Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
wonende te [woonplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
Rechtbank Overijssel
In deze zaak vordert eiseres, een ex-echtgenote, terugbetaling van bedragen die zij heeft afgelost op een gezamenlijke kredietovereenkomst met haar ex-echtgenoot, gedaagde. Beide partijen zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de aflossing van het krediet, dat in het echtscheidingsconvenant is vastgelegd. Eiseres heeft haar deel van de aflossing voldaan, maar gedaagde heeft zijn deel niet volledig betaald. Eiseres heeft extra bedragen afgelost en vordert deze nu terug van gedaagde, die een betalingsregeling met de bank heeft getroffen. De kantonrechter oordeelt dat gedaagde de te veel betaalde bedragen aan eiseres moet terugbetalen op basis van artikel 6:10 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek, dat regresrecht regelt. De rechter wijst de vordering van eiseres toe, inclusief wettelijke rente vanaf de datum van dagvaarding. De kantonrechter compenseert de proceskosten tussen partijen, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 15 maart 2022.