ECLI:NL:RBOVE:2022:987

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
12 april 2022
Publicatiedatum
12 april 2022
Zaaknummer
08-952346-17 en 08/730025-18 (gev. ttz) (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor drugshandel en diefstal van elektriciteit met betrekking tot hennepkwekerijen en drugslaboratorium

Op 12 april 2022 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een 43-jarige man, die betrokken was bij de productie en handel van verdovende middelen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 14 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. De man was verantwoordelijk voor het opzetten van hennepkwekerijen en een drugslaboratorium, waarbij hij essentiële rollen vervulde door panden ter beschikking te stellen voor deze activiteiten. De rechtbank heeft vastgesteld dat in de periode van eind 2016 tot begin 2017 in drie woningen hennepkwekerijen zijn aangetroffen en in een andere woning voorwerpen en grondstoffen voor de productie van synthetische drugs. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van voorbereidingshandelingen voor de productie van MDMA en het telen van hennep in de uitoefening van een beroep of bedrijf, alsook aan diefstal van elektriciteit. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de gevolgen voor de volksgezondheid en het milieu meegewogen in de strafoplegging. De verdachte heeft erkend dat hij in zijn woning een hennepkwekerij had en dat de planten klaar waren om geoogst te worden. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, die een gevangenisstraf van 14 maanden had geëist, toegewezen en de verdachte veroordeeld tot de opgelegde straf.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummers: 08-952346-17 en 08/730025-18 (gev. ttz) (P)
Datum vonnis: 12 april 2022
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1978 in [geboorteplaats] (Turkije),
ingeschreven in de BRP aan de [adres 1]
,
thans verblijvende in Turkije.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 29 maart 2022.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. M. Hoekstra en van hetgeen door de gemachtigde raadsman mr. J. Michels, advocaat in Oldenzaal, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

In de zaak met parketnummer 08/952346-17
De verdenking komt er na wijziging van de tenlastelegging van 29 maart 2022, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:in de periode van 22 december 2016 tot en met 28 december 2016 in Ambt Delden al dan niet samen met een of meer anderen, de productie en handel van amfetamine heeft voorbereid
(primair)dan wel dat hij daaraan medeplichtig is geweest
(subsidiair);
feit 2:op of omstreeks 29 juni 2017 in Oldenzaal, al dan niet samen met een of meer anderen beroepsmatig een hoeveelheid hennep heeft geteeld, dan wel aanwezig heeft gehad
(primair)dan wel dat hij daaraan medeplichtig is geweest
(subsidiair);
feit 3:
op of omstreeks 7 maart 2017 in Vroomshoop, al dan niet samen met een of meer anderen beroepsmatig een hoeveelheid hennep heeft geteeld, dan wel aanwezig heeft gehad
(primair)dan wel dat hij daaraan medeplichtig is geweest
(subsidiair).
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1.
hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 22 december
2016 t/m 28 december 2016 te Ambt Delden, gemeente Hof van Twente, in elk
geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet,
te weten het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen,
afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland
brengen van (een) hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal bevattende MDA
en/of MDEA en/of MDMA en/of 2CB en/of amfetamine, zijnde MDA en/of MDEA en/of
MDMA en/of 2CB en/of amfetamine, (telkens) een middel vermeld op de bij de
Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen
- een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen,
mede te plegen of uit te lokken, en/of daarbij behulpzaam is geweest of om
daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft,
- zich en/of een of meer ander(en) gelegenheid, middelen en/of inlichtingen
tot het plegen van dat/die feit(en) heeft/hebben getracht te verschaffen en/of
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen en/of gelden of andere betaalmiddelen
voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan hij wist of ernstige reden had om te
vermoeden, dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en),
een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen,
te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te
zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen,
immers heeft/hebben hij en/of zijn, verdachtes, mededader(s) (telkens) opzettelijk daartoe:
- meerdere, althans een, onderde(e)l(en) van een productieopstelling voorhanden gehad, te weten (onder meer):
a. a) klemdekselvaten
b) dopvaten
c) waterbad
en/of
- ( een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) (laboratorium)benodigdheden voorhanden
gehad, te weten (onder meer):
a. a) trechters
b) slangen
c) jerrycans
en/of
- ( een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) chemicaliën/grondstoffen voorhanden gehad,
te weten (onder meer):
a. a) (80 liter) Safrol
b) aceton
c) (caustic) soda,
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 22 december 2016 t/m 28 december 2016 te Ambt Delden, gemeente Hof van Twente, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de
Opiumwet,
te weten het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen,
afleveren, verstrekken, vervoeren, vervaardigen en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van (een) hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal bevattende MDA en/of MDEA en/of MDMA en/of 2CB en/of amfetamine, zijnde MDA en/of MDEA en/of MDMA en/of 2CB en/of amfetamine, (telkens) een middel vermeld op de bij de
Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen
- een ander heeft/hebben getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen,
mede te plegen of uit te lokken, en/of daarbij behulpzaam is/zijn geweest of om
daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft
- zich en/of een of meer ander(en) gelegenheid, middelen en/of inlichtingen
tot het plegen van dat /die feit(en) heeft/hebben getracht te verschaffen en/of
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen en/of gelden of andere betaalmiddelen
voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan hij/zij wist/wisten of ernstige reden had/hadden om te vermoeden, dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en),
een of meer anderen heeft/hebben getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen,
te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te
zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen,
immers heeft/hebben die onbekend gebleven perso(o)n(en) (telkens) opzettelijk daartoe:
- meerdere, althans een , onderd(e)l(en) van een productieopstelling voorhanden gehad, te weten (onder meer):
a. a) klemdekselvaten
b) dopvaten
c) waterbad
en/of
- ( een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) (laboratorium)benodigdheden voorhanden gehad, te weten (onder meer):
a. a) trechters
b) slangen
c) jerrycans
en/of
- ( een) (grote) hoeveelhe(i)d(enb) chemicaliën/grondstoffen voorhanden gehad, te weten (onder meer):
a. a) (80 liter) Safrol
b) aceton
c) (caustic) soda
tot en/of bij het plegen van bovengenoemd(e) misdrijven/misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 22 december 2016 t/m 28 december 2016 te Ambt Delden, gemeente Hof van Twente, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal, opzettelijk gelegenheid en/of middelen heeft verschaft en/of behulpzaam is geweest, door (telkens) opzettelijk in voornoemde periode aan die onbekend gebleven perso(o)n(en) een (deel van) een woning/pand, gelegen aan het [adres 3] te Ambt Delden (als opslagruimte voor de genoemde chemicaliën/grondstoffen en/of als ruimte voor de genoemde productieopstelling/het genoemde laboratorium) te verhuren en/of ter beschikking te stellen ten behoeve van bovengenoemd(e) strafbare feit(en).
2.
hij op of omstreeks 29 juni 2017 te Oldenzaal, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk heeft geteeld, bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, in ieder geval aanwezig heeft gehad (in een pand aan de [adres 2] ),
een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer hoeveel 285 hennepplanten, althans een groot
aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep,
zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) op of omstreeks 29 juni 2017 te Oldenzaal, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk, heeft/hebben geteeld, bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, in ieder geval aanwezig heeft/hebben gehad (in een pand aan de [adres 2] ),
een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer hoeveel 285 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elke geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
tot en/of bij het plegen van bovengenoemd misdrijf verdachte op of omstreeks 29 juni 2017 te Oldenzaal, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, opzettelijk gelegenheid en/of middelen heeft verschaft en/of behulpzaam is geweest, door (telkens) opzettelijk op (in ieder geval) voormelde datum aan die onbekend gebleven perso(o)n(en) een (deel van) een (bedrijfs)pand, gelegen aan de [adres 2] te verhuren en/of ter beschikking te stellen ten behoeve van bovengenoemd(e) strafbare feit(en).
3.
hij op of omstreeks 7 maart 2017 te Vroomshoop, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
in de uitoefening van een beroep of bedrijf,
opzettelijk heeft geteeld, bereid, bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan de [adres 4] ), een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer hoeveel 2350 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet dan wel aan bovenstaand(e) feit(en) opzettelijk behulpzaam is geweest, door opzettelijk aan (een) onbekende derde(n) een pand aan de [adres 4] voor de teelt/het kweken van hennepplanten te verhuren althans ter beschikking te stellen;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) op omstreeks 7 maart 2017 te Vroomshoop, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
in de uitoefening van een beroep of bedrijf,
heeft/hebben geteeld, bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of
vervoerd, in ieder geval aanwezig heeft/hebben gehad (in een pand aan de [adres 4] ),
een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer hoeveel 2350 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elke geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet
tot en/of bij het plegen van bovengenoemd misdrijf verdachte op of omstreeks 7 maart 2017 te Vroomshoop, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal, opzettelijk gelegenheid en/of middelen heeft verschaft en/of behulpzaam is geweest, door (telkens) opzettelijk op (in ieder geval) voormelde datum aan die onbekend gebleven perso(o)n(en) een (deel van) een woning/pand, gelegen aan de [adres 4] te verhuren en/of ter beschikking te stellen ten behoeve van bovengenoemd(e) strafbare feit(en).
In de zaak met parketnummer 08/730025-18
De verdenking komt er na wijziging van de tenlastelegging van 29 maart 2022, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:in de periode van 1 mei 2017 tot en met 4 juli 2017 in Neede, al dan niet samen met een of meer anderen beroepsmatig een hoeveelheid hennep heeft geteeld, dan wel aanwezig heeft gehad
(primair)dan wel dat hij daaraan medeplichtig is geweest
(subsidiair);
feit 2:in de periode van 1 mei 2017 tot en met 4 juli 2017, al dan niet samen met een of meer anderen, elektriciteit heeft gestolen van Liander N.V.
(primair)dan wel dat hij daaraan medeplichtig is geweest
(subsidiair).
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 mei 2017 tot en met 4 juli 2017, in elk geval op of omstreeks 1 juli 2017,
te Neede in de gemeente Berkelland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen , althans alleen , al dan niet in de uitoefening van een beroep of bedrijf, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, althans opzettelijk heeft vervaardigd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, (te weten in perceel [perceel] ), een hoeveelheid/hoeveelheden van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, te weten (ongeveer ) 285 hennepplanten , althans een (groot) aantal hennepplanten en/of delen van hennepplanten, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
terwijl dit gepleegde feit (mede) betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, welke hoeveelheid meer bedraagt dan de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid van een middel (, te weten 285 hennepplanten , althans meer dan 200 hennepplanten);
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
terzake dat een of meer onbekend(e) (gebleven) perso(o)n(en) op één of meer
tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 mei 2017 tot en met 4 juli 2017, in elk geval op of omstreeks 1 juli 2017,
te Neede in de gemeente Berkelland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, al dan niet in de uitoefening van een beroep of bedrijf, opzettelijk heeft/hebben geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, althans opzettelijk heeft/hebben vervaardigd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad, (te weten in perceel [perceel] ), een hoeveelheid/hoeveelheden van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, te weten (ongeveer) 285 hennepplanten, althans een (groot) aantal hennepplanten en/of delen van hennepplanten, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet
behorende lijst II;
terwijl dit gepleegde feit (mede) betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, welke hoeveelheid meer bedraagt dan de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid van een middel (, te weten 285 hennepplanten, althans meer dan 200 hennepplanten,
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte toen daar opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verstrekt door dat perceel voor het kweken van die hennepplanten ter beschikking te stellen en/of te verhuren aan die onbekend(e) (gebleven) perso(o)n(en);
2.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 mei 2017 tot en met 4 juli 2017,
te Neede in de gemeente Berkelland,
(tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen), (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, heeft/hebben weggenomen een hoeveelheid stroom/elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Liander N.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming (door een of meer (ijk)zegel(s) en/of het deksel van de elektriciteitsmeter te verbreken en/of verwijderen en/of (vervolgens) een elektriciteitsaansluiting aan de boven- en/of buitenzijde, in elk geval buiten de meter om, te maken);
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 mei 2017 tot en met 4 juli 2017,
te Neede in de gemeente Berkelland,
(tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen), (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, heeft/hebben weggenomen een hoeveelheid stroom/elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Liander N.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming (door een of meer (ijk)zegel(s) en/of het deksel van de elektriciteitsmeter te verbreken en/of verwijderen en/of (vervolgens) een elektriciteitsaansluiting aan de boven- en/of buitenzijde, in elk geval buiten de meter om, te maken);
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte toen daar opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verstrekt door het bewuste pand aan de [perceel] te Neede met de zich daarin bevindende elektriciteitsinstallatie ter beschikking te stellen en/of te verhuren aan die onbekend(e) (gebleven) perso(o)n(en) ten behoeve van voormeld misdrijf.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaardingen geldig zijn, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaken, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Inleiding
Hierna stelt de rechtbank op grond van de inhoud van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting de feiten en omstandigheden vast.
