ECLI:NL:RBOVE:2022:574

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
1 februari 2022
Publicatiedatum
1 maart 2022
Zaaknummer
9357326 \ CV EXPL 21-1759
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Consumentenkoop en gebreken aan een auto: ontbinding van de koopovereenkomst

In deze zaak heeft eiser een auto gekocht bij gedaagde, maar na de koop zijn er gebreken aan de auto ontstaan. Eiser heeft gedaagde in gebreke gesteld, maar de gebreken zijn niet verholpen. Eiser heeft vervolgens de koopovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden. De kantonrechter oordeelt dat er sprake is van een consumentenkoop en dat de auto niet de eigenschappen bezit die eiser mocht verwachten. Gedaagde had de gebreken moeten herstellen, maar heeft dat nagelaten. De kantonrechter verklaart de koopovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden en veroordeelt gedaagde tot terugbetaling van de koopsom en medewerking aan de registratie van de auto op naam van eiser. Daarnaast moet gedaagde ook bijkomende kosten vergoeden en de proceskosten betalen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer : 9357326 \ CV EXPL 21-1759
Vonnis van 1 februari 2022
in de zaak van

1.[eiser sub 1] ,2. [eiseres sub 2] ,beiden wonende te [woonplaats] ,

eisende partijen, hierna te noemen in mannelijk enkelvoud [eiser] ,
gemachtigde: Juridisch Advies Mujic,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A] AUTOMOBIELEN B.V.,
statutair gevestigd te [vestigingsplaats] en kantoorhoudende te [plaats] ,
gedaagde partij, hierna te noemen [gedaagde] ,
verschenen bij haar directeur, [B] .

1.De procedure

1.1.
Voor het verloop van de procedure tot nu toe verwijst de kantonrechter naar zijn vonnis van 14 september 2021. [eiser] heeft daarna aanvullende producties in het geding gebracht. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 6 december 2021, waarbij aanwezig waren [eiser] , Mujic en [B] . Ter zitting heeft Mujic pleitaantekeningen overgelegd. Van de zitting heeft de griffier aantekeningen gemaakt.
1.2.
Na afloop van de mondelinge behandeling heeft de kantonrechter bepaald dat hij voldoende is geïnformeerd om een beslissing te nemen in deze zaak. Die beslissing wordt vandaag medegedeeld en toegelicht in dit vonnis.

2.Inleiding

2.1.
[eiser] heeft bij [gedaagde] een auto gekocht. Meteen na de koop zijn er gebreken aan de auto ontstaan. [eiser] heeft hierover contact opgenomen met [gedaagde] . Uiteindelijk zijn de gebreken niet verholpen en heeft [eiser] [gedaagde] in gebreke gesteld. [gedaagde] heeft niet gereageerd en stelt de brief van [eiser] niet te hebben ontvangen. Vervolgens heeft [eiser] de koopovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden.
2.2.
De eerste vraag die de kantonrechter in deze zaak zal moeten beantwoorden, is of [gedaagde] de verkopende partij is en daarmee samenhangend de vraag of er sprake is van een consumentenkoop. Op deze vragen beslist de kantonrechter bevestigend.
Vervolgens staat de vraag centraal of de auto die [eiser] bij [gedaagde] heeft gekocht, vanwege de door [eiser] gestelde gebreken, de eigenschappen bezit die [eiser] had mogen verwachten. De kantonrechter oordeelt dat de auto niet de eigenschappen bezit die [eiser] had mogen verwachten. De consequenties hiervan worden in dit vonnis aan partijen medegedeeld.

