ECLI:NL:RBOVE:2022:4120

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
20 december 2022
Publicatiedatum
17 juli 2023
Zaaknummer
C/08/278267 / ES RK 22-1208
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Tussenbeschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Internationaal privaatrechtelijke aspecten in echtscheidingsprocedure met minderjarige kinderen

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel, locatie Zwolle, op 20 december 2022 een tussenbeschikking gegeven in een echtscheidingsprocedure tussen een vrouw en een man, waarbij internationale privaatrechtelijke aspecten aan de orde zijn. De vrouw, verzoekster, heeft een verzoek ingediend tot echtscheiding en heeft daarnaast verzocht om het eenhoofdig gezag over de minderjarige kinderen. De man, belanghebbende, heeft verweer gevoerd en een zelfstandig verzoek ingediend, waarin hij onder andere vraagt om de vrouw niet ontvankelijk te verklaren in haar verzoek. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende processtukken, waaronder verzoekschriften en verweerschriften, en heeft op 8 december 2022 een mondelinge behandeling gehouden. De man is niet verschenen, terwijl de vrouw bijgestaan werd door haar advocaat en een tolk, en de advocaat van de man was ook aanwezig.

De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen gehuwd zijn in 1979 te Daraa, Syrië, en dat zij ouders zijn van drie minderjarige kinderen. De vrouw heeft een onbekende nationaliteit, terwijl de man de Jordaanse nationaliteit claimt. De rechtbank heeft de internationale en relatieve bevoegdheid vastgesteld op basis van de EG-verordening nr. 2201/2003 en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Voordat de zaak inhoudelijk kan worden behandeld, heeft de rechtbank de advocaten verzocht om aanvullende stukken en informatie te verstrekken over de rechtsgeldigheid van het huwelijk, de verblijfsstatus van de partijen, en het ouderlijk gezag. De rechtbank heeft de beslissing aangehouden en de zaak verwezen naar de rol voor uitlatingen van de advocaten over de gevraagde informatie.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

locatie Zwolle
team familie- en jeugdrecht
zaaknummer: C/08/278267 / ES RK 22-1208
beschikking van 20 december 2022
inzake
[de moeder],
verder te noemen: de vrouw of de moeder,
wonende te [woonplaats 1],
verzoekster,
advocaat: mr. S.M. Wolff,
en
[de vader],
verder te noemen: de man of de vader,
wonende te [woonplaats 2],
belanghebbende,
advocaat: mr. L.B. Plantema-Volkers.

1.Het procesverloop

1.1.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
- het verzoekschrift, met bijlagen, binnengekomen op 7 maart 2022;
- het exploot van de betekening van 14 maart 2022, binnengekomen op 14 maart 2022;
- het verweerschrift, tevens houdende zelfstandig verzoek, met bijlagen, binnengekomen op 24 mei 2022;
- de op 13 juni 2022 binnengekomen brief, met bijlagen, van mr. Plantema-Volkers;
- het verweerschrift op het zelfstandig verzoek, binnengekomen op 18 juli 2022.
1.2.
De rechtbank heeft op 4 mei 2022 met na te noemen minderjarigen gesproken.
1.3.
De mondelinge behandeling heeft op 8 december 2022 plaatsgevonden. Verschenen zijn:
de vrouw, bijgestaan door haar advocaat en een tolk,
de advocaat van de man,
A. Boerefijn, namens de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de raad).
De man is niet in persoon verschenen.

2.De feiten

2.1.
De vrouw stelt dat partijen op [datum] 1979 te Daraa (Syrië) zijn gehuwd.
2.2.
De vrouw stelt dat zij een onbekende nationaliteit heeft. De man stelt dat hij de Jordanese nationaliteit heeft.
2.3.
Partijen zijn ouders van de navolgende minderjarige kinderen:
[kind 1], geboren op [geboortedatum 1] 2005,
[kind 2], geboren op [geboortedatum 2] 2007,
[kind 3], geboren op [geboortedatum 3] 2009.

