ECLI:NL:RBOVE:2022:440

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
14 februari 2022
Publicatiedatum
14 februari 2022
Zaaknummer
08.200836.21 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor woningoverval met geweld en vrijheidsberoving in Kampen

Op 14 februari 2022 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 30-jarige man, die samen met twee medeverdachten betrokken was bij een woningoverval in Kampen op 16 december 2020. De rechtbank heeft de man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden. De overval was gericht op het stelen van waardevolle Pokémonkaarten van het slachtoffer. De verdachten maakten gebruik van valse voorwendselen om het slachtoffer naar zijn voorraadkast te lokken, waar hij vervolgens werd overvallen en opgesloten. De rechtbank oordeelde dat de verdachte en zijn medeverdachten zich schuldig maakten aan diefstal met geweld en wederrechtelijke vrijheidsberoving. De rechtbank achtte de verklaringen van het slachtoffer geloofwaardig en concludeerde dat er voldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de feiten. De rechtbank hield rekening met de impact van de overval op het slachtoffer en de ernst van de gepleegde feiten bij het bepalen van de straf.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08.200836.21 (P)
Datum vonnis: 14 februari 2022
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1992 in [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres 1] ,
nu verblijvende in de P.I. Almelo.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van
4 november 2021 en 31 januari 2022.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. M. Hoekstra en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. E.G.S. Roethof, advocaat in Amsterdam, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte, alleen of samen met anderen, op 16 december 2020 in Kampen:
feit 1:[aangever] in zijn woning heeft overvallen en waardevolle Pokémonkaarten heeft weggenomen;
feit 2:[aangever] zijn vrijheid heeft ontnomen door hem op te sluiten in een voorraadkast.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1
hij op of omstreeks 16 december 2020 te Kampen, in een woning gelegen aan [adres 2] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
meerdere (28) Pokemonkaarten en/of een box (met daarin 36 gesealde pakjes van

11 Pokemonkaarten) met een totale waarde van (ongeveer) € 48.000,-, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [aangever] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en welke bedreiging

met geweld hierin bestonden dat verdachte en/of zijn mededader(s):

- nadat verdachte en/of zijn mededader(s) een afspraak heeft/hebben gemaakt met
die [aangever] voor de verkoop van voornoemde goederen, zich naar de woning van
die [aangever] heeft/hebben begeven en bij de woning van die [aangever] heeft/hebben
aangebeld en/of die woning in/zijn gegaan,
- (vervolgens) heeft/hebben gevraagd aan die [aangever] of die [aangever] een fles cola

kon pakken,

- (vervolgens) die [aangever] een duw tegen de rug heeft/hebben gegeven, terwijl die
[aangever] gebukt bij de voorraadkast/trapkast stond, ten gevolge waarvan die
[aangever] tegen de muur in die voorraadkast/trapkast en/of in de voorraadkast/trapkast viel,
- (vervolgens) de deur van die voorraadkast/trapkast dicht heeft/hebben gedaan,

terwijl die [aangever] zich nog in die voorraadkast/trapkast bevond,

- (vervolgens) de deur van die voorraadkast/trapkast aan de buitenkant op slot

heeft/hebben gedaan,

- zich (vervolgens) met voornoemde goederen uit de voeten heeft/hebben gemaakt;
2
hij op of omstreeks 16 december 2020 te Kampen tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [aangever] wederrechtelijk van de vrijheid heeft/hebben beroofd en/of beroofd gehouden, immers heeft/hebben hij, verdachte en/of één of meer van zijn mededader(s):
- die [aangever] een duw tegen de rug gegeven, terwijl die [aangever] gebukt bij de voorraadkast/trapkast stond, ten gevolge waarvan die [aangever] tegen de muur in die