De voor de bewezenverklaring redengevende bewijsmiddelen zijn opgenomen in de bijlage bij dit vonnis. De rechtbank overweegt verder, al dan niet in reactie op gevoerde verweren, waarom zij op basis van die feiten en omstandigheden tot conclusies en beantwoording van de bewijsvraag komt.
In de periode van eind december 2016 tot begin juli 2017 zijn in drie woningen hennepkwekerijen aangetroffen. In dezelfde periode zijn in een andere woning voorwerpen en grondstoffen voor het in werking stellen van een drugslaboratorium aangetroffen.
4.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat alle ten laste gelegde feiten in de primaire variant wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard.
4.3
Het standpunt van de verdediging
In de zaak met parketnummer 08/952346-17 heeft de verdediging zich ten aanzien van feit 1 gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Ten aanzien van feit 2 heeft de verdediging zich eveneens gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, behoudens het ten laste gelegde medeplegen waarvan verdachte volgens de verdediging moet worden vrijgesproken. Ten aanzien van feit 3 heeft de verdediging integrale vrijspraak bepleit.
In de zaak met parketnummer 08/730025-18 heeft de verdediging ten aanzien van beide feiten integrale vrijspraak bepleit.
4.4
Het oordeel van de rechtbank m.b.t. de parketnummers 08/952346-17 en 08/730025-18
De rechtbank bespreekt vanwege hun onderlinge verband en samenhang de onder de verschillende parketnummers ten laste gelegde feiten hierna gezamenlijk. De rechtbank stelt de volgende feiten en omstandigheden vast.
[adres 3] in Ambt Delden
Op 28 december 2016 is in de woning aan de [adres 3] in Ambt Delden een hoeveelheid voorwerpen en grondstoffen voor de productie van synthetische drugs aangetroffen. In de woning werden geen meubels aangetroffen.
In de kamer op de begane grond (ruimte A) is een zwarte jerrycan van 20 liter zonder etiket en geheel gevuld met een heldere vloeistof, waarschijnlijk waterstofperoxide, aangetroffen. Ook zijn vier blauwe jerrycans van 25 liter waarvan twee voorzien van etiket met o.a. opschrift “WATERPROOFING OF AUSTRALIA, SANIK, CHINA” en een zwarte jerrycan van 10 liter zonder etiket aangetroffen. De jerrycans waren allemaal gevuld met dezelfde geelkleurige olieachtige vloeistof met de geur van safrol. Verder zijn een blauwe jerrycan van 25 liter zonder etiket en gevuld met een restant donkerbruine vloeistof en een schoon, ongebruikt blauw klemdekselvat van 60 liter aangetroffen.
In de badkamer (ruimte B) op de eerste verdieping zijn twee blauwe klemdekselvaten van 60 liter aangetroffen. Deze vaten waren gevuld met respectievelijk 30 en 40 liter donkerbruine olieachtige vloeistof. Ook zijn aangetroffen:
- twee blauwe klemdekselvaten van 60 liter. Beide gevuld met 40 liter geelkleurige olieachtige vloeistof, geur safrol;
- een blauw klemdekselvat gevuld met 30 liter waterige vloeistof voorzien van een geelkleurige olieachtige vloeistof;
- een witte emmer van 25 liter met maatverdeling en kraantje en gevuld met 13,5 liter tweefasen vloeistof. Een onderlaag van 7,5 liter geelkleurige olieachtige vloeistof en een bovenlaag van 6 liter ethanol;
- een schoon ongebruikt blauw klemdekselvat van 60 liter;
- een aangetaste vervuilde bezemsteel;
- een houten stelling met daarin een glazen verzamelfles (scheitrechter), ongebruikt;
- drie maatbekers en twee houten lepels.
Uit het aantal en de hoeveelheid van de aangetroffen voorwerpen en grondstoffen leidt de rechtbank af dat deze ruimte in gebruik was voor (voorbereidingshandelingen van) de omzetting van safrol in PMK.
In een kamer op de eerste etage (kamer C) is aangetroffen:
- een witte jerrycan van 25 liter met geschreven opschrift "ACE" en geheel gevuld met een heldere vloeistof, zijnde aceton. De aceton bevat een lage concentratie safrol.
- twee witte jerrycans van 25 liter met geschreven tekst "ALO". Een jerrycan is leeg, de ander is gevuld met ethanol;
- een lege en een aangebroken plastic zak van 25 kilogram met caustic soda (NaOH);
- een houtenstelling voor een tweede scheitrechter;
- twee ongebruikte au bain-mariebakken van 30 liter;
- een ongebruikt waterbad van 20 liter;
- nieuwe emmers, een nieuwe pH-meter en maatbekers;
- frituurpannen.
In het bijhok van de woning zijn vijf nagenoeg lege jerrycans van 25 liter, een lege jerrycan van 60 liter, een volle jerrycan van 20 liter en een volle jerrycan van tien liter aangetroffen. In bijna alle jerrycans is de vloeistof safrol aangetroffen.
In de schuur zijn acht scheitrechters en twee nieuwe jerrycans van 60 liter aangetroffen.
In relatie tot synthetische drugs is safrol een grondstof voor de vervaardiging van PMK (piperonylmethylketon) en een grondstof voor de vervaardiging van o.a. MDMA (XTC). In relatie tot de vervaardiging van synthetische drugs wordt waterstofperoxide gebruikt als hulpstof bij de vervaardiging van PMK uit safrol. De aangetroffen goederen en chemicaliën zijn goederen en chemicaliën die aangetroffen worden op locaties waar synthetische drugs vervaardigd of bewerkt worden. Safrol (safrool) en aceton zijn vermeld op bijlage I van de Verordening (EG) nummer 273/2004 inzake drugsprecursoren.
Uit de aanwezigheid van safrol, mengsels van safrol in ethanol, natriumhydroxide (ook in oplossing), ethanol, waterstofperoxide, aceton, een glazen scheitrechter, drie au bain-mariepannen en een aantal frituurpannen, leidt de rechtbank af dat een aanvang is gemaakt met de omzetting van safrol in PMK volgens de peroxymierenzuur methode.
In de woning is verder een kassabon van Blokker Hengelo (O) met de datum 24 december 2106 aangetroffen. Op de kassabon staan goederen (vier emmers en houten lepels) die zijn aangetroffen in de woning. Verder zijn in de woning notities met scheikundige formules aangetroffen en een boekje met vermelding van eenheden (kilo’s) en onder andere de stoffen methanol, caustic soda, aceton en zwavel.
Op grond van bovenstaande feiten en omstandigheden stelt de rechtbank vast dat in het pand aan de [adres 3] een productieopstelling voor de vervaardiging van MDMA is aangetroffen en dat in de woning en de daarbij behorende schuur de voor de synthese van MDMA benodigde chemicaliën en laboratoriumbenodigdheden aanwezig waren.
Naar het oordeel van de rechtbank waren die stoffen en voorwerpen ook met dat doel op de genoemde locaties aanwezig.
Dat niet alle stoffen en productiemiddelen aanwezig waren om volgens bovengenoemde methode vanuit safrol PMK te vervaardigen, neemt niet weg dat kennelijk al wel een aanvang was gemaakt met het maken van de mengsels (safrol-natriumhydroxide-ethanol) voor de eerste stap. De mengsels moesten alleen nog gekookt worden, eventueel met de au bain-marie bakken en de aangetroffen frituurpannen.
[adres 2] te Oldenzaal
Op 29 juni 2017 is in de woning aan de [adres 2] een hennepkwekerij met 285 oogstrijpe planten aangetroffen. Deze planten waren ongeveer acht weken oud.
[adres 4] in Vroomshoop
Op 7 maart 2017 is in de deel van een woonboerderij aan de [adres 4] in Vroomshoop een hennepkwekerij aangetroffen. In de ruimte waren vier soortgelijke afgetimmerde kweekruimtes gemaakt van geïsoleerde damwandplaten en alle kweekruimtes waren hetzelfde ingericht. In totaal zijn 2.287 planten aangetroffen.
Voor de kweekruimtes liep een looppad. Aan dit looppad zaten de toegangsdeuren van de kweekruimtes. Aan dit looppad zat tevens de toegangsdeur naar de woonruimte. Door middel van een kleine houten deur waren de kweekruimtes toegankelijk. Elke kweekruimte had een eigen meterkast welke naast de toegangsdeur van de kweekruimte hing. De schakeltijden waren zodanig ingesteld dat er twee kweekruimtes voor een tijd van twaalf uur in werking waren. Als deze kweekruimtes uitschakelden werden de andere twee ruimtes ingeschakeld. Er hing een temperatuur ventilatie regelaar naast elke meterkast.
In elke ruimte hingen 36 assimilatielampen met elk een vermogen van 600 watt. Er hingen vijf koolstoffilters in elke kweekruimte. In het plafond van elke kweekruimte waren gaten gezaagd waardoor de luchtslangen liepen die lucht aan- en afvoerden in de kweekruimtes. In elke kweekruimte stonden ventilatoren met elk een vermogen van 45 Watt die voor de luchtcirculatie zorgden. De hennepplanten stonden in plantenpotten. De vloer was bekleed met een zwart zeil. Door middel van waterslagen werd er vloeistof in de kweekruimtes gebracht en werden de hennepplanten van vloeistof voorzien.
In het looppad stonden meerdere watervaten met daarin twee dompelpompen met een vermogen van 250 Watt en 335 Watt. Ook stonden er 22 jerrycans met groeimiddelen bedoeld voor de kweek van hennepplanten.
De plafonds van de kweekruimtes waren ook gebouwd met geïsoleerde damwandplanten. Bij elk plafond waren 36 transformatoren met elk een vermogen van 600 Watt bevestigd. De transformatoren waren afgedekt met stukken karton wat voor gevaarlijke situaties kan zorgen. De ingeschakelde transformatoren zijn bekeken met een warmtebeeldcamera. De temperatuur van de ingeschakelde transformatoren lag tussen de 100 en 128 graden Celsius.
De lucht aan- en afvoer werd geregeld door middel van luchtslangen en elf slakkenhuis-ventilatoren: twee met een vermogen van 550 Watt, vijf met een vermogen van 1200 Watt, twee met een vermogen van 1350 W en twee met een vermogen van 2250 Watt. Door middel van een afgetimmerde ruimte aan de voorzijde en aan de zijkant op de zolder van het pand werd de lucht aan- en afgevoerd.
Verspreid in het hele pand lagen veel kweektoebehoren bedoeld voor de hennepteelt. Zo lagen er dozen met nieuwe lampen en nieuwe armaturen, in totaal 32 stuks, in het pand. In nagenoeg elke ruimte lagen kweektoebehoren. Er lagen 63 jonge hennepplanten inclusief wortels, in vuilniszakken. Deze planten waren niet van een eerdere oogst.
