Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
wonende te [woonplaats] ,
wonende te [woonplaats] , mede woonplaats hebbende en zaakdoende te [plaats 1] ,
1.De procedure
2.Inleiding
3.Het geschil in dit incident
4.De beoordeling
“wonende te [woonplaats] , Duitsland”en nu daarnaast het door [eiseres] overgelegde uittreksel van de KvK vermeldt dat [gedaagde] geen bekend adres in Nederland heeft, voldoende aannemelijk is dat [gedaagde] in Duitsland woont, althans niet in Nederland zijn woonplaats heeft. Er is dus sprake van een geschil met een internationaal karakter. Daardoor hebben de regels uit Europese verdragen en verordeningen voorrang boven de regels uit het Wetboek van Rechtsvordering en gaat het beroep van [eiseres] op artikel 6 Rv niet op.
- de mogelijkheid tot het treffen van een schikking, waarbij desgewenst een voorlopig oordeel kan worden gegeven, dan wel inschakeling van een mediator
- verdere regie van de procedure
- het opmaken van een proces-verbaal
- de termijn waarop vonnis wordt gewezen
5.De beslissing
woensdag 30 maart 2022voor het bepalen van de dag en het tijdstip waarop de mondelinge behandeling zal plaatsvinden. Partijen hoeven niet aanwezig te zijn bij deze rolzitting. Partijen kunnen tot uiterlijk de vrijdag daarvoor schriftelijk 20 verhinderdata (of 40 verhinderingsdagdelen) opgeven voor de drie volledige maanden die volgen na (de maand van) deze rolzitting;