4.4Het oordeel van de rechtbank m.b.t. de parketnummers 08/952346-17 en 08/730025-18
De rechtbank bespreekt vanwege hun onderlinge verband en samenhang de onder de verschillende parketnummers ten laste gelegde feiten hierna gezamenlijk. De rechtbank stelt de volgende feiten en omstandigheden vast.
Op 28 december 2016 is in de woning aan de [adres 3] in Ambt Delden een hoeveelheid voorwerpen en grondstoffen voor de productie van synthetische drugs aangetroffen. In de woning werden geen meubels aangetroffen.
In de kamer op de begane grond (ruimte A) is een zwarte jerrycan van 20 liter zonder etiket en geheel gevuld met een heldere vloeistof, waarschijnlijk waterstofperoxide, aangetroffen. Ook zijn vier blauwe jerrycans van 25 liter waarvan twee voorzien van etiket met o.a. opschrift “WATERPROOFING OF AUSTRALIA, SANIK, CHINA” en een zwarte jerrycan van 10 liter zonder etiket aangetroffen. De jerrycans waren allemaal gevuld met dezelfde geelkleurige olieachtige vloeistof met de geur van safrol. Verder zijn een blauwe jerrycan van 25 liter zonder etiket en gevuld met een restant donkerbruine vloeistof en een schoon, ongebruikt blauw klemdekselvat van 60 liter aangetroffen.
In de badkamer (ruimte B) op de eerste verdieping zijn twee blauwe klemdekselvaten van 60 liter aangetroffen. Deze vaten waren gevuld met respectievelijk 30 en 40 liter donkerbruine olieachtige vloeistof. Ook zijn aangetroffen:
- twee blauwe klemdekselvaten van 60 liter. Beide gevuld met 40 liter geelkleurige olieachtige vloeistof, geur safrol;
- een blauw klemdekselvat gevuld met 30 liter waterige vloeistof voorzien van een geelkleurige olieachtige vloeistof;
- een witte emmer van 25 liter met maatverdeling en kraantje en gevuld met 13,5 liter tweefasen vloeistof. Een onderlaag van 7,5 liter geelkleurige olieachtige vloeistof en een bovenlaag van 6 liter ethanol;
- een schoon ongebruikt blauw klemdekselvat van 60 liter;
- een aangetaste vervuilde bezemsteel;
- een houten stelling met daarin een glazen verzamelfles (scheitrechter), ongebruikt;
- drie maatbekers en twee houten lepels.
Uit het aantal en de hoeveelheid van de aangetroffen voorwerpen en grondstoffen leidt de rechtbank af dat deze ruimte in gebruik was voor (voorbereidingshandelingen van) de omzetting van safrol in PMK.
In een kamer op de eerste etage (kamer C) is aangetroffen:
- een witte jerrycan van 25 liter met geschreven opschrift "ACE" en geheel gevuld met een heldere vloeistof, zijnde aceton. De aceton bevat een lage concentratie safrol.
- twee witte jerrycans van 25 liter met geschreven tekst "ALO". Een jerrycan is leeg, de ander is gevuld met ethanol;
- een lege en een aangebroken plastic zak van 25 kilogram met caustic soda (NaOH);
- een houtenstelling voor een tweede scheitrechter;
- twee ongebruikte au bain-mariebakken van 30 liter;
- een ongebruikt waterbad van 20 liter;
- nieuwe emmers, een nieuwe pH-meter en maatbekers;
- frituurpannen.
In het bijhok van de woning zijn vijf nagenoeg lege jerrycans van 25 liter, een lege jerrycan van 60 liter, een volle jerrycan van 20 liter en een volle jerrycan van tien liter aangetroffen. In bijna alle jerrycans is de vloeistof safrol aangetroffen.
In de schuur zijn acht scheitrechters en twee nieuwe jerrycans van 60 liter aangetroffen.