[perceel] in Neede
Op 4 juli 2017 is in de woning aan de [perceel] in Neede een hennepkwekerij aangetroffen. Op de begane grond van de woning is in de badkamer een waterslang in het bad aangetroffen die door de muur naar de trapopgang was aangelegd. Ook is een lege verpakking voedingsmiddel en een bigshopper met resten van hennepplanten aangetroffen. Er was een dikke stroomkabel zichtbaar.
De overloop op de eerste verdieping was voorzien van vele stroomdraden, een schakelbord en af- en aanvoerslangen voor lucht. Ook zijn deels gesmolten stroomdraden aangetroffen.
In de ruimte links aan de voorzijde woning zijn enkele kweekbenodigdheden aangetroffen: een slakkenhuis met opdruk 2500 m3, een luchtslang vanuit slakkenhuis naar de ruimte recht aan de achterzijde van de woning. In die ruimte is een kweekruimte van 30 m2 aangetroffen. Ook zijn kweekpotten met grond, stekblokjes met resten hennepplanten, 20 assimilatielampen, twee koolstoffilters, een slakkenhuis, twee ventilatoren, 285 kweekpotten met daarin potgrond, stekblokjes en resten van planten aangetroffen. Tevens is een knipschaar aangetroffen.
In de berging zijn zes vuilniszakken met potgrond en resten van hennepplant en een kartonnen doos met hennepafval aangetroffen. Daarin zaten 365 stekblokjes met resten van vermoedelijk een hennepplant. Geconstateerd is aan de hand van uiterlijke kenmerken, kleur, vorm en geur dat het hennepplanten waren.
Verder is geconstateerd dat de stroom illegaal is afgenomen. De fraudespecialist van Liander N.V. zag dat de zegels van de hoofdaansluitkast waren verbroken. Nadat hij het deksel van de aansluitkast had verwijderd, zag hij dat aan de bovenzijde van de zekeringhouders een illegale drie-fasen elektriciteitsaansluiting was gemaakt en dat deze illegale aansluiting buiten de elektriciteitsmeter om naar de hennepkwekerij liep en de hennepkwekerij van elektriciteit voorzag. Liander N.V. heeft aangifte gedaan van diefstal van elektriciteit.
Verklaringen van de getuigen
Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat hij sinds februari 2017 een aantal weken in de recreatiewoning aan de [perceel] in Neede heeft gewoond. In ruil voor zijn verblijf deed hij klusjes voor verdachte. [getuige 1] heeft verder verklaard dat verdachte meerdere percelen heeft waar hennepkwekerijen zijn ontmanteld. Als de hennepkwekerijen waren ontdekt, ruimde [getuige 1] vaak de troep op en kreeg dan een tientje per uur voor de werkzaamheden. Van de woning in Neede wist hij dat op de eerste verdieping een hennepkwekerij zat; die zat er al toen hij er kwam. Ene [naam 1] verzorgde de planten.
[getuige 1] heeft verder verklaard dat verdachte een pand bezit aan de [adres 3] in Ambt Delden. Daar heeft hij de sloten vervangen en hij is er zes á zeven keer geweest in een tijdsbestek van drie weken. Toen [getuige 1] klaar was met het schoonmaken van het pand heeft hij de sleutel die hij eind december 2016 had gekregen, terug gegeven. [getuige 1] heeft ook gezien dat er jerrycans in de woning stonden en dat er laboratoriumdingen lagen.
Over de woning aan de [adres 4] in Vroomshoop heeft [getuige 1] verklaard dat hij voor verdachte daar schoonmaakwerkzaamheden heeft verricht. Hij is met de bus van verdachte naar Vroomshoop gereden omdat hij afval wilde wegbrengen. Hij is twee keer op het adres geweest. [getuige 1] wist dat er een kwekerij is opgerold. Daarna moest het pand weer bewoonbaar gemaakt worden en hij heeft wietafval weggegooid. Hij heeft alleen maar opgeruimd en weet dat hij restmaterialen van een hennepkwekerij heeft opgeruimd.
Over de woning aan de [adres 2] in Oldenzaal heeft [getuige 1] verklaard dat verdachte daar woonde en dat hij daar wel tien keer is geweest.
Getuige [getuige 2] heeft verklaard dat hij voor verdachte emmers en lepels bij Blokker heeft gekocht. [getuige 2] heeft ook verklaard dat hij bij het pand is geweest waar het drugslab zat en dat hij in december 2016 met verdachte naar de woning in Ambt Delden is gegaan.
Getuige [getuige 3] heeft verklaard dat hij in het onroerend goed zit en dat hij naar executieveilingen gaat en woningen of bedrijfspanden opkoopt. Zijn onderneming [bedrijf] B.V. houdt zich bezig met de verhuur en beheer van de panden.
Over het pand aan de [adres 3] in Ambt Delden heeft [getuige 3] verklaard dat hij nu de eigenaar van het pand is, maar dat er op 2 december 2016 tussen hem en verdachte een koopovereenkomst tot stand in gekomen. Op 1 september 2017 was de overdracht van de woning, maar verdachte heeft sinds 2 december 2016 de sleutel. Er was een afspraak gemaakt dat verdachte tot mei 2017 geen gebruikskosten hoeft te betalen omdat het pand helemaal uitgeleefd was door de vorige bewoner en dat verdachte kleine verbouwingen mocht uitvoeren en alles mocht opknappen en schoonmaken. Na mei 2017 moest verdachte wel gebruikskosten betalen. [getuige 3] heeft de woning voor circa € 240.000,-- gekocht. Hij heeft de woning voor € 200.000,-- aan verdachte verkocht.
Over de woning aan de [adres 2] in Oldenzaal heeft [getuige 3] verklaard dat verdachte de bovenwoning van hem heeft gehuurd via [bedrijf] B.V.
[getuige 3] heeft in januari 2017 met verdachte een koopovereenkomst gesloten waarbij hij de woning aan de [adres 4] in Vroomshoop aan verdachte verkocht voor € 175.000,--. Vanaf 5 januari tot en met de levering in april, betaalde verdachte hem € 1.000,-- per maand voor het ter beschikking stellen van het pand.
[getuige 3] heeft ook verklaard dat de recreatiewoning op het adres [perceel] in Neede eigendom is van zijn onderneming [bedrijf] B.V.
Sinds april 2016 was [bedrijf] B.V. eigenaar van de recreatiewoning die [getuige 3] op een executieveiling heeft gekocht. In april, mei 2017 heeft verdachte belangstelling voor de woning aan de Karelsdijk gekregen. [getuige 3] heeft verdachte een sleutel van het pand gegeven zodat verdachte het pand kon bezichtigen. [getuige 3] en verdachte zijn vervolgens mondeling een koopsom overeengekomen, maar verdachte had geen toestemming om het pand in gebruik te nemen.
[getuige 3] heeft ook verklaard dat hij werd benaderd door verdachte en dat hij geen onderzoek heeft gedaan naar kopers; wel naar huurders.
Verklaring van verdachte
Verdachte heeft verklaard dat hij in september 2016 met [getuige 3] is overeengekomen om het pand aan de [adres 2] in Oldenzaal, een pand aan de [adres 4] in Vroomshoop en een pand aan de [adres 3] in Ambt Delden te kopen. Tot aan het moment dat de aktes zouden worden gepasseerd zou verdachte de panden huren.
Verdachte heeft bekend dat hij in zijn woning aan de [adres 2] in Oldenzaal een hennepkwekerij had en dat de planten klaar waren om geoogst te worden. Verdachte had de planten acht weken eerder in een growshop gekocht en via een kennis heeft hij gehoord hoe hij de planten moest verzorgen.
Verdachte heeft verklaard dat hij het pand aan de [adres 4] in Vroomshoop weer verhuurd heeft aan een Vietnamese en Nederlandse jongen. Verdachte wist niet dat er een grote hennepkwekerij in het pand zat.
Over de aanwezigheid van safrol, aceton en caustic soda in de woning aan de [adres 3] in Ambt Delden heeft verdachte verklaard dat hij de stank en viezigheid uit het pand wilde hebben en dat hem was verteld dat hij daarvoor safrol, waterstofperoxide, aceton en caustic soda nodig had. Als hij dat zou mengen zou ongedierte dood gaan en de stank uit de woning weggaan. Verdachte heeft in België circa 80 liter safrol gekocht en de stoffen vermengd in de badkamer. Met de glazen flessen wilde hij het olie van de safrol scheiden van het water. Het aangetroffen boekje bevat recepten voor waspoeder en schoonmaakmiddelen.
Ook de woning aan de [perceel] in Neede was van [getuige 3] en [getuige 3] heeft de sleutel van de woning aan verdachte gegeven voor de bezichtiging. Verdachte heeft in dat verband verder verklaard dat hij de sleutel aan een jongen (de rechtbank begrijpt [getuige 1] ) heeft gegeven en dat [getuige 3] daar niets van wist.
Medeplegen
Voor de kwalificatie medeplegen is vereist dat sprake is van nauwe en bewuste samenwerking. Die kwalificatie is slechts gerechtvaardigd als de bewezenverklaarde – intellectuele en/of materiële – bijdrage van de verdachte aan het delict van voldoende gewicht is. Een en ander brengt mee dat indien het ten laste gelegde medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering, maar uit gedragingen die met medeplichtigheid in verband plegen te worden gebracht (zoals het verstrekken van inlichtingen, op de uitkijk staan, helpen bij de vlucht), op de rechter de taak rust om in het geval dat hij toch tot een bewezenverklaring van het medeplegen komt, in de bewijsvoering dat medeplegen nauwkeurig te motiveren. Bij de vorming van het oordeel dat sprake is van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking, kan de rechter rekening houden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.
De rechtbank overweegt in dit verband het volgende.
Verdachte is via [getuige 3] in het bezit gekomen van een viertal panden. [getuige 3] kocht via zijn vennootschap op executieveilingen woningen en bedrijfspanden op en verdachte wist steeds de weg naar [getuige 3] te vinden. [getuige 3] heeft naar zijn zeggen geen onderzoek gedaan naar de persoon van de koper, omdat dat volgens hem niet gebruikelijk was. Opmerkelijk in dat verband is dat de vennootschap wel onderzoek deed naar huurders, waarbij opvalt dat verdachte aanvankelijk de woning aan de [adres 2] in Oldenzaal huurde en vervolgens wilde kopen.
In drie van de vier woningen die verdachte van [getuige 3] heeft gekocht of gehuurd zijn kort na de aankoop of het beschikbaar stellen hennepkwekerijen aangetroffen en in één woning is een (begin van een) drugslaboratorium aangetroffen.
[getuige 1] was in de woningen niet alleen aanwezig om op te ruimen, maar verbleef daar ook en moest oppassen, zo heeft hij verklaard. Ook heeft hij verklaard dat verdachte meerdere kwekerijen had. [getuige 2] heeft gezorgd voor de aankoop van benodigde spullen en heeft verklaard dat hij voor verdachte emmers en lepels bij Blokker heeft gekocht.
De rechtbank concludeert, voorgaande overwegingen in onderling verband en samenhang beziend, dat zowel ten aanzien van het drugslab als de hennepkwekerijen verdachte samen met anderen een samenwerkingsverband vormde, met ieder een eigen rol, waarbij verdachte telkens het initiatief nam om nieuwe panden te verwerven.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat verdachte met anderen essentiële werkzaamheden heeft verricht ten behoeve van de voorbereiding en het functioneren van het laboratorium om MDMA te produceren, alsmede het telen en bereiden en bewerken en verwerken van hennepplanten, met daarbij de diefstal van elektriciteit. Nu verdachte een cruciale figuur was en een initiërende rol had bij het opzetten van de kwekerijen en het een feit van algemene bekendheid is dat hennepkweek dikwijls gepaard gaat met diefstal van elektriciteit, heeft verdachte minstgenomen de aanmerkelijke kans aanvaard dat ook bij de kwekerij aan de [perceel] in Neede die elektriciteit zou worden weggenomen.
