ECLI:NL:RBOVE:2022:764

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
22 februari 2022
Publicatiedatum
21 maart 2022
Zaaknummer
9114405 \ CV EXPL 21-1494
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • S.J.S. Groeneveld - Koekkoek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanneming van werk en de vraag naar vaste of richtprijs in het kader van nacalculatie

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel, staat de vraag centraal of partijen een vaste prijs of een richtprijs hebben afgesproken voor de aanneming van werk, in het bijzonder de productie van aluminium onderdelen door Flexellon B.V. voor Vadac B.V. Flexellon vordert betaling van openstaande facturen ter hoogte van € 2.688,00, terwijl Vadac zich op het standpunt stelt dat er een vaste prijs is afgesproken en dat zij niet meer verschuldigd is dan het reeds betaalde bedrag van € 1.143,45. De kantonrechter heeft de procedure gevolgd, inclusief een tussenvonnis en schriftelijke getuigenverklaringen, en heeft vastgesteld dat er sprake is van een richtprijs, die niet met meer dan 10% mag worden overschreden zonder tijdige waarschuwing van de aannemer aan de opdrachtgever. De rechter concludeert dat Flexellon onvoldoende heeft aangetoond dat zij Vadac tijdig heeft gewaarschuwd voor extra kosten die boven de richtprijs uitkwamen. De kantonrechter oordeelt dat Flexellon recht heeft op betaling van een bedrag van € 790,74, vermeerderd met wettelijke rente, en veroordeelt Vadac in de proceskosten, die zijn begroot op € 1.156,27. Dit vonnis is uitgesproken op 22 februari 2022.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer : 9114405 \ CV EXPL 21-1494
Vonnis van 22 februari 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FLEXELLON B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Deventer,
eisende partij, hierna te noemen Flexellon,
gemachtigde: mr. M.T.O. Bakker (GGN Mastering Credit B.V.),
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VADAC B.V.,
gevestigd te Dordrecht en mede kantoorhoudende te Deventer,
gedaagde partij, hierna te noemen Vadac,
gemachtigde: mr. A. Molenberg-Alblas (ARAG Rechtsbijstand).

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 2 november 2021,
- de door Flexellon toegestuurde schriftelijke getuigenverklaring van [A] ,
- de door Vadac toegestuurde schriftelijke getuigenverklaring van [B] ,
- de mondelinge behandeling van 18 januari 2022, waarvan de griffier aantekeningen heeft
gemaakt. De aantekeningen van de griffier en de spreekaantekeningen van mr. Molenberg
zijn opgenomen in het dossier.
1.2.
De kantonrechter is hiermee voldoende ingelicht om een beslissing te kunnen nemen. Die beslissing wordt vandaag in dit vonnis opgenomen en toegelicht.

2.De beoordeling

Waar gaat deze zaak over?

