slachtoffer 4] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,
door
- naar, althans in de richting van, die [slachtoffer 4] toe te lopen en/of (daarbij)
- die [slachtoffer 4] dreigend de woorden toe te voegen "give me the keys", althans
woorden van gelijke aard en/of strekking en/of (vervolgens)
- een mes, althans een scherp/puntig voorwerp, te pakken en/of (vervolgens)
- voornoemd mes, althans scherp/puntig voorwerp, met de punt naar, althans in de
richting van, die [slachtoffer 4] te richten en/of te houden en/of
- een of meerdere stekenende bewegingen met voornoemd mes, althans
scherp/puntig voorwerp, naar, althans in de richting van, die [slachtoffer 4] te maken.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat alle feiten zoals die primair ten laste zijn gelegd wettig en overtuigend kunnen worden bewezen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en
4 primair ten laste gelegde feiten op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen. [1]
1. het proces-verbaal van de terechtzitting van 9 maart 2023, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
2. het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 29 april 2022, pagina 17;
3. het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] van 29 april 2022, pagina 32;
4. het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] van 29 april 2022, pagina 26;
5. het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 4] van 29 april 2022, pagina’s 28 en 29;
6. het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] van 29 april 2022, pagina 34.
Ten aanzien van de door verdachte met het mes gemaakte stekende en draaiende bewegingen, zoals onder 3 primair en 4 primair ten laste gelegd, overweegt de rechtbank aanvullend dat zij ook deze handelingen wettig en overtuigend bewezen acht. Hoewel verdachte deze bewegingen ontkent te hebben gemaakt, heeft de rechtbank geen redenen om te twijfelen aan hetgeen aangevers daarover hebben verklaard. De verklaringen van beide aangevers zijn duidelijk en aannemelijk en worden afdoende door de andere bewijsmiddelen ondersteund.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de hiervoor opgegeven bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1. primair.
hij op 29 april 2022 te Zwolle ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen,
door bedreiging met geweld [slachtoffer 1] te dwingen tot de afgifte van een sleutel van een (bedrijfs)bus, die aan [slachtoffer 1] toebehoorde
- met een mes naar die [slachtoffer 1] is toegelopen en vervolgens
- voornoemd mes met de punt naar, althans in de richting van, die [slachtoffer 1] heeft gericht en/of gehouden en daarbij
- een of meerdere malen de woorden heeft gezegd “give me the key”, althans
woorden van gelijke aard en/of strekking en
- achter die [slachtoffer 1] aan is gerend,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2 primair.
hij op 29 april 2022 te Zwolle ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen,
door bedreiging met geweld [slachtoffer 2] te dwingen tot de afgifte van een sleutel van een auto die aan [slachtoffer 2] toebehoorde
- met een mes naar die [slachtoffer 2] is toegelopen en vervolgens
- voornoemd mes met de punt naar, althans in de richting van, die [slachtoffer 2] heeft gericht en/of gehouden en daarbij
- de woorden heeft gezegd “give me your keys”, althans woorden van gelijke aard
en/of strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3 primair.
hij op 29 april 2022 te Zwolle ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen,
door bedreiging met geweld [slachtoffer 3] te dwingen tot de afgifte van een sleutel van een (bedrijfs)bus, die aan [slachtoffer 3] toebehoorde
- met een mes naar die [slachtoffer 3] is toegelopen en vervolgens
- voornoemd mes met de punt naar, althans in de richting van, die [slachtoffer 3] heeft gericht en/of gehouden en
- een of meerdere draaiende bewegingen met voornoemd mes heeft gemaakt en daarbij
- de woorden heeft gezegd “keys, keys”, althans woorden van gelijke aard en/of
strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4 primair.