3.De feiten

3.1.
Op 26 april 2021 heeft [eiser] een auto (Audi A6 met [kenteken] ) gekocht bij [gedaagde] tegen contante betaling van een bedrag van € 12.500,00. Er is geen factuur opgesteld.
3.2.
De auto vertoont verschillende problemen, waarover contact is geweest met [gedaagde] . [gedaagde] heeft (herstel)werkzaamheden aan de auto verricht. De problemen aan de auto zijn niet opgelost.
3.3.
[eiser] heeft zich gewend tot een officiële Audi dealer, de Century Autogroep. Deze heeft op 28 mei 2021 een rapport opgesteld waarin onder meer staat:
‘(…)
- Uitgevoerde werkzaamhedenDiagnose stellen: Lawaai, stinken, lekken.Auto/motor tikt: Advies distributie ketting spannervervangen. Lawaai: Komt inwendig een zingendgeluid uit de automatische transmissie.Vreemde geur (uitlaatgas in auto)- Uitgevoerde werkzaamhedenBrandstof lekkage pas schoongespoten enSissend geluid turbo slang verdere diagnose nodig.(…)’.
3.4.
Bij (aangetekende) brief van 4 juni 2021 heeft de gemachtigde van [eiser] [gedaagde] in gebreke gesteld, waarbij [gedaagde] in de gelegenheid is gesteld om binnen veertien dagen na dagtekening over te gaan tot herstel van de gebreken zoals genoemd in het rapport van
28 mei 2021, bij gebreke waarvan de overeenkomst wordt ontbonden en [gedaagde] het aankoopbedrag moet terugbetalen.
3.5.
Bij (aangetekende) brief van 22 juni 2021 heeft de gemachtigde van [eiser] de koopovereenkomst ontbonden, waarbij [gedaagde] is verzocht om het aankoopbedrag uiterlijk
27 juni 2021 over te maken, waarna de auto zal worden teruggebracht.

4.Het geschil

4.1.
[eiser] vordert - samengevat - dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. primair voor recht verklaart dat de koopovereenkomst buitengerechtelijk is ontbonden middels het schrijven van [eiser] van 22 juni 2021;
II. subsidiair de koopovereenkomst direct ontbindt;
zowel primair als subsidiair [gedaagde] veroordeelt:
a. tot medewerking aan registratie op zijn naam van de auto met het [kenteken] binnen vijf dagen na dit vonnis op straffe van een dwangsom van € 250,00 per dag,
b. tot nakoming van zijn ongedaanmakingsverbintenis, inhoudende terugbetaling van de koopsom van € 12.500,00, binnen vijf dagen na dit vonnis op straffe van een dwangsom van € 250,00 per dag,
c. tot betaling aan koper voor een bedrag van € 225,00 voor de kosten die [eiser] heeft moeten maken voor de verzekering, belasting en schorsing van de auto,
d. tot vergoeding van € 100,19, zijnde de door [eiser] gemaakte kosten voor het opstellen van het schadeanalyserapport,
e. tot betaling aan [eiser] van de wettelijke rente over de onder b, c, en d genoemde bedragen vanaf 20 juli 2021 tot aan de dag van de volledige betaling,
f. in de proces- en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente als [gedaagde] niet binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis heeft betaald.
4.2.
[gedaagde] heeft verweer gevoerd .

5.De beoordeling

Wie is de verkoper van de auto? Consumentenkoop?