voorraadkast/trapkast en/of in de voorraadkast/trapkast viel,

- (vervolgens) de deur van die voorraadkast/trapkast dicht gedaan, terwijl die [aangever] zich nog in die voorraadkast/trapkast bevond,
- (vervolgens) de deur van die voorraadkast/trapkast aan de buitenkant op slot gedaan.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich, overeenkomstig het overgelegde schriftelijke requisitoir, op het standpunt gesteld dat feit 1 en 2 wettig en overtuigend kan worden bewezen. De officier van justitie ziet verdachte als één van de mannen die bij aangever binnen is geweest, aangever in de kast heeft opgesloten en met de Pokémonkaarten er vandoor is gegaan. Verdachte heeft ook bekend dat hij in de woning is geweest. Er is een dactyloscopisch spoor van hem aangetroffen en hij voldoet aan het signalement van ‘man 2’.
De officier van justitie stelt dat het ten laste gelegde een diefstal met geweld oplevert. Aangever is in de voorraadkast geduwd waarna hij in de voorraadkast tegen de muur is gevallen. Dat is geweld, ook al is het relatief gering geweld. De alternatieve lezing van verdachte acht de officier van justitie onaannemelijk.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft, overeenkomstig de overgelegde pleitnota, bepleit dat aan verdachte hoogstens een rol van medeplichtige kan worden toegedicht. Er is bovendien geen sprake geweest van diefstal met geweld. Alleen aangever verklaart over een duw. Voor dit deel van de tenlastelegging dient verdachte te worden vrijgesproken.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat [verdachte]
de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan. Op basis van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting gaat de rechtbank uit van de volgende feiten en omstandigheden. [1] De rechtbank noemt eerst de bewijsmiddelen en daarna volgen de bewijsoverwegingen.
Bewijsmiddelen
Op 16 december 2020 heeft [aangever] (hierna: aangever) een afspraak met ‘ [alias medeverdachte 1] ’ om waardevolle Pokémonkaarten en een box met Pokémonkaarten te verkopen. Twee mannen verschijnen rond 15.00 uur aan zijn deur aan [adres 2] in Kampen en bellen aan. De mannen worden door aangever binnengelaten, de mannen stellen zich niet voor en dragen een mondkapje. Aangever omschrijft man 1 als een man met een donker getinte huidskleur met een lengte van ongeveer 1.85 meter. Man 2 omschrijft hij als een man met een licht getinte huidskleur, een lengte van ongeveer 1.85 en 1.90 meter, een fors/breed postuur en heldere lichte ogen. Na binnenkomst gaat man 1 op een stoel aan de keukentafel zitten en gaat man 2 naar de wc. Aangever heeft de Pokémonkaarten al op tafel liggen en loopt, terwijl de mannen er zijn, snel naar boven om de box met Pokémonkaarten te halen. Nadat de Pokémonkaarten door de man 1 zijn bekeken, hij verschillende vragen heeft gesteld en de kaarten uiteindelijk in een tas heeft gedaan, vraagt man 2 of hij een fles cola mee mag nemen. Om de fles cola te pakken loopt aangever naar de voorraadkast. Aangever bukt om een fles cola te pakken en voelt ineens een duw tegen de linker zijkant van zijn rug. De duw brengt aangever uit balans waarna hij tegen de muur aan valt. Direct gaat de deur van de voorraadkast achter hem dicht. De deur wordt dichtgehouden en vervolgens van buitenaf op slot gedraaid. Terwijl aangever opgesloten zit in de kast, hoort hij de mannen vanuit zijn woonkamer wegrennen via de voordeur. Nadat aangever uit de kast bevrijd is, ziet hij dat 28 Pokémonkaarten en de box met 36 gesealde pakjes met elk 11 kaarten zijn weggenomen. De totale waarde van die kaarten is € 48.000,-. [2]
Contact aangever met [medeverdachte 1] en ‘ [alias medeverdachte 1] ’
Uit de aangifte volgt dat aangever voor de diefstal contact heeft gehad met [medeverdachte 1] en met ‘ [alias medeverdachte 1] ’. [medeverdachte 1] is op 26 oktober 2020 bij aangever thuis geweest om Pokémonkaarten te kopen. Na de verkoop heeft aangever via WhatsApp contact gehouden met [medeverdachte 1] , omdat [medeverdachte 1] aangaf interesse te hebben in nog meer kaarten. Er wordt met name gesproken over een waardevolle ‘base box’. Het is niet tot een deal gekomen, omdat [medeverdachte 1] meldde dat hij op dat moment onvoldoende geld had. [medeverdachte 1] gaf vervolgens aan dat hij een jongen wist die ook interesse in de kaarten en de box had en bracht aangever met hem in contact. [3] Deze jongen nam op 6 december 2020 om 21.07 uur met de naam ‘ [alias medeverdachte 1] ’ via WhatsApp contact op met aangever. ‘ [alias medeverdachte 1] ’ had