Uit de aard en de coördinatie van de handelingen van verdachte blijkt naar het oordeel van de rechtbank dat verdachte opzet had op het verweten gronddelict, alsmede op het medeplegen daarvan. Zo schakelde verdachte mensen in om de benodigde spullen aan te schaffen en om de panden na ontdekking op te ruimen en schoon te maken. Zelfs na het ontdekken van het drugslab in december 2016 heeft verdachte er nog voor gezorgd dat het pand aan de [perceel] gebruikt kon worden voor een hennepkwekerij.
In die overwegingen betrekt de rechtbank dat verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van safrol en aceton in de woning aan de [adres 3] . De verklaring van verdachte dat hij deze stoffen had gekocht om schoonmaakmiddelen te produceren, acht de rechtbank, mede gelet op de aangetroffen hoeveelheden, ongeloofwaardig, temeer nu de in de badkamer aangetroffen mengsels in de klemdekselvaten blijkens het deskundigenbericht van ir. T. Hagens van 25 januari 2018 geen schoonmaakmiddelen betreffen en als zodanig daar niet voor gebruikt kunnen worden.
Dat geldt evenzeer voor de door verdachte gestelde aanschaf van de chemicaliën in Antwerpen: in de reguliere handel worden chemicaliën altijd afgeleverd in daartoe geëigende verpakkingen, voorzien van de binnen de EU verplichte veiligheidsetiketten. Losse aflevering van chemicaliën in door de koper aangeleverde verpakking is, behoudens spaarzame uitzonderingen, wettelijk niet toegestaan. Het door de verdachte geclaimde gebruiksdoel vormde geen enkele aanleiding de producten na aanschaf over te brengen in andere, niet of anderszins geëtiketteerde vaten en houders.
Conclusie
Gelet op voorgaande overwegingen en de inhoud van de bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van voorbereidingshandelingen van de productie van MDMA en aan het medeplegen van het telen, bereiden, bewerken en verwerken van hennepplanten in de uitoefening van een beroep of bedrijf en aan het medeplegen van diefstal van elektriciteit.
De (bewijs)verweren worden gelet op het vorenstaande dan ook verworpen.
4.5
De bewezenverklaring
In de zaak met parketnummer 08/952346-17
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1 primair, 2 primair en 3 primair ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op tijdstippen in de periode van 22 december 2016 t/m 28 december 2016 te Ambt Delden, gemeente Hof van Twente, tezamen en in vereniging met anderen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken van MDMA, zijnde MDMA een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen
- zich en een of meer anderen gelegenheid en middelen tot het plegen van die feiten heeft getracht te verschaffen en
- voorwerpen en stoffen voorhanden heeft gehad, waarvan hij wist dat die bestemd waren tot het plegen van die feiten,
immers hebben hij en zijn mededader(s) opzettelijk daartoe:
meerdere onderdelen van een productieopstelling voorhanden gehad, te weten (onder meer):
a. a) klemdekselvaten
b) dopvaten
c) waterbad
en (laboratorium)benodigdheden voorhanden gehad, te weten (onder meer):
a. a) trechters
b) slangen
c) jerrycans
en hoeveelheden chemicaliën/grondstoffen voorhanden gehad, te weten (onder meer):
a. a) 80 liter safrol
b) aceton
c) (caustic) soda;
2.
hij op 29 juni 2017 te Oldenzaal, tezamen en in vereniging met anderen, in de uitoefening van een beroep of bedrijf, opzettelijk heeft geteeld, bereid, bewerkt en verwerkt in een pand aan de [adres 2] een hoeveelheid van 285 hennepplanten, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
3.
hij op 7 maart 2017 te Vroomshoop, tezamen en in vereniging met anderen, in de uitoefening van een beroep of bedrijf, opzettelijk heeft geteeld, bereid, bewerkt en verwerkt, in een pand aan de [adres 4] , een hoeveelheid van 2341 hennepplanten, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder 1 primair, 2 primair en 3 primair meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezen-verklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
In de zaak met parketnummer 08/730025-18
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van 1 mei 2017 tot en met 4 juli 2017 te Neede in de gemeente Berkelland, tezamen en in vereniging met anderen, in de uitoefening van een beroep of bedrijf, opzettelijk heeft geteeld en bereid en bewerkt en verwerkt in perceel [perceel] , een hoeveelheid van 285 hennepplanten, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, welke hoeveelheid meer bedraagt dan de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid van een middel, te weten 285 hennepplanten;
2.
hij in de periode van 1 mei 2017 tot en met 4 juli 2017 te Neede in de gemeente Berkelland, tezamen en in vereniging met anderen, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, heeft weggenomen een hoeveelheid stroom/elektriciteit
toebehorende aan Liander N.V., waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en het weg te nemen goed onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van verbreking van zegels en een elektriciteitsaansluiting aan de bovenzijde te maken.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder 1 primair en 2 primair meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het in de zaak met parketnummer 08/952346-17 bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 2 en 3 jo de artikelen 10 en 11 van de Opiumwet. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Het bewezen verklaarde levert op:
feit 1 primair:
het misdrijf:
medeplegen van een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voorbereiden of bevorderen door voorwerpen en stoffen voorhanden te hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit;
feit 2 primair en feit 3 primair:
telkens het misdrijf:
medeplegen van het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.
Het in de zaak met parketnummer 08/730025-18 bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in artikel 311 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) en in artikel 3 jo artikel 11 van de Opiumwet. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Het bewezen verklaarde levert op:
feit 1 primair:
het misdrijf:
medeplegen van het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 aanhef onder B van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel, meermalen gepleegd;
feit 2 primair:
het misdrijf:
diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldigen zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en het weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van verbreking.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezen verklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van veertien maanden waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren en met aftrek van de tijd die verdachte reeds in de zaak met parketnummer 08/952346-17 in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld, dat – gelet op het bepleite standpunt ten aanzien van de feiten – het opleggen van een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden waarvan 62 dagen, zijnde de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, onvoorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren, recht doet aan de feiten.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
De feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van voorbereidingshandelingen ten behoeve van de productie van synthetische drugs, het medeplegen van het telen van hennep in drie woningen en aan het medeplegen van diefstal van elektriciteit in een van die woningen. Verdachte heeft daarbij in alle gevallen een essentiële rol vervuld door de panden te verwerven, ter beschikking te stellen en hierdoor is gelegenheid gecreëerd voor enerzijds de opbouw van een laboratorium en de productie van synthetische drugs en anderzijds het opzetten van hennepkwekerijen. De aangetroffen hoeveelheden hennepplanten duiden op een bedrijfsmatig opgezet plan.
Volgens de politie had met één liter safrol 1,2 kilogram PMK, zijnde een grondstof voor de productie van MDMA, en daarmee vervolgens 10.000 XTC pillen geproduceerd kunnen worden. Gezien de aangetroffen hoeveelheid safrol - maar liefst 80 liter - was het drugslaboratorium dus geschikt en bedoeld voor een productie op grote schaal.
Zowel de synthetische drug MDMA als hennep bevat voor de gezondheid van personen schadelijke stoffen en zijn daarmee een gevaar voor de volksgezondheid. Het betreft hier verslavende en bewustzijnsbeïnvloedende middelen ten aanzien waarvan de wetgever (onder meer) om die reden de productie en het bezit heeft verboden.
Met betrekking tot synthetische drugs komen bij de productie daarvan grote hoeveelheden chemische afvalstoffen vrij, die in de regel niet via de reguliere weg op verantwoorde wijze worden verwerkt, maar ergens worden gedumpt. Hierdoor ontstaat ofwel een zeer grote kans op milieuschade, ofwel - bij tijdige ontdekking - zeer hoge kosten voor de samenleving omdat deze afvalstoffen zorgvuldig moeten worden verwijderd en er alsnog voor een verantwoorde verwerking van deze afvalstoffen moet worden zorggedragen. Bovendien is de vervaardiging van synthetische drugs bezwarend voor de directe leefomgeving van de locatie van het laboratorium, onder andere vanwege de gevaarlijke stoffen en het mogelijke explosiegevaar. Daarnaast moeten de gevaren die ontstaan bij hennepteelt, met name daar waar het de illegale aanleg en afname van elektriciteit betreft, niet uit het oog worden verloren. Illegale afname van elektriciteit leidt tot de aanwezigheid van brandgevaar voor de directe omgeving en betrokkenen. De vervaardiging van zowel hennep als synthetische drugs dient dan ook blijvend krachtig te worden bestreden.
De rechtbank rekent het verdachte in het bijzonder aan dat hij zich in een relatief korte periode van een half jaar met de productie van diverse verdovende middelen heeft ingelaten, en zich - naar het schijnt - daarbij enkel heeft laten leiden door zijn streven naar geldelijk gewin, zonder zich te bekommeren om de maatschappelijke gevolgen van zijn handelen.
Al deze factoren, de omvang en de ernst van de feiten en de ernstige gevolgen voor de maatschappij maken dat naar het oordeel van de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats is. Voor andere strafmodaliteiten is geen plaats. De feiten zijn daarvoor eenvoudigweg te ernstig.
Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd en heeft zij gekeken naar de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het LOVS. Daarnaast heeft de rechtbank rekening gehouden met het volgende.
De persoon van verdachte
Over de persoon van verdachte is behoudens hetgeen is verwoord in het rapport van de reclassering van 14 juli 2021 en hetgeen de raadsman heeft meegedeeld over het verblijf van verdachte in Turkije, niet veel bekend geworden.
De overschrijding van de redelijke termijn in de zaak met parketnummer 08/952346-17
Als uitgangpunt geldt dat het geding, behoudens bijzondere omstandigheden die een dergelijke lange duur rechtvaardigen, met een einduitspraak dient te zijn afgerond binnen twee jaar nadat de redelijke termijn is gaan lopen.
Verdachte is op 29 juli 2017 in verzekering gesteld. Op 29 augustus 2017 is de zaak voor het eerst ter terechtzitting aangebracht en is het onderzoek ter terechtzitting geschorst tot 21 november 2017, waar de rechtbank onderzoekswensen van de verdediging heeft toegewezen. De zaak is verwezen naar de rechter-commissaris voor het horen van getuigen en het benoemen van een deskundige. De volgende aanvankelijk geappointeerde zitting op 12 augustus 2021 is door de officier van justitie ingetrokken. Op 25 november 2021 is de behandeling hervat, maar heeft geen inhoudelijke behandeling plaatsgevonden omdat de raadsman vanwege fysieke beperkingen niet in staat was de verdediging te voeren. Het onderzoek is daarop geschorst tot 14 januari 2022 waar de behandeling opnieuw is geschorst omdat verdachte op dat moment al in Turkije verbleef en van zijn aanwezigheidsrecht gebruik wilde maken. Op 29 maart 2022 heeft de inhoudelijke behandeling plaatsgevonden. Op 12 april 2022 wijst de rechtbank vonnis.
De totale tijdsduur van deze zaak bedraagt dus ruim vier jaren en negen maanden. Een deel van deze tijdsduur, door de rechtbank begroot op negen maanden, is toe te schrijven aan de omstandigheid dat op verzoek van de verdediging getuigen en een deskundige zijn gehoord bij de rechter-commissaris en dat op haar verzoek het onderzoek op de terechtzittingen van 25 november 2021 en 14 januari 2022 is geschorst. De redelijke termijn is dan ook met twee jaar overschreden. De rechtbank zal met deze omstandigheid rekening houden bij de op te leggen straf, op de wijze zoals hierna is beschreven.
De documentatie van verdachte
Uit het uittreksel uit de justitiële documentatie van 28 februari 2022 blijkt dat verdachte geen recente documentatie heeft in Nederland heeft. Uit het uittreksel European Criminal Records Information System (Ecris) van 28 maart 2022 blijkt dat verdachte op 21 juni 2018 is veroordeeld door het Landgericht Heilbronn tot een gevangenisstraf voor de duur van drie jaren en tien maanden voor het plegen van “strafbare feiten in verband met illegale handel in verdovende middelen, psychotrope stoffen en precursoren die niet louter voor eigen persoonlijk gebruik zijn bestemd”. De raadsman heeft meegedeeld dat verdachte deze gevangenisstraf heeft uitgezeten.
