ECLI:NL:RBOVE:2022:649

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
15 februari 2022
Publicatiedatum
8 maart 2022
Zaaknummer
C/08/19/131 R
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Eindvonnis in schuldsaneringsregeling met betrekking tot de Toeslagenaffaire en vergoeding bewindvoerder

Op 15 februari 2022 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, een eindvonnis uitgesproken in het kader van de wettelijke schuldsaneringsregeling van de schuldenares. De schuldenares, geboren op een onbekende datum en woonachtig op een onbekend adres, had een bewindvoerder, aangeduid als [A], die te [plaats] was benoemd. Tijdens de zitting, die pro forma plaatsvond, zijn er geen schuldeisers verschenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldenares niet tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling. Dit leidde tot de beslissing om de schuldenares de 'schone lei' te verlenen, wat betekent dat zij na afloop van de schuldsaneringsregeling geen onbetaalde vorderingen meer hoeft te voldoen, ongeacht of deze vorderingen zijn geverifieerd.

De rechtbank heeft ook de vergoeding van de bewindvoerder vastgesteld op € 4.018,41, inclusief een extra vergoeding vanwege het feit dat de schuldenares als gedupeerde van de Toeslagenaffaire is aangemerkt. De kosten voor het griffierecht voor het deponeren van de uitdelingslijst zijn vastgesteld op € 657,--. De rechtbank heeft benadrukt dat de schuldsaneringsregeling formeel eindigt op het moment dat de slotuitdelingslijst verbindend is geworden. Dit vonnis is uitgesproken door mr. E. Venekatte, lid van de enkelvoudige kamer, en is openbaar gemaakt op dezelfde datum als de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Toezicht - Schuldsanering
Zittingsplaats Almelo
insolventienummer: C/08/19/131 R
uitspraakdatum: 15 februari 2022
Vonnis van de rechtbank Overijssel, enkelvoudige kamer voor burgerlijke zaken in de wettelijke schuldsaneringsregeling van:
[schuldenares]
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres], [woonplaats],
verder te noemen de schuldenares.
In deze schuldsaneringsregeling is [A] te [plaats] tot bewindvoerder benoemd.

Het procesverloop

In deze schuldsaneringsregeling zijn de schuldvorderingen overeenkomstig artikel 328a vijfde lid Faillissementswet geverifieerd.
Naar aanleiding van een door de bewindvoerder uitgebracht verslag heeft op 15 februari 2022 de zitting als bedoeld in artikel 352 Faillissementswet pro forma plaatsgevonden. Er zijn geen schuldeisers verschenen.
De uitspraak is bepaald op vandaag.

De beoordeling

Uit het verslag van de bewindvoerder blijkt dat de schuldenares niet te kort is geschoten in de nakoming van de uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen.
Ook anderszins is niet gebleken van feiten en omstandigheden die aanleiding tot een ander oordeel geven.
Op grond van het vorenstaande zal aan de schuldenares de schone lei worden verleend.
De bewindvoerder zal -nadat het onderhavige vonnis in kracht van gewijsde is gegaan- onverwijld overgaan tot het opmaken van een (slot-)uitdelingslijst.
De schuldsaneringsregeling zal formeel eindigen op het moment dat de slotuitdelingslijst verbindend is geworden.
Op grond van artikel 358 Faillissementswet zijn vanaf dát moment de onbetaald gebleven vorderingen ten aanzien waarvan de schuldsaneringsregeling werkt niet langer afdwingbaar, ongeacht of de schuldeiser in de schuldsaneringsregeling is opgekomen en ongeacht of de vordering al dan niet is geverifieerd.
De rechtbank zal de vergoeding van de bewindvoerder berekenen en diens salaris vaststellen als hiernavolgend te bepalen.
De rechtbank merkt op dat de schuldenares door de Belastingdienst is aangemerkt als gedupeerde van de Toeslagenaffaire, hetgeen onder andere van invloed is op de berekening van de vergoeding en de vaststelling van het salaris van de bewindvoerder.

De beslissing

De rechtbank:
- stelt vast dat de schuldenares niet is tekortgeschoten in de nakoming van één of meer uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen;
- stelt vast dat de toepassing van de schuldsaneringsregeling zal eindigen na het verbindend worden van de slotuitdelingslijst;
- berekent het bedrag van de vergoeding van de bewindvoerder op € 4.018,41 (inclusief de extra vergoeding in verband het feit dat schuldenares gedupeerde is van de kinderopvangtoeslagaffaire en inclusief onkosten en omzetbelasting);
- stelt het salaris van de bewindvoerder vast op het bedrag van de vergoeding;
- stelt de kosten wegens griffierecht voor het deponeren van de uitdelingslijst vast op € 657,--.
Gewezen door mr. E. Venekatte, lid van genoemde kamer, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 15 februari 2022, in tegenwoordigheid van de griffier.