Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer : 9512162 \ CV EXPL 21-2553
Vonnis van 15 maart 2022
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats],
wonende te [woonplaats],
eisende partij, hierna te noemen [eiser],
gemachtigde: mr. G.J. Ligtenberg,
tegen
de besloten vennootschap
Camperdream B.V.,
gevestigd te Nijverdal,
Camperdream B.V.,
gevestigd te Nijverdal,
gedaagde partij, hierna te noemen Camperdream,
verschenen in persoon.
1.De beslissing in het kort
1.1.
[eiser] heeft van Camperdream een camper gehuurd. Camperdream weigert de door [eiser] betaalde borgsom van € 1.000,00 terug te betalen, nu er volgens haar sprake is van schade aan de camper. [eiser] bestrijdt dat sprake is van de door Camperdream gestelde schade en vordert in deze procedure terugbetaling van de borgsom.
1.2.
De kantonrechter oordeelt dat Camperdream de door haar gestelde schade en de herstelkosten daarvan onvoldoende heeft onderbouwd, zodat zij de borg moet terugbetalen aan [eiser]. De kantonrechter acht ook de door [eiser] gevorderde rente en buitengerechtelijke incassokosten toewijsbaar. Omdat Camperdream in het ongelijk wordt gesteld, dient zij ook de proceskosten te betalen.
2.Het (verdere) verloop van de procedure
2.1.
Het (verdere) verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 21 december 2021;
- de (aantekeningen van de griffier van de) mondelinge behandeling, via een videoverbinding gehouden op 17 februari 2022.
2.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
3.De feiten
3.1.
[eiser] heeft met Camperdream een huurovereenkomst gesloten met betrekking tot een camper. [eiser] heeft de camper voor de periode van 9 augustus 2021 tot en met 23 augustus 2021 gehuurd.
3.2.
Op de huurovereenkomst zijn algemene voorwaarden van toepassing. Daarin staat onder meer het volgende:
“(…)C. Borg
Bij aanvang van de huurperiode betaalt de huurder een waarborg aan verhuurder. Dit bedrag zal door verhuurder, zonder inhouding van administratiekosten of dergelijke, worden terugbetaald aan huurder onder aftrek van hetgeen huurder aan verhuurder nog verschuldigd zal zijn.
(,,,)
G. Schade
1. Bij diefstal, inbeslagname of aanzienlijke beschadiging aan de kampeerauto, inventaris en toebehoren, treedt huurder in overleg met verhuurder. Huurder houdt zich aan de instructies van de verhuurder.
2. Huurder is aansprakelijk voor tijdens de huurperiode ontstane schade en daarmee verband houdende sleep- en bergingskosten, tenzij de schade wordt gedekt door een WA of Cascoverzekering welke ingevolge deze overeenkomst verzekerd had behoren te zijn. Dit bedrag is maximaal het eigen risico.
3. Indien de verhuurder eigen risico in rekening wordt gebracht, zal deze verhaald worden op de huurder.
I. Aanvullende Voorwaarden verhuurder Camperdream
(…)
Verzekering
Onze campers zijn Wa en Casco verzekerd. Met een eigen risico van €1000,- per gebeurtenis. Ten zij anders overeengekomen op het verhuurcontract. (…)”.
3.3.
[eiser] heeft de camper op 9 augustus 2021 bij Camperdream opgehaald en toen een waarborgsom van € 1.000,00 aan Camperdream betaald.
3.4.
Toen [eiser] de camper kwam ophalen, heeft zij deze samen met een medewerker van Camperdream geïnspecteerd. Er is een zogenoemd “uitgifte- en innameformulier” ingevuld. Op dat formulier staat, onder meer, vermeld:
“(…) Huurder heeft de camper verplicht gecontroleerd op eventuele schades, de schades zijn ook door de huurder gemeld en vastgelegd. (…) De huurder is op dat moment verantwoordelijk voor alle niet gemelde schades aan de camper. (…)
Bij uitgifte geconstateerde schade
Spiegel l.v. kapschade
Krassen bumper hoek ra / voor bumper / deukjes bij luifel
deukje camperdeur / deukje aanrecht / gat in matras (…)”
3.5.