2.1.
Flexellon wil betaling van openstaande facturen van € 2.688,00 van Vadac, omdat zij in opdracht van Vadac aluminium onderdelen heeft geproduceerd voor een prototype. Tijdens deze procedure heeft Vadac een bedrag van € 1.143,45 betaald. Vadac wil het restant van de facturen niet betalen, omdat een vaste prijs zou zijn afgesproken.
2.2.
Op 5 februari 2020 heeft Vadac de eerste opdracht verstrekt voor 10 onderdelen voor een bedrag van € 225,00 exclusief btw. Op 11 februari 2020 heeft zij de tweede opdracht verstrekt voor diverse aluminium onderdelen. Flexellon heeft bij de tweede opdracht in haar e-mail van 10 februari 2020 een “prijs richting” gegeven van € 720,00 exclusief btw. Flexellon heeft aan Vadac voor deze opdrachten facturen gestuurd tot een bedrag van € 3.522,71 inclusief btw. Na protest van Vadac over de hoogte van de gefactureerde bedragen heeft Flexellon een bedrag van € 834,71 gecrediteerd.
Wat wil Flexellon?
2.3.
Flexellon wil betaling van een bedrag van € 2.688,00 vermeerderd met de wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten, minus de betaling van € 1.143,45 van Vadac. Tot slot vraagt zij veroordeling van Vadac in de proceskosten.
2.4.
Volgens Flexellon hebben partijen geen afspraken gemaakt over een vaste prijs of een richtprijs, maar zijn zij uitgegaan van nacalculatie. Als wel sprake is van een vaste prijs of een richtprijs, dan is er volgens Flexellon in ieder geval akkoord gegeven op extra werkzaamheden. Die extra werkzaamheden bestonden uit het nabewerken van prototypes, een extra axcle, het maken van werktekeningen en het massief uitfrezen van een slide tube holder. Per onderdeel heeft Flexellon het aantal uren en kosten berekend.
Het verweer van Vadac
2.5.
Vadac stelt zich op het standpunt dat partijen een vaste prijs hebben afgesproken. Er is geen akkoord gegeven voor extra werkzaamheden, behalve voor de slide tube holder. Maar de door Flexellon in rekening gebrachte kosten voor dit onderdeel zijn niet overeengekomen en excessief, zeker gelet op de hoogte van het offertebedrag.
Oordeel van de kantonrechter
2.6.
De kantonrechter oordeelt dat sprake is van een richtprijs en dat Flexellon voldoende heeft gewaarschuwd voor de extra werkzaamheden voor de slide tube holder, maar niet voor de werktekeningen en het nabewerken van prototypes. De 2e axcle valt onder de toegestane 10% overschrijding. Dat oordeel licht de kantonrechter als volgt toe.
a) richtprijs afgesproken
2.7.
Het gaat in deze zaak om aanneming van werk, namelijk om het produceren van aluminium onderdelen. De vraag die eerst beantwoord moet worden is of partijen een vaste prijs of een richtprijs hebben afgesproken in de zin van artikel 7:752 BW of dat de werkzaamheden op basis van nacalculatie zouden plaatsvinden. Op grond van lid 2 van genoemd artikel mag een richtprijs niet met meer dan 10% worden overschreden, tenzij de aannemer de opdrachtgever zo tijdig mogelijk voor de waarschijnlijkheid van een verdere overschrijding heeft gewaarschuwd, om hem de gelegenheid te geven het werk alsnog te beperken of te vereenvoudigen.
2.8.
In de e-mail van 10 februari 2020 schrijft [A] , projectleider bij Flexellon (hierna: [A] ) dat hij een “prijs richting” geeft voor de te maken onderdelen. Daarbij somt hij diverse onderdelen op en komt hij tot een bedrag van € 720,00 exclusief btw. Vervolgens meldt [B] , destijds R&D manager bij Vadac (hierna: [B] ), in zijn e-mail van 11 februari 2020 dat de materialen vast besteld kunnen worden, maar dat hij nog wel wat vragen en opmerkingen heeft. Verder schrijft hij “voor wat betreft de as (Axcle) (2x) hoop ik morgen wat meer duidelijkheid te hebben”. Hierna heeft Flexellon de onderdelen geproduceerd.
2.9.
Uit deze mailwisseling volgt dat partijen hebben bedoeld een richtprijs af te spreken. Er wordt niet alleen het woord “prijs richting” gebruikt, maar er worden ook bedragen genoemd voor verschillende onderdelen van de opdracht met hier en daar wat voorbehouden. Zo mist er bijvoorbeeld nog een tekening die later wordt toegestuurd, heeft [A] vragen over de adjust blocks en heeft [B] nog wat vragen en opmerkingen die later zijn besproken. Flexellon heeft onvoldoende feiten en omstandigheden aangedragen waaruit blijkt dat het de bedoeling van partijen was dat Flexellon op basis van nacalculatie zou werken. Hetzelfde geldt voor het verweer van Flexellon: dat er sprake was van een vaste prijsafspraak waarvan niet mocht worden afgeweken kan niet worden gebaseerd op deze mailwisseling of verklaringen van partijen over deze opdracht.
2.10.
Al met al betekent dit dat de richtprijs met maximaal 10% mag worden overschreden, tenzij Flexellon tijdig heeft gewaarschuwd. Duidelijk is dat Flexellon met haar facturen de richtprijs met meer dan 10% (€ 72,00 exclusief btw) heeft overschreden.
b)
Extra werkzaamheden voor 2e axcle en slide tube holder
2.11.
Flexellon heeft onvoldoende gesteld dat zij Vadac heeft gewaarschuwd voor overschrijding van de richtprijs omdat zij werktekeningen moest maken of dat er een afzonderlijke opdracht is verstrekt voor het maken van die tekeningen. Flexellon stelt hierover alleen dat sprake was van onvolledige en gedeeltelijke onjuiste werktekeningen van Vadac en dat zij vervolgens de tekeningen heeft gemaakt. Vadac betwist uitdrukkelijk
dat zij is gewaarschuwd of dat zij opdracht heeft gegeven voor extra werkzaamheden. Het had dan ook op de weg van Flexellon gelegen om hierover meer te stellen en te onderbouwen, maar dat heeft zij niet gedaan. [A] heeft in zijn schriftelijke getuigenverklaring hierover gezegd dat te kennen is gegeven dat er extra kosten aan zouden komen. Daaruit blijkt echter niet door wie en aan wie dit is gemeld en om welke werkzaamheden of kosten het zou gaan.
