Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
STICHTING OPENBAAR ONDERWIJS ZWOLLE EN REGIO,
gevestigd en kantoorhoudende te Zwolle,
1.De procedure
voldoende is geïnformeerd om een beslissing te nemen in deze zaak. De beslissing en de toelichting daarop deelt zij vandaag mee in deze beschikking.
2.De beslissing samengevat
Waarover gaat deze zaak?
3.Het verzoek en de beoordeling daarvan
Wat aan het geschil tussen partijen vooraf is gegaan.
beweging aan [C] gemeld, ook al wist [gedaagde] dat fysiek contact altijd gemeld moet worden: [B] had [gedaagde] daarop gewezen tijdens een gesprek op 9 december 2021 en [gedaagde] heeft in november 2019 een gesprek gevoerd met [C] naar aanleiding van een eerder incident met fysiek contact, waarin deze meldplicht ook al aan de orde is gesteld. Ook heeft [gedaagde] de moeder van [A] niet op de hoogte gebracht van het incident.
voren gebracht. Zo kampte hij met gezondheidsproblemen en ervoer [gedaagde] spanningen vanwege een onderzoek om kanker uit te sluiten. [gedaagde] liep sowieso al op zijn tandvlees. En op
6 december 2021 had hij ’s ochtends ook al het nodige te verduren gehad. [gedaagde] stond dus ten tijde van het incident onder hoogspanning. Achteraf gezien had hij zich voor 6 december 2021 al ziek moeten melden.
gesprek op 21 december 2021 zag OOZ geen andere uitkomst dan een beëindiging van het dienstverband. De enige kwestie was of dat via een ontslag op staande voet moest verlopen of via een ontbindingsverzoek. OOZ heeft niet (althans: niet kenbaar) andere maatregelen overwogen, wellicht ingegeven door wat OOZ ziet als het bagatelliseren van het incident door [gedaagde] . Daarvan is naar het oordeel van de kantonrechter geen sprake geweest. [gedaagde] heeft een andere kijk op de gebeurtenissen, maar schrijft in zijn verweerschrift dat een dergelijk incident niet onbestraft moet blijven en ziet dus de ernst van zijn handelen wel degelijk in.
‘De aanleiding voor het onderzoek naar andere plaatsingsmogelijkheden binnen OOZ ligt gelegen in het feit dat werknemer herhaaldelijk fysiek heeft gehandeld jegens leerlingen. Hierdoor is de veiligheid van de individuele leerling in het gedrang gekomen. Omdat wij van iedere werknemer verwachten dat hij een plezierig en veilig (pedagogisch) klimaat biedt aan onze leerlingen, zien wij -gelet op het recentelijke voorval- geen mogelijkheden voor werknemer op een andere school van OOZ. Wij vertrouwen hem geen leerlingen meer toe. Andere functiemogelijkheden binnen het bestuur zijn verkend. Er zijn geen andere passende vacatures binnen OOZ beschikbaar waarbij direct leerlingencontact uitgesloten is’.Uit deze afwijzende houding van OOZ volgt dat zij niet alleen het incident van 6 december 2021 heeft betrokken bij het onderzoek naar herplaatsingsmogelijkheden, maar ook het voorval van
25 november 2019. Bij dat incident was echter sprake van handelen uit zelfverdediging, zo volgt uit het verslag van het gesprek dat [gedaagde] daarover heeft gevoerd met [C] van
4 december 2019. Dat is ook ter zitting zo ter sprake gekomen. Het is volgens de kantonrechter niet eerlijk om te spreken van herhaaldelijk fysiek handelen jegens leerlingen. Van de noodzaak om te herplaatsen in een vacature waarbij direct leerlingencontact uitgesloten is, is dan ook geen sprake.
ontslagrecht meer maatwerk mogelijk te maken en onder omstandigheden een arbeidsovereenkomst te kunnen ontbinden tegen een hogere ontslagvergoeding. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling van de wetgever geweest om het ‘gesloten’ stelsel van ontslaggronden hiermee te ‘openen’. Om op de i-grond te kunnen ontbinden, hoeven de te combineren ontslaggronden, zoals hier de e- en de g-grond, niet ‘voldragen’ te zijn, maar moeten (in dit geval) de verwijtbaarheid aan de zijde van de werknemer en de verstoring van de arbeidsverhouding wél
zodanige substantie hebben dat van de werkgever in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Ook ontbinding op de i-grond vereist dat de werkgever stelt en onderbouwt dat de werknemer niet is te herplaatsen. Hiervoor heeft de kantonrechter vastgesteld dat OOZ onvoldoende aan haar herplaatsingsinspanningen heeft voldaan. Het verzoek op de i-grond deelt daarom het lot van de g-grond.