Op 16 augustus 2021 was [eiser] met de camper in Oostenrijk en heeft zich daar een hagelbui voorgedaan. [eiser] heeft toen contact gelegd met Camperdream en heeft per
e-mailbericht van die dag het volgende aan Camperdream geschreven:
“(…) Zoals telefonisch bijgaand foto’s en bewijs van de camping dat het in Oostenrijk heeft gehageld.
Wij zien aan de buitenkant niets, maar we kunnen niet op het dak kijken.
We willen in elk geval wel een melding ervan maken.
Het gaat om camper T448 [kenteken]. (…)”.
3.6.
[eiser] heeft de camper op 23 augustus 2021 ingeleverd bij Camperdream.
Zij heeft de camper toen samen met een medewerker van Camperdream geïnspecteerd. Bij die gelegenheid is op het ““uitgifte- en innameformulier” het volgende ingevuld:
“(…) Bij inname geconstateerde schade (…)
Kras schade luik gasflessen.
Netjes schoon van binnen.
(…)
Controle uitgevoerd op eventuele schades * na buiten schoonmaak (…)”
3.7.
Diezelfde dag heeft Camperdream per e-mailbericht het volgende aan [eiser] meegedeeld:
“(…) Zo als Telefonisch besproken hierbij de geconstateerde schade bij het inleveren van de huurcamper.
Dit zijn 3 gebeurtenissen met eigenrisico.
Luik (Skirt) van het gasluik kras schade (…)
Hagelschade, zoals gemeld.
Luifelbak sluit niet goed waarschijnlijk krom gegaan en luifeldoel beschadigd (…)”.
3.8.
Bij e-mailbericht van 31 augustus 2021 heeft [eiser] het volgende aan (een medewerker van) Camperdream geschreven:
“Hallo [A],
Heb jij enig idee wanneer wij de borg kunnen terugverwachten? Zijn de kosten al inzichtelijk van de kras die is ontstaan op het gasflesdeurtje? (…)”
3.9.
De medewerker van Camperdream heeft daarop diezelfde dag als volgt gereageerd:
“(…) Schade gevallen duren altijd wat langer, en voor de borg staat 4 weken bij geen schade.
Ik hoop het eind volgende week af te handelen. (…)”
3.10.
Bij e-mailbericht van 9 september 2021 heeft Camperdream te kennen gegeven dat de waarborgsom van € 1.000,00 niet zou worden teruggestort:
“(…) De borg krijgen jullie in ieder geval niet terug, dit omdat alleen de hagelschade al veel meer kost dan €1000,-.
U heeft €1000,- eigenrisico per gebeurtenis.
U moet nog extra betalen voor de kras op het gas luik de kosten om hem naar een spot repair te doen zijn €200,- ex btw.
De luifel is gerepareerd en hier zullen wij niks mee doen.(…)”.
3.11.
Op 14 september 2021 heeft de gemachtigde van [eiser] Camperdream gesommeerd om de borgsom binnen vijftien (15) dagen terug te betalen aan [eiser].
Camperdream heeft de borgsom niet aan [eiser] terugbetaald.
4.Het geschil
4.1.
De vordering
[eiser] vordert dat de kantonrechter, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
I. Camperdream veroordeelt om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiser] te betalen een bedrag van € 1.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 september 2021 tot aan de dag van algehele voldoening;
II. Camperdream veroordeelt om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiser] te betalen een bedrag van € 181,50 inclusief btw ter zake buitengerechtelijke kosten;
III. Camperdream veroordeelt in de proceskosten, te vermeerderen met de nakosten van € 131,00 zonder betekening van het vonnis en € 199,00 in geval van betekening van het vonnis.