“zeker interesse in de base box!”. [4] De afspraak voor de verkoop werd gemaakt en zou plaatsvinden op
16 december 2020. [5] Er wordt afgesproken om 15.00 uur en ‘ [alias medeverdachte 1] ’ bericht dat hij vanuit Almere komt. [6] Hij laat op 16 december 2020 rond 14.21 uur weten dat hij met een maatje is. [7]
Onderzoek naar identiteit ‘ [alias medeverdachte 1] ’
De politie heeft onderzoek gedaan naar de gebruiker van het telefoonnummer van ‘ [alias medeverdachte 1] ’. Het toestel werd voor het eerst in gebruik genomen op 6 december 2020 om 20.49 uur en werd voor het laatst gebruikt op 16 december 2020 om 14.56 uur. Het toestel met dit telefoonnummer bevond zich op 6 december 2020 tussen 20.49 uur en 21.07 uur binnen bereik van zendmastlocaties in Hillegom. [8] Op diezelfde avond nam de gebruiker van het toestel om 21.07 uur als ‘ [alias medeverdachte 1] ’ via WhatsApp contact op met aangever. [9]
[medeverdachte 1] verblijft regelmatig bij zijn vriendin die in Hillegom woont. [10] Uit de bankgegevens van verdachte volgt dat zijn bankpas op 6 december 2020 om 13.23 uur, werd gebruikt voor betaling van € 3,99 bij de Shell in Hillegom. [11] Het telefoonnummer van ‘ [alias medeverdachte 1] ’ (+ [telefoonnummer 1] ) is in de telefoon van [medeverdachte 1] opgeslagen onder de naam ‘ [alias medeverdachte 1] ’. Dit contact is op de telefoon aangemaakt op 6 december 2020 om 21.06 uur. [12]
[medeverdachte 1] in het bezit van gestolen Pokémonkaarten
Uit het dossier volgt dat [medeverdachte 1] na 16 december 2020 gestolen Pokémonkaarten van aangever in bezit had. Een deel van deze kaarten heeft hij geruild, verkocht of geprobeerd te verhandelen. [13]
Aangetroffen dactysporen woning aangever
Uit forensisch onderzoek volgt dat er dactysporen in de woning van aangever zijn aangetroffen. Een vingerafdruk op de deur van de voorraadkast matcht met de afdruk van [medeverdachte 2] . Een handpalmafdruk op de deur van de voorraadkast en een vingerafdruk op de toiletdeur komen overeen met de afdrukken van [verdachte] . [14] [verdachte] heeft verklaard dat de dactyloscopische sporen van hem kunnen zijn. Hij is op 16 december 2020 in de woning van aangever geweest met een ander persoon waarvan hij de naam niet noemt. Hij heeft de kastdeur dicht gedaan waardoor aangever opgesloten zat. [15]
Onderzoek telefoons verdachten
Raadpleging in het politiesysteem heeft opgeleverd dat het telefoonnummer + [telefoonnummer 2] bekend is en gekoppeld is aan de gebruiker, [verdachte] uit Almere. [16] Het WhatsApp account op de onder [verdachte] inbeslaggenomen telefoon is bovendien gekoppeld aan het telefoonnummer + [telefoonnummer 2] . [17] Aan het betreffende account is een profielfoto gekoppeld waarop agent [verbalisant] verdachte [verdachte] herkent. [18]
[medeverdachte 2] sluit niet uit dat hij het telefoonnummer + [telefoonnummer 3] in gebruik heeft gehad voor zijn handel in lachgas. [medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij het telefoonnummer van [medeverdachte 2] als ‘ [alias medeverdachte 2] ’ in zijn telefoon had opgeslagen. Uit onderzoek naar de contactenlijst van [medeverdachte 1] is het nummer (+ [telefoonnummer 3] ) ook gerelateerd aan de naam ‘ [alias medeverdachte 2] ’, de voornaam van [medeverdachte 2] . [19] [verdachte] had het telefoonnummer eindigend op [telefoonnummer 3] in zijn telefoon opgeslagen onder de namen ‘ [alias medeverdachte 2] ’ en ‘ [alias medeverdachte 2] ’. [20] In een tapgesprek op 18 augustus 2021, als [medeverdachte 2] in voorarrest zit in onderhavige zaak, zegt [medeverdachte 2] tegen een ander:
“Zo lang je die [telefoonnummer 3] nummer niet naar mij linkt, dan is het goed. [telefoonnummer 3] niet naar mij linkt dannuh..ja, die mag je vader verwijderen. (…) Jij moet me gaan verwijderen, je vader mag verwijderen, je moeder mag verwijderen.”. [21]