De rechtbank ziet op grond van het bepaalde in artikel 3, eerste en vijfde lid, van het kaderbesluit 2008/675/JBZ van de Raad van 24 juli 2008 betreffende de wijze waarop bij een nieuwe strafrechtelijke procedure rekening wordt gehouden met veroordelingen in andere lidstaten van de Europese Unie [1] aanleiding om bij de op te leggen straf in verminderde zin rekening te houden met de door de Duitse rechter aan verdachte opgelegde straf.
De straf
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van vijftien maanden waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren passend en geboden. Rekening houdende met de overschrijding van de redelijke termijn zal de rechtbank echter een gevangenisstraf opleggen voor de duur van veertien maanden waarvan zes maanden voorwaardelijk.
De voorlopige hechtenis in de zaak met parketnummer 08/952346-17
Op 29 augustus 2017 en 29 maart 2022 is de voorlopige hechtenis van verdachte voor bepaalde tijd geschorst, laatstelijk tot de dag en het tijdstip van de uitspraak, te weten 12 april 2022 om 13.15 uur. De voorlopige hechtenis is derhalve met ingang van 12 april 2022 om 13.15 uur weer van kracht.
Gezien de bewezenverklaarde feiten en het feit dat de gronden voor de voorlopige hechtenis naar het oordeel van de rechtbank nog steeds aanwezig zijn, ziet de rechtbank geen redenen om het bevel voorlopige hechtenis op te heffen dan wel te schorsen mede gelet op de duur van de opgelegde vrijheidsbenemende straf.
7.4
De in beslag genomen voorwerpen
De raadsman heeft verzocht om teruggave van de onder verdachte inbeslaggenomen laptop en twee mobiele telefoons aan verdachte. De officier van justitie heeft zich tegen dat verzoek niet verzet.
De rechtbank is van oordeel dat op grond van het dossier is komen vast te staan dat onder verdachte een laptop en twee mobiele telefoons in beslag zijn genomen. De rechtbank zal de teruggave aan de verdachte gelasten van de onder hem inbeslaggenomen laptop en twee mobiele telefoons, aangezien het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave verzet.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op artikel 57 Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het in de zaak met parketnummer 08/952346-17 onder 1 primair, 2 primair en 3 primair ten laste gelegde en het in de zaak met parketnummer 08/730025-18 onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte in de zaak met parketnummer 08/952346-17 onder 1 primair, 2 primair en 3 primair en in de zaak met parketnummer 08/730025-18 onder 1 primair en 2 primair meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
in de zaak met parketnummer 08/952346-17
feit 1 primair, het misdrijf:
medeplegen van een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voorbereiden of bevorderen door voorwerpen en stoffen voorhanden te hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit;
feit 2 primair en feit 3 primair, het misdrijf:
medeplegen van het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
in de zaak met parketnummer 08/730025-18
feit 1 primair, het misdrijf:
medeplegen van het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 aanhef onder B van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel, meermalen gepleegd;
feit 2 primair, het misdrijf:
diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldigen zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en het weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van verbreking;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het in de zaak met parketnummer 08/952346-17 en in de zaak met parketnummer 08/730025-18 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
14 (veertien) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
6 (zes) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de ten-uitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
de in beslag genomen voorwerpen
- gelast de teruggave van een laptop en twee mobiele telefoons aan verdachte.
Dit vonnis is gewezen door mr. H. Stam, voorzitter, mr. D. van den Berg en mr. R. ter Haar, rechters, in tegenwoordigheid van mr. W.J. van der Leest, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 12 april 202.
Mr. Ter Haar is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s zijn dit in de zaak met parketnummer 08/952346-17 pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2018047324 van 31 januari 2018 en in de zaak met parketnummer 08/730025-18 pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer
PL0600-2017306790 van 30 januari 2018.
Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Parketnummer 08/952346-17
Feiten 1 en 3
1.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] van 19 januari 2017 (pag. 108), onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
In mijn nachtdienst van 24 december 2016 kreeg ik om 00.43 uur een WhatsAppbericht
op mijn diensttelefoon van [naam 2] , buiten gewoon opsporing ambtenaar bij de
gemeente Hof van Twente. Hij vroeg of ik in dienst was en gaf aan dat hij net foto's toegestuurd had gekregen van de heer [getuige 4] van een beginnend drugslab aan de [adres 3] in Ambt Delden . [getuige 4] woont op nummer 31. Deze twee woningen zitten aan elkaar vast. Drie foto's werden mij over de app gestuurd. Op foto 1 en 2 is duidelijk te zien dat er een viertal grote blauwe tonnen met zwarte deksels staan in een witte betegelde ruimte en op de grond een aantal plastic zakken. Op foto 3 staan zes blauwe tonnen op de foto waarvan één ton met uitstekende slangen.
2.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] van 18 september 2017 (pag. 157), onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 28 december 2016 werd na een melding binnengekomen dat op het adres [adres 3] te Ambt Delden een drugslaboratorium gevestigd zou zijn, het volgende aangetroffen:
In de woning werden in drie ruimten diverse jerrycans aangetroffen.
- In de keuken lagen meerdere gereedschappen, waaronder een aantal boormachines.
- In de meterkast was men waarschijnlijk bezig met het aansluiten van een camerasysteem. Ik zag allerlei nieuwe bedrading en een modem o.i.d. In verschillende slaapkamers op de eerste verdieping waren de luiken naar een vliering, tussen slaapkamerwanden en het dakbeschot, geopend. Ik zag in deze ruimten dat er nieuwe bedrading door deze ruimten liep. Deze bedrading kwam uit bij de camera’s die op de buitenmuur bevestigd waren.
Ik zag dat de gaten door de buitenmuur kortgeleden waren geboord daar het boorstof in een hoopje op de vloer lag.
In het bijhok, achterzijde woning, genoemd ruimte A, stonden vijf nagenoeg lege jerrycans van 25 liter, één lege van 60 liter, één volle van 20 liter en één 10 liter volle jerrycan.
In bijna alle jerrycans werd later door de LFO de vloeistof Safrole aangetroffen. Dit is een grondstof waar PMK (piperonyl methyl ketone) van gemaakt wordt. PMK is weer een grondstof voor de productie van XTC.
- Ruimte B: In de badkamer werden zes blauwe vaten van 60 liter aangetroffen met verschillende soorten vloeistoffen. Tevens stond er een houten stellage met daarop een glazen scheidtrechter.
- Ruimte C: In de slaapkamer naast de badkamer lagen vier friteuses, een waterkoker, een glazen scheidtrechter, 25 kg soda, drie jerrycans van 20 liter etanol, twee nieuwe emmers, twee maatbekers, een PH meter, een elektrische kachel, twee flacons korrelontstopper en een houten stellage tbv de scheidtrechter.
- Ruimte D: In de schuur werden acht scheidtrechters en twee nieuwe 60 liter jerrycans
aangetroffen.
De aangetroffen goederen worden niet gebruikt voor het bewonen van een woning.
Hierdoor had ik de indruk dat het niet de bedoeling was om in deze woning te gaan wonen.
Volgens de collega van de LFO is er ongeveer 80 liter Safrol aangetroffen.
Met één liter Safrol kan 1,2 kg PMK worden gemaakt. Met 1,2 kg PMK kunnen 10.000 XTC pillen worden geproduceerd.
3.
Het proces-verbaal van [verbalisant] , hoofdinspecteur van politie en werkzaam als senior LFO-expert bij de Landelijke Eenheid, Dienst Landelijke Operationele Samenwerking, Landelijk Forensisch Service Centrum, Landelijke Faciliteit Ontmantelen (LFO), van 21 maart 2017 (pag. 223), onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 28 december 2016 heb ik op verzoek onderzoek verricht aan jerrycans en klemdekselvaten met onbekende inhoud. Deze goederen waren in de woning, gelegen aan de [adres 3] te Ambt-Delden, aangetroffen.
Ik zag dat in een aantal kamers van deze woning diverse productiemiddelen en verpakkingen met chemicaliën stonden welke mogelijk gerelateerd waren aan de vervaardiging van
synthetische drugs. Hieronder volgt een summiere opsomming van de goederen welke een relatie hadden met de vervaardiging c.q. bewerking van synthetische drugs.
Ten behoeve van de voorlopige vaststelling van de aanwezige stoffen werd door mij onder andere gebruik gemaakt van een identifïcatieapparaat dat werkt op basis van Ramantechnologie, de Uhura First Defender/ de Gemini van Thermo Scientific.
Kamer -ruimte A-
Deze kamer bevond zich op de begane grond en was onder andere in gebruik voor de opslag van de volgende goederen:
* een jerrycan, zwart, inhoudsmaat 20L, geen etiket, geheel gevuld met een heldere vloeistof,
FD=waterstofperoxide;
* 4 jerrycans, blauw, inhoudsmaat 25 L, 2 voorzien van etiket met o.a. opschrift: "WATERPROOFING OF AUSTRALIA, SANIK, CHINA" en 1 jerrycan, zwart, inhoudsmaat 10L, geen etiket. De jerrycans waren allen gevuld, blauwe jc's restanten de
zwarte 5L, met dezelfde geel kleurige olieachtige vloeistof geur Safrol (FD=Safrol);
* een jerrycan, blauw, inhoudsmaat 25 L, geen etiket, gevuld met een restant donker bruine
vloeistof;
* een schone niet gebruikte 60L blauw klemdekselvat.
Badkamer -ruimte B-
Deze kamer bevond zich op de eerste etage en was vermoedelijk in gebruik voor
(voorbereidingshandelingen) de omzetting van Safrol in PMK:
* 2 blauwe 60L klemdekselvaten, beide gevuld met respectievelijk 30 en 40 L donker bruine olieachtige vloeistof pH>7;
* 2 blauwe 60L klemdekselvaten, beide gevuld met 40L geel kleurige olieachtige vloeistof;
geur safrol (FD=Safrol), pH>7;
* een blauwe 60L klemdekselvat, gevuld met 30L waterige vloeistof voorzien van een geel kleurige olieachtige vloeistof; pH>7;
* een witte emmer, inhoudsmaat 25 L, met maatverdeling en kraantje, gevuld met 13,5 L
2 fasen vloeistof. Onderlaag 7,5 L en geel kleurige olieachtige bovenlaag 6L (FD=ethanol);
* een schone niet gebruikte 60L blauw klemdekselvat;
* een aangetaste vervuilde bezemsteel (roeren tijdens maken loog);
* een houtenstelling met daarin een glazen verzamelfles (scheitrechter), niet gebruikt;
* 3 maatbekers en 2 houten lepels.
Kamer -ruimte C-
Deze kamer bevond zich op de eerste etage en was in gebruik voor de opslag van diverse
goederen, namelijk:
* een jerrycan, wit, inhoudsmaat 25L, met geschreven opschrift: "ACE", geheel gevuld met een heldere vloeistof, geur aceton (FD=aceton);
* 2 jerrycans, wit, inhoudsmaat 25L beide met geschreven tekst :"ALQ", lx leeg en lx 1 L heldere vloeistof, geur alcohol, FD=ethanol;
* een lege en een aangebroken plastic zak, 25 kg, Caustic soda (NaOH);
* een houtenstelling voor een tweede scheitrechter(?);
* 2 niet gebruikte au bain marie bakken, inhoudsmaat 30L;
* een niet gebruikte waterbad, inhoudsmaat 20L;
* nieuwe emmers, nieuwe pH-meter, en maatbekers.
