Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
WONINGSTICHTING ST. JOSEPH,
gevestigd en kantoorhoudende te Almelo,
1.[gedaagde 1] ,wonende te [woonplaats 1] ,
[gedaagde 2],
wonende te [woonplaats 2] ,
[gedaagde 3],
wonende te [woonplaats 1] ,
Rechtbank Overijssel
In deze zaak vordert de Woningstichting St. Joseph ontruiming van een woning en betaling van huurachterstand van de gedaagden, die erfgenamen zijn van de overleden huurder. De gedaagden hebben de huur van de woning opgezegd, maar zijn in gebreke gebleven met het ontruimen van de woning en het inleveren van de sleutels. De kantonrechter heeft de ontruiming toegewezen, maar de vordering tot betaling van de huurachterstand afgewezen. Tijdens de mondelinge behandeling heeft gedaagde 2 toegezegd de woning te ontruimen, maar heeft dit niet tijdig gedaan. De kantonrechter oordeelt dat de ontruiming noodzakelijk is om een onrechtmatige situatie te beëindigen, aangezien de gedaagden zonder recht in de woning verblijven. De vordering tot betaling van de huurachterstand wordt afgewezen omdat de Woningstichting onvoldoende spoedeisend belang heeft aangetoond. De gedaagden worden veroordeeld tot ontruiming binnen drie dagen na betekening van het vonnis en tot betaling van de proceskosten.