Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
PACHTKAMER
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
wonende te [plaats] ,
1.De procedure
2.Het geschil
in conventie
3.De beoordeling
De pachtkamer zal de door [eiser 1] gevraagde ontbinding van de pachtovereenkomst tussen hem en [gedaagde] toewijzen omdat zij van oordeel is dat [gedaagde] in zijn verplichtingen als pachter is tekortgeschoten doordat hij het gepachte niet langer bedrijfsmatig landbouwkundig exploiteert. Dat hij feitelijk is blijven werken op het bedrijf betekent niet dat hij die verplichting is nagekomen. [gedaagde] is er niet in geslaagd om te onderbouwen dat de ontbinding van de pacht, met het gevolg daarvan, niet gerechtvaardigd zou zijn door de bijzondere aard of geringe betekenis van de tekortkoming.
als pachterc.q. het voeren van het bedrijf
door hem zelfbetreft en dat het dus niet gaat om het gebruik van de grond op zichzelf.
- 480,00(2 punten x tarief € 240,00)
dat wat betreft eventuele pachtrechten partijen verklaren er zelf voor te zorgen dat de voorzetter partij wordt bij de pachtovereenkomsten die tot op heden op naam van de ouders en/of de maatschap stonden”. Verder is opgenomen “
Voor zover nodig regelen zij de indeplaatsstelling”.