Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
zijnde psilocine een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I
3.De voorvragen
4.De bewijsoverwegingen
van naturepsilocine bevat. Hieruit leidt de rechtbank af dat met de chocolade geen pure (synthetische) psilocine is vermengd, zoals vermeld op lijst I van de Opiumwet, maar psilocine zoals aanwezig in de psilocybe cubensis en dus (delen van) de paddenstoel zelf. Psilocybe cubensis staat vermeld op lijst II van de Opiumwet.
5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
in het grijze gebied, wat net wel en net niet mag.In dit geval heeft verdachte duidelijk de grens van het toelaatbare overschreden en daarmee strafbaar gehandeld. Daarbij komt dat de chocolade, die gelet op de aangetroffen hoeveelheid kennelijk voor grootschalige consumptie was bestemd, onder zeer onhygiënische omstandigheden werd geproduceerd. Ook werd de veiligheid van de consumptie van de repen door verdachte niet gecontroleerd en kon de veiligheid van de consument van de repen hierdoor niet worden gegarandeerd. De rechtbank rekent verdachte aan dat hij bewust in strijd met de wet heeft gehandeld en gevaar voor de volksgezondheid voor lief heeft genomen.
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden;
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte zich voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarenschuldig maakt aan een strafbaar feit;
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
100 (honderd) uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
50 (vijftig) dagen;