Hieronder volgt een tabel met omschrijvingen van de door mij onderzochte en indien van
toepassing bemonsterde goederen. Bij iedere monsterneming werd door mij schoon en niet eerder gebruikt monstername materiaal gebruikt. De monsters werden vervolgens door mij verpakt en voorzien van een kenmerk en een uniek monsternummer (SIN).
[afbeeldingen]
4.
Het rapport Drugsonderzoek aan materialen aangetroffen op de locatie [adres 3]

te Ambt Delden , 28 december 2016 van 3 februari 2017 van ing. A.B.M. van Esch – de Bruin (pag. 234), onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:

Bij het laboratoriumonderzoek van de in tabel 1 vermelde monsters werd, naast het
beschouwen van de uiterlijke kenmerken, het uitvoeren van pH-metingen en van
enkele chemische reacties, gebruik gemaakt van infraroodspectroscopie,
gaschromatografie-massaspectrometrie (GC-MS) en statische headspace GC-MS.
[afbeelding]
Conclusie
Vraagstelling 1
In het onderzoeksmateriaal is safrol en aceton aangetoond.
Vraagstelling 2
In relatie tot synthetische drugs is safrol [AAEI6991NL t/m AAEI6993NL] en
[AAEI6913NL] een grondstof voor de vervaardiging van PMK (piperonylmethylketon)
een grondstof voor de vervaardiging van o.a. MDMA.
In relatie tot de vervaardiging van synthetische drugs wordt waterstofperoxide
gebruikt als hulpstof bij de vervaardiging van PMK uit safrol.
5.
Het proces-verbaal bevindingen ondersteuning LFO van [verbalisant] van 19 oktober 2017 (pag. 246) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 3 oktober 2017 ontving ik het verzoek van de Officier van Justitie M. de Wild, werkzaam bij het arrondissementsparket Oost-Nederland, om onderstaande vragen in een proces-verbaal te beantwoorden:
1-welke hoeveelheden grondstoffen werden exact aangetroffen?
2- waren de aanwezige (grond)stoffen toereikend om daadwerkelijk PMK/extase/MDMA te
produceren? Zo nee, welke (grond) stoffen ontbraken? Palladium chiode?
3- Op basis van welke feiten en omstandigheden kan het relaas van de verdachte (schoonmaken) worden gefalsificeerd?
Vraag 1:
[afbeeldingen]
Vraag 2:
De badkamer van de woning was vermoedelijk in gebruik dan wel was gebruikt voor het
bewerken c.q. vervaardigen van synthetische drugs/precursoren, namelijk de vervaardiging
van PMK vanuit safrol. PMK is onder andere de grondstof voor MDMA (XTC).
Zeer waarschijnlijk was men gestart om de safrol volgens de peroxymierenzuur methode om te zetten in PMK gezien de aanwezigheid van de volgende stoffen en productiemiddelen:
safrol, mengsels van safrol in ethanol, natriumhydroxide (ook in oplossing), ethanol,
waterstofperoxide, aceton, een glazen scheitrechter, drie au bain marie pannen en een
frituurpan.
Hieronder volgt een omschrijving van de peroxymierenzuur methode:
Uit safrol kan op eenvoudige isosafrol worden gemaakt. Daarna wordt isosafrol omgezet in PMK.
1. safrol (aanwezig) wordt omgezet in isosafrol door het te koken (frituurpannen en au bain marie bak aanwezig om mengsels te koken) met kaliumhydroxide of natriumhydroxide (aanwezig), eventueel met ethanol (aanwezig) als oplosmiddel. Het gevormde isosafrol (niet aangetoond) kan worden geïsoleerd door destillatie.
2. er wordt een mengsel gemaakt van mierenzuur (niet aanwezig) en waterstofperoxide
(aanwezig); dit geeft peroxymierenzuur (niet aangetoond), een krachtig oxidatiemiddel.
Het in stap 1 verkregen isosafrol wordt opgelost in aceton (aanwezig). De acetonoplossing wordt druppelsgewijs toegevoegd aan het peroxymierenzuur onder goed roeren; hierbij mag de temperatuur niet boven de 40 graden Celsius komen. Om de temperatuur laag te houden moet gekoeld worden: dit kan met behulp van een ijsbad of een bad waar stromend water door wordt geleid. In deze stap wordt het tussenproduct isosafrolglycol gevormd. Het tussenproduct wordt geïsoleerd door alle vluchtige componenten met vacuümdestillatie te verwijderen of door middel van extractie met een organisch oplosmiddel (glazenscheitrechter aanwezig).
3. het onder 2 verkregen tussenproduct isosafrolglycol (niet aangetoond)wordt opgelost in methanol met 15% zwavelzuur (niet aanwezig). Door dit mengsel gedurende een aantal uur tot 90 graden Celsius te verwarmen wordt PMK gevormd. Na afkoelen wordt het mengsel geëxtraheerd met een organisch oplosmiddel; het extract wordt gewassen met 5% soda of natronloog (=oplossing natriumhydroxide: aanwezig). Na afdampen van het oplosmiddel blijft PMK over als een licht gele tot licht bruine olieachtige vloeistof.
Op deze locatie waren niet alle stoffen en productiemiddelen aanwezig om volgens
bovengenoemde methode vanuit safrol PMK te vervaardigen.
Kennelijk was wel al een aanvang gemaakt met het maken van de mengsels [safrol-
natriumhydroxide-ethanol] voor stap 1. De mengsel moesten alleen nog gekookt worden,
eventueel met de au bain marie bakken en frituurpan aangetroffen in een ander ruimte.
De mierenzuur en zwavelzuur waren niet aanwezig.
Vraag 3
De aangetroffen mengsels in de klemdekselvaten aanwezig in de badkamer betreffen geen schoonmaakmiddelen en kunnen als zodanig daar niet voor gebruikt worden. Ambtshalve is mij bekend dat op productieplaatsen van synthetische drugs niet zorgvuldig wordt gehandeld waardoor er vaak geknoeid wordt. Een badkamer is geschikt als productieruimte omdat deze makkelijker te reinigen is (tegels).
6.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 4] van 17 januari 2017 (pag. 106), onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik woon aan de [adres 6] . In september 2011 is een deel van de boerderij verkocht aan de heer [getuige 3] .
Ik werd aangesproken door mijn overbuurman [naam 3] dat er een komen en gaan was van auto's bij de woning naast mij.
Op 22 december 2016 zag ik dat er grote blauwe vaten naar binnen werden gebracht. Er stonden drie auto's. Ze waren met zes personen. De personen waren allemaal Turkse of Marokkaanse mannen.
Op 27 december 2016 waren de eerder genoemde zes personen wederom in de woning. Ik zag dat de grote dure Mercedes van de heer [getuige 3] ook geparkeerd stond op de oprit. Ik heb gezien dat [getuige 3] zeker één uur lang binnen in die woning is geweest. Ik heb [getuige 3] nooit eerder gezien op dit adres dan alleen op 27 december 2017, de dag voor de inval.
7.
Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 1] van 1 november 2017 (pag. 406), onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Waarbij V: = vraag verbalisant(en)
A: = antwoord verdachte
A: Ik heb bij ene boerderij aan de [adres 3] schoongemaakt. [adres 3] Ambt
Delden.
V: Wie is de eigenaar van dit pand?
A: De heer [alias] . Dat is [alias] .
A: Eind vorig jaar ben ik door [alias] benaderd. Ik weet dat [alias] een pand bezit aan de [adres 3] in Ambt Delden.
A. Ik heb toen op verzoek van [alias] een nieuw slot in de woning gezet.
V: Aan wie heb jij de sleutels van het nieuwe slot gegeven?
A: Aan [alias] , dit was rond eind vorig jaar. Ik heb de sleutel aan [alias] gegeven toen ik klaar was met het schoonmaken van het pand.
A: Ik zag dat er ook witte jerrycans in de woning stonden. Misschien waren ze ook wel blauw.
Binnen lagen ook laboratorium dingen.
A: Ik heb gisteren in een busje gereden. Een blauwe Opel Vivaro, deze heb ik ook via [alias] geleend. Ik heb ook voor [alias] wat schoonmaakwerkzaamheden moeten doen in
Vroomshoop. Ik ben met deze bus naar Vroomshoop gereden omdat ik afval wilde wegbrengen. In Vroomshoop moest ook een boerderij bewoonbaar gemaakt worden voor [alias] . Ik heb even met u meegekeken op Google Maps en ik kom uit op de [adres 4] . Daar is het adres waar ik ook wat moest schoonmaken.
V: Hoe vaak ben je al op het adres in Vroomshoop geweest?
A: twee keer. Gisteren ben ik er geweest en lang geleden.
A: Ik denk ongeveer 2 maanden.
V: In dit pand is een tijdje terug een hennepkwekerij aangetroffen.
A: Ik wist dat er een kwekerij is opgerold. Het pand moest weer bewoonbaar gemaakt worden. Volgens mij is dat na Ambt Delden geweest.
V: Wat trof je in het pand in Vroomshoop aan toen je er de eerste keer kwam?
A: Grote koelcellen, grote luchtslangen, potten met zand. Afgeknipte wietplantpotten. Er stonden wel honderden potten, misschien wel duizenden. Tevens lag er nog een hoop zand.
V: Op 17 maart 2017 bent u door collega's bij dit pand gezien. U was samen met [alias]
en [naam 6] . Wat hebt u daar gedaan?
V: Wat deden [alias] en [naam 6] daar?
A: [alias] en [naam 6] lieten mij zien wat er opgeruimd moest worden.
V: Hoeveel geld zou je krijgen?
A: 50 a 60 euro voor die dag.
V: Hoeveel geld zou je krijgen voor de werkzaamheden die je hebt uitgevoerd aan de
[adres 3] in Ambt Delden?
A: 10 euro per uur. Ik heb 100 euro gekregen. Ik zou nog 100 euro moeten krijgen.
V: De collega's hebben gezien dat jullie de restanten van een kwekerij aan het inladen waren.
A: Ja dat klopt.
8.
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte van 29 juni 2017 (pag. 293) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Waarbij V: = vraag verbalisanten
A: = antwoord verdachte
A: Ik woon in een koopwoning aan de [adres 2] .
A: Ik heb het hele pand gekocht. Ik bedoel hiermee de bovenwoning en het horecagedeelte op de begane grond. Dit alles is mijn eigendom.
A: Ik heb een pand aan de [adres 4] en een pand aan de [adres 3] in Ambt Delden.
A: De drie panden heb ik van [getuige 3] gekocht maar die zijn nog niet betaald. Ik heb wel een koopakte voor de panden. Hierop staat dat ik de eigenaar ben van deze drie panden. Ik heb met [getuige 3] afgesproken dat een jaar na het afsluiten van koopcontract de drie panden in gedeeltes zou afbetalen.
9.
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte van 29 juni 2017 (pag. 299) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Waarbij V: = vraag verbalisanten
A: = antwoord verdachte
A: (…) De Safrol was voor het ontsmetting van de boerderij.
A: (…) Ik ben verantwoordelijk voor wat er in of bij dat pand gebeurd.
V: Wie heeft er een sleutel van dit pand.
A: Ik heb een sleutel (…).
V: Wie is de eigenaar van het pand [adres 3] te Ambt Delden ?
A: Ik.
V: Wat hebben wij daar nog meer aangetroffen?
A: (…) Ammoniak of aceton.
V: Waar heb jij deze middelen gekocht dan?
A: In Antwerpen, België.
10.
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte van 5 juli 2017 (pag. 302) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Waarbij V: = vraag verbalisanten
A: = antwoord verdachte
V: Weet u dat er een hennepkwekerij is aangetroffen in het pand aan de [adres 2] in Oldenzaal?
A: Ja, die wietkwekerij is van mij. Daar stonden 260 planten. De plantjes waren bijna klaar om geoogst te worden. Via een kennis van mij wist ik hoe ik dit aan moest pakken. Hij heeft mij gezegd hoe ik water moest geven en zo.