Op 19 juli 2021 vindt er bovendien opvallend app verkeer plaats tussen telefoonnummer + [telefoonnummer 2] ( [verdachte] ) en telefoonnummer + [telefoonnummer 3] waarbij er gewaarschuwd wordt voor een aanhouding in de auto. Op de betreffende dag is door de politie gepoogd om zowel [verdachte] als [medeverdachte 2] aan te houden. [22]
Uit het onderzoek naar de diverse telefoonnummers zijn de volgende telefonische activiteiten waargenomen op de pleegdatum 16 december 2020.
Het toestel van ‘ [alias medeverdachte 1] ’ bevond zich op 16 december 2020 om 01.22 uur en 09.22 uur onder bereik van de een zendmastlocatie in Lelystad. Op 16 december 2020 om 14.55 en 14.56 uur bevond het toestel zich onder bereik van de zendmastlocatie [adres 3] in Dronten. De afstand tussen de Vossemeerdijk en de plaats delict is negen kilometer en de reistijd betreft elf minuten en de Vossemeerdijk ligt op de route van Lelystad en de plaats delict. [23]
Het telefoonnummer dat in gebruik was bij [medeverdachte 1] straalde op 16 december 2020 om 15.10 uur en 15.16 uur een zendmast gelegen aan [adres 4] in Kampen aan. Vanaf zijn telefoonnummer werd het nummer van [medeverdachte 2] twee keer gebeld voor de duur van twee en drie seconden. De telefoon van [medeverdachte 2] straalde op die momenten de zendmast [adres 5] in Kampen aan. [24]
Op het telefoonnummer van [medeverdachte 2] werd op 16 december 2020 om 13.25 uur ingebeld door [verdachte] en er vond een gesprek plaats van 71 seconden. [medeverdachte 2] bevond zich toen onder het bereik van de zendmastlocatie Noordersluisweg in Lelystad. [25] Het telefoonnummer van [verdachte] bevond zich toen onder het bereik van de zendmastlocatie [adres 6] in Lelystad. [26] Het telefoonnummer van [medeverdachte 2] straalde op dezelfde dag om 14.55 en 14.56 uur zendmast [adres 7] aan in Kampen. [27]
De telefoon van [verdachte] communiceerde om 14.41 uur via internetdata onder het bereik van de zendmastlocatie Hanzeweg 1 in Dronten en om 15.25 uur communiceerde de telefoon via internetdata onder het bereik van de zendmastlocatie Vossemeerdijk in Dronten. Zoals eerder genoemd betreft de afstand tussen de Vossemeerdijk en het plaats delict negen kilometer met een reistijd van elf minuten en ligt de Vossemeerdijk op de route van Kampen naar Lelystad. [28]
Verwijderde WhatsAppberichten
Uit onderzoek naar de telefoon van [medeverdachte 1] , volgt dat er WhatsAppberichten van zijn telefoon naar het telefoonnummer van [medeverdachte 2] zijn verwijderd. De tekst van de berichten staat door elkaar, omdat bij het hervinden van de verwijderde berichten de tekst niet in de juiste volgorde terug werd geplaatst. Op 23 april 2021 heeft de politie met [medeverdachte 1] gesproken over onderhavige zaak. Op 24 april 2021 stuurde [medeverdachte 1] “
Hey man. door ik politie ondervraagd ben. Dat in je iedergeval weet. (…)”. [medeverdachte 2] reageert daarop
“aan niks wist je neem dat van”. [29]
Bewijsoverwegingen
Alle bewijsmiddelen in onderling verband en in samenhang bezien, stelt de rechtbank vast dat [medeverdachte 1] zich als ‘ [alias medeverdachte 1] ’ heeft voorgedaan en de afspraak met aangever op 16 december 2020, die heeft geleid tot de diefstal van de kaarten en opsluiting van aangever in de kast, heeft geregeld. De rechtbank acht daarbij van doorslaggevend belang dat op het moment dat ‘ [alias medeverdachte 1] ’ voor het eerst contact met aangever opnam, het bij het telefoonnummer van [alias medeverdachte 1] behorende toestel zendmasten in Hillegom aanstraalde. [medeverdachte 1] verbleef regelmatig in Hillegom en zijn bankpas is die [verbalisant] nog gebruikt voor een betaling in Hillegom. Hierbij neemt de rechtbank ook in aanmerking dat het eerste contact tussen aangever en ‘ [alias medeverdachte 1] ’ plaatsvond 1 minuut nadat het telefoonnummer van ‘ [alias medeverdachte 1] ’ door [medeverdachte 1] in zijn eigen telefoon was opgeslagen. De rechtbank acht ook van belang dat het contact tussen ‘ [alias medeverdachte 1] ’ en aangever over dezelfde base box ging als waar [medeverdachte 1] eerder interesse in had getoond, maar waar hij geen geld voor had. [medeverdachte 1] bleek na de overval in het bezit te zijn van gestolen Pokémonkaarten en base box. Het telefoonnummer van ‘ [alias medeverdachte 1] ’ is bovendien maar tien dagen gebruikt: vanaf ongeveer een kwartier voor het moment dat ‘ [alias medeverdachte 1] ’ voor het eerst contact opneemt met aangever tot enkele minuten voor de overval. Dit sterkt de rechtbank in de overtuiging dat het telefoonnummer en de naam ‘ [alias medeverdachte 1] ’ alleen zijn gebruikt om contact de leggen met aangever en de overval te plannen en dat de persoon achter ‘ [alias medeverdachte 1] ’ [medeverdachte 1] is.
