Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser 1] ,
het college van burgemeester en wethouders van Almelo, verweerder
Als derde-partij neemt aan het geding deel: Beter Wonen, te Almelo,
Procesverloop
Overwegingen
- De bewoners van [straat 1] nummers: [huisnummers 1] .
- De bewoners van [straat 2] nummers: [huisnummers 2] .
5 januari 2022 heeft verweerder deze bezwaargrond uitgebreid besproken. Omdat verweerder deze laatste motivering niet aan het bestreden besluit ten grondslag heeft gelegd, maar pas in het verweerschrift heeft opgenomen en ter zitting nader heeft toegelicht, is het bestreden besluit gebrekkig gemotiveerd. De rechtbank zal vervolgens bezien of deze schending van artikel 7:12 van Awb [1] met toepassing van artikel 6:22 van de Awb gepasseerd kan worden, zoals door verweerder is verzocht.
Tegen de omgevingsvergunning van 27 mei 2019 is destijds door buurtbewoners bezwaar gemaakt en bij de behandeling van dit bezwaar is het onderdeel ‘parkeren’ aan de orde gekomen. De motivering is op dit punt bovendien aangevuld. Nu deze vergunning in rechte vast staat en de wijzigingsvergunning enkel ziet op aspecten van bouwkundige aard, heeft verweerder terecht het bezwaar van eisers niet-ontvankelijk verklaard omdat ze geen belanghebbende zijn. Er is geen sprake van aangrenzende percelen en voor het overige hebben de bouwkundige aanpassingen van het oorspronkelijke plan niet of nauwelijks gevolgen voor het woon- en leefklimaat van bezwaarmakers. Dit wordt door eisers overigens ook niet betwist.
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- bepaalt dat verweerder de door eisers betaalde griffierechten van € 181,-- aan hen dient te vergoeden.