V: Waar heeft u de spullen gekocht om de kwekerij in te kunnen richten?
A: Een deel van de spullen kwamen vanuit Vroomshoop. Die bakken waar de planten in zaten bijvoorbeeld. Er hingen 20 lampen.
A: Ik wist dat die spullen daar lagen in Vroomshoop omdat daar een wietkwekerij was opgerold. Ik heb de spullen die daar waren achtergebleven opgehaald.
A: De naam van de plantjes weet ik niet. De plantjes heb ik bij de growshop in Hengelo gehaald.
V: Wanneer heeft u de plantjes gekocht?
A: Dat was 8 weken geleden.
O: Het aantal planten is geteld en dat komt uit op 285.
A: Ik heb 300 planten gekocht.
A: Ik ben via een kennis bij [getuige 3] terecht gekomen. Ik ben in het pand in Oldenzaal aan de [adres 2] gaan wonen in juni/juli 2016.
In september 2016 heb ik met [getuige 3] een koopcontract gesloten voor het hele
pand. Ik had ook de sleutel voor het hele pand.
Ik heb [getuige 3] gevraagd naar andere panden en zo ben ik in Vroomshoop en Ambt Delden terecht gekomen. Ik ben dus in totaal met hem overeen gekomen dat ik drie panden van hem zou kopen. Dat was in september 2016. Ik heb met [getuige 3] koopcontracten gesloten. Tot aan het passeren zou ik de panden huren.
V: Dan was er als derde pand een pand in Vroomshoop?
A: Ja, de [adres 4] was dat. Die wilde ik ook kopen om op te knappen en weer te verhuren. Ik huurde dat voor 1000 euro per maand. Ook bij deze woning hadden we afgesproken dat ik het zou kopen voor 2 ton, 200.000 euro. Tot aan het passeren, dus wanneer ik geld zou hebben om te kunnen kopen, zou ik de woning huren voor duizend euro per maand.
Het pand in Vroomshoop heb ik in januari 2017 onderverhuurd aan een Nederlandse jongen en twee Vietnamezen in de periode januari 2017 tot en met maart 2017. Ik kreeg van die jongen 1200 euro huur per maand. Zijn vriendin kwam het geld bij mij brengen.
Ik moest zelf 1000 euro per maand aan [getuige 3] betalen, dus ik verdiende daar 200
euro per maand aan.
[getuige 3] wist niet dat ik het pand had onderverhuurd. Dat hoefde hij ook niet te
weten toch? Het pand was toch van mij? Ik mocht dat zelf regelen toch?
V: U heeft net verteld dat U voor de panden huur betaalde zolang het passeren op zich
liet wachten. Tot de tijd dat U het geld had om de panden echt te kunnen kopen zou U
het huren. Dat betekent dan toch dat U nog niet de feitelijke eigenaar was van de
panden?
A: Ik zie dat anders. De panden waren wel van mij.
11.
Het proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij van verbalisant [verbalisant] van 22 maart 2017 (pag. 875), onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 7 maart 2016 stelde ik naar aanleiding van een melding een onderzoek in naar het adres [adres 4] .
Het pand betreft een vrijstaande woonboerderij. Aan de achterzijde was een grote ruimte, de deel. In deze grote ruimte was de hennepkwekerij gesitueerd. Via de woonruimte kon men in de kweekruimte komen.
Kweekruimte 1
Op de deel zag ik vier soortgelijke, afgetimmerde kweekruimtes gemaakt van geïsoleerde damwandplaten. Alle vier de kweekruimtes waren hetzelfde ingericht. Ik zag dat de ruimtes ongeveer 9 meter lang en 4 meter breed waren. Elke kweekruimte had een inwendige kweekoppervlakte van ongeveer 34 vierkante meter. In totaal stonden er 2287 hennepplanten in de kweekruimtes. Per m2 stonden er 17 planten. De gemiddelde hoogte van de planten was ongeveer 30 cm.
Voor de kweekruimtes liep een looppad. Aan dit looppad zaten de toegangsdeuren van de kweekruimtes. Aan dit looppad zat tevens de toegangsdeur naar de woonruimte. Door middel van een kleine houten deur waren de kweekruimtes toegankelijk. Elke kweekruimte had een eigen meterkast welke naast de toegangsdeur van de kweekruimte hing. De schakeltijden waren zodanig ingesteld dat er twee kweekruimtes voor een tijd van 12 uur in werking waren. Als deze kweekruimtes uitschakelden werden de andere twee ruimtes ingeschakeld. Er hing een temperatuur ventilatie regelaar naast elke meterkast. In elke ruimte hingen 36 assimilatielampen met elk een vermogen van 600 Watt. Er hingen 5 koolstoffilters in elke kweekruimte. In het plafond van elke kweekruimte waren gaten gezaagd waardoor de luchtslangen liepen welke de lucht aan- en afvoerden in de kweekruimtes. In elke kweekruimte stonden ventilatoren met elk een vermogen van 45 Watt die voor de luchtcirculatie zorgden. De hennepplanten stonden in plantenpotten. De vloer was bekleed met een zwart zeil. Door middel van waterslangen werd e een vloeistof in de kweekruimtes gebracht en werden de hennepplanten van vloeistof voorzien.
In het looppad stonden meerdere watervaten met daarin twee dompelpompen met een
vermogen van 250 Watt en 335 Watt. Tevens stonden er 22 cans met groeimiddelen bedoeld voor de kweek van hennepplanten.
Op elk plafond van de kweekruimtes, tevens gebouwd met geïsoleerde damwandplanten, was bij elke kweekruimte 36 transformatoren met elk een vermogen van 600 Watt bevestigd. De transformatoren waren afgedekt met stukken karton wat voor gevaarlijke situaties kan zorgen. De ingeschakelde transformatoren zijn bekeken met een warmtebeeldcamera. Hieruit is gebleken dat de temperatuur van de ingeschakelde transformatoren tussen de 100 en 128 graden bedroeg De lucht aan- en afvoer werd geregeld door middel van luchtslangen en 11 slakkenhuisventilatoren: twee slakkenhuisventilatoren met een vermogen van 550 Watt, vijf
Slakkenhuisventilatoren met een vermogen van 1200 Watt, twee slakkenhuisventilatoren
met een vermogen van 1350 Watt en twee slakkenhuisventilatoren met een vermogen van 2250 Watt. Door middel van een afgetimmerde ruimte aan de voorzijde en aan de zijkant, op de zolder van het pand werd de lucht aan- en afgevoerd.
Verspreid in het hele pand lagen veel kweektoebehoren bedoeld voor de hennepteelt. Zo
lagen er dozen met nieuwe lampen en met nieuwe armaturen, in totaal 32 stuks. In nagenoeg elke ruimtelagen kweektoebehoren. Er lagen 63 jonge hennepplanten, inclusief wortels, in vuilniszakken.
Vaststelling hennep
Ik constateerde op grond van mijn kennis en ervaring, opgedaan bij eerdere ontmantelingen van hennepkwekerijen, dat het hennepplanten waren. Ik constateerde, gezien de waargenomen uiterlijke kenmerken, kleur en vorm en daarnaast de herkenbare geur dat de aangetroffen planten hennepplanten betroffen.
Met hennep wordt bedoeld elk deel van de plant van het geslacht Cannabis (hennep), waaraan de hars niet is onttrokken, met uitzondering van de zaden.
12.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3] van 10 maart 2017 (pag. 914), onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik ben handelaar in vastgoed. Ik koop panden op die ik vervolgens weer verkoop of verhuur. Ik ben eigenaar van de boerderij aan de [adres 4] te Vroomshoop. Ergens in november 2016 kwam ik [verdachte] tegen. Hij huurt momenteel al een bovenwoning van mij in Oldenzaal. Dit is aan de [adres 2] te Oldenzaal.
In december 2016 zijn wij het mondeling eens geworden over de boerderij aan de [adres 4] te Vroomshoop. Hij zou deze kopen voor 175.000 euro. In januari 2017 hebben wij de koopovereenkomst getekend.
13.
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte van 5 juli 2017 (pag. 956) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Waarbij V = vraag verbalisant
A = antwoord verdachte
V: Hoe heet je?
A: [verdachte] , mijn roepnaam is [alias] .
V: Wie heeft het pand aan de [adres 4] in Vroomshoop gehuurd?
A: Ik heb dat pand gehuurd van [getuige 3] . De bedoeling was dat ik het pand ook zou kopen als ik het geld uit Turkije zou krijgen.
Ik kwam met hem in gesprek een jaar terug. Hij had meerdere panden die ik wel wilde kopen als ik het geld uit Turkije zou krijgen. Tot die tijd zou ik de panden huren.
V: Is er eerder geoogst? Hoe vaak?
A: Nee, dat denk ik niet want ik heb in januari verhuurd en in maart opgerold, dus dat kan niet.
14.
Het proces-verbaal van verhoor van B. Frijters van 25 januari 2018 (pag. 963) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Waarbij V: = Vraag verbalisant.
A: = Antwoord verdachte.
V: Wat kunt u vertellen over de naam [verdachte] ?
V: Die [verdachte] verhuurt geen panden. Die doet er andere dingen mee waar ik niks over wil zeggen. Ik wil geen belastende verklaring afleggen want hij is geen lieverdje.
Feit 2:
Nu de rechtbank komt tot bewezenverklaring van feit 2 en verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit zal de rechtbank volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen:

15.

Het proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij van H.J. Kolkman van 29 juni (pag. 626);

16.

Het proces-verbaal van verhoor verdachte van 15 juli 2017 (pag. 302) voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.

Parketnummer 08/730025-18
Feiten 1 en 2
17.
Het proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij van verbalisanten [verbalisant] en
P. Diepemaat van 30 januari 2018 (pag. 2), onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 4 juli 2017 stelde ik, [verbalisant] , naar aanleiding van een melding een onderzoek in op de [perceel] te Neede.
Ik, verbalisant [verbalisant] , hoorde aan de linkerzijde van de woning, onder het dakraam, een
Zoemend geluid gelijkend op de aan- en afvoer van lucht. Het is mij ambtshalve bekend dat bij hennepkwekerijen lucht wordt afgezogen en dat er verse lucht de hennepkwekerij wordt ingezogen doormiddel van gebruik van zogenoemde slakkenhuizen.
Het pand betreft een vrijstaande, stenen, recreatiebungalow.
Ik zag dat het dakraam middels een houten blokje op een kierstand was gezet. Ik zag aan de rechterzijde van het dak, eveneens gezien vanaf de weg, dat er in het dak twee afvoerpijpen waren gesitueerd.
Ik zag dat in de rechtergevel een deur zat die toegang gaf tot de meterkast.
Na het binnentreden door de voordeur kwam ik in een halletje met daarin links een deuropening naar de woonkamer met open keuken, een trapopgang naar de eerste verdieping, rechts een deur naar de badkamer en daar rechts van een deur naar de wc.
Ik zag dat er een waterslang in het bad lag en dat deze door de muur naar de trapopgang was aangelegd. Ik zag op de vloer naast het bad een lege verpakking van een voedingsmiddel, genaamd Bloom Stimulator. Ik zag op de vloer een bigshopper van Action met daarin resten van hennepplanten. Ik zag dat naast de waterslang in de badkamer een grijze duimdikke stroomkabel was aangelegd. Ik zag dat de stroomkabel uit een muur kwam, waar de ruimte van de meterkast bleek te zijn gesitueerd. Ik zag dat de grijze stroomkabel eveneens door de muur naar de trapopgang was aangelegd.
Ik zag dat de woonkamer nagenoeg leeg was. Ik zag op de grond een plastic tas met daarin enkele enveloppen gericht aan de heer [getuige 1] , [adres 5] .