[verdachte] heeft verklaard dat hij op 16 december 2020 met een ander persoon in het huis van aangever is geweest. Aangever heeft verklaard dat de overvallers met zijn tweeën waren. [verdachte] voldoet aan het signalement dat aangever geeft van ‘man 2’. Er zijn dactyloscopische sporen van [verdachte] en [medeverdachte 2] in de woning van de aangever aangetroffen. De rechtbank concludeert op grond van de hiervoor benoemde bewijsmiddelen dat het telefoonnummer eindigend op [telefoonnummer 3] op 16 december 2020 in gebruik was bij [medeverdachte 2] . [medeverdachte 2] en [verdachte] hadden ongeveer 1,5 uur voor het pleegtijdstip een telefoongesprek van ruim een minuut en zij bevonden zich toen beiden in Lelystad. Hun telefoons reisden in de loop van de dag volgens de zendmastlocaties van Lelystad naar Kampen of in de richting van Kampen (Dronten). Daarnaast heeft [medeverdachte 1] [medeverdachte 2] twee keer gebeld rond het pleegtijdstip, terwijl zij beiden in Kampen waren. De rechtbank concludeert dat de drie verdachten zich allemaal in Kampen bevonden rond het tijdstip van de ten laste gelegde feiten en dat zij die 16e december 2020, mede rond het tijdstip van de overval, over en weer telefonisch contact met elkaar hebben gehad. De rechtbank leidt uit het voorgaande af dat alle drie de verdachten betrokken zijn geweest bij de ten laste gelegde feiten, elk in hun eigen rol. Het verwijderde bericht waarin [medeverdachte 1] [medeverdachte 2] via WhatsApp waarschuwt nadat [medeverdachte 1] door de politie was benaderd over deze zaak, past in deze conclusie. [medeverdachte 1] heeft met name in de voorbereiding en na de overval een rol gespeeld. [medeverdachte 2] en [verdachte] hebben de geplande feiten in de woning uitgevoerd. [verdachte] heeft aangever om een fles cola gevraagd waarna hij aangever in de kast heeft opgesloten. [verdachte] heeft een actieve en significante rol gespeeld bij de ten laste gelegde feiten. De rechtbank acht bewezen dat er sprake is geweest van een zodanige nauwe en bewuste samenwerking tussen de [verdachte] en zijn mededaders, dat zij verdachte aanmerkt als medepleger.
De rechtbank acht de lezing van [verdachte] , namelijk dat hij en zijn mededader onenigheid kregen met aangever over de herkomst van de kaarten, de kaarten zouden van diefstal afkomstig zijn, en dat aangever vervolgens een knuppel uit de voorraadkast wilde pakken en [verdachte] daarom de voorraadkast dicht hield, onaannemelijk. Deze verklaring van [verdachte] vindt geen steun in het dossier, terwijl de lezing van aangever, namelijk dat hij in de kast is geduwd, is opgesloten en vervolgens is bestolen van zijn Pokémonkaarten, wel steun vindt in het dossier. Zo heeft aangever, terwijl hij nog opgesloten zit in de voorraadkast, via WhatsApp contact met [medeverdachte 1] . Aangever geeft in berichten te kennen dat hij is beroofd door die lui en vast zit in de kast. [30]
De rechtbank merkt het duwen tegen de rug van aangever, terwijl hij gebukt stond en hij tegen de muur in die voorraadkast en in de voorraadkast viel,
aan als geweld in de zin van artikel 312 Wetboek van Strafrecht (Sr). Het toegepaste geweld hoeft geen zelfstandig misdrijf, zoals een mishandeling, op te leveren.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1
hij op 16 december 2020 te Kampen, in een woning gelegen aan [adres 2] , tezamen en in vereniging met anderen, 28 Pokémonkaarten en een box met daarin 36 gesealde pakjes van 11 Pokémonkaarten, die aan [aangever] , toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd vergezeld van geweld tegen [aangever] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld hierin bestond dat verdachte en/of zijn mededaders:
