Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
gevestigd te Utrecht,
wonende te [woonplaats] ,
1.De procedure
2.De verdere beoordeling
74,00(2 punten x tarief € 37,00)
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 11 januari 2022 een eindvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen Ziggo B.V. en een consument. De procedure volgde op een tussenvonnis van 16 november 2021, waarin de kantonrechter partijen de gelegenheid gaf om zich uit te laten over een voorgenomen sanctie van 25% vermindering van de betalingsverplichting. Ziggo B.V. had een abonnementsovereenkomst met de consument, maar er waren geschillen over de informatie die Ziggo had verstrekt voorafgaand aan de overeenkomst. De kantonrechter oordeelde dat Ziggo niet had voldaan aan haar precontractuele en contractuele informatieplichten, zoals vastgelegd in de artikelen 6:230m en 6:230v van het Burgerlijk Wetboek. Dit leidde tot de conclusie dat de betalingsverplichting van de consument met 25% moest worden verminderd.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat Ziggo de consument niet adequaat had geïnformeerd over de duur van de overeenkomst en de opzeggingsvoorwaarden. Ondanks dat Ziggo had aangevoerd dat het een feit van algemene bekendheid was dat telecomproviders apparatuur in bruikleen verstrekken, oordeelde de kantonrechter dat het aan Ziggo was om dit duidelijk te maken aan de consument. De kantonrechter heeft de vordering van Ziggo tot vergoeding van de vervallen rente afgewezen, omdat Ziggo bij dagvaarding van een onjuist bedrag aan hoofdsom was uitgegaan. De kantonrechter heeft de consument veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 96,15, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten, en heeft het meer of anders gevorderde afgewezen.
Dit vonnis benadrukt het belang van transparante communicatie door aanbieders van telecommunicatiediensten en de noodzaak om consumenten adequaat te informeren over hun rechten en verplichtingen.