Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[A] ,
[B],
[C],
1.De procedure
2.De verdere beoordeling
op aspecten vandie expliciete verdeling haar aanleiding geven tot nadere overwegingen of beslissingen, zoals hierna te bespreken. Dit brengt mee dat de verdeling zoals in het tussenvonnis is uitgesproken grotendeels uitgangspunt blijft bij de verdere beslissingen.
zoveel eerder als mogelijk is, als ook geldend ingeval zij anderszins in financiering zal kunnen voorzien. De rechtbank zal deze toevoeging opnemen.
3.De beslissing
aan [X] en [A] , ieder voor de onverdeelde helft:
- [landgoed b] , bestaande uit de percelen zoals genoemd in het deskundigenrapport met bijbehorende roerende en onroerende zaken, bedrijfsmiddelen, contractuele verplichtingen, waarde € 6.700.000,00,
- het [huis d] , bestaande uit het perceel zoals genoemd in het deskundigenrapport met bijbehorende roerende en onroerende zaken, bedrijfsmiddelen, contractuele verplichtingen, waarde € 620.000,00,
aan [X]:
aan [A]:
aan [B] en [C] , ieder voor de onverdeelde helft:
- deze goederen over partijen gelijkelijk en tot een gelijke waarde per aandeel worden verdeeld, in die zin dat elke der deelgenoten recht heeft op een vierde aandeel,
- dat ieders aandeel fysiek in het huis aanwezig blijft,
- voor de verdeling in vier gelijke c.q. gelijkwaardige delen als uitgangspunt de waardebepaling volgens het taxatierapport van 30 augustus 1991 geldt,
- de verdeling moet geschieden door een boedelnotaris,
- indien een partij het haar toekomende aandeel wil overdragen aan een mede-rechthebbende op een aandeel, aan die partij die mede-rechthebbende de waarde van het overgedragen aandeel moet vergoeden,
- partijen hun aandeel zonder enige verrekening kunnen overdragen aan een op te richten stichting met als doel het behouden en beheren van de roerende zaken in het huis,