- nadat zijn mededader een afspraak heeft gemaakt met die [aangever] voor de verkoop van voornoemde goederen, zich naar de woning van die [aangever] hebben begeven en bij de woning van die [aangever] hebben aangebeld en die woning in zijn gegaan,
- vervolgens hebben gevraagd aan die [aangever] of die [aangever] een fles cola kon pakken,
- vervolgens die [aangever] een duw tegen de rug hebben gegeven, terwijl die [aangever] gebukt bij de voorraadkast stond, ten gevolge waarvan die [aangever] tegen de muur in die voorraadkast en in de voorraadkast viel,
- vervolgens de deur van die voorraadkast dicht hebben gedaan, terwijl die [aangever] zich nog in die voorraadkast bevond,
- vervolgens de deur van die voorraadkast aan de buitenkant op slot hebben gedaan,
- zich vervolgens met voornoemde goederen uit de voeten hebben gemaakt;
2
hij op 16 december 2020 te Kampen tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk
[aangever] wederrechtelijk van de vrijheid hebben beroofd, immers hebben, verdachte en/of één of meer van zijn mededaders:
- die [aangever] een duw tegen de rug gegeven, terwijl die [aangever] gebukt bij de voorraadkast stond, ten gevolge waarvan die [aangever] tegen de muur in die
voorraadkast en in de voorraadkast viel,
- vervolgens de deur van die voorraadkast dicht gedaan, terwijl die [aangever] zich nog in die voorraadkast bevond,
- vervolgens de deur van die voorraadkast aan de buitenkant op slot gedaan.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 312 en 282 Sr. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
feit 1 en 2
Het bewezenverklaarde levert op de eendaadse samenloop van de misdrijven:
diefstal, vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, bij betrapping op heter daad, aan zichzelf of andere deelnemers van het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
en
medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor
de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat aan verdachte een gevangenisstraf van vier jaren word opgelegd.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht een deels voorwaardelijke straf aan verdachte op te leggen en rekening te houden met de beperkte rol die hij heeft gespeeld. De overval moet als bedrijfsoverval worden aangemerkt waardoor een lagere straf op zijn plaats is.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen.
Verdachte heeft zich samen met twee anderen schuldig gemaakt aan diefstal met geweld en wederrechtelijke vrijheidsberoving. Er is een plan bedacht om waardevolle Pokémonkaarten van aangever afhandig te maken. Onder valse voorwendselen is er een afspraak gemaakt met aangever om de Pokémonkaarten te ‘kopen’ en is verdachte de woning van aangever binnen gekomen. Deze afspraak monde uiteindelijk uit in een overval in de woning van aangever. Verdachte is samen met medeverdachte [medeverdachte 2] degene geweest die aangever met een smoes richting de voorraadkast praatte om hem er vervolgens in te duwen en de deur op slot te draaien. Verdachte en [medeverdachte 2] zijn er vervolgens met de waardevolle buit vandoor gegaan. Het is een gelukkige -niet aan de daders te danken- omstandigheid dat aangever zijn telefoon bij zich had waardoor hij de politie kon alarmeren en relatief snel kon worden bevrijd.
De rechtbank vindt het verwerpelijk dat verdachte geen rekening heeft gehouden met de impact die de gepleegde feiten op aangever zou hebben. Het ondergaan van een woningoverval en daarbij opgesloten worden, heeft vergaande gevolgen voor slachtoffers. Iedereen moet zich in zijn eigen woning veilig kunnen voelen. Door deze feiten is dat gevoel van veiligheid van aangever aangetast. Daarnaast versterken deze feiten gevoelens van onveiligheid die in de samenleving bestaan.
De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij maar beperkt opening van zaken heeft gegeven.
De rechtbank heeft gelet op het strafblad van verdachte van 28 december 2021. Hieruit volgt dat verdachte in het verleden eerder is veroordeeld voor vermogensdelicten. De meest recente veroordeling voor een vermogensdelict is in 2014 geweest.
De rechtbank is van oordeel dat vanwege het bovenstaande en de ernst van de feiten niet anders kan worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank acht een gevangenisstraf van dertig maanden passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