In relatie tot synthetische drugs is safrol een grondstof voor de vervaardiging van PMK (piperonylmethylketon) en een grondstof voor de vervaardiging van o.a. MDMA (XTC). In relatie tot de vervaardiging van synthetische drugs wordt waterstofperoxide gebruikt als hulpstof bij de vervaardiging van PMK uit safrol. De aangetroffen goederen en chemicaliën zijn goederen en chemicaliën die aangetroffen worden op locaties waar synthetische drugs vervaardigd of bewerkt worden. Safrol (safrool) en aceton zijn vermeld op bijlage I van de Verordening (EG) nummer 273/2004 inzake drugsprecursoren.
Uit de aanwezigheid van safrol, mengsels van safrol in ethanol, natriumhydroxide (ook in oplossing), ethanol, waterstofperoxide, aceton, een glazen scheitrechter, drie au bain-mariepannen en een aantal frituurpannen, leidt de rechtbank af dat een aanvang is gemaakt met de omzetting van safrol in PMK volgens de peroxymierenzuur methode.
In de woning is verder een kassabon van Blokker Hengelo (O) met de datum 24 december 2106 aangetroffen. Op de kassabon staan goederen (vier emmers en houten lepels) die zijn aangetroffen in de woning. Verder zijn in de woning notities met scheikundige formules aangetroffen en een boekje met vermelding van eenheden (kilo’s) en onder andere de stoffen methanol, caustic soda, aceton en zwavel.
Op grond van bovenstaande feiten en omstandigheden stelt de rechtbank vast dat in het pand aan de [adres 3] een productieopstelling voor de vervaardiging van MDMA is aangetroffen en dat in de woning en de daarbij behorende schuur de voor de synthese van MDMA benodigde chemicaliën en laboratoriumbenodigdheden aanwezig waren.
Naar het oordeel van de rechtbank waren die stoffen en voorwerpen ook met dat doel op de genoemde locaties aanwezig.
Dat niet alle stoffen en productiemiddelen aanwezig waren om volgens bovengenoemde methode vanuit safrol PMK te vervaardigen, neemt niet weg dat kennelijk al wel een aanvang was gemaakt met het maken van de mengsels (safrol-natriumhydroxide-ethanol) voor de eerste stap. De mengsels moesten alleen nog gekookt worden, eventueel met de au bain-marie bakken en de aangetroffen frituurpannen.
Op 29 juni 2017 is in de woning aan de [adres 2] een hennepkwekerij met 285 oogstrijpe planten aangetroffen. Deze planten waren ongeveer acht weken oud.
Op 7 maart 2017 is in de deel van een woonboerderij aan de [adres 4] in Vroomshoop een hennepkwekerij aangetroffen. In de ruimte waren vier soortgelijke afgetimmerde kweekruimtes gemaakt van geïsoleerde damwandplaten en alle kweekruimtes waren hetzelfde ingericht. In totaal zijn 2.287 planten aangetroffen.
Voor de kweekruimtes liep een looppad. Aan dit looppad zaten de toegangsdeuren van de kweekruimtes. Aan dit looppad zat tevens de toegangsdeur naar de woonruimte. Door middel van een kleine houten deur waren de kweekruimtes toegankelijk. Elke kweekruimte had een eigen meterkast welke naast de toegangsdeur van de kweekruimte hing. De schakeltijden waren zodanig ingesteld dat er twee kweekruimtes voor een tijd van twaalf uur in werking waren. Als deze kweekruimtes uitschakelden werden de andere twee ruimtes ingeschakeld. Er hing een temperatuur ventilatie regelaar naast elke meterkast.
In elke ruimte hingen 36 assimilatielampen met elk een vermogen van 600 watt. Er hingen vijf koolstoffilters in elke kweekruimte. In het plafond van elke kweekruimte waren gaten gezaagd waardoor de luchtslangen liepen die lucht aan- en afvoerden in de kweekruimtes. In elke kweekruimte stonden ventilatoren met elk een vermogen van 45 Watt die voor de luchtcirculatie zorgden. De hennepplanten stonden in plantenpotten. De vloer was bekleed met een zwart zeil. Door middel van waterslagen werd er vloeistof in de kweekruimtes gebracht en werden de hennepplanten van vloeistof voorzien.