4.2.
[eiser] voert daartoe aan zij de camper zonder schade heeft ingeleverd bij Camperdream en dat Camperdream, ondanks verzoeken daartoe, in gebreke is gebleven de door haar betaalde borgsom terug te betalen. In dat verband heeft zij aangevoerd dat er weliswaar een kras op het gasluik zat, maar dat deze gewoon kon worden weggepoetst.
Voor het geval wel sprake mocht zijn van schade, beroept [eiser] zich erop dat zij op grond van artikel G van de algemene voorwaarden als huurder niet aansprakelijk is voor schade die is gedekt door de WA- of cascoverzekering van Camperdream en dat laatstgenoemde hooguit het eigen risico dat de verzekeraar aan Camperdream in rekening brengt aan haar kan doorberekenen. [eiser] betoogt dat is gesteld noch gebleken dat Camperdream een schadeclaim bij haar verzekeraar heeft ingediend en dat deze ten laste van haar eigen risico is gebracht.
Verder voert [eiser] aan dat zij zich, nu zij geen betaling van Camperdream kon verkrijgen, genoodzaakt heeft gezien haar vordering uit handen te geven aan haar incassogemachtigde. De kosten daarvan bedragen € 181,50 (waarvan € 31,50 btw) en dienen volgens haar te worden voldaan door Camperdream, evenals de wettelijke rente vanaf het moment waarop de in de sommatiebrief van 14 september 2021 vermelde betalingstermijn is verstreken, te weten vanaf 30 september 2021.
4.3.
Het verweer
Camperdream concludeert - samengevat - tot afwijzing van de vordering.
Camperdream stelt dat tijdens de huurperiode schade aan de camper is ontstaan, dat [eiser] - zoals omschreven in de algemene voorwaarden - een eigen risico van € 1.000,00 heeft, dat het schadebedrag hoger is dan € 1.000,00 en dat [eiser] daarom de door haar betaalde borgsom van € 1.000,00 niet terugkrijgt.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
5. De beoordeling
5.1.
[eiser] vordert in deze procedure terugbetaling van de door haar aan Camperdream betaalde borgsom ter hoogte van € 1.000,00.
Camperdream stelt dat sprake is van schade aan de camper, dat [eiser] ter zake een eigen risico heeft en dat Camperdream de schade mag verrekenen met de door [eiser] aan haar betaalde borgsom. Die verrekening leidt er volgens Camperdream toe dat zij niets meer aan [eiser] hoeft terug te betalen.
De door Camperdream gestelde schade bestaat uit hagelschade en een kras op het gasluik.
[eiser] bestrijdt dat sprake is van schade aan de camper, althans dat sprake is van schade die op haar kan worden verhaald.
5.2.
De bewijslast, en daarmee ook het bewijsrisico, van de door Camperdream gestelde schade rust, gelet op de algemene regel van bewijsrecht van artikel 150 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), op Camperdream.
In dit geval zal Camperdream, gelet op de (gemotiveerde) betwisting door [eiser] (die stelt dat geen sprake is van schade aan de camper), moeten bewijzen dat sprake is van de gestelde schade.
5.3.
Ten aanzien van de gestelde hagelschade overweegt de kantonrechter dat deze schade op geen enkele wijze is onderbouwd. Camperdream heeft geen bewijs van de hagelschade overgelegd.
Als het al zo zou zijn dat - zoals Camperdream stelt - de hagelschade niet was te fotograferen in verband met weerspiegeling, had het op haar weg gelegen om op een andere manier bewijs aan te dragen, bijvoorbeeld door overlegging van een expertiserapport. Dat heeft zij niet gedaan.
Camperdream voert verder aan dat tussen partijen is gecorrespondeerd over de hagelschade en dat zij [eiser] meermaals heeft uitgenodigd om die schade te komen bekijken. Deze stelling wordt door [eiser] bestreden en bovendien levert dat, als het wel waar zou zijn, geen bewijs op voor de stelling dat sprake is van hagelschade.