Bovenaan de trap zag ik at de overloop voorzien was van vele stroomdraden, een schakelbord, en af- en aanvoerslangen voor lucht. Ik zag op de vloer diverse witte stroomdraden welke op
bepaalde plekken bruin/zwart verkleurd en deels gesmolten waren. Ik zag bij de trapopgang aan de rechterzijde van de muur een leeg houten bord waar kennelijk transformatoren op bevestigd waren. Ik zag dat er naast de houtenbord diverse stroomkabels losgekoppeld waren.
Ik zag op de overloop een dakraam met daaraan een lucht af- en aanvoerslang bevestigd.
Ik zag dat de ruimte links aan de voorzijde van de woning nagenoeg leeg was op enkele kweekbenodigdheden na. Ik zag in de ruimte een slakkenhuis met opdruk "2500 m3".
Ik zag dat de flexibele luchtslang vanaf de slakkenhuis in de ruimte links naar de ruimte aan de achterzijde, ruimte rechts, was bevestigd.
Ik zag dat de kweekruimte ongeveer 6 meter bij 5 meter groot was en dat het kweekoppervlakte ongeveer 30 vierkante meter betrof. Ik zag dat de vloer bedekt was met zwarte vijverfolie en dat er op de gehele kweekoppervlakte kweekpotten stonden van ongeveer 20 centimeter bij 20 centimeter groot. Ik zag dat de kweekpotten gevuld waren met potgrond met daarin vermoedelijk perliet korrels. Ik zag in de kweekpotten steenwollen stekblokjes met daarin resten van hennepplanten. Ik zag dat er in de kweekruimte, aan het schuine plafond, 5 rijen met panlatten met aan elke panlat vier assimilatielampen waren
bevestigd. Ik zag dat er in totaal 20 assimilatielampen aan het plafond hingen. Ik zag dat elke assimilatielamp 600 Watt bedroeg. Ik zag dat er aan het plafond twee koolstoffilters hingen. Ik zag dat de koolstoffilter waren aangesloten op een slakkenhuis van 985 Watt en dat de slakkenhuis voorzien was van een sticker met daarop weergegeven “5000 m3”. Ik zag dat in de kweekruimte tegen de achtergevel een tweetal ventilatoren waren bevestigd. Ik zag dat elke ventilator 50 Watt bedroeg.
Ik telde ongeveer 285 kweekpotten met daarin potgrond, stekblokjes en plantenresten. Ik zag dat er 10-tallen bamboestokken van ongeveer een meter lang op de grond lagen. Ik zag bij binnenkomst in de kweekruimte een knipschaar liggen. Ik zag dat de koolstoffilters aangesloten waren op het slakkenhuis en dat vanuit het slakkenhuis een afvoerslang naar de overloop ging en dat de afvoerslang bevestigd was aan het dakraam aan de linkerzijde van de woning, gezien vanaf de weg.
De plantenbakken waren gevuld met potgrond met perliet, stekblokjes en plantenresten. In totaal hingen er in de kweekruimte 20 assimilatielampen. In de kweekruimte bevonden zich twee koolstoffilters. De luchtverversing en luchtafvoer werd geregeld door een aan- en afzuiginstallatie. De temperatuur in de kweekruimte bedroeg 20 Celsius.
In de berging trof ik aan zes zwarte vuilniszakken en een kartonnen doos. Ik zag dat er uit de vuilniszakken potgrond en resten van een hennepplant staken en dat er hennepafval in de kartonnendoos lag.
Collega's [verbalisant] en [verbalisant] hebben de inbeslaggenomen vuilniszakken en de kartonnen doos onderzocht en troffen in de zakken en doos 356 steenwollen stekblokjes met daarin resten van vermoedelijk een hennepplant. Tussen het afval zag ik de uiterlijke kenmerken, kleur en vorm van resten van een hennepplant.
Vaststelling hennep
Ik, [verbalisant] , constateerde op grond van mijn kennis en ervaring, opgedaan bij eerdere ontmantelingen van hennepkwekerijen, dat het hennepplanten waren. Ik constateerde, gezien de waargenomen uiterlijke kenmerken, kleur en vorm en daarnaast de herkenbare geur dat de aangetroffen planten hennepplanten betroffen. Met hennep wordt bedoeld elk deel van de plant van het geslacht Cannabis (hennep), waaraan de hars niet is onttrokken, met uitzondering van de zaden.
stroomvoorziening
De stroomvoorziening van de hennepkwekerij is onderzocht door een fraude-inspecteur bij
de netwerkbeheerder Liander. Hierbij werd geconstateerd dat de stroomvoorziening ten behoeve van de hennepkwekerij illegaal werd afgenomen. Het bleek dat er een stroomkabel vanaf de hennepkwekerij langs het plafond via de trap naar de begane grond was bevestigd. Ik zag dat de stroomkabel door een gat in de muur naar de badkamer liep en ik zag dat er in de badkamer een gat in de muur was gemaakt naar de meterkast. Ik zag dat de meterkast via de buitenzijde van de bungalow te bereiken was. Ik hoorde van de fraude-inspecteur dat de verzegeling van de meterkast ontbrak en dat de beschermkap van de meterkast voorzien was van nog maar een schroef.
18.
Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 3] van 18 juli 2017 (pag. 67) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Waarbij V: = vraag verbalisant
A: = antwoord
A: [bedrijf] is een B.V. met twee investeerders, te weten mijzelf en [naam 5] . Ik doe de aankoop en beheer van de panden.
A: Ik ben de gevolmachtigde om het bedrijf te runnen.
V: Sinds wanneer bent u eigenaar van de recreatiewoning?
A: Ik schat vanaf april 2016.
A: Ik heb de woning op een veiling gekocht, per executie. Ik heb de woning gekocht om deze vervolgens weer te verkopen. Dat doe ik regelmatig.
A: De woning is vanuit het bedrijf [bedrijf] aangekocht en betaald.
In de periode oktober - december 2016 kwam ik in contact met een Turkse man. De man
is genaamd [verdachte] .
[verdachte] wilde een bedrijfspand van [bedrijf] B.V., gevestigd aan de [adres 2] kopen. Omstreeks 2 november 2016 is er een koopakte voor genoemd pand ondertekend. Dit betrof een koopakte met uitgestelde betaling tot 01 december 2017. Vanaf 2 november 2016 kon [verdachte] het pand al wel in gebruik nemen. Eind juni 2017 werd er in het pand een hennepkwekerij aangetroffen. Nadien heeft [verdachte] op 1 december 2016 een halve woonboerderij gelegen aan de [adres 3] mondeling aangekocht van [bedrijf] B.V. Dit betrof eveneens een koopakte met uitgestelde betaling tot volgens mij
1 september 2017. Vanaf 1 december 2016 heeft [verdachte] gebruik kunnen maken van genoemd pand. Eind december 2016 werd er een drugslab aangetroffen in het pand.
Omstreeks april - mei 2017 had [verdachte] belangstelling voor een recreatiewoning gelegen aan de [perceel] te Neede. [verdachte] en ik hadden regelmatig contact over de aankoop van voornoemde panden.
Omdat [verdachte] belangstelling had in het pand [perceel] te Neede gaf ik [verdachte] een sleutel van het pand zodat [verdachte] het pand kon gaan bezichtigen. Ik ben niet met [verdachte] meegegaan voor bezichtiging.
Mondeling kwamen wij een koopsom overeen.
A: D. [verdachte] heeft mij benaderd. De roepnaam van [verdachte] betrof [verdachte] .
V: Heeft u deze persoon onderzocht?
A: Kopers onderzoeken wij niet echt, huurder wel.
19.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte van 3 augustus 2017 (pag. 74) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Waarbij V: = vraag verbalisant
A: = antwoord
O: = opmerking
A: [getuige 3] heeft mij een pand verhuurd in Ambt Delden, Vroomshoop en in Oldenzaal. Daar
heb ik ook een contract mee met hem.
O: [getuige 3] is eigenaar van de recreatiewoning, [perceel] te Neede. Hij verklaarde dat jij omstreeks april/mei 2017 belangstelling had voor de recreatiewoning.
A: Ja dat klopt.
A: Ik heb contact gehad met [getuige 3] over deze woning.
V: Klopt het dat [getuige 3] jou een sleutel heeft gegeven zodat jij de woning kon bezichtigen?
A: Ja dat klopt.
A: Ik heb deze sleutel aan een persoon gegeven, waarvan ik de naam niet wil noemen.
20.
Bijlagen bij het proces-verbaal van verhoor verdachte van 10 juli 2017, te weten een foto op pag. 720:
[afbeelding]
en een foto op pag. 744:
[afbeelding]
21.
Het proces-verbaal van verhoor [getuige 1] van 1 november 2017 (pag. 81), onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Waarbij V: = vraag verbalisant
A: = antwoord
V: Vanaf begin februari 2017 was je aldus woonachtig aan de [perceel] te Neede?
A: Ja dit klopt.
In de periode tussen eind 2016 en begin 2017 deed ik weleens klusjes voor [verdachte] en [naam 6] . Deze klusjes bestonden uit schoonmaakwerkzaamheden en timmerwerkzaamheden.
V: Ken je de heer [verdachte] ?
A: Ja [verdachte] ken ik. Zijn achternaam ken ik niet. Zijn roepnaam is " [verdachte] " of " [alias] ".
A: Ik mocht hier verblijven. Ik hoefde hier niets voor te betalen. Ik deed klusjes voor [verdachte] . [verdachte] heeft meerdere percelen waarin hennepkwekerijen zijn ontmanteld. Nadat deze hennepkwekerijen waren ontdekt ruimde ik vaak de troep op.
V: Ontving je ook nog geld voor de verrichte werkzaamheden?
A: Ja af en toe ontving ik geld. Vaak kreeg ik zo'n tientje per uur.
A: Ik wist dat er zich een hennepkwekerij in de woning bevond. De kwekerij bevond zich op de eerste verdieping van de woning. De kwekerij zat in de grootste slaapkamer en in nog een slaapkamer.
A: een man genaamd [naam 1] . Die verzorgde de planten.
V: Was er sprake van diefstal van stroom?
A: Ja dat vermoeden had ik wel. Er liep een stroomkabel door de badkamer. Deze stroomkabel kwam van de benedenverdieping. Hierdoor liep de kabel door de badkamer naar de kwekerij.
V: Is het niet zo dat jij als een soort van beveiliger van de kwekerij/klusjesman van [naam 6] en [verdachte] in de woning verbleef?
A: Ja dat klopt, zo was het wel.
22.
Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 5° Sv, te weten een aangifte van [naam 7] namens Liander N.V. van 10 juli 2017 (pag. 16), onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Namens Liander N.V. ben ik, [naam 7] , uit hoofde van mijn functie bevoegd om van bovenstaand(e) feit(en) aangifte te doen bij de politie.
Liander N.V. heeft vanaf 5 juli 2016 met een persoon/bedrijf genaamd [bedrijf] B.V. een overeenkomst betreffende aansluiting en transport van elektriciteit naar bovengenoemd perceel.
Bij onderzoek op 4 juli 2017 is het volgende geconstateerd. De fraudespecialist zag dat de zegels van de hoofdaansluitkast waren verbroken. Nadat hij het deksel van de aansluitkast had verwijderd, zag hij dat aan de bovenzijde van de zekeringhouders een illegale drie fasen elektriciteitsaansluiting was gemaakt en dat deze illegale aansluiting buiten de elektriciteitsmeter om liep naar de hennepplantage en deze voorzag van elektriciteit.
De fraudespecialist zag dat sprake was van een handelwijze waarbij niet is voldaan aan de norm NEN 1010. Deze norm beschrijft de minimale voorschriften waaraan een elektrische installatie moet voldoen om de veiligheid te kunnen waarborgen. Het gevolg van de handelwijze is dat er gevaar voor goederen te duchten is geweest.
Door de manipulatie werd de afgenomen elektriciteit ten behoeve van de hennepplantage niet via de elektriciteitsmeter geregistreerd.

Voetnoten

1.PbEU 2008, L 220/32