5.1.
De eerste vraag die in deze zaak beantwoord moet worden, is of [eiser] de juiste partij heeft gedagvaard. Volgens [gedaagde] is zij niet de verkopende partij, omdat zij nooit eigenaar is geweest van de auto. De auto was van de heer [C] , een kameraad van [B] . Ter onderbouwing van dit standpunt verwijst [gedaagde] naar de verkoopadvertentie.
5.2.
Het standpunt van [gedaagde] dat zij niet de verkopende partij is en dat er geen sprake is van consumentenkoop, volgt de kantonrechter niet. Over de bij antwoord overgelegde advertentie, geplaatst op Wheelerdelta, heeft [gedaagde] tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat [eiser] deze niet heeft kunnen zien. Wheelerdelta is namelijk alleen beschikbaar voor bedrijven en niet voor particulieren. Dit betekent dat [eiser] geen kennis heeft kunnen nemen van de inhoud van de advertentie. Van de stelling van [gedaagde] dat de inhoud van de advertentie via Wheelerdelta hetzelfde was als de advertentie op Marktplaats, heeft zij geen enkel bewijs aangeleverd, terwijl deze stelling door [eiser] is betwist. Als [gedaagde] de auto voor [C] zou hebben verkocht, had het op de weg van [gedaagde] gelegen om dat aantoonbaar en duidelijk te communiceren. Het had voor de hand gelegen om dit, bijvoorbeeld, op een verkoopbon te zetten, met daarbij de gegevens van [C] als verkopende partij. Ook dat heeft [gedaagde] niet gedaan. Door [gedaagde] is dan ook te weinig gesteld en onderbouwd dat zij geen verkopende partij is. Samenvattend is de kantonrechter van oordeel dat [gedaagde] als verkopende partij moet worden gezien. De auto is dus verkocht door een bedrijf. [eiser] heeft de auto gekocht als particulier. Daardoor is de koop een consumentenkoop in de zin van artikel
7:5 BW. Vervolgens bepaalt artikel 7:17 BW -samengevat- dat de afgeleverde zaak aan de overeenkomst moet beantwoorden en dat [eiser] mag verwachten dat de auto de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn.
Voldoet de auto aan de verwachtingen die [eiser] mocht hebben?
5.3.
De te beantwoorden vraag is of de auto al dan niet de eigenschappen bezit die [eiser] mocht verwachten. Vast staat dat [eiser] de auto heeft gekocht om deel te nemen aan het verkeer, waaronder een vakantiereis naar zijn familie in Bosnië. [eiser] heeft ook onbetwist gesteld dat er op de dag van de koop van de auto al problemen zijn ontstaan en dat hij daarover contact heeft opgenomen met [gedaagde] . Het herstel wat vervolgens door [gedaagde] heeft plaatsgevonden heeft niet geholpen, want [eiser] bleef problemen ervaren met de auto. [eiser] verwijst daarbij naar het rapport van Century Autogroep, waaruit blijkt dat er diverse problemen met de auto zijn.
[gedaagde] zegt dat deze problemen te maken kunnen hebben met te vervangen onderdelen, wat normaal is bij een tweedehands auto. Maar hij heeft dat niet aannemelijk gemaakt en daarom volgt de kantonrechter [gedaagde] niet in die stelling. Duidelijk is wel dat de auto vanwege de problemen niet veilig aan het verkeer kandeelnemen. Het standpunt van [gedaagde] dat de auto altijd goed is geweest en er voorheen nooit problemen mee zijn geweest, zal haar niet kunnen baten. Op grond van artikel 7:18 lid 2 BW wordt namelijk vermoed dat de zaak bij aflevering niet aan de overeenkomst heeft beantwoord als de afwijking zich binnen zes maanden na aflevering openbaart. Daarvan is in dit geval sprake, nu meteen na aflevering van de auto problemen zijn geconstateerd en gemeld. Naar het oordeel van de kantonrechter zijn de gebreken zodanig dat de conclusie moet zijn dat de auto niet de eigenschappen bezit die [eiser] van de auto mocht verwachten.
Kreeg [gedaagde] de gelegenheid de gebreken te herstellen?5.4. Gebleken is dat [eiser] [gedaagde] meerdere keren -zowel telefonisch als schriftelijk- in kennis heeft gesteld van de gebreken aan de auto. Volgens [eiser] is ook het onderzoeksrapport van Century Autogroep aan [gedaagde] verstuurd, terwijl [gedaagde] stelt dit rapport pas voor het eerst te hebben gezien bij dagvaarding. De kantonrechter acht dat ongeloofwaardig, nu [eiser] een (aangetekende) ingebrekestelling heeft verstuurd op
4 juni 2021 met het verzoek om tot herstel over te gaan en daarbij onder meer het onderzoeksrapport van Century Autogroep heeft meegestuurd. Ook de stelling van [gedaagde] dat zij niet in de gelegenheid is gesteld om tot herstel over te gaan, volgt de kantonrechter niet. Daarbij betrekt de kantonrechter ook dat [gedaagde] tijdens de mondelinge behandeling heeft gezegd dat, al zou zij de ingebrekestelling van 4 juni 2021 hebben ontvangen, zij daar geen gehoor aan had gegeven en niet tot herstel van de gebreken over was gegaan. [gedaagde] mag dan wel betwisten dat zij de brief van 4 juni 2021 heeft ontvangen, daartegenover staat dat de brief aangetekend is verstuurd en dat er is getekend voor de ontvangst van die brief. Voor aangetekende brieven geldt dat bij betwisting van de ontvangst de afzender ( [eiser] ) dient te bewijzen dat hij de brief aangetekend heeft verstuurd naar een adres waarvan hij redelijkerwijs mocht aannemen dat de geadresseerde ( [gedaagde] ) daar door hem kon worden bereikt en dat de brief daar is aangekomen. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [eiser] aan de op hem rustende verplichtingen voldaan, nu de brief aangetekend is verstuurd naar het juiste adres. Daarom staat vast dat de brief [gedaagde] heeft bereikt.
Conclusies5.5. Omdat [gedaagde] niet heeft hersteld na de ingebrekestelling van 4 juni 2021, is zij in verzuim komen te verkeren en daarom is de koopovereenkomst door [eiser] buitengerechtelijk ontbonden op 22 juni 2021. Dit recht komt [eiser] toe op grond van artikel 7:22 lid 1 BW. De vordering van [eiser] om voor recht te verklaren dat de koopovereenkomst rechtsgeldig is ontbonden, zal dus worden toegewezen.
5.6.
De rechtsgevolgen van de ontbinding van de koopovereenkomst zijn dat de prestaties die partijen hebben geleverd, moeten worden teruggedraaid. [gedaagde] moet het aankoopbedrag van € 12.500,00 terugbetalen aan [eiser] . Ook moet [gedaagde] medewerking verlenen aan de registratie van de auto op zijn naam.
5.7.
[eiser] vordert ook vergoeding van bijkomende kosten. Dit zijn kosten die [eiser] heeft moeten maken vanwege de gebreken aan de auto. [gedaagde] heeft deze kosten niet betwist en deze kosten komen de kantonrechter gegrond voor.
[gedaagde] zal worden veroordeeld tot betaling van de gevorderde bijkomende kosten van € 325,19, bestaande uit:
- € 225,00 schorsen kenteken, verzekering en belasting;
- € 100,19 schadeanalyse.
5.8.
De dwangsom wordt toegewezen en gemaximeerd als na te melden.
5.9.
De wettelijke rente over de toegewezen bedragen zal als onweersproken worden toegewezen. Hetzelfde geldt voor de gevorderde wettelijke rente over de proceskosten.
5.10.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. Deze kosten worden aan de zijde van [eiser] tot op heden als volgt begroot:
- griffierecht: € 507,00
- dagvaarding: € 125,03
- salaris gemachtigde:
€ 746,00(2 punten x toepasselijk tarief € 373,00)
totaal: € 1.378,03
5.11.
De gevorderde veroordeling in de nakosten zal worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing staat opgenomen.