hij op 29 april 2022 te Zwolle ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen,
door bedreiging met geweld [slachtoffer 4] te dwingen tot de afgifte van de sleutel van een auto, die aan de buurman van [slachtoffer 4] toebehoorde
- naar die [slachtoffer 4] is toegelopen en daarbij
- de woorden heeft gezegd “give me the keys”, althans woorden van gelijke aard
en/of strekking en vervolgens
- een mes heeft gepakt en vervolgens
- voornoemd mes met de punt naar, althans in de richting van, die [slachtoffer 4] heeft gericht en/of gehouden en
- een of meerdere stekende bewegingen met voornoemd mes in de richting van die [slachtoffer 4] heeft gemaakt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 45 en 317 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feiten 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 primair
telkens het misdrijf: poging tot afpersing.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 25 maanden, waarvan tien maanden voorwaardelijk, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht en met een proeftijd van drie jaren. Aan het voorwaardelijk strafdeel dienen de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden te worden verbonden.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de officier van justitie bij zijn eis te weinig rekening heeft gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte, te weten een zwaar verminderde intelligentie en een mogelijke psychose ten tijde van het feit. De raadsman heeft gesteld dat het belangrijk is dat verdachte zo snel mogelijk behandeld wordt. Daarbij heeft de raadsman opgemerkt dat verdachte met ingang van 14 of 15 maart 2023 klinisch opgenomen kan worden. Hij verzoekt daarom geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen die langer is dan de tijd die verdachte al in voorarrest heeft doorgebracht en aan het voorwaardelijk strafdeel de door de reclassering geadviseerde voorwaarden te verbinden.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Verdachte heeft op 29 april 2022 in een kort tijdsbestek vier keer een poging gedaan tot afpersing. Verdachte heeft op straat met een mes een viertal schijnbaar willekeurige mensen bedreigd en zo geprobeerd hen te bewegen om hun autosleutel aan hem af te geven, zodat hij hun auto kon meenemen. Verdachte heeft verklaard dat hij op het idee kwam om een auto te stelen, zodat hij de onderdelen kon verkopen. Naar eigen zeggen had hij geld nodig omdat hij een schuld had bij zijn drugsdealer en deze zijn identiteitspapieren had afgenomen. Verdachte heeft door zijn manier van handelen angst en leed veroorzaakt bij de slachtoffers, hetgeen ook blijkt uit de ter zitting gegeven toelichting door [slachtoffer 4] . Verdachte heeft zich laten leiden door zijn eigen problemen en de zucht naar financieel gewin en heeft op dat moment niet stil gestaan bij de gevoelens van angst en onveiligheid die hij met zijn handelen bij anderen zou veroorzaken.
De rechtbank heeft, voor wat betreft de persoon van verdachte, acht geslagen op de pro Justitia rapportage, opgesteld door dr. L.E.E. Ligthart, klinisch psycholoog en klinisch neuropsycholoog, van 19 december 2022. Daaruit volgt dat verdachte lijdt aan een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met antisociale en borderline trekken. Daarnaast is bij verdachte sprake van matige stoornissen in middelengebruik, te weten het gebruik van opioïde, alcohol, cannabis en amfetamine. Het intelligentieniveau van verdachte kon niet betrouwbaar worden vastgesteld, maar de indruk bestaat dat verdachte op beneden gemiddeld intelligentieniveau functioneert. Dat bij verdachte ten tijde van het plegen van de feiten sprake was van een psychotisch toestandsbeeld onder invloed van middelen kon niet worden vastgesteld, maar dit kan evenmin worden uitgesloten. De psycholoog concludeert dat de aanwezige diverse stoornissen invloed hebben gehad op het gedrag van verdachte ten tijde van de ten laste gelegde feiten en hij adviseert daarom de feiten in licht verminderde mate aan verdachte toe te rekenen. Het risico op herhaling van ontremd, agressief en grensoverschrijdend gedrag wordt ingeschat als matig tot verhoogd. In het geval er een veroordeling volgt wordt geadviseerd verdachte in het kader van een bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijk strafdeel te laten opnemen in een forensische kliniek. Van daaruit kan, na stabilisering en behandeling van de verslavingsgevoeligheid, een ambulante behandeling worden voortgezet.
De rechtbank neemt de in voornoemde rapportage vermelde conclusie ten aanzien van de toerekeningsvatbaarheid over en oordeelt dat de bewezen verklaarde feiten in licht verminderde mate aan verdachte kunnen worden toegerekend.
De rechtbank heeft eveneens kennisgenomen van het reclasseringsadvies van het Leger des Heils Jeugdbescherming en Reclassering van 28 februari 2023, opgemaakt door L. Engberts, reclasseringswerker. Uit dit rapport volgt dat verdachte nog maar kort in Nederland verblijft en dat hij in verband met zijn verblijfsstatus geen recht heeft op sociale voorzieningen als hij niet werkt. Vooralsnog hangt zijn rechtmatig verblijf in Nederland af van het wel of niet hebben van werk. De kwestie van de verblijfsstatus en de taalbarrière (verdachte spreekt de Nederlandse taal niet) maken dat de reclassering aarzelingen heeft bij de uitvoerbaarheid van op zichzelf noodzakelijke recidivebeperkende interventies, maar zij adviseert toch bijzondere voorwaarden bij een voorwaardelijk strafdeel. Deze voorwaarden zijn een klinische behandeling en vervolgens een ambulante behandeling, verblijf in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, zich inspannen voor het vinden en behouden van betaald werk met vaste structuur en ambulante begeleiding. De reclassering stelt dat zij de bijzondere voorwaarden die zij adviseert ook zal uitvoeren als deze worden opgelegd. Uit het rapport volgt verder dat de reclassering – naar aanleiding van de hiervoor besproken pro Justitia Rapportage en de daarin geadviseerde klinische behandeling – verdachte reeds heeft aangemeld bij het Centrum voor Transculturele Psychiatrie (CTP) Veldzicht. Verdachte heeft daar een intakegesprek gehad en hij kan op 14 of 15 maart 2023 geplaatst worden in de Forensisch Psychiatrische Kliniek (hierna FPK) Veldzicht.
