Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
Beschikking ex artikel 87 Faillissementswet
[A] ,
Het procesverloop
21 maart 2022 kenbaar gemaakt.
mr. Leferink via videoverbinding, mr. Volk en [A] , bijgestaan door
mr. M.M.A.J. Goris, advocaat te Rotterdam, gehoord.
Het verzoek van de curatoren.
- de door de curatoren gevraagde bestanden staan toch niet op de harde schijf;
- de bestanden staan in de cloud van wijlen de heer [B] en [A] heeft als gevolg van het overlijden van [B] geen toegang meer tot die cloud;
- de laptop of de programmatuur daarop vertoont technische mankementen;
- [A] heeft nauwelijks tijd om te zoeken in de bestanden.
Het standpunt van de rechter-commissaris
Het standpunt van [A]
De beoordeling
28 september 2021 ten overstaan van de rechter-commissaris inmiddels is beantwoord. Ten aanzien van een groot deel van de gegeven antwoorden zijn de curatoren echter nog altijd in afwachting van stukken die de gegeven antwoorden onderbouwen. Door het ontbreken van deze stukken kunnen de curatoren de gegeven antwoorden niet verifiëren. Deze verificatie is nodig, omdat de door [A] gegeven antwoorden niet kunnen worden gerijmd met eerder gegeven informatie of door de curatoren op andere wijze verkregen stukken. Daarbij is ook van belang dat de verklaringen van [A] over waar de gevraagde informatie en stukken zich bevinden, in de loop van zijn inbewaringstelling zijn gewijzigd, mogelijk naar gelang de stand van het onderzoek door de curator. Zo verklaarde [A] bijvoorbeeld aanvankelijk dat de relevante stukken zich als digitaal bestand op de externe harde schijf zouden bevinden. Inmiddels heeft hij deze uitspraak genuanceerd in die zin dat een deel van de bestanden mogelijk opgeslagen is geweest in de inmiddels vernietigde cloudopslag van wijlen de heer [B] , dan wel op zijn defect geraakte laptop en/of anders dan [A] aanvankelijk dacht, toch niet (meer) blijkt te zijn opgeslagen op de harde schijf.
BESCHIKKENDE
[A] ,voornoemd van kracht is, met dertig dagen.
A.B. Knook, griffier.