3.Het verzoek

3.1.
De vrouw verzoekt de rechtbank bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
tussen partijen de echtscheiding uit te spreken, gehuwd te Daraa (Syrië) op [datum] 1979;
- primair te bepalen dat de vrouw na de echtscheiding wordt belast met het eenhoofdig gezag over de minderjarige kinderen
-subsidiair te bepalen dat de minderjarige kinderen hun hoofdverblijfplaats bij de vrouw hebben;
te bepalen dat de vrouw huurder is van de woning aan de [adres];
te bepalen dat de man betaalt aan de vrouw een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarigen een bedrag van € 50,- per maand voor de minderjarigen tezamen;
kosten rechtens.

4.Het verweer, tevens houdende zelfstandig verzoek

4.1.
De man verzoekt de rechtbank
I. de vrouw niet ontvankelijk te verklaren in haar verzoek;
II. indien de vrouw ontvankelijk wordt verklaard in haar verzoek, het verzoek onder a) en het subsidiaire verzoek onder b) toe te wijzen en de overige verzoeken af te wijzen.
Hij verzoekt de rechtbank voorts bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. het huurrecht van de woning aan de man toe te delen;
II. te bepalen dat de man omgang heeft met de kinderen één dagdeel per week op
zaterdag of zondag zolang de man geen eigen woonruimte heeft en ieder weekend van zaterdag tot zondag zodra de man eigen woonruimte heeft.

5.Het verweer op het zelfstandig verzoek

5.1.
De vrouw verzoekt de rechtbank de zelfstandige verzoeken van de man af te wijzen.

6.De beoordeling

De internationale en relatieve bevoegdheid van de rechtbank
6.1.
De rechtbank komt rechtsmacht toe op grond van het bepaalde in artikel 3 onder a van de EG-verordening nr. 2201/2003 van de raad van 27 november 2003 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid (Brussel II-bis).
6.2.
Op grond van artikel 262 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) is de rechtbank Overijssel, locatie Zwolle relatief bevoegd om kennis te nemen van dit verzoek.
Internationaal privaatrechtelijke aspecten
6.3.
Voordat de zaak inhoudelijk kan worden behandeld, verzoekt de rechtbank de advocaten om de volgende stukken in het geding te brengen en antwoord te geven op de hierna geformuleerde vragen:
  • beëdigde vertaling van de huwelijksakte van de man en de vrouw en de geboorteaktes van de minderjarigen;
  • uitlatingen over de rechtsgeldigheid en erkenning van het huwelijk. Is er sprake van een rechtsgeldig huwelijk en kan dit in Nederland worden erkend? Aan welk recht
moet de rechtsgeldigheid van het huwelijk worden getoetst? Het Syrisch recht of het Jordaanse recht?
  • uitlatingen over de verblijfsstatus/stand van zaken met betrekking tot de verblijfsprocedure van de man en de vrouw. In het bijzonder informatie over de nationaliteit van de man en de vrouw;
  • uitlatingen over het ouderlijk gezag. Volgens welk recht moet worden vastgesteld wie van de ouders het gezag heeft?
  • informatie/stand van zaken met betrekking tot de betrokken hulpverlening;
  • wat is het gevolg van het voorstaande met betrekking tot de verzoeken van de man en de vrouw?
6.4.
Op de hieronder genoemde datum verzoekt de rechtbank aan de advocaten om zich
hierover uit te laten. Daarnaast verzoekt de rechtbank de advocaten om zich uit te laten over het verdere verloop van de procedure.

7.De beslissing

De rechtbank:
7.1.
houdt iedere beslissing aan en verwijst de zaak naar de rol van
8 februari 2023voor uitlatingen van de advocaten over het genoemde onder 6.2 en verzoekt de advocaten zich daarnaast uit te laten over het verdere verloop van de procedure.
Deze beschikking is gegeven door mr. M. van Bruggen en in het openbaar uitgesproken op
20 december 2022 in tegenwoordigheid van mr. K.J. de Jong, griffier.
Een afschrift van deze beschikking wordt gezonden aan de raad voor de kinderbescherming en de in deze beschikking vermelde gegevens worden door de raad opgenomen in zijn registratie.