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1.
verklaart voor recht dat de koopovereenkomst buitengerechtelijk is ontbonden doorhet schrijven van 22 juni 2021;
6.2.
veroordeelt [gedaagde] tot medewerking aan de registratie op zijn naam van de auto met [kenteken] , binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis, op straffe van een dwangsom van € 250,00 per dag tot een maximum van € 10.000,00 is bereikt;
6.3.
veroordeelt [gedaagde] tot nakoming van de ongedaanmakingsverbintenis, inhoudende dat [gedaagde] € 12.500,00 terugbetaalt aan [eiser] c.s. binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis, op straffe van een dwangsom van € 250,00 per dag tot een maximum van € 10.000,00 is bereikt;
6.4.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van € 225,00 voor de kosten die [eiser] c.s. heeft moeten maken voor de verzekering, belasting en schorsing van de auto en veroordeelt [gedaagde] eveneens tot betaling van € 100,19 ten aanzien van de door [eiser] c.s. gemaakte kosten van het schadeanalyserapport;
6.5.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiser] c.s. van de wettelijke rente over de onder 6.3. en 6.4. genoemde bedragen vanaf 20 juli 2021 tot aan de dag van de volledige betaling;
6.6.
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure, tot op heden aan de zijde van
[eiser] c.s. begroot op € 1.378,03, waaronder begrepen een bedrag van € 746,00 aan salaris gemachtigde, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van veertien dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de volledige betaling;
6.7.
veroordeelt [gedaagde] in de nakosten, begroot op € 124,00 aan salaris gemachtigde, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover, onder de voorwaarde dat gedaagde niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan de inhoud van dit vonnis heeft voldaan;
6.8.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.9.
wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd.
Dit vonnis is gewezen door mr. U. van Houten, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 1 februari 2022.