De voorlopige hechtenis van verdachte is na afloop van het onderzoek ter terechtzitting van 9 maart 2023 met ingang van het moment waarop hij geplaatst kon worden bij FPK Veldzicht reeds geschorst onder de bijzondere voorwaarden zoals in het reclasseringsrapport opgenomen.
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank ook rekening gehouden met de justitiële documentatie van verdachte van 23 februari 2023, waaruit blijkt dat verdachte in Nederland niet eerder is veroordeeld.
Gezien de aard en ernst van de gepleegde feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank acht het alles afwegende en rekening houdend met de verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte passend aan hem op te leggen een gevangenisstraf waarvan het onvoorwaardelijke deel in duur gelijk is aan de tijd die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht. De rechtbank zal ook een voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen voor de duur van vier maanden, met daaraan verbonden alle door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden.

8.De schade van de benadeelde

8.1
De vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 4] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. [slachtoffer 4] vordert verdachte te veroordelen tot betaling van een schadevergoeding van in totaal € 1.000,--. Genoemd bedrag wordt ter vergoeding van immateriële schade gevorderd.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering in zijn geheel kan worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gesteld dat verdachte bereid is om een schadevergoeding te betalen en verzoekt de rechtbank de vordering tot immateriële schadevergoeding tot een bedrag van
€ 250,-- toe te wijzen.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezen verklaarde feit onder 4 primair rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij.
Op grond van artikel 6:106, aanhef en onder b, van het Burgerlijk Wetboek heeft de benadeelde recht op een naar billijkheid vast te stellen schadevergoeding anders dan vermogensschade als de benadeelde lichamelijk letsel heeft opgelopen, in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast. De rechtbank stelt met inachtneming van het standpunt van de verdediging vast dat de benadeelde partij in dit geval in zijn persoon is aangetast, als gevolg waarvan hem een vordering tot vergoeding van immateriële schade toekomt: hij heeft een aantal nachten slecht geslapen en zijn gevoel van veiligheid is aangetast; zo durft hij nauwelijks nog alleen in zijn schuur te zijn. De rechtbank stelt de immateriële schade van [slachtoffer 4] naar billijkheid vast op een bedrag van € 350,--.
De rechtbank zal het gevorderde daarom deels toewijzen tot een bedrag van € 350,--. De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet ontvankelijk verklaren in de vordering.
8.5
De schadevergoedingsmaatregel
De officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het feit is toegebracht.
Als door verdachte niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met 7 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c en 57 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 primair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feiten 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 primair
telkens het misdrijf:
poging tot afpersing;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 primair bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
440 (vierhonderdveertig) dagen;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
120 (honderdtwintig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter
kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarden niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich meldt bij Reclassering Nederland, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt en de reclassering neemt voor het maken van de eerste afspraak contact op met verdachte;
- zich gedurende maximaal een jaar, of zoveel korter als de reclassering nodig vindt, laat opnemen en behandelen in Centrum Transculturele Psychiatrie Veldzicht (FPK) of een soortgelijke instelling, waarbij verdachte zich zal houden aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt verdachte mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
- zich – aansluitend op de klinische behandeling – onder ambulante behandeling zal stellen van een door de reclassering nader te bepalen zorginstelling. Verdachte zal zich houden aan de afspraken en voorwaarden die daarvoor gesteld worden zolang de reclassering dit nodig acht;
- aansluitend op de klinische behandeling, zal verblijven in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering, waarbij verdachte zich zal houden aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
- zich zal inspannen voor het vinden en behouden van betaald werk, met vaste structuur;
- aansluitend op de zijn klinische behandeling, contact zal onderhouden met een instelling voor ambulante begeleiding, nader te bepalen door de reclassering en zich zal houden aan de afspraken en regels die daarvoor gelden, zolang de reclassering dit nodig acht;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
- wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 4]toe tot een bedrag van
€ 350,00,--(bestaande uit immateriële schade);
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij (feit 4 primair) van een bedrag van € 350,--;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit en tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 350,--, (zegge: driehonderdvijftig), ten behoeve van de benadeelde partij, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 7 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij voor een deel van € 650,-- niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.M.B. Soppe, voorzitter, mr. V.P.K. van Rosmalen en
mr. M.W. Eshuis, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.J. Seuters, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 23 maart 2023.
Buiten staat
Mr. Soppe is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2022187028. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.