8.De schade van benadeelde

8.1
De vordering van de benadeelde partij
[aangever] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van
€ 53.576,85 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
  • schade door de diefstal van de kaarten;
  • schade aan de woning van aangever;
  • schade aan tv-dressoir, rolgordijn en schoonloopmat;
  • kosten juridische bijstand.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering gedeeltelijk toegewezen kan worden tot een bedrag van € 30.255,99. De benadeelde partij dient voor het overige niet-ontvankelijk te worden verklaard.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
De vordering heeft betrekking op het onder 1 en 2 ten laste gelegde. De opgevoerde schade is onvoldoende komen vast te staan, omdat de gestelde schade onvoldoende is onderbouwd. Namens verdachte is de omvang van de schade gemotiveerd betwist.
De rechtbank stelt vast dat de verzekeraar een schadevergoeding aan aangever cq. mevrouw Wessels heeft uitgekeerd. In verband met die uitkering is de verzameling Pokémonkaarten getaxeerd op € 15.000,-. Onduidelijk is gebleven hoe die uitkering en taxatie zich verhouden tot het in deze strafzaak gevorderde schadebedrag. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om de schadeposten alsnog nader te onderbouwen of een deskundige in te schakelen om de waarde van de Pokémonkaarten te bepalen, levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal de benadeelde partij die gelegenheid niet bieden. De rechtbank zal de benadeelde partij daarom niet-ontvankelijk verklaren in de vordering. De benadeelde partij kan de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 47 en 55 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
onder 1 en 2 de eendaadse samenloop van de misdrijven:
diefstal, vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, bij betrapping op heter daad, aan zichzelf of andere deelnemers van het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
en
medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 en 2 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
30 (dertig) maanden;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
- bepaalt dat de benadeelde partij [aangever] (feit 1 en 2) in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.P.K. van Rosmalen, voorzitter, mr. J. de Ruiter en
mr. D.E. Schaap, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Y.W. van den Bosch, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 14 februari 2022.
Buiten staat
Mr. Schaap en de griffier zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met dossiernummer PL0600-2021432718. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Het proces-verbaal van aangifte door [aangever] opgemaakt op 16 december 2020, p. 614 tot en met 618.
3.Het aanvullende proces-verbaal van bevindingen, whatsappgesprekken [aangever] - [medeverdachte 1] , BVH-nummer [nummer] , opgemaakt op 21 oktober 2021, pagina’s 1 tot en met 17.
4.Een geschrift, te weten een weergave van het WhatsAppgesprek tussen aangever en [telefoonnummer 1] , bijlage bij het proces-verbaal van aangifte door [aangever] , pagina 656, 657.
5.Een geschrift, te weten een weergave van het WhatsAppgesprek tussen aangever en [telefoonnummer 1] , bijlage bij het proces-verbaal van aangifte door [aangever] , pagina 659.
6.Een geschrift, te weten een weergave van het WhatsAppgesprek tussen aangever en [telefoonnummer 1] , bijlage bij het proces-verbaal van aangifte door [aangever] , pagina 659.