In het looppad stonden meerdere watervaten met daarin twee dompelpompen met een vermogen van 250 Watt en 335 Watt. Ook stonden er 22 jerrycans met groeimiddelen bedoeld voor de kweek van hennepplanten.
De plafonds van de kweekruimtes waren ook gebouwd met geïsoleerde damwandplanten. Bij elk plafond waren 36 transformatoren met elk een vermogen van 600 Watt bevestigd. De transformatoren waren afgedekt met stukken karton wat voor gevaarlijke situaties kan zorgen. De ingeschakelde transformatoren zijn bekeken met een warmtebeeldcamera. De temperatuur van de ingeschakelde transformatoren lag tussen de 100 en 128 graden Celsius.
De lucht aan- en afvoer werd geregeld door middel van luchtslangen en elf slakkenhuis-ventilatoren: twee met een vermogen van 550 Watt, vijf met een vermogen van 1200 Watt, twee met een vermogen van 1350 W en twee met een vermogen van 2250 Watt. Door middel van een afgetimmerde ruimte aan de voorzijde en aan de zijkant op de zolder van het pand werd de lucht aan- en afgevoerd.
Verspreid in het hele pand lagen veel kweektoebehoren bedoeld voor de hennepteelt. Zo lagen er dozen met nieuwe lampen en nieuwe armaturen, in totaal 32 stuks, in het pand. In nagenoeg elke ruimte lagen kweektoebehoren. Er lagen 63 jonge hennepplanten inclusief wortels, in vuilniszakken. Deze planten waren niet van een eerdere oogst.
Op 4 juli 2017 is in de woning aan de [perceel] in Neede een hennepkwekerij aangetroffen. Op de begane grond van de woning is in de badkamer een waterslang in het bad aangetroffen die door de muur naar de trapopgang was aangelegd. Ook is een lege verpakking voedingsmiddel en een bigshopper met resten van hennepplanten aangetroffen. Er was een dikke stroomkabel zichtbaar.
De overloop op de eerste verdieping was voorzien van vele stroomdraden, een schakelbord en af- en aanvoerslangen voor lucht. Ook zijn deels gesmolten stroomdraden aangetroffen.
In de ruimte links aan de voorzijde woning zijn enkele kweekbenodigdheden aangetroffen: een slakkenhuis met opdruk 2500 m3, een luchtslang vanuit slakkenhuis naar de ruimte recht aan de achterzijde van de woning. In die ruimte is een kweekruimte van 30 m2 aangetroffen. Ook zijn kweekpotten met grond, stekblokjes met resten hennepplanten, 20 assimilatielampen, twee koolstoffilters, een slakkenhuis, twee ventilatoren, 285 kweekpotten met daarin potgrond, stekblokjes en resten van planten aangetroffen. Tevens is een knipschaar aangetroffen.
In de berging zijn zes vuilniszakken met potgrond en resten van hennepplant en een kartonnen doos met hennepafval aangetroffen. Daarin zaten 365 stekblokjes met resten van vermoedelijk een hennepplant. Geconstateerd is aan de hand van uiterlijke kenmerken, kleur, vorm en geur dat het hennepplanten waren.
Verder is geconstateerd dat de stroom illegaal is afgenomen. De fraudespecialist van Liander N.V. zag dat de zegels van de hoofdaansluitkast waren verbroken. Nadat hij het deksel van de aansluitkast had verwijderd, zag hij dat aan de bovenzijde van de zekeringhouders een illegale drie-fasen elektriciteitsaansluiting was gemaakt en dat deze illegale aansluiting buiten de elektriciteitsmeter om naar de hennepkwekerij liep en de hennepkwekerij van elektriciteit voorzag. Liander N.V. heeft aangifte gedaan van diefstal van elektriciteit.
