4.3Het oordeel van de rechtbank
Uit het dossier en de behandeling ter terechtzitting is gebleken dat op 26 november 2020 twee keer professioneel vuurwerk, in totaal 105 stuks Cobra 6 en 900 stuks Tp2 (nitraten), is
verkocht aan een pseudokoper, zijnde een politieagent. De pseudokoper was omstreeks 20.00 uur op de afgesproken locatie. Medeverdachte [medeverdachte 1] stapte uit zijn Audi, deed de kofferbak van zijn auto open, haalde daar het bestelde vuurwerk uit, gaf dit aan de pseudokoper en nam het geld in ontvangst. De pseudokoper deed direct een tweede bestelling, die door medeverdachte [medeverdachte 1] omstreeks 20.45 uur op een andere locatie, maar op dezelfde wijze, werd afgeleverd. Na de tweede pseudokoop werden de inzittenden van de Audi, medeverdachte [medeverdachte 1] , maar ook verdachte en medeverdachte
[medeverdachte 2] (hierna: [medeverdachte 2] ), aangehouden. Verdachte had ten tijde van de aanhouding een honkbalknuppel tussen zijn benen. Medeverdachte [medeverdachte 1] had eveneens wapens bij zich, te weten een ploertendoder en boksbeugel. In de jaszak van medeverdachte [medeverdachte 2] zat een hamer. Daarnaast was in het portiervak van de bestuurder van de personenauto een steekwapen (mes) voorhanden.
Verdachte wordt verweten dat hij zich als medepleger schuldig heeft gemaakt aan het voorhanden hebben en ter beschikking stellen van voornoemd vuurwerk.
Verdachte heeft het ten laste gelegde ontkend. Weliswaar heeft hij toegegeven dat hij
tijdens de eerste en tweede pseudokoop als bijrijder in de Audi zat, maar naar eigen zeggen heeft hij niks te maken met het verkopen van vuurwerk. Verdachte heeft verklaard dat medeverdachte [medeverdachte 1] hen naar vrienden in Brummen reed en dat ze onderweg aan het chillen waren. Dat medeverdachte [medeverdachte 1] onderweg twee keer stopte, uit de auto stapte en met een onbekend persoon richting de kofferbak liep en de kofferbak opendeed, vond verdachte niet zo vreemd. Hij dacht dat het mogelijk een vriend van medeverdachte [medeverdachte 1] was. Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft verklaard dat verdachte niks te maken had met de verkoop van het vuurwerk. Over de honkbalknuppel heeft verdachte verklaard dat ze door een auto voor en achter werden klemgereden, waarna iemand riep “op de achterbank ligt een knuppel, pak die!’’. Dat heeft verdachte toen gedaan.
Naar het oordeel van de rechtbank kan op grond van het vorenstaande niet meer worden vastgesteld dan dat verdachte op het moment van de pseudokopen in de auto zat en dat hij ten tijde van de aanhouding een honkbalknuppel tussen zijn benen had. Hoewel het opmerkelijk is te noemen dat verdachte en medeverdachten waren bewapend, en de gedachte kan opkomen dat dit bedoeld is om een zogenoemde rip deal te voorkomen en verdachte in dat geval moet hebben geweten van de criminele aard van de gedragingen, zonder zich daaraan te onttrekken, is deze omstandigheid in combinatie met de enkele aanwezigheid van verdachte in de auto ten tijde van de pseudokopen onvoldoende om van een voldoende significante of wezenlijke bijdrage in de zin van medeplegen te kunnen spreken. De rechtbank betrekt in haar oordeel dat bovendien niet is gebleken dat verdachte voorafgaand aan de pseudokopen een actieve bijdrage heeft geleverd, in die zin dat hij zich bijvoorbeeld bezighield met de bestellingen en/of de inkoop van vuurwerk. Ook is niet gebleken dat hij zou meedelen in de opbrengst van de verkoop.
Gelet hierop acht de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte als (mede)pleger betrokken is geweest bij de pseudokopen. Zij zal hem daarom van het onder
1 ten laste gelegde vrijspreken.
Feit 2
De rechtbank stelt op basis van het dossier en de behandeling ter terechtzitting vast dat op 26
november 2020 op de achterbank van de Audi een rugzak van medeverdachte [medeverdachte 2] lag met
daarin 100 nitraten en 15 stuks Cobra 6.
Op 26 november 2020 werden in een schuur naast de woning, waar verdachte ten tijde van het ten laste gelegde woonde met zijn moeder en medeverdachte, tevens broer, [medeverdachte 1] , 1540 stuks Tp2 en 243 stuks Cobra 6 aangetroffen. Medeverdachte [medeverdachte 1]
heeft verklaard dat deze nitraten en cobra’s van hem zijn.
Verdachte wordt verweten dat hij zich als medepleger schuldig heeft gemaakt aan het voorhanden hebben en opslaan van voornoemd vuurwerk.
Verdachte heeft het ten laste gelegde ontkend. Nu niet is gebleken dat verdachte
bekend was met de aanwezigheid van het vuurwerk in de rugzak en de schuur en ook niet is gebleken dat hij zich, gelet op wat onder 1 is overwogen, bezighield met de verkoop van vuurwerk zijn er naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende aanknopingspunten om van medeplegen te kunnen spreken.
Gelet hierop zal de rechtbank verdachte ook van het onder 2 ten laste gelegde vrijspreken.