ECLI:NL:RBOVE:2022:716
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Voorlopige aanslag zuiveringsheffing bedrijfsruimte voor het jaar 2020 en heffingsplicht van verhuurder
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 15 maart 2022 uitspraak gedaan in een geschil over een voorlopige aanslag zuiveringsheffing bedrijfsruimte voor het belastingjaar 2020. Eiseres, een verhuurder die een pand in Almere kamergewijs verhuurt aan studenten, heeft bezwaar gemaakt tegen de aanslag die door de heffingsambtenaar van het Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus-Tricijn was opgelegd. De aanslag was gebaseerd op één vervuilingseenheid, terwijl de vorige eigenaar van het pand al een hogere aanslag had betaald voor het belastingjaar 2020.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres de heffingsplichtige is, omdat zij per 23 oktober 2020 eigenaar is geworden van de bedrijfsruimte. Eiseres stelde dat zij geen zuiveringsheffing verschuldigd is, omdat de vorige eigenaar al had betaald. De rechtbank oordeelde echter dat de heffingsplicht van eiseres is aangevangen op het moment dat zij eigenaar werd van het pand, ongeacht de betalingen van de vorige eigenaar. De rechtbank heeft de argumenten van eiseres verworpen en geoordeeld dat de aanslag op juiste gronden was opgelegd.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.