Verklaringen van de getuigen
Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat hij sinds februari 2017 een aantal weken in de recreatiewoning aan de [perceel] in Neede heeft gewoond. In ruil voor zijn verblijf deed hij klusjes voor verdachte. [getuige 1] heeft verder verklaard dat verdachte meerdere percelen heeft waar hennepkwekerijen zijn ontmanteld. Als de hennepkwekerijen waren ontdekt, ruimde [getuige 1] vaak de troep op en kreeg dan een tientje per uur voor de werkzaamheden. Van de woning in Neede wist hij dat op de eerste verdieping een hennepkwekerij zat; die zat er al toen hij er kwam. Ene [naam 1] verzorgde de planten.
[getuige 1] heeft verder verklaard dat verdachte een pand bezit aan de [adres 3] in Ambt Delden. Daar heeft hij de sloten vervangen en hij is er zes á zeven keer geweest in een tijdsbestek van drie weken. Toen [getuige 1] klaar was met het schoonmaken van het pand heeft hij de sleutel die hij eind december 2016 had gekregen, terug gegeven. [getuige 1] heeft ook gezien dat er jerrycans in de woning stonden en dat er laboratoriumdingen lagen.
Over de woning aan de [adres 4] in Vroomshoop heeft [getuige 1] verklaard dat hij voor verdachte daar schoonmaakwerkzaamheden heeft verricht. Hij is met de bus van verdachte naar Vroomshoop gereden omdat hij afval wilde wegbrengen. Hij is twee keer op het adres geweest. [getuige 1] wist dat er een kwekerij is opgerold. Daarna moest het pand weer bewoonbaar gemaakt worden en hij heeft wietafval weggegooid. Hij heeft alleen maar opgeruimd en weet dat hij restmaterialen van een hennepkwekerij heeft opgeruimd.
Over de woning aan de [adres 2] in Oldenzaal heeft [getuige 1] verklaard dat verdachte daar woonde en dat hij daar wel tien keer is geweest.
Getuige [getuige 2] heeft verklaard dat hij voor verdachte emmers en lepels bij Blokker heeft gekocht. [getuige 2] heeft ook verklaard dat hij bij het pand is geweest waar het drugslab zat en dat hij in december 2016 met verdachte naar de woning in Ambt Delden is gegaan.
Getuige [getuige 3] heeft verklaard dat hij in het onroerend goed zit en dat hij naar executieveilingen gaat en woningen of bedrijfspanden opkoopt. Zijn onderneming [bedrijf] B.V. houdt zich bezig met de verhuur en beheer van de panden.
Over het pand aan de [adres 3] in Ambt Delden heeft [getuige 3] verklaard dat hij nu de eigenaar van het pand is, maar dat er op 2 december 2016 tussen hem en verdachte een koopovereenkomst tot stand in gekomen. Op 1 september 2017 was de overdracht van de woning, maar verdachte heeft sinds 2 december 2016 de sleutel. Er was een afspraak gemaakt dat verdachte tot mei 2017 geen gebruikskosten hoeft te betalen omdat het pand helemaal uitgeleefd was door de vorige bewoner en dat verdachte kleine verbouwingen mocht uitvoeren en alles mocht opknappen en schoonmaken. Na mei 2017 moest verdachte wel gebruikskosten betalen. [getuige 3] heeft de woning voor circa € 240.000,-- gekocht. Hij heeft de woning voor € 200.000,-- aan verdachte verkocht.
Over de woning aan de [adres 2] in Oldenzaal heeft [getuige 3] verklaard dat verdachte de bovenwoning van hem heeft gehuurd via [bedrijf] B.V.
[getuige 3] heeft in januari 2017 met verdachte een koopovereenkomst gesloten waarbij hij de woning aan de [adres 4] in Vroomshoop aan verdachte verkocht voor € 175.000,--. Vanaf 5 januari tot en met de levering in april, betaalde verdachte hem € 1.000,-- per maand voor het ter beschikking stellen van het pand.
[getuige 3] heeft ook verklaard dat de recreatiewoning op het adres [perceel] in Neede eigendom is van zijn onderneming [bedrijf] B.V.
