Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- het tussenvonnis van 13 oktober 2021 en de daarin genoemde processtukken
- de aktes uitlaten deskundigenrapportage, tevens overlegging producties van beide partijen.
2.De beoordeling
2.5. Wat betreft de in het tussenvonnis opgenomen vraagstelling heeft Onstwedde kenbaar gemaakt zich daarin te kunnen vinden. Bosch meent onder meer dat die vraagstelling te sturend is en heeft een voorstel gedaan voor een in haar ogen meer objectieve vraagstelling. De rechtbank acht de door Bosch voorgestelde vraag 3 echter juist te sturend. Ook ziet de rechtbank geen noodzaak voor het opnemen van een specifieke vraag met betrekking tot het brandverloop, zoals Bosch heeft voorgesteld, omdat dit reeds bij het beantwoorden van de vraag naar de oorzaak van de brand aan de orde zal komen. Aangezien in de onderhavige zaak de prangende vraag is of de Topline-Ketel al dan niet de oorzaak van de brand is, gaat de rechtbank evenmin mee in de stelling van Bosch dat vraag 2 uit het tussenvonnis te sturend is. De rechtbank ziet dus aanleiding vast te houden aan de in het tussenvonnis opgenomen vraagstelling, welke overigens aansluit bij de vraagstelling in het rapport van DEKRA. Wel zal de rechtbank de deskundige tevens vragen in zijn rapportage de bevindingen van HIJ5 en DEKRA te betrekken.
3.De beslissing
re,
[telefoonnummer 2]
- de deskundige dient
- de griffie zal de opgave van de deskundige vervolgens toezenden aan partijen,
- partijen kunnen desgewenst
- indien niet of niet tijdig bezwaar wordt gemaakt, wordt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige reeds nu voor alsdan vastgesteld op het door de deskundige begrote bedrag,
- indien wel tijdig bezwaar wordt gemaakt, zal het voorschot worden vastgesteld bij afzonderlijke rechterlijke beslissing;
binnen twee wekenna de datum van de nota met betaalinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak;
- het deskundigenonderzoek dient plaats te vinden met inachtneming van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (https://www.rechtspraak.nl/SiteCollectionDocuments/Leidraad-deskundigen-WT.pdf) en onverminderd het bepaalde in de artikelen 194-200 Rv,
- hij het onderzoek pas na het bericht van de griffier omtrent betaling van het voorschot dient aan te vangen,
- hij het onderzoek onmiddellijk dient te staken en contact dient op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn;
- uit het rapport moet blijken op welke stukken zijn oordeel is gebaseerd,
- hij een concept van het rapport aan partijen moet toezenden, opdat partijen de gelegenheid krijgen binnen vier weken daarover bij hem opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat hij in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en zijn reactie daarop moet vermelden;
6 juli 2022;
- indien het voorschot niet binnen de daarvoor bepaalde (eventueel verlengde) termijn is ontvangen: voor akte uitlating voortprocederen aan beide zijden op een termijn van twee weken of
- na ontvangst ter griffie van het deskundigenbericht: voor conclusie na deskundigenbericht aan de zijde van Onstwedde op een termijn van vier weken;