2.12.
Hetzelfde geldt voor de kosten voor het nabewerken van het prototype. Onvoldoende uit de verf is gekomen dat Flexellon Vadac expliciet heeft gewaarschuwd voor het overschrijden van de richtprijs of dat Vadac akkoord is gegaan met extra werkzaamheden.
2.13.
Flexellon heeft in haar mail van 10 februari 2020 met de richtprijs een prijsopgave gedaan voor één axcle. Duidelijk is dat er twee axcles geproduceerd moesten worden en ook zijn geproduceerd. Vadac wijst er in haar mail van 11 februari 2020 ook op dat er twee axcles geproduceerd moeten worden, zodat duidelijk is dat dit had moeten zijn inbegrepen in de offerte met de richtprijs. De prijs voor één axcle is € 45,00 exclusief btw, zodat voor een tweede axcle hetzelfde bedrag wordt toegewezen. Dat bedrag valt onder de toegestane 10% overschrijding. Daarvan resteert hierna nog een bedrag van € 27,00 exclusief btw.
2.14.
Vadac heeft met betrekking tot de werkzaamheden voor de slide tube holder erkend dat Flexellon gewaarschuwd heeft voor overschrijding van de richtprijs. In zijn mail van 3 april 2020 schrijft [B] dat het akkoord was dat er extra kosten in rekening zouden worden gebracht voor de slide tube holder. De vraag die beantwoord moet worden is met welke extra kosten Vadac rekening had moeten houden. Volgens Flexellon heeft zij een bedrag van € 800,00 aan extra kosten moeten maken. Vadac heeft in dat kader aangevoerd dat zij niet hoefde te verwachten dat die kosten meer dan de oorspronkelijke richtprijs zouden bedragen. Vooral met betrekking tot de uren voor de freeswerkzaamheden verschillen partijen van mening.
2.15.
De kantonrechter stelt vast dat het voor Vadac duidelijk was dat de werkzaamheden voor de slide tube holder aanzienlijk zouden zijn vanwege de (kostbare) freeswerkzaamheden, zoals zij ook ter zitting erkend heeft. Dat Flexellon gewaarschuwd heeft dat de werkzaamheden in de buurt zouden komen van of hoger zouden zijn dan de oorspronkelijke richtprijs, is echter niet komen vast te staan. Vadac zou dan in de gelegenheid zijn geweest na te denken over een andere mogelijke oplossing. De kantonrechter zal de extra werkzaamheden gelet hierop naar redelijkheid vaststellen op € 400,00 exclusief btw. Dat betekent dat een bedrag van € 27,00 exclusief btw onder de 10% overschrijding valt en een bedrag van € 373,00 exclusief btw aan extra werkzaamheden.
Conclusie
2.16.
De conclusie is dat Flexellon naast de overschrijding van de richtprijs van € 72,00 exclusief btw recht heeft op betaling van een bedrag van € 373,00 exclusief btw voor extra werkzaamheden. Die bedragen zullen worden toegewezen, dus een totaalbedrag van € 445,00 exclusief btw en € 538,45 inclusief btw. Dat betekent dat Vadac op de dag van de dagvaarding (5 maart 2021) nog een bedrag moest betalen van (€ 538,45 + € 1.143,45 =) € 1.681,90 inclusief btw.
Buitengerechtelijke incassokosten, rente en proceskosten
2.17.
Flexellon vordert voorts vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat Flexellon voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Voor de verschuldigdheid van vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten bij zakelijke overeenkomsten is niet relevant welke incassohandelingen de schuldeiser heeft verricht, zodat in beginsel een enkele brief voldoende is (zie ECLI:NL:HR:2014:1405 r.o. 3.6). Wel zal het bedrag worden gematigd naar € 252,29 conform het geldende tarief op basis van de hoofdsom die op het moment van dagvaarding verschuldigd was.
2.18.
De betaling van € 1.143,45 van Vadac op 31 mei 2021 wordt eerst in mindering gebracht op de kosten en de rente (artikel 6:44 BW). Aangezien een renteberekening ontbreekt, zal de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW worden toegewezen over het bedrag van (€ 1.681,90 + 252,29=) € 1.934,19 vanaf de dag van dagvaarding (5 maart 2021) tot het moment van gedeeltelijke betaling op 31 mei 2021 en over het resterende bedrag van (€ 1.934,19 -/- € 1.143,45=) € 790,74 vanaf 31 mei 2021 tot de dag van volledige betaling.
2.19.
Vadac zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Op het moment van dagvaarden was zij immers een bedrag van € 1.681,90 verschuldigd exclusief btw en kosten, zodat Flexellon haar terecht heeft gedagvaard. De kantonrechter begroot de proceskosten op basis van het verschuldigde bedrag aan de zijde van Flexellon op € 507,00 aan griffierecht, € 88,27 aan dagvaardingskosten en € 561,00 aan salaris gemachtigde (3 punten x liquidatietarief € 187,00). In totaal is dat een bedrag van € 1.156,27. De informatiekosten “bevraging kvk” worden gedeeltelijk afgewezen, omdat de vordering op dit punt niet in overeenstemming is met de landelijk gehanteerde kosten op basis van het Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders, zoals deze gold ten tijde van het uitbrengen van de dagvaarding.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
veroordeelt Vadac aan Flexellon te betalen een bedrag van € 790,74, te
vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119a BW vanaf 5 maart 2021 tot
31 mei 2021 over € 1.934,19 en vanaf 31 mei 2021 tot de dag van algehele voldoening over
€ 790,74;
3.2.
veroordeelt Vadac in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van Flexellon begroot op € 1.156,27;
3.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.J.S. Groeneveld - Koekkoek, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 22 februari 2022. (SG)