Sinds april 2016 was [bedrijf] B.V. eigenaar van de recreatiewoning die [getuige 3] op een executieveiling heeft gekocht. In april, mei 2017 heeft verdachte belangstelling voor de woning aan de Karelsdijk gekregen. [getuige 3] heeft verdachte een sleutel van het pand gegeven zodat verdachte het pand kon bezichtigen. [getuige 3] en verdachte zijn vervolgens mondeling een koopsom overeengekomen, maar verdachte had geen toestemming om het pand in gebruik te nemen.
[getuige 3] heeft ook verklaard dat hij werd benaderd door verdachte en dat hij geen onderzoek heeft gedaan naar kopers; wel naar huurders.
Verdachte heeft verklaard dat hij in september 2016 met [getuige 3] is overeengekomen om het pand aan de [adres 2] in Oldenzaal, een pand aan de [adres 4] in Vroomshoop en een pand aan de [adres 3] in Ambt Delden te kopen. Tot aan het moment dat de aktes zouden worden gepasseerd zou verdachte de panden huren.
Verdachte heeft bekend dat hij in zijn woning aan de [adres 2] in Oldenzaal een hennepkwekerij had en dat de planten klaar waren om geoogst te worden. Verdachte had de planten acht weken eerder in een growshop gekocht en via een kennis heeft hij gehoord hoe hij de planten moest verzorgen.
Verdachte heeft verklaard dat hij het pand aan de [adres 4] in Vroomshoop weer verhuurd heeft aan een Vietnamese en Nederlandse jongen. Verdachte wist niet dat er een grote hennepkwekerij in het pand zat.
Over de aanwezigheid van safrol, aceton en caustic soda in de woning aan de [adres 3] in Ambt Delden heeft verdachte verklaard dat hij de stank en viezigheid uit het pand wilde hebben en dat hem was verteld dat hij daarvoor safrol, waterstofperoxide, aceton en caustic soda nodig had. Als hij dat zou mengen zou ongedierte dood gaan en de stank uit de woning weggaan. Verdachte heeft in België circa 80 liter safrol gekocht en de stoffen vermengd in de badkamer. Met de glazen flessen wilde hij het olie van de safrol scheiden van het water. Het aangetroffen boekje bevat recepten voor waspoeder en schoonmaakmiddelen.
Ook de woning aan de [perceel] in Neede was van [getuige 3] en [getuige 3] heeft de sleutel van de woning aan verdachte gegeven voor de bezichtiging. Verdachte heeft in dat verband verder verklaard dat hij de sleutel aan een jongen (de rechtbank begrijpt [getuige 1] ) heeft gegeven en dat [getuige 3] daar niets van wist.
Voor de kwalificatie medeplegen is vereist dat sprake is van nauwe en bewuste samenwerking. Die kwalificatie is slechts gerechtvaardigd als de bewezenverklaarde – intellectuele en/of materiële – bijdrage van de verdachte aan het delict van voldoende gewicht is. Een en ander brengt mee dat indien het ten laste gelegde medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering, maar uit gedragingen die met medeplichtigheid in verband plegen te worden gebracht (zoals het verstrekken van inlichtingen, op de uitkijk staan, helpen bij de vlucht), op de rechter de taak rust om in het geval dat hij toch tot een bewezenverklaring van het medeplegen komt, in de bewijsvoering dat medeplegen nauwkeurig te motiveren. Bij de vorming van het oordeel dat sprake is van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking, kan de rechter rekening houden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.
De rechtbank overweegt in dit verband het volgende.
Verdachte is via [getuige 3] in het bezit gekomen van een viertal panden. [getuige 3] kocht via zijn vennootschap op executieveilingen woningen en bedrijfspanden op en verdachte wist steeds de weg naar [getuige 3] te vinden. [getuige 3] heeft naar zijn zeggen geen onderzoek gedaan naar de persoon van de koper, omdat dat volgens hem niet gebruikelijk was. Opmerkelijk in dat verband is dat de vennootschap wel onderzoek deed naar huurders, waarbij opvalt dat verdachte aanvankelijk de woning aan de [adres 2] in Oldenzaal huurde en vervolgens wilde kopen.