Ter zitting heeft Camperdream nog aangevoerd dat zij de schade niet heeft laten herstellen, maar de camper met schade heeft verkocht. De door Camperdream geleden schade is volgens haar gelijk aan de, in verband met die schade, verminderde verkoopopbrengst van de camper. Ook deze stelling heeft Camperdream op geen enkele wijze (met stukken) onderbouwd, terwijl dat wel op haar weg had gelegen.
Nu Camperdream niet aan de op haar rustende stelplicht heeft voldaan, wordt aan (nadere) bewijslevering niet toegekomen.
5.4.
Ten aanzien van de schade aan het gasluik overweegt de kantonrechter dat uit het “uitgifte en inname formulier” volgt dat bij het inleveren van de camper is geconstateerd dat er een kras op het luik zit. Daarvan is ook een foto overgelegd. [eiser] heeft erkend dat op de overgelegde foto sprake lijkt te zijn van een kras, maar zij heeft gesteld dat deze is weg te poetsen. Zij betwist met andere woorden de gestelde kosten van herstel van de kras.
5.5.
De kantonrechter heeft in haar tussenvonnis gevraagd om een onderbouwing van de gestelde herstelkosten, maar Camperdream heeft ter zake geen (nadere) stukken in het geding gebracht.
Ter zitting heeft Camperdream een factuur getoond, waaruit volgens haar de kosten van herstel van het luik blijken. Uit de factuur zou blijken dat de herstelkosten voor het luik € 100,00 waren.
[eiser] heeft de getoonde factuur bij gebrek aan wetenschap bestreden.
De kantonrechter overweegt dat op de door Camperdream ter zitting getoonde factuur niet staat omschreven waarop het bedrag van € 100,00 betrekking heeft. Daaruit blijkt dus niet dat dit bedrag inderdaad op herstel van het luik ziet. Bovendien komt het op die factuur vermelde bedrag van € 100,00 niet overeen met het in de conclusie van antwoord en de overgelegde stukken genoemde bedrag van € 200,00.
Het voorgaande leidt ertoe dat ook de omvang van de schade aan het luik onvoldoende is onderbouwd. Daardoor wordt aan bewijslevering niet toegekomen.
5.6.
De kantonrechter concludeert op basis van het voorgaande dat Camperdream de borg van € 1.000,00 moet terugbetalen aan [eiser].
De gevorderde wettelijke rente daarover zal, bij gebrek aan betwisting, eveneens worden toegewezen.
5.7.
[eiser] maakt ook aanspraak op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is, nu het verzuim na 1 juli 2012 is ingetreden.
De kantonrechter stelt vast dat [eiser] voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten ad € 181,50 inclusief btw komt overeen met het in het Besluit bepaalde tarief en zal worden toegewezen.
5.8.
Camperdream zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de proceskosten. Deze kosten worden aan de zijde van [eiser] begroot op:
- explootkosten € 125,03
- griffierecht € 240,00
- salaris gemachtigde
Totaal € 613,03
5.9.
Camperdream zal tevens worden veroordeeld tot betaling van de nakosten. Deze kosten worden, zoals gebruikelijk in kantonzaken, begroot op een half punt van het salaris gemachtigde.
6.De beslissing
De kantonrechter
6.1.
veroordeelt Camperdream om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiser] te betalen een bedrag van € 1.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
30 september 2021 tot de dag van volledige betaling,
6.2.
veroordeelt Camperdream om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiser] te betalen een bedrag van € 181,50, ter zake buitengerechtelijke incassokosten,
6.3.
veroordeelt Camperdream in de kosten van de procedure, tot op heden aan de zijde van [eiser] begroot op € 613,03,
6.4.
veroordeelt Camperdream in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 62,00,
6.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
6.6.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.A. Smit, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 15 maart 2022. (ms)