Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[minderjarige], geboren [2008] te [geboorteplaats] .
- [belanghebbende 2] , wonend op een bij de rechtbank bekend adres, verder te noemen: de vader;
- [belanghebbende 3 en belanghebbende 4] , opa en oma van [minderjarige] , wonende te [plaats] , verder te noemen: de pleegouders;
- de gecertificeerde instelling
1.Het procesverloop
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat,
- de vader,
- de pleegouders,
- [A] , namens de raad,
- [B] , namens de GI.
2.De feiten
3.Het verzoek
4.Het standpunt van belanghebbenden
De GI had daarom liever gezien dat een neutrale derde de beslissingen over [minderjarige] gaat nemen. De GI stelt dat de samenwerking tussen de moeder en de hulpverlening en de moeder en de pleegouders moeizaam verliep. Sinds het moment waarop het verzoek tot gezagsbeëindiging is ingediend lijkt de moeder zich anders op te stellen. De GI ziet dat de ouders en de pleegouders positieve stappen zetten bij Vitree, maar merkt op dat deze verbetering in de samenwerking pril is.
5.De beoordeling
6.De beslissing
mr. M.J. Jans, griffier.