ECLI:NL:RBOVE:2022:46

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
11 januari 2022
Publicatiedatum
13 januari 2022
Zaaknummer
9509839 \ CV EXPL 21-4452
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis in consumentenkoop bij webwinkel met schending van informatieplichten

In deze consumentenkoopzaak heeft de Rechtbank Overijssel op 11 januari 2022 een tussenvonnis gewezen in een verstekzaak. De eisende partij, CapacCS Invest B.V., heeft de gedaagde partij, die niet is verschenen, aangesproken op een betalingsverplichting van € 1.799,72. De zaak betreft een bestelling die de gedaagde als consument heeft geplaatst bij de webwinkel emma-sleep.nl, waarbij gekozen is voor achteraf betalen. De kantonrechter heeft ambtshalve onderzocht of de gedaagde partij is geïnformeerd over de essentiële informatieplichten die voortvloeien uit de wet. Hierbij is de uitspraak van de Hoge Raad van 12 november 2021 (ECLI:HR:NL:2021:1677) van belang, waarin is vastgesteld dat de rechter in consumentenkwesties moet toetsen of aan deze informatieplichten is voldaan.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eisende partij geen printscreens van de bestelprocedure heeft ingediend, waardoor niet kan worden vastgesteld of de precontractuele informatieplichten zijn nageleefd. Dit leidt tot het voorlopige oordeel dat er sprake is van een ernstige schending van deze verplichtingen. Daarnaast is er ook een schending van de contractuele informatieplichten vastgesteld, omdat de gedaagde niet is geïnformeerd over de leveringstermijn. De kantonrechter heeft het voornemen om de betalingsverplichting van de gedaagde te verminderen met 50% op basis van de landelijke richtlijn Sanctiemodel essentiële informatieplichten.

De zaak is aangehouden voor verdere beoordeling, waarbij de eisende partij de gelegenheid krijgt om te reageren op de voorgenomen sanctie. De volgende zitting is gepland op 8 februari 2022, waar de eisende partij schriftelijk mag reageren op de overwegingen van de kantonrechter.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer : 9509839 \ CV EXPL 21-4452
Vonnis van 11 januari 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CAPACCS INVEST B.V.,
gevestigd te Eindhoven,
eisende partij,
gemachtigde: ACCS Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde partij,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Eisende partij heeft gevorderd dat gedaagde partij bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, wordt veroordeeld om aan haar te betalen € 1.799,72, met rente en kosten, zoals in de dagvaarding is omschreven.
1.2.
Tegen de niet verschenen gedaagde partij is verstek verleend.
1.3.
Daarna is bepaald dat een vonnis wordt uitgesproken.

2.De beoordeling

Ambtshalve toetsen
2.1.
Deze zaak gaat over een bestelling van gedaagde partij als consument bij een webwinkel. Gedaagde partij heeft daarbij gekozen voor achteraf betalen.
2.2.
De Hoge Raad heeft op 12 november 2021 een uitspraak gedaan die voor deze zaak van belang is (ECLI:HR:NL:2021:1677). Kort samengevat heeft de Hoge Raad overwogen dat (1) de rechter in zaken met consumenten ambtshalve moet onderzoeken of aan bepaalde essentiële informatieplichten is voldaan en (2) dat als sprake is van een voldoende ernstige schending van zo’n verplichting de rechter een sanctie moet toepassen.
2.3.
Eisende partij heeft geen printscreens van de bestelprocedure bij de webwinkel emma-sleep.nl ingediend, zodat niet kan worden vastgesteld dat is voldaan aan de precontractuele informatieplichten vermeld in artikel 6:230m lid 1 BW. De kantonrechter is dan ook van voorlopig oordeel dat niet is voldaan aan die precontractuele informatieplichten. Dat levert een voldoende ernstige schending op van alle essentiële precontractuele informatieplicht(en).
2.4.
Naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter is sprake van voldoende ernstige schending van artikel 6:230v lid 7 BW, omdat gedaagde partij contractueel niet is geïnformeerd over de essentiële informatieplicht(en) vermeld in artikel 6:230m lid 1 BW onder: g (leveringstermijn). Uit de overgelegde factuur is onvoldoende duidelijk geworden dat aan deze plicht is voldaan.
2.5.
De kantonrechter heeft het voornemen om aan de hand van de landelijke richtlijn Sanctiemodel essentiële informatieplichten (www.rechtspraak.nl/voor-advocaten-en-juristen/reglementen-procedures-en-formulieren/kanton) de betalingsverplichting van gedaagde partij vanwege voornoemde schending(en) te verminderen met 50%. Dit betekent dat de hoofdsom (€ 1.553,13) wordt verminderd met genoemd percentage. Eisende partij mag daarop eerst nog reageren.
2.6.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
verwijst de zaak naar de rolzitting van
dinsdag 8 februari 2022, waarop eisende partij zich schriftelijk mag uitlaten over hetgeen is overwogen onder 2.5.,
3.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.J.S. Groeneveld-Koekkoek, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 11 januari 2022. (me)