In drie van de vier woningen die verdachte van [getuige 3] heeft gekocht of gehuurd zijn kort na de aankoop of het beschikbaar stellen hennepkwekerijen aangetroffen en in één woning is een (begin van een) drugslaboratorium aangetroffen.
[getuige 1] was in de woningen niet alleen aanwezig om op te ruimen, maar verbleef daar ook en moest oppassen, zo heeft hij verklaard. Ook heeft hij verklaard dat verdachte meerdere kwekerijen had. [getuige 2] heeft gezorgd voor de aankoop van benodigde spullen en heeft verklaard dat hij voor verdachte emmers en lepels bij Blokker heeft gekocht.
De rechtbank concludeert, voorgaande overwegingen in onderling verband en samenhang beziend, dat zowel ten aanzien van het drugslab als de hennepkwekerijen verdachte samen met anderen een samenwerkingsverband vormde, met ieder een eigen rol, waarbij verdachte telkens het initiatief nam om nieuwe panden te verwerven.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat verdachte met anderen essentiële werkzaamheden heeft verricht ten behoeve van de voorbereiding en het functioneren van het laboratorium om MDMA te produceren, alsmede het telen en bereiden en bewerken en verwerken van hennepplanten, met daarbij de diefstal van elektriciteit. Nu verdachte een cruciale figuur was en een initiërende rol had bij het opzetten van de kwekerijen en het een feit van algemene bekendheid is dat hennepkweek dikwijls gepaard gaat met diefstal van elektriciteit, heeft verdachte minstgenomen de aanmerkelijke kans aanvaard dat ook bij de kwekerij aan de [perceel] in Neede die elektriciteit zou worden weggenomen.
Uit de aard en de coördinatie van de handelingen van verdachte blijkt naar het oordeel van de rechtbank dat verdachte opzet had op het verweten gronddelict, alsmede op het medeplegen daarvan. Zo schakelde verdachte mensen in om de benodigde spullen aan te schaffen en om de panden na ontdekking op te ruimen en schoon te maken. Zelfs na het ontdekken van het drugslab in december 2016 heeft verdachte er nog voor gezorgd dat het pand aan de [perceel] gebruikt kon worden voor een hennepkwekerij.
In die overwegingen betrekt de rechtbank dat verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van safrol en aceton in de woning aan de [adres 3] . De verklaring van verdachte dat hij deze stoffen had gekocht om schoonmaakmiddelen te produceren, acht de rechtbank, mede gelet op de aangetroffen hoeveelheden, ongeloofwaardig, temeer nu de in de badkamer aangetroffen mengsels in de klemdekselvaten blijkens het deskundigenbericht van ir. T. Hagens van 25 januari 2018 geen schoonmaakmiddelen betreffen en als zodanig daar niet voor gebruikt kunnen worden.
Dat geldt evenzeer voor de door verdachte gestelde aanschaf van de chemicaliën in Antwerpen: in de reguliere handel worden chemicaliën altijd afgeleverd in daartoe geëigende verpakkingen, voorzien van de binnen de EU verplichte veiligheidsetiketten. Losse aflevering van chemicaliën in door de koper aangeleverde verpakking is, behoudens spaarzame uitzonderingen, wettelijk niet toegestaan. Het door de verdachte geclaimde gebruiksdoel vormde geen enkele aanleiding de producten na aanschaf over te brengen in andere, niet of anderszins geëtiketteerde vaten en houders.
Gelet op voorgaande overwegingen en de inhoud van de bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van voorbereidingshandelingen van de productie van MDMA en aan het medeplegen van het telen, bereiden, bewerken en verwerken van hennepplanten in de uitoefening van een beroep of bedrijf en aan het medeplegen van diefstal van elektriciteit.
De (bewijs)verweren worden gelet op het vorenstaande dan ook verworpen.