7.Een geschrift, te weten een weergave van het WhatsAppgesprek tussen aangever en [telefoonnummer 1] , bijlage bij het proces-verbaal van aangifte door [aangever] , pagina 660.
8.Het proces-verbaal van bevindingen, PVB tactisch onderzoek histo's IMEI 353804080599564, opgemaakt op 23 maart 2021, pagina’s 963 tot en met 965.
9.Een geschrift, te weten een weergave van het WhatsAppgesprek tussen aangever en [telefoonnummer 1] , bijlage bij het proces-verbaal van aangifte door [aangever] , pagina 656, 657.
10.Het proces-verbaal verhoor verdachte opgemaakt op 18 mei 2021, pagina 327, 328.
11.Het proces-verbaal van bevindingen, PVB tactisch onderzoek histo's IMEI 353804080599564, opgemaakt op 23 maart 2021, pagina’s 964, 969.
12.Proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 11 juni 2021 , pagina 1101-1102.
13.Proces-verbaal van het onderzoek ter terechtzitting medeverdachte [medeverdachte 1] van 4 november 2020.
14.Het proces-verbaal forensisch onderzoek woning [adres 2] Kampen opgemaakt op 17 december 2020, pagina’s 724 tot en met 728; [verdachte] : Het proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoor opgemaakt op 15 juli 2021, inclusief rapport dactyloscopisch spoor, pagina’s 760 tot en met 765; Het proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoor opgemaakt op 25 juni 2021, inclusief rapport dactyloscopisch spoor, pagina’s 751 tot en met 759; [medeverdachte 2] : Het proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoor opgemaakt op 25 juni 2021, inclusief rapport dactyloscopisch spoor, pagina’s 745 tot en met 750.
15.Het proces-verbaal van het onderzoek ter terechtzitting verdachte [verdachte] van 4 november 2020.
16.Het proces-verbaal van bevindingen opgemaakt op 9 juni 2021, pagina 978.
17.Het proces-verbaal van bevindingen opgemaakt op 9 augustus 2021, pagina 1111.
18.Het proces-verbaal van bevindingen opgemaakt op 9 augustus 2021, pagina 1112.
19.Het proces-verbaal van het onderzoek ter terechtzitting van 4 november 2020, pagina 4; Het proces-verbaal van bevindingen, PVB mbt onderzoek gebruiker [telefoonnummer 3] , opgemaakt op 29 mei 2021, pagina’s 971 tot en met 973.
20.Het proces-verbaal van bevindingen, onderzoek telefoon [verdachte] , opgemaakt op 9 augustus 2021, pagina 1113.
21.Het aanvullende proces-verbaal van bevindingen, telio gesprekken, opgemaakt op 20 oktober 2021, pagina 2.
22.Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 9 augustus 2021, pagina 1114.
23.Het proces-verbaal van bevindingen, PVB tactisch onderzoek histo's IMEI 353804080599564, opgemaakt op 23 maart 2021, pagina’s 963 tot en met 965.
24.Het proces-verbaal van bevindingen, PVB mbt onderzoek gebruiker [telefoonnummer 3] , opgemaakt op 29 mei 2021, pagina’s 971 tot en met 973.
25.Het proces-verbaal van bevindingen, PVB mbt onderzoek gebruiker [telefoonnummer 3] , opgemaakt op 29 mei 2021, pagina’s 971 tot en met 973.
26.Het proces-verbaal van bevindingen, onderzoek histo's [telefoonnummer 2] igb [verdachte] ., opgemaakt op 23 juni 2021, pagina’s 983 tot en met 985.
27.Het proces-verbaal van bevindingen, PVB mbt onderzoek gebruiker [telefoonnummer 3] , opgemaakt op 29 mei 2021, pagina’s 971 tot en met 973.
28.Het proces-verbaal van bevindingen, onderzoek histo's [telefoonnummer 2] igb [verdachte] ., opgemaakt op 23 juni 2021, pagina’s 983 tot en met 985.
29.Het proces-verbaal van bevindingen, telefoon verdachte [medeverdachte 1] , opgemaakt op 11 juni 2021, pagina’s 1097 tot en met 1103.
30.Aanvullend proces-verbaal van bevindingen bevattende de gehele Whatsapp conversatie d.d.16 december 2020 tussen aangever en [medeverdachte 1] .